A: Algemene doelstelling
Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd.
B: Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Financiën is verantwoordelijk voor het beheer van publieke middelen en de bijbehorende geldstromen. Het doel is dat publieke middelen doelmatig worden beheerd en financiële risico’s worden voorkomen. De wettelijke basis voor deze uitvoerende rol is geregeld in de Comptabiliteitswet 200125.
Het kasbeheer is onder te verdelen in het schatkistbankieren en het betalingsverkeer van de rijksoverheid.
Bij schatkistbankieren heeft de Minister van Financiën een uitvoerende rol. Schatkistbankieren houdt onder andere in dat instellingen met een publieke taak die hiervoor gelden van het Rijk ontvangen hun middelen aanhouden bij het Ministerie van Financiën. Publieke middelen verlaten de schatkist dan niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de publieke taak. Hierdoor is de externe financieringbehoefte van het Rijk minder groot. Onder voorwaarden kunnen deelnemers aan schatkistbankieren ook leningen afsluiten bij het Ministerie van Financiën.
Ook bij het betalingsverkeer van de rijksoverheid heeft de Minister van Financiën een uitvoerende rol. Het betalingsverkeer is verdeeld in percelen die periodiek worden aanbesteed. Door de aanbesteding worden banken geprikkeld om hun diensten tegen een zo gunstig mogelijke prijs-kwaliteitverhouding aan te bieden. Het Ministerie van Financiën treedt in deze aanbestedingsprocedures op als opdrachtgever.
C: Beleidsconclusies
Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals vermeld in de begroting. In de uitvoering en beoogde resultaten heeft een enkele bijzonderheid plaatsgevonden.
In 2014 is een beleidsdoorlichting uitgevoerd van het schatkistbankieren26. De beleidsdoorlichting concludeert dat de met het schatkistbankieren beoogde doelen in de praktijk ook worden gerealiseerd. Door de bundeling van middelen in de schatkist wordt bereikt dat middelen niet langer bij marktpartijen hoeven te worden uitgezet. Iedere euro die in de schatkist wordt aangehouden vermindert per definitie de risico’s die zijn gemoeid met publiek geld. Daarnaast zou zonder schatkistbankieren de EMU-schuld ongeveer 2% van het BBP hoger zijn geweest en zouden veel instellingen die nu bij de schatkist lenen duurder (en risicovoller) zijn uitgeweest in de markt. De vraag of het beleid doelmatig is, wordt in het rapport beantwoord door te onderzoeken of er alternatieven voor schatkistbankieren zijn die zouden kunnen leiden tot dezelfde gewenste effecten (risicoreductie, doelmatig kasbeheer en schuldreductie) maar tegen lagere kosten. Doordat het schatkistbankieren in hoge mate geautomatiseerd is, luidt de conclusie dat ieder alternatief systeem zou leiden tot hogere uitvoeringskosten. Wanneer bijvoorbeeld gekozen zou worden voor voorfinanciering van RWT’s en sociale fondsen in plaats van de «just-in-time»-financiering die met schatkistbankieren wordt bereikt, wordt daarmee de doelmatigheid ondergraven.
In 2014 is geconstateerd dat in het kader van schatkistbankieren in de periode 2005–2014 bij gedeeltelijk vervroegd afgeloste leningen (in totaal 16 gevallen) een deel van de totaal verschuldigde rente abusievelijk niet is geïncasseerd. Dit is het gevolg van een ontwerpfout in de berekening van de marktwaarde van de leningen. Voor een aantal instellingen was de incassotermijn verjaard waardoor ongeveer € 950.000 is misgelopen. Er is besloten om bij de meeste instellingen het verschuldigde bedrag niet in te vorderen. Het gaat om een bedrag van ongeveer € 900.000.
D: Tabel budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie 1 | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2014 | 2014 | |
Uitgaven | 6.020 | 8.598 | 7.353 | 2.733 | 6.248 | 7.178 | – 930 |
Programma-uitgaven | 6.019 | 8.597 | 7.353 | 2.733 | 6.248 | 7.178 | – 930 |
Rentelasten | 1.941 | 110 | 67 | 36 | 60 | 42 | 18 |
Verstrekte leningen | 4.070 | 1.755 | 2.059 | 1.605 | 1.979 | 1.267 | 712 |
Mutaties in rekening-courant en depositio's | 0 | 6.732 | 5.227 | 1.090 | 4.209 | 5.869 | – 1.660 |
Uitgaven bij voortijdige beëindiging | 8 | 0 | 0 | 3 | 0 | 0 | 0 |
Totaal apparaatsuitgaven | 1 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 4.612 | 2.224 | 2.652 | 3.205 | 3.317 | 3.120 | 197 |
Programma-ontvangsten | 4.612 | 2.224 | 2.652 | 3.205 | 3.317 | 3.120 | 197 |
Rentebaten | 508 | 584 | 521 | 483 | 404 | 442 | – 38 |
Ontvangen aflossingen | 2.642 | 1.525 | 2.130 | 2.717 | 2.912 | 2.678 | 234 |
Mutaties in rekening-courant en deposito's | 1.375 | 111 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten bij voortijdige beëindiging | 87 | 4 | 1 | 5 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven
Rentelasten (+ € 18 mln.)
De totale betaalde rente op de door deelnemers in de schatkist aangehouden middelen is hoger uitgevallen dan begroot. De rente is gedurende 2014 gedaald, waardoor het Rijk over rekening-courantsaldi en nieuwe deposito’s minder rente hoefde te betalen. Daar staat tegenover dat de daling van de aangehouden rekening-couranttegoeden en deposito’s lager is uitgevallen dan verwacht, waardoor er uiteindelijk € 18 mln. meer rente is betaald dan waar in de begroting rekening mee werd gehouden.
Verstrekte leningen (+ € 712 mln.)
Het bedrag aan verstrekte leningen is € 712 mln. hoger geweest dan in de begroting werd geraamd. Dit komt voornamelijk doordat Agentschappen meer leningen hebben afgesloten dan eerder verwacht.
Mutaties in rekening-courant en deposito’s (– € 1,7 mld.)
Het saldo van alle rekeningen-courant en deposito’s van de deelnemers aan het geïntegreerd middelenbeheer is in 2014 met € 4,2 mld. gedaald. Dit komt voornamelijk doordat de sociale fondsen gezamenlijk meer rood zijn gaan staan op hun rekening-courant. Deze daling van de in de schatkist aangehouden middelen is wel € 1,7 mld. lager dan de daling die in de begroting 2014 werd geraamd. De instroom van middelen van de decentrale overheden ter hoogte van € 7 mld. heeft een drukkend effect gehad op het tekort van deze post.
Ontvangsten
Rentebaten (– € 38 mln.)
De rentebaten vallen lager uit dan begroot. Dit komt voornamelijk doordat het rentetarief op nieuw afgesloten leningen lager ligt dan geraamd. Hierdoor ontvangt het Rijk minder rente van de deelnemers die lenen bij de schatkist. Ook betalen deelnemers een lagere debetrente als ze rood staan op hun rekening-courant. Doordat de sociale fondsen gezamenlijk € 27 mld. rood staan zorgt de gedaalde debetrente voor lagere rente-ontvangsten voor het Rijk.
Ontvangen aflossingen (+ € 234 mln.)
Er is in 2014 voor € 234 mln. meer aan leningen afgelost dan in de begroting werd geraamd. Dit kan bijvoorbeeld als een deelnemer besluit om een lening (deels) vervroegd af te lossen, bijvoorbeeld bij verkoop van de activa (bijvoorbeeld een pand) waarvoor was geleend.