De horizontale ontwikkeling geeft de jaar op jaar ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten weer. In tabel 5 is de horizontale ontwikkeling van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten per sector weergegeven. Hierbij wordt een toelichting gegeven op het verloop van de BKZ-uitgaven en -ontvangsten vanaf 2011 tot en met 2013 volgens de huidige inzichten. De ontwikkeling van de sectoren is onderverdeeld naar de oorzaak van de ontwikkeling:
-
– Nominaal (N);
-
– Beleidsmatig (B), hieronder zijn opgenomen de intensiveringen en maatregelen;
-
– Mee- en tegenvallers (M), waaronder de actualisering van de zorguitgaven op basis van CVZ en NZa;
-
– Technisch (T), waaronder budgetneutrale verschuivingen.
2011 | N | B | M | T | 2012 | N | B | M | T | 2013 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Zorgverzekeringswet (Zvw) | 36,0 | 0,9 | – 0,2 | 0,2 | 0,0 | 36,8 | 1,0 | 1,3 | – 1,4 | 1,9 | 39,6 |
Eerstelijnszorg | 4,3 | 0,1 | – 0,2 | 0,0 | 0,0 | 4,2 | 0,1 | 0,2 | – 0,2 | 0,0 | 4,2 |
Medisch-specialistische zorg | 19,3 | 0,4 | 0,4 | 0,7 | 0,0 | 20,8 | 0,5 | 0,6 | – 0,3 | 1,0 | 22,5 |
Ziekenvervoer | 0,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,6 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,6 |
Genees- en hulpmiddelen | 6,6 | 0,2 | 0,0 | – 0,7 | 0,0 | 6,1 | 0,2 | 0,4 | – 0,8 | – 0,2 | 5,8 |
Geneeskundige geestelijke gezondheidszorg | 4,3 | 0,1 | – 0,4 | 0,1 | 0,0 | 4,1 | 0,1 | 0,1 | – 0,1 | 0,0 | 4,3 |
Beschikbaarheidbijdrage opleidingen Zvw | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,0 | 1,0 |
Overige2 | 0,9 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 1,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,1 |
Nominaal en onverdeeld | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) | 25,0 | 1,0 | 0,8 | 0,7 | 0,2 | 27,7 | 0,5 | – 0,5 | 0,6 | – 0,9 | 27,5 |
Preventieve zorg | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 |
Zorg in natura | 22,2 | 0,9 | 1,1 | 0,3 | 0,0 | 24,6 | 0,4 | – 0,5 | 0,6 | – 0,6 | 24,3 |
– wv. intramurale ggz | 1,4 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 1,6 | 0,0 | – 0,1 | 0,0 | 0,0 | 1,6 |
– wv. intramurale ghz | 4,6 | 0,2 | 0,3 | 0,0 | 0,1 | 5,3 | 0,1 | – 0,2 | 0,1 | 0,1 | 5,3 |
– wv. intramurale v&v | 7,7 | 0,3 | 0,6 | 0,0 | 0,2 | 8,7 | 0,1 | 0,0 | 0,2 | – 0,6 | 8,4 |
– wv. extramurale zorg | 3,8 | 0,2 | 0,1 | 0,1 | – 0,1 | 4,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 4,3 |
– wv. dagbesteding en vervoer | 1,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,2 | 0,0 | – 0,2 | 0,1 | 0,0 | 1,2 |
– wv. kapitaallasten | 2,7 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | – 0,3 | 2,6 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | – 0,3 | 2,4 |
– wv. overige zorg in natura | 0,9 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 1,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,1 | 1,3 |
Persoonsgebonden budgetten | 2,3 | 0,1 | – 0,3 | 0,5 | – 0,1 | 2,5 | 0,1 | 0,0 | 0,1 | – 0,2 | 2,5 |
MEE-instellingen | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 |
Beschikbaarheidbijdrage opleidingen AWBZ | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Overige3 | 0,3 | 0,0 | 0,0 | – 0,1 | 0,0 | 0,4 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | – 0,1 | 0,2 |
Nominaal en onverdeeld | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,2 |
Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven | 3,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 3,4 | 0,0 | – 0,3 | 0,0 | – 1,0 | 2,2 |
Opleidingsfonds (begrotingsdeel) | 1,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 1,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | – 1,0 | 0,2 |
Caribisch Nederland | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 |
Wtcg | 0,7 | 0,0 | – 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,6 | 0,0 | – 0,3 | 0,0 | 0,0 | 0,3 |
Wmo (Gemeentefonds) | 1,5 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 1,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,6 |
Loon- en prijsbijstelling | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Bruto-BKZ-uitgaven jaarverslag 2013 | 64,3 | 1,8 | 0,6 | 0,8 | 0,2 | 67,9 | 1,4 | 0,5 | – 0,7 | 0,1 | 69,2 |
BKZ-ontvangsten jaarverslag 2013 | 3,2 | 0,0 | 0,4 | 0,1 | 0,0 | 3,6 | 0,0 | 0,9 | 0,2 | 0,0 | 4,6 |
Netto-BKZ-uitgaven jaarverslag 2013 | 61,1 | 1,8 | 0,2 | 0,8 | 0,2 | 64,3 | 1,4 | – 0,4 | – 0,9 | 0,1 | 64,6 |
Bron: VWS, NZa-gegevens over de productieafspraken en voorlopige realisatiegegevens, CVZ-gegevens over de financieringslasten Zvw en AWBZ.
Nominaal
De nominale ontwikkeling bij de Zvw en de AWBZ in 2012 van in totaal € 1,8 miljard en in 2013 van € 1,4 miljard betreft de jaarlijkse aanpassing van de zorguitgaven aan de loon- en prijsontwikkeling op basis van de ramingen van het CPB. De loon- en prijsbijstelling in 2012 is hoger dan die in 2013. Dit komt doordat de indexen voor lonen en prijzen in 2012 hoger waren dan in 2013.
Beleidsmatig
Onder beleidsmatige mutaties zijn opgenomen de intensiveringen en maatregelen die het gevolg zijn van politieke prioriteitstelling. De intensiveringen betreffen voornamelijk de groeiruimte die op basis van akkoorden, politieke prioriteitenstelling of op basis van de raming van de jaarlijkse autonome ontwikkeling van de zorguitgaven (volgend uit de CPB-middellangetermijnraming) beschikbaar is. De uitgavenbeperkende maatregelen zijn veelal ter redressering van eerdere overschrijdingen. Groeiruimte of maatregelen kunnen zich zowel in volume als in prijseffecten manifesteren, of in een combinatie van beide.
Zorgverzekeringswet (Zvw)
Bij de sector Zvw is voor 2012 een beleidsmatige daling te zien van € 0,2 miljard en voor 2013 een groei van € 1,3 miljard. Bij de eerstelijnszorg en de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg is er in 2012 sprake van een beleidsmatige daling van in totaal € 0,6 miljard. Deze daling hangt samen met het pakket aan maatregelen dat met ingang van 2012 zijn beslag heeft gekregen. Zo zijn in de ontwerpbegroting 2012 (TK 33 000 XVI, nr. 2) maatregelen aangekondigd voor onder andere de curatieve ggz, huisartsen, verloskunde en de paramedische sector en zijn dieetadvisering en het programma stoppen met roken uit het verzekerd pakket gehaald. Daarnaast is afgezien van de pakketopname van de beweegkuur. Bij de medisch-specialistische zorg is er in 2012 sprake van een groei van € 0,4 miljard. Dit hangt in grote mate samen met de overheveling van de TNF-alfaremmers naar het kader medisch-specialistische zorg.
Met de sectoren medisch-specialistische zorg, curatieve ggz en huisartsen zijn in 2013 akkoorden gesloten waarin is afgesproken dat de uitgaven van de sectoren in 2013 2,5% mogen stijgen. Dat verklaart de groei van in totaal € 1,3 miljard bij deze sectoren.
Algemene Wet Bijzondere Ziekte kosten (AWBZ)
Bij de AWBZ is sprake van een stijging van de uitgaven in 2012 van € 0,8 miljard en een daling in 2013 van € 0,5 miljard. De stijging in 2012 is het saldo van de in het Regeerakkoord van het Kabinet-Rutte-Verhagen voorziene groeiruimte, intensiveringen en maatregelen. Daarnaast zijn in eerdere begrotingen verschillende maatregelen aangekondigd die in 2012 pas zichtbaar zijn, zoals het onder de contracteerruimte brengen van de capaciteitsgroei en het beperken van de keuzemogelijkheid bij de persoonsgebonden budgetten.
De daling in 2013 hangt samen met de maatregelen die met ingang van 1 januari 2013 zijn getroffen. Zo zijn vanaf 1 januari 2013 onder andere de bovenbudgettaire vergoedingen onder de contracteerruimte gebracht, de tariefverhoging van de ZZP’s in de ggz en gehandicaptenzorg ongedaan gemaakt, is de groeiruimte verlaagd tot het niveau van de demografie en zijn de normtarieven voor vervoer geharmoniseerd.
Ontvangsten
De ontvangsten stijgen in 2012 en 2013. De toename van de ontvangsten in 2013 van € 0,9 miljard wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijging van het eigen risico met € 115 (van € 235 naar € 350) zoals afgesproken in het Begrotingsakkoord 2013.
Mee- en tegenvallers
De mee- en tegenvallers kunnen het gevolg zijn van een volume- en/of een prijseffect. Mee- en tegenvallers blijken veelal uit realisatiecijfers (in dit jaarverslag betreft het de voorlopige realisatiecijfers 2013).
In 2012 dalen de Zvw-uitgaven voornamelijk als gevolg van lagere uitgaven voor genees- en hulpmiddelen (€ 0,7 miljard) en stijgen de uitgaven bij de medisch-specialistische zorg met € 0,7 miljard.
De daling bij de geneesmiddelen kan deels worden verklaard door intensivering en uitbreiding (door patentverlies) van het preferentiebeleid van zorgverzekeraars. De daling bij de hulpmiddelen lijkt vooral te komen door een daling van het aantal declaraties. Daarnaast zijn zorgverzekeraars doelmatiger gaan inkopen (bijvoorbeeld ten aanzien van incontinentiemateriaal) en hebben ze de regels voor vergoeding van verbandmiddelen strenger gehandhaafd.
Ook in 2013 is sprake van een daling bij de uitgaven voor genees- en hulpmiddelen (€ 0,8 miljard). De vergoedingen voor geneesmiddelen vielen lager uit door een lagere groei van het aantal geneesmiddelen en het aantal uitgiftes in combinatie met een verdere daling van de gemiddelde geneesmiddelenprijzen onder druk van patentverlies en het door zorgverzekeraars gevoerde preferentiebeleid. De daling bij de hulpmiddelen lijkt vooral te komen door wijzigingen in de vergoedingssystematiek voor hoorhulpmiddelen en bruikleenhulpmiddelen en verdere daling in het gebruik van verbandmiddelen.
De stijging bij de medisch-specialistische zorg wordt als volgt verklaard:
In 2011 is een Hoofdlijnenakkoord gesloten in de medisch-specialistische zorg voor de periode 2012–2015. In de zomer van 2013 is dit akkoord geactualiseerd voor de periode 2014–2017. Onderdeel van de akkoorden is een meerjarig budgettair kader (exclusief loon- en prijsbijstelling). In de begroting van VWS is het aan de akkoorden ontleende budgettaire kader opgenomen onder de sector instellingen voor medisch-specialistische zorg. Ook de transitiebedragen maken onderdeel uit van het kader instellingen medisch-specialistische zorg. Op basis van de thans beschikbare inzichten over de schadelast 2012 en het transitiebedrag is sprake van een overschrijding van het beschikbare kader in 2012 en 2013. Hoewel de beschikbare cijfers nog niet definitief zijn en er nog wijzigingen kunnen plaatsvinden die van invloed kunnen zijn op de omvang van de overschrijding is het niet de verwachting dat deze wijzigingen de overschrijding teniet zullen doen. Vooralsnog wordt in het jaarverslag 2013 uitgegaan van een mogelijke overschrijding in 2012 van € 0,6 miljard. In 2013 wordt thans uitgegaan van € 0,3 miljard. Tussen 2012 en 2013 neemt de verwachte tegenvaller af.
De stijging in 2012 in de AWBZ is voornamelijk het gevolg van de uitvoeringstegenvallers bij de zorg in natura en de persoonsgebonden budgetten (€ 0,5 miljard).
De stijging van de AWBZ-uitgaven in 2013 als gevolg van mee- en tegenvallers wordt grotendeels veroorzaakt door een volumetoename bij de zorg in natura (€ 0,6 miljard) budgetten. In het Begrotingsakkoord 2013 zijn maatregelen genomen om deze groei te beperken.
Technisch
De technische mutaties betreffen voornamelijk budgetneutrale verschuivingen tussen onderdelen van de AWBZ, de Zvw en de begroting van VWS. Bij de ontwikkeling in 2013 gaat het om de overheveling van de geriatrische revalidatiezorg en de bruikleenregeling voor hulpmiddelen van de AWBZ naar de Zvw. Daarnaast zijn in 2013 middelen voor de opleidingen vanuit de VWS-begroting naar de AWBZ en Zvw overgeheveld.
In tabel 5A zijn de groeipercentages van de BKZ-uitgaven per financieringsbron weergegeven.
2011 | Groei | Overhevelingen | Groei gecorr. voor overh. | 2012 | Groei | Overhevelingen | Groei gecorr. voor overh. | 2013 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
(bedrag) | (%) | (%) | (%) | (bedrag) | (%) | (%) | (%) | (bedrag) | |
Zorgverzekeringswet | 36,0 | 2,2 | 0,0 | 2,3 | 36,8 | 7,6 | 5,3 | 2,3 | 39,6 |
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten | 25,0 | 10,6 | 0,6 | 9,9 | 27,7 | – 1,3 | – 3,2 | 2,0 | 27,5 |
Begrotingsgefinancierde BKZ-uitgaven | 3,3 | 3,9 | 3,0 | 0,9 | 3,4 | – 36,7 | – 29,1 | – 7,6 | 2,2 |
Bruto-BKZ-uitgaven jaarverslag 2013 | 64,3 | 5,6 | 0,4 | 5,2 | 67,9 | 1,8 | 0,1 | 1,7 | 69,2 |
Netto-BKZ-uitgaven jaarverslag 2013 | 61,1 | 5,0 | 0,4 | 4,6 | 64,3 | 0,3 | 0,1 | 0,2 | 64,6 |