Base description which applies to whole site

4. Maatregelen op het terrein van de care en jeugdzorg

a. Langdurige zorg en ondersteuning

Het afgelopen jaar is voortvarend begonnen met de ambities uit het regeerakkoord om de langdurige zorg en ondersteuning beter en toekomstbestendig te maken. Het kabinet wil bij deze hervorming op een zo groot mogelijk draagvlak in de samenleving kunnen rekenen. Daarom is intensief gesproken met het zorgveld, gemeenten, werkgevers en werknemers en deskundigen. Dit heeft geleid tot enkele aanpassingen van verschillende maatregelen uit het regeerakkoord (TK 30 597, nr. 296).

Zo zijn de eerder afgesproken bezuinigingen op de extramuralisering en de korting op de huishoudelijke hulp verzacht. Ook zullen persoonlijke verzorging en verpleging per 2015 grotendeels ondergebracht worden in de Zorgverzekeringswet (Zvw). Tot slot is de verhoging van de eigen bijdrage verzacht voor mensen die in een instelling verblijven.

In november 2013 is de Wet langdurige zorg (Wlz) naar de Raad van State gestuurd. Deze wet zal per 1 januari 2015 de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen. Doel is dat ouderen en mensen met verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperkingen recht op passende zorg krijgen met aandacht voor hun individuele welzijn.

Bij Begrotingsakkoord 2012 is een 10-uurscriterium ingevoerd voor het pgb. Dit criterium geldt sinds 2013 alleen voor de functie begeleiding. Alleen mensen met een indicatie voor meer dan 10 uur per week komen in aanmerking voor een pgb. Het kabinet heeft in juli 2013 besloten deze maatregel alternatief in te vullen. Zo worden onder andere pgb-tarieven in 2014 niet verhoogd ten opzichte van 2013 en worden de tarieven voor niet-professionele zorg voor nieuwe cliënten verlaagd (TK 30 597, nr. 367).

De rol van mantelzorgers en vrijwilligers wordt belangrijker. Het afgelopen jaar heeft het kabinet zijn visie op informele zorg in diverse Kamerbrieven beschreven, vergezeld van diverse maatregelen (TK 30 169, nr. 28 en TK 30 169, nr. 29). De kernwoorden zijn daarbij versterken, verlichten en verbinden. In het kader van de Begrotingsafspraken 2014 is vanaf 2014 € 11 miljoen extra beschikbaar voor de mantelzorgondersteuning (TK 33 750, nr. 19).

In de Begrotingsafspraken 2014 is besloten om de landelijke fiscale regeling voor de aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten, inclusief de Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten, per 2014 in aangepaste vorm te handhaven. Gemeenten ontvangen daarnaast aanvullende financiële middelen (structureel 268 miljoen euro vanaf 2017) om gericht maatwerk te bieden aan mensen met een chronische ziekte en/of beperking via de Wmo en/of bijzondere bijstand.

In september 2013 is het wetsvoorstel zorg en dwang door de Tweede Kamer aangenomen. Dit wetsvoorstel heeft betrekking op de zorg voor cliënten met een psychogeriatrische aandoening of een verstandelijke beperking en waarborgt door middel van een stappenplan dat deze zorg zoveel als mogelijk vrij van dwang is. Tenzij er geen alternatieven zijn en er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt. De Eerste Kamer heeft inmiddels besloten het wetsvoorstel te willen behandelen in samenhang met het wetsvoorstel verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), dat op dit moment ter behandeling bij de Tweede Kamer ligt. Inmiddels zijn er in het kader van het actieprogramma Onvrijwillige zorg al stappen gezet om het toepassen van vrijheidsbeperking terug te dringen.

In 2013 zijn de experimenten regelarme instellingen van start gegaan. Een groot aantal experimenten is verlengd tot 31 december 2014. In 2013 zijn met betrokkenen gesprekken gevoerd om de experimenten tussentijds te evalueren. De uitkomsten worden meegenomen in de Hervorming Langdurige Zorg.

In 2013 is het wetsvoorstel Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voorbereid dat begin januari 2014 aan de Tweede Kamer is aangeboden (TK 30 597, nr. 368). Gemeenten worden op grond van de Wmo 2015 verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronisch psychische of psychosociale problemen. Die ondersteuning moet erop gericht zijn dat mensen zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven. Voor mensen met psychische of psychosociale problemen of voor mensen die al dan niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, de thuissituatie hebben verlaten, voorzien gemeenten in de behoefte aan beschermd wonen en opvang. Het beleid om langer zelfstandig te wonen sluit aan bij een trend die in de ouderenzorg al lang zichtbaar is. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw daalt het aantal ouderen in een verpleeg- of verzorgingshuis, terwijl sindsdien het aantal ouderen is verdubbeld.

Uit de AWBZ wordt een aantal taken geschrapt en een aantal verantwoordelijkheden gedecentraliseerd naar gemeenten. In het afgelopen jaar zijn afspraken gemaakt over enkele aanpassingen van voornemens uit het regeerakkoord. Zo blijft dagbesteding en persoonlijke verzorging beschikbaar in het overgangsjaar 2014. Daarnaast is de korting op de huishoudelijke verzorging structureel verzacht ten opzichte van het regeerakkoord. Ook is ten behoeve van een zorgvuldige overgang van cliënten en een zorgvuldige transitie door aanbieders 200 miljoen euro extra beschikbaar gesteld in 2015 (TK 29 538, nr. 151).

Ook is afgesproken dat gemeenten vanaf 2016 structureel een extra bedrag van € 200 miljoen ontvangen, zodat zij vernieuwende ondersteuningsarrangementen kunnen ontwikkelen op het snijvlak van maatschappelijke ondersteuning, welzijn, werk en inkomen, wonen, jeugdzorg en onderwijs, met slimme verbindingen tussen formele en informele zorg. Eén van die vernieuwingen is de samenhang tussen het sociale en het medische domein, met de wijkverpleegkundige als spil. Innovatieve werkwijzen, zoals sociale wijkteams en buurtgericht werken, kunnen verder worden ontwikkeld en breder worden ingezet en zo worden ingericht dat het samenwerking tussen zorgverzekeraars, zorgaanbieders en gemeenten stimuleert. Substitutie van zwaardere vormen van zorg door lichtere vormen van zorg en ondersteuning kunnen plaatsvinden. In december heeft de NZa haar advies uitgebracht over de bekostiging van de wijkverpleging in de Zvw.

b. Nieuw jeugdstelsel

De Eerste Kamer heeft in februari 2014 ingestemd met de nieuwe Jeugdwet, die de decentralisatie van de jeugdhulp naar gemeenten per 1 januari 2015 regelt. Hiermee stimuleren we preventie, inzet van eigen kracht en het sociaal netwerk, maatwerk en integrale hulp aan gezinnen (1-gezin, 1-plan, 1-regisseur). Het Rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben in het voorjaar van 2013 een overzicht opgesteld van taken die op gemeentelijk, regionaal of landelijke niveau kunnen worden vormgegeven. Gemeenten zijn hard aan de slag gegaan met het opstellen van de regionale transitiearrangementen in het kader van de jeugdhulp. Alle 41 regio’s hadden uiterlijk 31 oktober 2013 een regionaal transitiearrangement (RTA) ingediend bij de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd (TSJ) (TK 31 839, nr. 323).

De TSJ heeft in november 2013 en februari 2014 gerapporteerd over de afspraken van de jeugdhulpregio’s over continuïteit van jeugdhulp en beperking van frictiekosten. De commissie heeft wel gewezen op het belang van duidelijkheid over de gemeentelijke budgetten, de noodzaak voor goede afspraken over betere samenwerking met zorgverzekeraars en de wens om bestuurlijk afspraken te maken over frictiekosten. In mei 2014 wordt het definitief over te hevelen bedrag vastgesteld. Bij de vaststelling van het bedrag zullen in elk geval extra middelen (150 miljoen euro) worden vrijgemaakt voor het over te hevelen budget voor de jeugd ggz. Bij de oorspronkelijke uitwerking van de plannen was geen rekening gehouden dat soms niet alleen een kind wordt behandeld maar ook de ouders (TK 31 839, nr. 323). Ook zijn eind december 2013 bestuurlijke afspraken gemaakt over het waarborgen van de continuïteit van de taken van de huidige bureaus jeugdzorg en zijn aanvullende maatregelen aangekondigd voor Jeugdzorgplus. De inzet is erop gericht dat de samenwerkende regio’s op het niveau van vijf zorggebieden uiterlijk in mei 2014 afspraken maken met instellingen voor gesloten jeugdhulp over capaciteit, inkoop en plaatsing van jeugdigen met een machtiging gesloten jeugdhulp.

In april 2013 heeft het kabinet het wetsvoorstel professionalisering Jeugdzorg naar de Tweede Kamer gestuurd. In het wetsvoorstel staat dat jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers in jeugdzorginstellingen zich moeten inschrijven in een beroepsregister. Een voorwaarde voor registratie is bijvoorbeeld dat jeugdzorgprofessionals bijscholing en nascholing volgen. Verder moeten zij zich houden aan een beroepscode. In 2013 is er ook extern onderzoek geweest naar de kwaliteitssystemen in de verschillende sectoren van zorg die op 1 januari 2015 in de Jeugdwet worden samengevoegd. Naar aanleiding van dit onderzoek is met de VNG en veldpartijen afgesproken een gezamenlijk kwaliteitskader te ontwikkelen. In 2013 zijn de acties uitgevoerd uit het actieplan Kinderen Veilig en de acties naar aanleiding van het advies van de Commissie Samson om seksueel misbruik in de jeugdzorg tegen te gaan.

Licence