Artikel
Algemene doelstelling
Het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zorgen ervoor dat deelnemers hun talenten maximaal kunnen ontplooien en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Deelnemers worden voorbereid op passend vervolgonderwijs en/of een positie op de arbeidsmarkt die optimaal aansluit bij hun talenten.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor een middelbaar onderwijsstelsel dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele deelnemers en bij de behoeftes van de maatschappij. De bve-sector omvat het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en de volwasseneneducatie. Het middelbaar beroepsonderwijs heeft een belangrijke maatschappelijke en economische functie. Het middelbaar beroepsonderwijs is een belangrijke leverancier van werknemers voor de arbeidsmarkt. Ook is het een cruciale schakel tussen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs.
Financieren: De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het middelbaar onderwijs door lumpsum bekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.
Stimuleren: De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van aanvullende bekostiging, subsidies, en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, prestatieafspraken en wet- en regelgeving.
Regisseren: De Minister vult haar verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.
De verantwoordelijkheid voor de overige educatie is belegd bij de gemeenten, omdat zij het beste zicht hebben op de lokale behoefte. Gemeenten ontvangen via het Participatiebudget de rijksbijdrage overige educatie voor de inkoop van educatieve activiteiten bij roc’s.
De hoofdlijnen van het beleid voor het mbo in deze kabinetsperiode zijn uitgewerkt in het actieplan mbo «Focus op Vakmanschap 2011–2015».
Indicatoren en kengetallen
2008–2009 | 2009–2010 | 2010–2011 | 2011–2012 | 2012–2013 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
1. | Aantal deelnemers mbo (x 1.000) | 479,6 | 486,1 | 488,7 | 478,0 | 470,9 |
Bol-vt | 313,1 | 321,9 | 327,2 | 328,2 | 333,4 | |
Bbl | 156,9 | 155,4 | 152,9 | 142,3 | 132,5 | |
Bol-dt | 9,6 | 8,8 | 8,6 | 7,5 | 5,0 | |
Bron: Bekostigingstelling mbo | ||||||
2. | Gewogen gemiddelde onderwijsuitgaven per mbo-deelnemer (x € 1.000) | 7,2 | 7,3 | 7,3 | 7,4 | 7,6 |
Bron: Lumpsum budget/specifieke regelingen en gewogen bekostigingsdeelnemers mbo | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 |
Beleidsconclusies
Goed beroepsonderwijs is de brandstof van economische groei en vormt de kracht van onze samenleving. Het afgelopen jaar is in nauw overleg met het onderwijsveld verder gewerkt aan de randvoorwaarden voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs op mbo-instellingen. De wet doelmatige leerwegen en modernisering bekostiging is in de Eerste en de Tweede Kamer aangenomen. Met het Regeerakkoord VVD – PvdA, Bruggen slaan, oktober 2012, is € 250 miljoen beschikbaar gesteld voor kwaliteitsafspraken in het mbo. De middelen komen beschikbaar na kabinetsbesluitvorming. In overleg met betrokkenen is in 2013 de uitwerking van de kwaliteitsafspraken in hoofdlijnen ontwikkeld en is een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over de hoofdlijnen van de uitwerking van de kwaliteitsafspraken. Het wetsvoorstel macrodoelmatigheid is in november 2013 voor advies aan de Raad van State aangeboden. In de periode vanaf oktober 2013 tot en met januari 2014 vond de mbo-tour plaats over de toekomstbestendigheid van het mbo. Voor de overgang van de taken van de kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven naar de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven wordt een wetsvoorstel voorbereid. Een belangrijke mijlpaal is tot slot de daling van het aantal voortijdig schoolverlaters van 41.800 in 2009 naar 27.950 in schooljaar 2012/2013. De nationale doelstelling is maximaal 25.000 nieuwe vsv-ers in 2016. In het beleidsverslag wordt uitgebreider ingegaan op de resultaten van het mbo beleid in 2013.
Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Verschil | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2013 | 2013 | |||
Verplichtingen | 3.842.785 | 3.381.434 | 3.555.445 | 3.824.455 | 3.601.266 | 3.564.888 | 36.378 | ||
Waarvan garantieverplichtingen | 143.934 | 6.290 | 104.200 | 193.020 | 38.980 | 0 | 38.980 | ||
Uitgaven | 3.503.474 | 3.498.688 | 3.476.052 | 3.501.845 | 3.496.330 | 3.500.665 | – 4.335 | ||
Bekostiging | 0 | 0 | 3.262.317 | 3.315.750 | 3.381.288 | 3.358.110 | 23.178 | ||
• | Hoofdbekostiging | 0 | 0 | 2.954.378 | 3.038.359 | 3.151.676 | 3.098.315 | 53.361 | |
– | Bekostiging roc's/overige regelingen | 0 | 0 | 2.852.729 | 2.934.984 | 2.981.573 | 2.928.356 | 53.217 | |
– | Bekostiging kbb's | 0 | 0 | 98.820 | 100.356 | 107.981 | 107.496 | 485 | |
– | Bekostiging Caribisch Nederland | 0 | 0 | 2.829 | 3.019 | 3.801 | 4.142 | – 341 | |
– | Bekostiging vavo | 0 | 0 | 0 | 0 | 58.321 | 58.321 | 0 | |
• | Prestatiebox | 0 | 0 | 0 | 3.755 | 3.797 | 4.100 | – 303 | |
– | Taal en Rekenen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– | Investeringsfonds mbo (Techniekpact) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– | VSV | 0 | 0 | 0 | 3.755 | 3.797 | 4.100 | – 303 | |
• | Aanvullende bekostiging | 0 | 0 | 307.939 | 273.636 | 225.815 | 255.695 | – 29.880 | |
– | Schoolmaatschappelijk werk in het mbo | 0 | 0 | 14.017 | 14.042 | 13.869 | 14.017 | – 148 | |
– | Versterken centrale en uniforme toetsing | 0 | 0 | 0 | 1.584 | 800 | 13.612 | – 12.812 | |
– | RMC's | 0 | 0 | 31.599 | 31.885 | 31.925 | 31.885 | 40 | |
– | Plusvoorzieningen overbelaste Jongeren en wijkscholen | 0 | 0 | 72 | 30.450 | 30.400 | 30.400 | 0 | |
– | Programmagelden regio's | 0 | 0 | 44.389 | 0 | 19.677 | 19.700 | – 23 | |
– | Convenanten met RMC-regio's | 0 | 0 | 39.590 | 60.372 | 12.230 | 12.100 | 130 | |
– | Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2 | 0 | 0 | 3.788 | 1.428 | 2.037 | 5.099 | – 3.062 | |
– | Leerlinggebonden financiering (LGF) | 0 | 0 | 38.221 | 45.012 | 50.497 | 43.762 | 6.735 | |
– | Taal en Rekenen | 0 | 0 | 58.313 | 53.963 | 52.280 | 58.520 | – 6.240 | |
– | School-ex 2.0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 12.100 | 0 | 12.100 | |
– | Stagebox | 0 | 0 | 34.900 | 34.900 | 0 | 26.600 | – 26.600 | |
– | Innovatiebox regulier | 0 | 0 | 43.050 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Subsidies1 | 0 | 0 | 51.480 | 34.575 | 26.045 | 37.261 | – 11.216 | ||
waarvan: | |||||||||
– | Actieplan Laaggeletterdheid | 0 | 0 | 4.000 | 4.000 | 2.850 | 4.000 | – 1.150 | |
– | Pilots laaggeletterdheid | 0 | 0 | 0 | 2.949 | 3.950 | 5.000 | – 1.050 | |
– | Sectorplan mbo-hbo techniek | 0 | 0 | 400 | 400 | 0 | 400 | – 400 | |
– | Netwerkscholen | 0 | 0 | 4.500 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 0 | |
– | Innovatiearrangement | 0 | 0 | 10.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– | Stageoffensief | 0 | 0 | 3.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
– | Loopbaanorientatie | 0 | 0 | 1.740 | 3.760 | 0 | 3.000 | – 3.000 | |
– | Overige projecten | 0 | 0 | 27.840 | 20.466 | 16.245 | 21.861 | – 5.616 | |
Opdrachten1 | 0 | 0 | 6.441 | 6.441 | 3.016 | 6.441 | – 3.425 | ||
– | In- en uitbesteding | 0 | 0 | 6.441 | 6.441 | 3.016 | 6.441 | – 3.425 | |
Bijdragen aan agentschappen | 0 | 0 | 19.549 | 18.584 | 18.886 | 16.969 | 1.917 | ||
– | Dienst Uitvoering Onderwijs | 0 | 0 | 19.549 | 18.584 | 18.886 | 16.969 | 1.917 | |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's1 | 0 | 0 | 7.646 | 8.724 | 7.976 | 8.724 | – 748 | ||
– | College voor Examens | 0 | 0 | 411 | 363 | 363 | 363 | 0 | |
– | Wet SLOA | 0 | 0 | 7.235 | 8.361 | 7.613 | 8.361 | – 748 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 12.756 | 6.167 | 5.766 | 19.877 | – 14.111 | ||
– | Caribisch Nederland | 0 | 0 | 12.756 | 6.167 | 5.766 | 19.877 | – 14.111 | |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 115.863 | 111.604 | 53.353 | 53.283 | 70 | ||
– | Participatiebudget | 0 | 0 | 115.863 | 111.604 | 53.353 | 53.283 | 70 | |
Ontvangsten | 24.099 | 15.190 | 11.108 | 14.920 | 18.860 | 0 | 18.860 |
Bekostiging
Toelichting op de instrumenten
Bekostiging roc’s/overige regelingen
Deze middelen zijn bedoeld voor de exploitatie van het middelbaar beroepsonderwijs. De mbo-instellingen hebben een rijksbijdrage ontvangen gebaseerd op de WEB. De verdeling van de middelen heeft plaatsgevonden via verdeelmaatstaven, zoals beschreven in de UWEB. Dit jaar zijn verschillende middelen aan de lumpsum toegevoegd. Deze middelen komen grotendeels uit de aanvullende middelen van € 45,3 miljoen uit de begrotingsafspraken. Daarnaast is incidenteel € 26,6 miljoen voor de stagebox en € 12 miljoen voor de versterking centrale en uniforme toetsing aan de lumpsum toegevoegd. Tenslotte is incidenteel € 15 miljoen vanuit OCW ingezet voor school-ex 2.0 en € 9,4 miljoen overgemaakt aan VWS voor de bijdrage in de 30+ maatregel.
Bekostiging kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven
Op de begroting zijn middelen beschikbaar voor de 16 kenniscentra (exclusief het groene onderwijs) om hun wettelijke taken uit te voeren.
Bekostiging Caribisch Nederland
In Caribisch Nederland wordt op Bonaire, St. Eustatius en Saba middelbaar beroepsonderwijs aangeboden. Deze middelen zijn bedoeld om de instellingen in Caribisch Nederland via lumpsumbekostiging te financieren voor de studenten die middelbaar beroepsonderwijs volgen.
Bekostiging vavo
In het actieplan mbo «Focus op Vakmanschap 2011–2015» (p. 7 en 8) is aangekondigd dat het educatie-onderdeel voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) budgetneutraal onder directe aansturing van het Rijk zal worden gebracht. In 2013 heeft op basis van de «Regeling overgangsbekostiging vavo 2013 en 2014» een overgangsbekostiging plaatsgevonden, omdat de benodigde bekostigingsgegevens, vanwege de t-2 systematiek, pas voor het bekostigingsjaar 2015 beschikbaar zijn.
Prestatiebox (vsv)
Mbo-instellingen krijgen een vaste voet uit de prestatiebox op basis van geleverde prestaties met betrekking tot de aanpak van vsv.
Aanvullende bekostiging
Schoolmaatschappelijk werk
Voor schoolmaatschappelijk werk worden jaarlijks middelen aan het mbo-veld ter beschikking gesteld. Met deze middelen kunnen instellingen voor de studenten, die dit tijdelijk nodig hebben, snel en adequaat hulpverlening inschakelen.
Versterken centrale en uniforme toetsing
In het regeerakkoord – Vrijheid en Verantwoordelijkheid – uit 2010 is afgesproken de centrale en uniforme toetsing te intensiveren en de onafhankelijke examinering in het mbo te versterken. In 2013 is ruim € 12 miljoen van de middelen voor versterken van centrale en uniforme toetsing toegevoegd aan de lumpsum, voor de professionalisering van de examenfunctionarissen.
RMC’s
Dit is de bekostiging van de rmc-functie van 39 rmc-regio’s. De rmc-functie heeft tot taak met de niet meer kwalificatieplichtige vsv’ers uit vo en mbo contact te leggen en hen zoveel mogelijk terug te begeleiden naar school of naar een combinatie van school en werk.
Programmagelden regio’s/plusvoorziening
Op grond van de Regeling regionale aanpak ontvangt iedere rmc-regio subsidie voor een regionaal programma vsv met als doel het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Het regionaal programma vsv omvat ten minste één plusvoorziening ten behoeve van de onderwijsinstellingen en scholen uit die RMC-regio.
Convenanten met rmc-regio’s
In het regeerakkoord – Vrijheid en Verantwoordelijkheid – uit 2010 is afgesproken het aantal voortijdig schoolverlaters verder terug te brengen naar maximaal 25 000 in 2016. Om deze doelstelling te realiseren zijn in 2012 meerjarige prestatiegerichte convenanten afgesloten met scholen en het voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs, contactgemeenten van de 39 RMC-regio’s en het Rijk voor de periode 2012–2015. Op basis van de Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten ontvangen de vo-onderwijsinstellingen een vaste vergoeding.
Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo
Deze middelen zijn bedoeld voor de projectorganisatie van het experiment met de leergang vmbo-mbo2 (VM2). De monitor brengt de ontwikkeling binnen VM2 in beeld. Er is in 2013 € 3,1 miljoen van het budget minder uitgegeven dan was begroot, dat heeft te maken met de terugloop van aantal leerlingen in VM2 in 2013. Het aantal deelnemende scholen gedurende de experimenteerperiode is ook afgenomen; er komen geen nieuwe scholen bij omdat daar in de opzet van de VM2-regeling niet voor is gekozen.
Leerlinggebonden financiering (LGF)
Voor de ondersteuning en begeleiding van studenten met een beperking of chronische ziekte kunnen de mbo-instellingen leerlinggebonden financiering (LGF) aanvragen. Op die manier worden ook deze studenten in staat gesteld hun opleiding succesvol af te ronden. In 2013 is een bedrag van € 50,5 miljoen besteed aan LGF in het mbo. Het aantal deelnemers met een LGF indicatie is in 2013 toegenomen tot 9.787.
Taal en rekenen
In het mbo zijn vanaf het studiejaar 2013–2014 centrale examens Nederlandse taal en rekenen ingevoerd, zie Kamerbrief Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen. De onderwijsinstellingen hebben in 2013 in het kader van de «Regeling Intensivering taal- en rekenonderwijs» een bedrag van € 52,3 miljoen ten behoeve van de intensivering van het taal- en rekenonderwijs en de voorbereiding op de centrale examinering ervan ontvangen. Er heeft een overboeking van in totaal € 6,2 miljoen plaatsgevonden naar de bijdragen aan ZBO’s/RWT’s voor de centrale ontwikkeling van examens taal en rekenen en Engels. Dit is gedaan omdat deze middelen worden verstrekt op basis van de wet SLOA aan CITO.
School-Ex 2.0
Deze aanvullende vergoeding voor het verstrekken van opleidingsadviezen aan deelnemers en examenkandidaten voor de aanpak van jeugdwerkloosheid is verdeeld over de jaren 2013 en 2014 met € 12,5 miljoen per jaar. Zie voor verdere informatie Voorjaarsnota 2013.
Regeling stagebox
De regeling stagebox voor het verstrekken van een aanvullende vergoeding voor het werven van extra stageplaatsen is afgelopen in 2012 en niet verlengd in 2013. De Voorjaarsnota 2013 laat zien dat dit jaar incidenteel € 26,6 miljoen voor de stagebox aan de lumpsum van mbo-instellingen is toegevoegd.
Subsidies
Voor het stimuleren en realiseren van verscheidene beleidsdoelstellingen worden subsidies verstrekt.
Actieplan laaggeletterdheid
Ter ondersteuning van de aanpak van laaggeletterdheid zijn jaarlijks middelen beschikbaar voor de uitvoering van het Actieplan laaggeletterdheid 2012–2015 «Geletterdheid in Nederland». I.v.m. een ander betaalritme is de realisatie € 1,2 miljoen lager dan begroot. Hierdoor zullen betalingen niet in 2013 maar grotendeels in 2014 plaatsvinden.
Pilots laaggeletterdheid
In 2013 zijn vanuit het educatiebudget middelen ter beschikking gesteld voor pilots laaggeletterdheid (Actieplan laaggeletterdheid 2012–2015 «Geletterdheid in Nederland»,(p. 6). In de pilots zullen nieuwe werkwijzen worden uitgeprobeerd, gebaseerd op ervaringen in het buitenland en op basis van wetenschappelijke inzichten, in de aanpak van laaggeletterdheid. I.v.m. een ander betaalritme is de realisatie € 1,1 miljoen lager dan begroot. Deze middelen zullen niet in 2013 betaald worden maar wel grotendeels in 2014.
Sectorplan mbo-hbo techniek 2011–2016
Dit betreft middelen voor het sectorplan mbo-techniek en het sectorplan hbo-techniek. Hiermee worden drie centers of expertise hbo en zes centra voor innovatief vakmanschap mbo opgericht. Deze centra, die met cofinanciering van bedrijven tot stand komen, zijn gericht op toponderwijs, toponderzoek en innovaties in het bedrijfsleven.
Netwerkscholen
Beroepsgericht onderwijs vraagt om bedrijfsvoering die daar goed op aansluit. Om te stimuleren dat mbo-instellingen hun bedrijfsvoering verder moderniseren, loopt van 2011 tot en met 2014 het experiment De Netwerkschool. Het doel van dit experiment is een bijdrage leveren aan het terugdringen van het lerarentekort door wetenschappelijk onderzoek te doen naar methoden om de arbeidsproductiviteit in het onderwijs te verhogen op het vlak van een slimmere organisatie van het onderwijs en effectieve inzet van ICT.
Loopbaanoriëntatie
Dit zijn middelen ter ondersteuning van (v)mbo-scholen, zodat zij aanstaande en huidige mbo-studenten beter kunnen begeleiden bij hun studieloopbaan, studiekeuzes en persoonlijke bewustwording en ontwikkeling. De realisatie is € 3 miljoen lager door een verandering in liquiditeitsbehoefte.
Overige projecten
Hieronder vallen overige projecten en organisaties die subsidies ontvangen. De realisatie is € 5,6 miljoen lager dan de vastgestelde begroting. Dit komt onder andere door een overboeking van € 1,2 miljoen naar het artikel van DUO voor de uitvoeringskosten van het digitaal verzuimloket en voor vsv van de niet bekostigde instellingen. Het overige deel is te verklaren door een andere fasering van een aantal projecten.
Opdrachten
Dit betreft middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken. De realisatie in 2013 is € 3,4 miljoen lager door een samenvoeging van overboekingen van middelen naar andere artikelen en het niet tot uitvoering brengen van een aantal geplande opdrachten, zoals de «nulmeting domeinen».
Bijdrage aan agentschappen
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor dit begrotingsartikel.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
College voor Examens
Er zijn middelen beschikbaar voor het College voor Examens (CvE). Dit is een ZBO dat verantwoordelijk is voor de examens rekenen en taal in het (middelbaar) beroepsonderwijs en staatsexamens Nederlands als tweede taal.
Wet SLOA
Hieronder vallen posten zoals «Ontwikkeling staatsexamens cito» en het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ecbo). Het gaat o.a. over middelen ter ondersteuning van taal en rekenen mbo. Het betreft hier de uitgaven voor het instrument, inclusief de uitvoeringskosten.
Bijdrage aan medeoverheden
Verbetermiddelen Caribisch Nederland
Deze middelen worden ingezet voor het verhogen van de leerprestaties van de leerlingen op alle scholen in Caribisch Nederland tot een naar Nederlandse maatstaven aanvaardbaar niveau. Het gaat om incidentele investeringen en voorzieningen die (nog) niet uit de lumpsum bekostigd kunnen worden. Een groot gedeelte van de middelen is bestemd voor de verbetering van de onderwijshuisvesting. De onderuitputting op het onderdeel Caribisch Nederland hield met name verband met de vertraging in de uitvoering van de drie onderwijshuisvestingsplannen. Hierover zijn met de openbare lichamen BES in het najaar van 2012 nieuwe afspraken gemaakt die nog niet verwerkt waren in de Begroting 2013. De vertraging werd veroorzaakt doordat de voorbereidende fase in een aantal grote projecten meer tijd in beslag bleek te nemen dan verwacht.
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
Participatiebudget
Sinds 1 januari 2009 maakt het educatiebudget onderdeel uit van het Participatiebudget, een specifieke uitkering voor gemeenten. Het bedrag is gelijk aan de bijdrage van OCW aan het Participatiebudget, die gemeenten moeten besteden aan de inkoop van educatieopleidingen bij roc’s.
Ontvangsten
De ontvangsten van € 18,9 miljoen in 2013 zijn het gevolg van onder andere afrekeningen die betrekking hadden op educatie en subsidies. Het restant is te verklaren door € 13,5 miljoen aan terugontvangsten van prestatiesubsidies vroegtijdig schoolverlaten.
Artikel