(Bedragen x € 1.000) | 1 | 2 | 3=2–1 | |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2012 | |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 71.437 | 70.866 | – 571 | 78.321 |
Omzet inzake programmafacturen instandhouding | 131.450 | 140267 | 8.817 | 151.033 |
Omzet huisvesting | 17.368 | 4508 | – 12.860 | 8.919 |
Omzet overige departementen | 0 | 1438 | 1.438 | 1.373 |
Omzet derden | 0 | 1 | 1 | 12 |
Mutatie onderhanden projecten | – 193 | – 193 | – 2.954 | |
Rentebaten | 43 | 43 | ||
Rentebaten huisvestingsactiviteiten | ||||
Vrijval uit voorzieningen | 37 | |||
Bijzondere baten | 2.388 | 2.388 | 3.358 | |
Totaal baten | 220.255 | 219.318 | – 937 | 240.099 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | ||||
– personele kosten | 56.688 | 56.379 | – 309 | 54.201 |
waarvan eigen personeel | 54.288 | 53.343 | – 945 | |
waarvan externe inhuur | 2.400 | 3.036 | 636 | |
– uitbesteding | 2.512 | 2.512 | 3.909 | |
– materiële kosten | 12.414 | 12.702 | 288 | 11.383 |
waarvan apparaat ICT | 5.688 | 159 | – 5.529 | 2.206 |
waarvan bijdrage aan SSO's |
| 3.774 | 3.774 | 0 |
– programmagelden instandhouding | 131.450 | 142.261 | 10.811 | 153.889 |
Rentelasten investeringen DVD | 1.142 | 985 | – 157 | 1.217 |
Rentelasten huisvestingsactiviteiten Defensie | 11.646 | 2.681 | – 8.965 | 6.737 |
Rentelasten rekening-courant | 0 | 0 | 0 | 4 |
Afschrijvingskosten | 0 | |||
– materieel | 1.193 | 631 | – 562 | 903 |
– materieel huisvestingsactiviteiten | 5.722 | 1.730 | – 3.992 | 2.123 |
Overige lasten | 0 | |||
– dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 15 |
– bijzondere lasten | 0 | 306 | 306 | 2.824 |
Totaal lasten | 220.255 | 220.187 | – 68 | 239.411 |
Saldo van baten en lasten | 0 | – 869 | – 869 | 688 |
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement is opgebouwd uit het honorarium voor het totale dienstverleningspakket van de DVD. In 2013 is door het moederdepartement meer budget beschikbaar gesteld voor instandhouding dan in de begroting is opgenomen. De realisatie van de Commandantenvoorziening is gestegen omdat er meer geld beschikbaar is gekomen in 2013. De omzet Verwerving en Afstoting is gedaald ten opzichte van de begroting. Dit is het gevolg van vertraging in nieuwbouwprojecten, van gewijzigde regelgeving en van onvoldoende capaciteit.
Omzet huisvesting
De omzet huisvesting is de ontvangen tegemoetkoming voor het beschikbaar stellen van investeringen in gebouwen en werken & terreinen voor de «leenfaciliteitprojecten» (afschrijvingen en rente) en de rentebaten over de investeringen van nog niet opgeleverde leenfaciliteitprojecten (inclusief voorfinanciering). Door de vertraging in de uitvoering van deze projecten zijn er minder investeringen gedaan, waardoor minder leningen zijn opgevraagd en dus minder rente in rekening is gebracht bij het moederdepartement. Daarnaast is over het deel van de gebouwen die eind 2012 zijn overgedragen aan het moederdepartement geen huisvestingsvergoeding ontvangen terwijl deze wel begroot was.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen betreft dienstverlening voor de bouw van een gevangenis op Bonaire voor de RGD, de uitleen van een servicemonteur aan de RVOB voor het voormalige Marine Vliegkamp Valkenburg, adviezen aan TNO en een reeks kleinere opdrachten, onder andere voor de politie.
Mutaties onderhandenprojecten
In de begroting is deze post nihil gesteld. Er is sprake van een negatieve mutatie als gevolg van het treffen van een voorziening voor een verliesgevend project.
Rentebaten
Over het positief saldo van rekening courant bij het Ministerie van Financiën is in 2013 rentevergoeding ontvangen.
Bijzondere baten
De incidentele baten zijn opbrengsten uit de normale bedrijfsvoering van voorgaande boekjaren. De belangrijkste posten hierin worden gevormd door het nemen van omzet 2012 in 2013 (€ 0,3 miljoen), het ontvangen van een vergoeding voor juridische kosten in verband met een positieve uitspraak op een arbitrage zaak (€ 0,1 miljoen) en de verkoop van het wagenpark waardoor de getroffen reservering voor de restwaarde is komen te vervallen (€ 0,3 miljoen). Van het moederdepartement zijn geen inkoopfacturen ontvangen (€ 0,9 miljoen) en van DTO zijn geen inkoopfacturen ontvangen voor IV-projecten (€ 0,7 miljoen).
Uitbesteding
In de begroting is geen bedrag opgenomen voor uitbesteding. Voor een aantal projecten is de projectvoering echter uitbesteed.
Programmagelden instandhouding
De hogere lasten hangen samen met de extra gelden die door het moederdepartement beschikbaar zijn gesteld.
Rentelasten huisvestingsactiviteiten
Dit betreft de verschuldigde rente voor de leningen ten behoeve van de investeringen inclusief de bouwrente voor de in aanbouw zijnde huisvesting en de opgeleverde gebouwen en terreinen. Voor de verklaring van de daling van € 12,9 miljoen wordt verwezen naar de omzet huisvesting.
Afschrijvingskosten materieel
Op automatiseringsmiddelen, transportmiddelen en gebouwen is minder afgeschreven dan was voorzien in de begroting. De voorgenomen vervangingsinvesteringen zijn uitgesteld als gevolg van onzekere toekomstige ontwikkelingen en in verband met verkoop van het wagenpark aan het moederdepartement.
Bijzondere lasten
Dit zijn incidentele lasten van de gewone bedrijfsuitoefening uit voorgaande boekjaren. In totaal is een extra reservering € 0,1 miljoen getroffen voor de afwaardering van de panden Zwolle en Tilburg op basis van de WOZ-waarde en voor de extra lasten uit voorgaande jaren vanwege te lage transitoria (€ 0,2 miljoen).
Omzet per productgroep van het moederdepartement, overige departementen en omzet derden
Begroting 2013 | Realisatie 2013 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2012 | |
---|---|---|---|---|
Expertise & Advies 1 | 6.321 | 8.503 | 2.182 | 8.562 |
Verwerving & afstoting | 22.013 | 15.366 | – 6.647 | 19.106 |
Commandantenvoorziening (COVO) | 1.479 | 3.666 | 2.187 | 2.225 |
Instandhouding | 41.624 | 44.770 | 3.146 | 49.813 |
De producten Commandantenvoorziening en instandhouding genereren meer dan de helft van de omzet. De daling van de omzet ten opzichte van 2012 is een gevolg van minder nieuwbouwprojecten en minder door het moederdepartement beschikbaar gesteld budget voor instandhouding.
Balans per 31 december 2013
Omschrijving | Balans 2013 | Balans 2012 |
---|---|---|
Activa | ||
Materiële vaste activa | ||
– grond en gebouwen | 104.606 | 47.353 |
– gebouwen in aanbouw | 40.341 | 69.456 |
– transportmiddelen | 0 | 1.606 |
– overige materiële vaste activa | 134 | 203 |
Vlottende activa | ||
Onderhanden projecten | 6.984 | 7.177 |
Debiteuren | 1.627 | 1.038 |
Vorderingen op moederdepartement | 796 | 450 |
Overlopende activa | 1.809 | 7.440 |
Liquide middelen | 40.103 | 58.569 |
Totaal activa | 196.400 | 193.292 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
– exploitatiereserve | 1.391 | 701 |
– verplichte reserve | 0 | |
– onverdeeld resultaat | -869 | 688 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 142.506 | 110.318 |
Voorzieningen |
| |
Crediteuren | 7.990 | 15.917 |
Schulden aan moederdepartement | 1.002 | 2.275 |
Overlopende passiva | 44.380 | 63.393 |
Totaal passiva | 196.400 | 193.292 |
Materiële vaste activa
Door de overdracht van gebouwen in aanbouw van de projecten KMar Schiphol en Hoger Onderhoud Woensdrecht aan het moederdepartement en het opstarten van nieuwe gebouwen in aanbouw is de boekwaarde van de materiële activa per saldo gedaald. Als gevolg van de verkoop van het wagenpark aan het moederdepartement is de boekwaarde van de transportmiddelen ultimo 2013 nihil.
Onderhanden projecten
De postonderhanden projecten omvat de apparaatskosten van de lopende projectfasen van nieuwbouwprojecten waarvan nog geen omzet is ontvangen. Ten opzichte van 2012 is deze post gedaald met € 0,193 mln voornamelijk als gevolg van het treffen van een voorziening op een verliesgevend project.
Overlopende activa
De post overlopende activa bedraagt ultimo 2013 € 1,8 miljoen. In 2012 was dit € 7,4 miljoen. De daling wordt vooral veroorzaakt door minder te vorderen programmageld doordat meer inkoopfacturen zijn verwerkt voor de kassluiting van het moederdepartement. Van dit bedrag is € 1,6 miljoen een vordering op het moederdepartement en € 0,2 miljoen een vordering op derden.
Debiteuren
De post debiteuren bestaat voor € 1,3 miljoen uit vorderingen op overige departementen en voor € 0,3 miljoen uit vorderingen op derden.
Eigen vermogen
Het negatief resultaat van de DVD kan worden opgevangen binnen het eigen vermogen. In 2014 komt een eind aan een langdurig en intensief reorganisatietraject en wordt gestart met een organisatie die voorbereid is op de veranderende omstandigheden. In de begroting voor 2014 is rekening gehouden met een hogere productiviteit. Dit moet leiden tot een (licht) positief bedrijfsresultaat. Het jaar 2014 zal ook in het teken staan van de vorming van het rijksvastgoedbedrijf (RVB) met een daarbij horende eigen begroting. Op basis van vijf procent van de gemiddelde omzet van de afgelopen 3 jaar bedraagt het maximaal toelaatbaar eigen vermogen € 11,2 miljoen. De stand eind 2013 bedraagt € 0,5 miljoen.
Leningen bij het Ministerie van Financiën
Stand 31-12-2013 | Stand 31-12-2012 | |
---|---|---|
Leningen bij het Ministerie van Financiën | ||
Vermogensconversielening | 5.180 | 5.210 |
Investeringsleningen | 137.326 | 105.108 |
Totaal leningen | 142.506 | 110.318 |
Met de leningen van het Ministerie van Financiën worden de materiële vast activa gefinancierd. De looptijden van de leningen worden bepaald in overeenstemming met de economische levensduur van de materiële vast activa. De vermogensconversielening loopt tot 2038 met een rente van 5 procent. De overige leningen hebben een looptijd variërend van drie jaar tot vijftig jaar tegen rentepercentages variërend van 1,7 procent tot 5,6 procent.
Voorzieningen
Stand 31-12-2012 | Dotaties 2013 | Vrijval 2013 | Onttrekkingen 2013 | Stand 31-12-2013 | |
---|---|---|---|---|---|
Garantieverplichtingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Wachtgelduitkeringen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
FPU 57+ voorziening | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal aan voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Crediteuren
Het saldo van de crediteuren bedraagt € 8,0 miljoen (2012: € 15,9 miljoen). De daling is het gevolg dat leveranciers sneller een inkoopfacturen sturen en ook de maatregelen die zijn genomen om de doorlooptijd van de inkoopfacturen te verkorten.
Overlopende passiva
Stand 31-12-2013 | Stand 31-12-2012 | |
---|---|---|
Aflossing leningen Ministerie van Financiën | 3.119 | 6.264 |
Vooruitontvangen bedragen | 10.225 | 11.592 |
Met betrekking tot huidig boekjaar te betalen bedragen | 27.574 | 39.340 |
Te betalen vakantiegelden | 1.698 | 1.711 |
Betalingen onderweg | 41 | 2.747 |
Te betalen vakantiedagen | 1.723 | 1.739 |
Totaal overlopende passiva | 44.380 | 63.393 |
De post «Aflossing leningen Ministerie van Financiën» is ten opzichte van 2012 gedaald met € 3,1 miljoen. Dit wordt voornamelijk verklaard door een extra aflossing van € 2,8 miljoen in verband met de afwaardering van twee gebouwen.
De post «met betrekking tot huidig boekjaar te betalen» bestaat onder meer uit te betalen programmagelden Instandhouding en te betalen apparaatskosten en producteindafrekeningen. De daling van de te betalen programmagelden ten opzichte van 2012 ad € 7,3 miljoen wordt verklaard doordat leveranciers facturen eerder indienen en door verbeterde doorlooptijden van verwerking van facturen. De nog te betalen apparaatskosten en eindafrekeningen dalen met € 4,4 miljoen vanwege de versnelde afwikkeling van diverse eindafrekeningen.
De post «overlopende passiva» wordt nader uitgesplitst in € 16,6 miljoen als te betalen bedrag aan het moederdepartement, € 1,2 miljoen als te betalen bedrag aan overige departementen en € 26,6 miljoen als te betalen bedrag aan derden.
Kasstroomoverzicht
(Bedragen x € 1.000) | 1 | 2 | 3=2–1 | |
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijke vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2013 + stand depositorekeningen | 52.545 | 58.569 | 6.024 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 1.500 | – 18.570 | – 20.070 |
| Totaal investeringen (–/–) | – 46.625 | – 30.482 | 16.143 |
| Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 1.543 | 1.543 |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 46.625 | – 28.939 | 17.686 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | ||
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | |||
Aflossingen op leningen (–/–) | – 7.161 | – 6.532 | 629 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 46.625 | 35.575 | – 11.050 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 39.464 | 29.043 | – 10.421 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2013+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 46.884 | 40.103 | – 6.781 |
Kasstroom uit operationele activiteiten
De liquiditeit uit operationele activiteiten is gedaald ten opzichte van het plan. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door de effecten van de sterke daling van crediteuren en overlopende passiva. Leveranciers zenden de facturen gemiddeld sneller in, maar ook zijn er maatregelen genomen om de doorlooptijd van de facturen te verkorten.
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Het betreft hier vooral investeringen in activa en gebouwen. Het verschil tussen begroting en realisatie wordt veroorzaakt door de lagere afroep van de leenfaciliteit in verband met vertraging van het project Hoger Onderhoud Woensdrecht, kazerne KMar Schiphol en Opleidingscentrum KMar.
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
De mutaties in de kasstroom uit financieringsactiviteiten zijn als gevolg van een kleiner beroep op de leenfaciliteit voor investeringen lager dan geraamd. Verder zijn leningen aan het Ministerie van Financiën afgelost in verband met de verkoop van het wagenpark aan het moederdepartement.
Doelmatigheidsparagraaf
realisatie | Oorspronkelijke begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
omschrijving generiek deel | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2013 |
VTE-totaal | 1408 | 1008 | 849,0 | 858,5 | 855,0 |
Saldo van baten en lasten (%) | – 2,0% | – 3,5% | 0,6% | – 0,4% | 0,0% |
Servicelevels (norm = 90%) | 85% | 81% | 74% | 65% | 85% |
Projecttevredenheid (norm = 90%) | 94% | 95% | 98% | 95% | 95% |
Productiviteit (omzet K€ per directe medewerker) | 87,9 | 80,7 | 103,7 | 104,6 | 90% |
omschrijving specifiek deel | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2013 |
kostprijzen per product(groep) | |||||
Expertise & Advies | 76,69 | 81,96 | 77,25 | 75,95 | |
Verwerving & afstoting | 73,24 | 69,94 | 71,55 | 70,81 | |
COVO | 62,07 | 53,87 | 63,00 | 63,45 | |
Instandhouding | 59,67 | 63,97 | 64,59 | 61,3 | |
Gemiddelde kostprijs per product | 65,18 | 64,18 | 65,07 | 65,07 | |
Omzet per productgroep (pxq) in K€ | |||||
Expertise & Advies (honorarium) | 8.219 | 9.059 | 8.562 | 7.413 | 6.321 |
Verwerving & afstoting excl ohw) | 28.011 | 20.394 | 19.106 | 15.366 | 22.013 |
COVO | 4.310 | 1.980 | 2.225 | 3.666 | 1.479 |
Instandhouding | 45.226 | 45.262 | 49.813 | 44.770 | 41.624 |
Beveiliging | 28.141 | – | – | – | – |
Overig | 1.230 | – | – | 1.090 | – |
Kostprijs per productgroep
De kostprijzen per productgroep, de tarieven per uur, zijn in 2013 nagenoeg hetzelfde als in 2012.
Het baten-lastenagentschap DVD streeft naar verbetering van doelmatigheid. Het uitgangspunt is dat de kwaliteit van de dienstverlening minimaal overeind blijft. In dit doelmatigheidsstreven in combinatie met de kwaliteit wordt gewerkt langs de volgende sporen:
-
– de periodieke uitvoering van benchmarkonderzoeken;
-
– het voortdurend nastreven van productiviteitsgroei;
-
– de sturing op serviceniveaus, project- en klanttevredenheid.
Benchmarkonderzoeken
In de jaarrekening 2012 werd nog gesproken over een sourcingtraject. In het kader van dit onderzoek past een benchmarkonderzoek met de markt. Inmiddels is de situatie sterk veranderd omdat in 2013 het besluit is gevallen de DVD op te nemen in het Rijks Vastgoed Bedrijf. In het kader hiervan worden ook benchmark activiteiten uitgevoerd met de overige partners (RGD en RVOB). De resultaten hiervan zijn nog niet bekend.
Productiviteit
De productiviteit is het quotiënt van de omzet (inclusief mutatie onderhanden projecten en exclusief programmagelden instandhouding en expertise en advies en huisvestingsactiviteiten) en de hiervoor benodigde directe vte’n. De in 2011 ingezette lichte stijging van de bouwmarktprijzen heeft zich in (2012 en) 2013 voortgezet. Dit effect (van herstel) was ook in enige mate terug te zien in aanbestedingsresultaten van de DVD dit jaar ten opzichte van 2012.
Kwaliteitsindicatoren (sturing op serviceniveaus, project- en klanttevredenheid)
Naast een periodiek uit te voeren klanttevredenheidsonderzoek worden diverse servicelevels bijgehouden: de snelheid van reageren op en het opheffen van defecten en storingen en de snelheid waarmee een behoefte wordt omgezet in een daadwerkelijke raming of offerte. De norm is in 2010 in overleg met de klant gewijzigd van 90 procent naar 80 procent door budgetproblematiek bij de defensieonderdelen. In 2013 is dit percentage verder gedaald naar een gemiddelde van 65 procent. Deze uitslag van het servicelevel lijkt aan te geven dat de kwaliteit van de dienstverlening onvoldoende is. De werkelijkheid is genuanceerder. Het niet behalen van de norm is een direct gevolg van een tekort aan capaciteit om storingen af te melden. Het betreft administratieve achterstanden waar inmiddels een oplossing voor is gevonden (na de stop op het plegen van inhuur).