Base description which applies to whole site

1. BELEIDSPRIORITEITEN

In 2014 heeft het kabinet uitwerking gegeven aan het versterken van de burgerparticipatie en de drie grote decentralisatieoperaties. Ook heeft 2014 in het teken gestaan van het stroomlijnen en verbeteren van de dienstverlening door de overheid en het verminderen van de regeldruk voor burgers, professionals, bedrijven en overheden. Tot slot kenmerkt 2014 zich op het gebied van nationale veiligheid voornamelijk door het opgekomen jihadisme en toenemende instabiliteit aan de buitengrenzen van de Europese Unie.

Moderniseren en democratiseren van het openbaar bestuur

Meer taken voor gemeenten

Decentralisaties

In aanloop naar de decentralisaties in het sociaal domein heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2014 vorm gegeven aan de randvoorwaarden die het voor de gemeenten mogelijk maakt om hun nieuwe rol in te vullen. Voorbeelden van deze randvoorwaarden zijn onder meer:

  • de ontschotting van de financiële middelen in de integratie-uitkering sociaal domein;

  • het toewerken naar een informatievoorziening met weinig administratieve lasten;

  • het uitwerken van een visie op het gebruik van persoonsgegevens in relatie tot privacy van burgers;

  • het bieden van ondersteuning aan gemeenten op het gebied van bedrijfsvoering;

  • het faciliteren van regionale afspraken over samenwerking en risicoverevening;

  • het informeren van gemeenten, onder andere via de organisatie van congressen.

De Transitiecommissie Sociaal Domein (TSD), die in 2014 is opgericht, volgt ontwikkelingen in het sociaal domein en maakt onzekerheden en kansen bespreekbaar. De TSD rapporteert aan de regietafel waar de desbetreffende bewindspersonen, de Vereninging Nederlandse Gemeenten (VNG) en een aantal gemeenten onder voorzitterschap van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties samen de voortgang bespreken.

Samenwerkingsverbanden

Alle gemeenten hebben zich aangesloten bij samenwerkingsverbanden voor de organisatie van de gedecentraliseerde taken in het sociaal domein. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in 2014 op verschillende manieren gemeenten ondersteund bij de vorming van deze gemeentelijke samenwerkingsverbanden. In overleg met de VNG zijn drie ambassadeurs voor de regionale samenwerking aangesteld die onder andere aandacht hebben gevraagd voor congruentie, de juridische basis van de samenwerking en afspraken over kosten- en risicoverevening. Ook vanuit het Ondersteunings Team Decentralisaties (OTD) zijn gemeenten ondersteund, onder andere op basis van een handreiking over de juridische vormgeving, een handreiking over risicoverevening en door ondersteuning-op-maat aan te bieden bij bijvoorbeeld het vastleggen van samenwerkingsarrangementen.

Gemeentelijke herindeling

In 2014 zijn vijf voorstellen tot gemeentelijke herindeling aangenomen. Deze zijn per 1 januari 2015 in werking gegaan. Het aantal gemeenten daalt hiermee naar 393. Daarnaast zijn twee nieuwe voorstellen voor gemeentelijke herindeling, Gooise Meren en Edam-Volendam, bij de Tweede Kamer aanhangig gemaakt.

Wet Gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

De Eerste Kamer heeft in december 2014 ingestemd met de opheffing van de Wgr-plusregio’s. Daarmee is er een einde gekomen aan de verplichte samenwerking in de zeven plus- /stadsregio’s.

Agenda Stad

In de Miljoenennota 2015 en in de Werk- en groeibrief van het kabinet is een Agenda Stad aangekondigd om de groei, innovatie en leefbaarheid van Nederlandse steden te versterken. Langs deze lijn is in 2014 gewerkt aan de invulling van deze agenda. Het kabinet werkt daarbij intensief samen met steden en andere betrokken partijen. Het kabinet zal de Tweede Kamer voor het zomerreces van 2015 per brief informeren over de concrete maatregelen in het kader van Agenda Stad.

Democratische vernieuwing (versterken relatie tussen mensen en overheid)

Doe-democratie

Om de doe-democratie te bevorderen, moeten overheden aansluiting vinden op maatschappelijke initiatieven. De eigen verantwoordelijkheid van burgers en het probleemoplossend vermogen in de samenleving krijgt hierdoor meer ruimte. Samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het afgelopen jaar onder andere een zogenaamde Krachttoer verzorgd. In tientallen gemeenten zijn bestuurders, raadsleden, ambtenaren en initiatiefnemers met elkaar in contact gebracht om samen de doe-democratie nadere invulling te geven. Daarnaast zijn in ongeveer 150 gemeenten leerkringen georganiseerd. Tijdens deze leerkringen zijn ervaringen uitgewisseld en is besproken hoe beter aangesloten kan worden op initiatieven uit de samenleving. Tot slot is het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2014 partner geworden van het G1000-platform, dat tot doel heeft de komende twee jaar op zo veel mogelijk plaatsen in Nederland een G1000 burgerplatform te organiseren, kennis hierover te delen en dit experiment wetenschappelijk te onderzoeken.

In 2014 is er speciale aandacht geweest voor de doelgroep «vrijwilligers». Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is in dat kader een maatwerkaanpak gestart om vrijwilligers meer ruimte te geven om de doe-democratie vorm te geven. De doelgroep «vrijwilligers» is binnen het regeldrukprogramma van het kabinet een speerpunt. Dit heeft ertoe geleid dat het kabinet, in de afweging over en bij het opstellen van nieuwe wet- en regelgeving, de regeldrukeffecten voor vrijwilligers van te voren in kaart brengt.

Verkiezingen

De verkiezingen in 2014 voor leden van de gemeenteraden (19 maart 2014) en voor de Nederlandse leden voor het Europees Parlement (22 mei 2014) zijn goed verlopen. De opkomst bedroeg respectievelijk 54% en 37%. Beide verkiezingen zijn geëvalueerd. De (gecombineerde) evaluatie is aan de Tweede Kamer gestuurd 1. Bij de verkiezing van de gemeenteraden en van de leden van het Europees Parlement is in enkele gemeenten geëxperimenteerd met centrale stemopneming. Bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement is geëxperimenteerd met een nieuw stembiljet voor Nederlanders die vanuit het buitenland mogen stemmen. Uit de evaluatie is gebleken dat de experimenten goed zijn verlopen en zullen worden gecontinueerd. In 2014 is de Kieswet gewijzigd in verband met de Waterschapsverkiezingen (Stb 2014, 63). Gemeenten zijn op 18 maart 2015 voor het eerst verantwoordelijk voor het organiseren van de Waterschapsverkiezingen. Deze vallen dan samen met de verkiezingen voor de leden van de provinciale staten.

Financiering politieke partijen

De Wet financiering politieke partijen (Wfpp) is op 1 mei 2013 in werking getreden. Vóór 1 juli 2014 hebben de politieke partijen voor het eerst overzichten van giften en schulden en een financieel verslag met bijbehorende controleverklaring over het kalenderjaar 2013 ingeleverd. De overzichten en de financiële verslagen zijn te vinden op www.rijksoverheid.nl/partijfinanciering, en worden binnenkort gepubliceerd in de Staatscourant.

Verdieping van het constitutioneel bestel

In 2014 is een verkennende notitie opgesteld over de inrichting en het functioneren van parlementaire tweekamerstelsels in andere landen. Deze notitie is 26 november 2014 aan de Tweede en Eerste Kamer aangeboden2. Tijdens de bespreking van deze notitie heeft de Eerste Kamer de wens geuit een staatscommissie in te stellen die een staatsrechtelijke bezinning moet plegen op het parlementaire stelsel. Het kabinet heeft toegezegd een dergelijke commissie te willen faciliteren. De Eerste Kamer kan in overleg treden met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de taakopdracht en de samenstelling van de staatscommissie.

In november 2014 is de Kamer met een overzicht geïnformeerd over de wijzigingen van de Grondwet die het kabinet voornemens is op korte termijn aan de Kamers voor te leggen, en daarbij aan te geven welke voorstellen gezamenlijk zullen worden voorgelegd 3. Het voorstel tot wijziging van artikel 13 van de Grondwet (brief-, en telecommunicatiegeheim) is in de zomer 2014 ingediend bij de Tweede Kamer en wordt in 2015 verder in behandeling genomen. Daarnaast zijn twee regeringsvoorstellen tot herziening van de Grondwet in voorbereiding: het voorstel tot opneming van een algemene bepaling en het voorstel tot opneming van het recht op een eerlijk proces. De (internet)consultatie van deze voorstellen is afgerond in december 2014. Het streven is om de wetsvoorstellen in de loop van 2015 in te dienen bij de Tweede Kamer.

Kwaliteit van de overheid

Verbeteren van de dienstverlening van de overheid en het verminderen van de regeldruk

In het regeerakkoord is opgenomen dat de regeldruk per 2017 met € 2,5 mrd. wordt verlaagd (ten opzichte van 2012) voor bedrijven, professionals en burgers. Dit wil het kabinet bereiken door onnodige regels te schrappen, wettelijke verplichtingen te versoepelen en de dienstverlening te verbeteren.

Verminderen regeldruk burgers en professionals

Met de Voorjaarsrapportage van juni 4 en de Najaarsrapportage Regeldruk van 5 december 2014 is de Tweede Kamer, in vervolg op de programmabrief «Goed Geregeld»5, over de voortgang van de kwantitatieve doelstelling bij vermindering van regeldruk geïnformeerd. Het afgelopen jaar is het deel voor burgers en professionals verder ingevuld tot ruim € 800 mln.

Met het programma «beter en concreter» worden gemeenten rechtstreeks ondersteund bij het terugdringen van regeldruk door het verbeteren van dienstverlening en de kwaliteit van regels. Het aantal gemeenten met een digitale aanvraagmogelijkheid voor een parkeervergunning is in 2014 met ruim 30% toegenomen. Het zijn vooral grotere gemeenten die hun burgers die mogelijkheid nu bieden (zoals Alkmaar, Breda, Zwolle).

Digitale Dienstverlening

In 2014 hebben alle overheden gewerkt aan de verdere digitalisering van hun diensten en producten. Een brief daarover met een stand van zaken is in juni 2014 aan de Tweede Kamer gezonden6. Om de voortgang in aanbod, gebruik en kwaliteit van de digitale voorzieningen te meten zijn monitors in ontwikkeling en – deels – in gebruik genomen. De toegankelijkheid en gebruikersvriendelijkheid en veiligheid van digitale voorzieningen is verder verbeterd, onder andere met het Digitaal Hulpplein waar minder digivaardigen naar een voor hen passende cursus worden verwezen.

Digitale basisinfrastructuur.

Het programma overheidsbrede implementatieagenda Nationaal Uitvoeringsprogramma e-overheid (i-NUP) is eind 2014 afgerond. Hiermee is een fundament onder de i-samenleving gelegd. Overheidsorganisaties gebruiken deze digitale infrastructuur om gegevens beter met elkaar uit te wisselen en hun dienstverlening digitaal en veilig aan te bieden. De meeste overheden zijn inmiddels op (een deel van) de voorzieningen aangesloten. Voor sommige bouwstenen resteert nog een aansluitingsprogramma na 2014.

In de zomer van 2014 is de Nationaal Commissaris Digitale Overheid (NCDO) gestart. De digicommissaris zal een overheidsbreed, meerjarig Digiprogramma opstellen, gericht op een robuuste en toekomstbestendige generieke digitale infrastructuur voor de digitale overheid. Onderdeel hiervan is om regie te voeren op de financiering en de governance van de generieke digitale infrastructuur. De digicommissaris komt hiertoe in 2015 met concrete voorstellen.

Informatieveiligheid

Het functioneren van de overheid is in sterke mate afhankelijk van een goede sturing op en gebruik van digitale voorzieningen en infrastructuur. Het goed regelen van informatieveiligheid is hier onlosmakelijk aan verbonden. Door dit binnen de overheid samen te doen, zodat kennis, producten en oplossingen voor informatieveiligheid over en weer worden gedeeld, helpt het effect te vergroten en beperkt tevens de kosten. In 2014 is met de inzet van de Taskforce Bestuur in Informatieveiligheid Dienstverlening (BID) het volgende bereikt:

  • alle overheden zijn bewust gemaakt van informatieveiligheid en gevoed met daarvoor ondersteunde producten;

  • een samenhangend stelsel (de verplichtende zelfregulering) van normen (baselines) en beleid voor informatieveiligheid is per overheidslaag vastgelegd en met bestuurlijke afspraken bezegeld, evenals een set van afspraken over de naleving ervan en inzet op horizontale en verticale toetsing ervan;

  • ondersteuning hiervan door vastlegging van deze basis in wet- en regelgeving wordt breed door overheden ondersteund;

  • samenwerking, dialoog en kennisontwikkeling op informatieveiligheid bij de overheid is met bestuurders van koepels van medeoverheden bekrachtigd en in werking gezet.

Wet basisregistratie personen

De Wet basisregistratie personen (BRP) is op 6 januari 2014 in werking getreden en vervangt de Wet Gemeentelijke Basisadministratie Personen (GBA). Hiermee is ondermeer gestart met het registreren van niet-ingezetenen en is de bestuurlijke boete ingevoerd voor burgers bij overtreding van hun aangifteverplichtingen. De norm van 99% betrouwbaarheid van alle gegevens is in 2014 behaald. De Kamer is over de voortgang bij de verhoging van de kwaliteit van de gegevens in de BRP gerapporteerd7.

Met de inwerkingtreding van de Wet BRP is tevens de modernisering van de GBA gewijzigd in de Operatie BRP. De Operatie BRP realiseert een basisregistratie personen die 24 uur per dag, 7 dagen per week online beschikbaar is, met een hoge verwerkingscapaciteit, een directe verwerking van wijzigingen en met de mogelijkheden voor het leggen van verbanden tussen geregistreerde personen. Persoonsgegevens kunnen er snel en in grote aantallen uit worden opgevraagd op gebeurtenisniveau, zodat ze op het stelsel van basisregistraties aansluiten en direct beschikbaar zijn. De gemoderniseerde basisregistratie schept daarmee voorwaarden voor een doorbraak in e-dienstverlening bij uitvoeringsorganisaties en gemeenten en voor verdergaande ketensamenwerking. In april en september is over de voortgang van het programma gerapporteerd8.

Fraudebestrijding

In 2014 zijn voor de aanpak van fraude teams ingericht om de operationele bestrijding van fraude bij DigiD en bij de BRP te verbeteren. Voor BRP zijn er in 2014 extra risicogerichte huisbezoeken geweest. Op de onderzochte risicoadressen bleek in bijna een derde van de gevallen een verschil te zijn tussen de ingeschreven personen en de personen die daar feitelijk wonen. Gezien het succes heeft het kabinet besloten om door te gaan met huisbezoeken in 2015. Frauduleuze adresaanbieders die de mogelijkheid bieden om de regels van de Wet BRP te omzeilen worden aangepakt.

Daarnaast hebben de teams zich onder meer gericht op het tegengaan van compromittering van DigiD accounts, het opgeven van incorrecte adressen en het geven van gerichte voorlichting en hulpmiddelen aan gemeenten. In de herfst van 2014 is de KopieID app beschikbaar gekomen. Hiermee kunnen mensen op een veilige, snelle en gemakkelijke manier een kopie van hun identiteitsbewijs ter beschikking stellen aan derden. De app is inmiddels ongeveer 150.000 keer gedownload. Identiteitsfraude is in kaart gebracht als deel van de monitor «Identiteit in Cijfers», die in december 2014 voor de tweede keer is gepubliceerd9.

Open overheid en open data

In 2014 is verder gewerkt aan het Actieprogramma Open overheid. Daarbij zijn pilots voor versnelde actieve openbaarmaking van onderzoeksrapporten (motie Voortman) opgestart en is het expertisepunt Open overheid in april 2014 van start gegaan.

Integere en veilige publieke taakuitoefening

Integriteit

In 2014 heeft een brede consultatie plaatsgevonden van koepel- en beroepsverenigingen, experts en andere stakeholders. De aanbevelingen uit het onderzoek naar de kwaliteit van integriteitsonderzoek naar bestuurders en topambtenaren zijn hiervoor de aanleiding geweest. Op basis van de aanbevelingen en de consultatie is een aantal concrete acties ondernomen (Kamerstukken II, 2013–2014, 28 844, nr. 78). Per 1 januari 2015 is een nieuw Steunpunt Integriteitsschendingen Politieke Ambtdragers opgezet bij het Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS). Dit steunpunt is een laagdrempelig advies- en expertisepunt voor bestuursorganen in alle bestuurslagen.

Rechtsbescherming van klokkenluiders

In 2014 heeft een evaluatie plaatsgevonden van het bestaande klokkenluidersbeleid. Dit is gebeurd in opdracht van de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het evaluatierapport «Veilig misstanden melden op het werk» is medio 2014 aan de Tweede en Eerste Kamer aangeboden (Kamerstukken II, 2013/2014, 33 258, nr. 29). De evaluatie is vervroegd zodat het rapport betrokken kon worden bij de parlementaire discussie over het initiatiefwetsvoorstel Huis voor Klokkenluiders. Eind oktober 2014 is de kabinetsreactie bij de evaluatie aan de Tweede en Eerste Kamer gestuurd10.

Veilig Publieke taak (lokaal bestuur en preventie)

Het programma Veilige Publieke Taak (VPT) heeft in 2014 specifiek aandacht voor het lokale bestuur en voor preventie gehad. In samenwerking met het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) is door het project «Veilige Publieke Taak gemeenten» de lokale bestuurlijke aanpak gestimuleerd, onder andere via het expertisecentrum Veilige Publieke Taak. Hierbij zijn werkgevers en werknemers in de VPT-regio’s ondersteund.

Moderniseren van werkgeverschap publieke sector

In 2014 zijn verdere inspanningen geleverd met betrekking tot de professionalisering en mobiliteit van mensen die werkzaam zijn in het openbaar bestuur. Dit is gebeurd in het kader van het programma Beter Werken in het Openbaar Bestuur. Zo zijn er gerichte professionaliseringstrajecten opgestart voor de decentralisering van taken naar de gemeenten. Verder is voortgang geboekt met de aansluiting van overheidsorganisaties op regionale werkgeversnetwerken. Dit bevordert de mobiliteit van personeel tussen sectoren, maar ook daarbinnen. Ook bevorderen deze netwerken de begeleiding van medewerkers van werk naar werk. Naast West-Brabant zijn nu ook in de regio's Rijnmond, de Metropoolregio Amsterdam, de regio Arnhem-Nijmegen en de regio Oost-Brabant dergelijke netwerken opgestart.

Arbeidsgehandicapten

In het sociaal akkoord is afgesproken dat de overheid 25.000 extra banen zal openstellen voor tot de doelgroep behorende arbeidsbeperkten. In december 2014 heeft het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) een nulmeting uitgevoerd in opdracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hieruit bleek dat 17,4% van de totale doelgroep arbeidsbeperkten werkt (of is gedetacheerd) bij de overheid of in het onderwijs. Binnen de overheidsectoren lopen diverse initiatieven om extra banen voor arbeidsbeperkten te realiseren. Een eerste tussenstand van het aantal extra gerealiseerde banen bij de overheid is begin 2016 bekend.

Normaliseren van de rechtspositie van ambtenaren.

Het initiatiefwetsvoorstel «normalisering rechtspositie ambtenaren» is begin 2014 in de Tweede Kamer aanvaard. Inmiddels is ook de schriftelijke behandeling in de Eerste Kamer gestart (Kamerstukken I 2013/2014, 32 550, A).

Arbeidsvoorwaarden

In de Miljoenennota 2014 is een aanvullend beleidspakket gepresenteerd. Als onderdeel van dat pakket heeft het kabinet besloten om de loonbijstelling voor kabinets- en onderwijssectoren (exclusief zorg) in 2014 in te houden. Er is in dat jaar zodoende geen begrotingsgeld uitgekeerd voor loonontwikkeling. Er zijn in 2014 CAO’s gesloten in de sectoren gemeenten en provincies, en in de onderwijssectoren (primair onderwijs, voortgezet onderwijs, het MBO en het HBO). In 2014 zijn er in de kabinetssectoren Defensie, Politie, Rijk en rechterlijke macht nog geen CAO’s gesloten. De onderhandelingen hiervoor lopen nog. Verder is in 2014 overeenstemming bereikt over het aanpassen van de ABP-pensioenregeling. De pensioenopbouw is verlaagd, waardoor de regeling voldoet aan de fiscale eisen. Daarnaast is het Vut-overgangsrecht versoberd. Als gevolg hiervan is de koopkracht van werknemers bij overheid en onderwijs verbeterd. De combinatie van maatregelen dient de belangen van verschillende generaties.

Beperken Topinkomens publieke sector

Rapportage over de Wet normering topinkomen (WNT).

In december 2014 is de WNT-jaarrapportage 2013 naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd 11. De jaarrapportage geeft inzicht in de uitvoering en realisatie van de doelen van de WNT in het eerste uitvoeringsjaar. In de rapportage zijn uitzonderingen, overtredingen en getroffen handhavingsmaatregelen opgenomen.

Verder verlagen van het bezoldigingsmaximum van 130% naar 100% van het Ministersalaris (WNT-2).

In overeenstemming met het regeerakkoord is op 30 december 2014 de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT gepubliceerd. Deze wet is per 1 januari 2015 in werking getreden. Met deze wet is het wettelijke bezoldigingsmaximum voor topfunctionarissen in de publieke en semipublieke sector verder verlaagd van 130% naar 100% van een Ministersalaris. Voor zittende bestuurders is overgangsrecht van toepassing; na de overgangsperiode gaat ook voor hen de nieuwe norm gelden.

Aanvang WNT-norm voor niet-bestuurders (semi-)publieke sector (WNT-3).

In 2014 is gestart met een verkenning van de mogelijke uitbreiding van de personele reikwijdte van de WNT-normering. Deze verkenning is conform de aanpak zoals die met de Tweede Kamer is besproken en wordt in 2015 verder voortgezet.

Nationale veiligheid

Ontwikkeling dreigingsbeeld

Het jaar 2014 kenmerkt zich op het gebied van de nationale veiligheid vooral door jihadisme en toenemende instabiliteit aan de grenzen van Europa, zowel aan de zuidkant als aan de oostgrenzen. Dit heeft de nodige gevolgen gehad voor de veiligheid van Nederland.

De geopolitieke ontwikkelingen in vooral Syrië en Irak hebben direct invloed op de veiligheid van Nederland en de Nederlandse belangen in de regio. Door de instabiele regimes in landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten maken jihadistische groeperingen een grote groei door, vaak gesteund door andere machthebbers in de regio.

De dreiging van het jihadistisch terrorisme domineerde in 2014 het nieuws in hoge mate. Vooral de jihadistische groeperingen Jabhat al-Nusra (JaN) in Syrië en Islamitische Staat in Irak en Shaam (ISIS) oefenen een grote aantrekkingskracht uit op Nederlandse geradicaliseerde moslims. Vanuit Nederland vertrokken soms hele gezinnen tegelijk naar de strijdgebieden. In 2014 is het aantal Nederlandse uitreizigers verder gestegen. Tot eind 2014 zijn ongeveer 180 personen uit Nederland uitgereisd.

Geschat wordt dat tot eind 2014 ongeveer 35 personen zijn teruggekeerd. Zij vormen mogelijk een risico wegens opgedane gevechtservaring. Ook geradicaliseerde moslims in Nederland die niet zijn uitgereisd kunnen zich opgeroepen voelen door de propaganda via sociale media vanuit de strijdgebieden om hier acties uit te voeren. Deze problematiek doet zich in heel Europa voor. Illustratief voor de risico's die het Westen loopt zijn de aanslagen op de soldaat Lee Rigby in Engeland in 2013, het Joods Museum in Brussel in 2014 en de aanslagen in Parijs in januari 2015.

De onderzoeken naar jihadgangers en terugkeerders zijn in 2014 geïntensiveerd. Daarbij is nauw samengewerkt met partners om de risico's in te perken. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) heeft meerdere ambtsberichten uitgegeven aan burgemeesters, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en aan andere instanties.

De spanningen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten leiden ook tot spanningen in eigen land. Openlijk wordt sympathie getoond met de strijders van ISIS en JaN, wat de nodige tegenreacties oplevert en daarmee een risico vormt voor toename van maatschappelijke tegenstellingen.

Het jaar 2014 kenmerkt zich aan de oostgrens van Europa door een sterk verslechterende relatie tussen het Westen en Rusland. De inmenging van Rusland in Oekraïne heeft de onderlinge verhoudingen op scherp gezet.

Cyberdreiging

In 2014 is gebleken dat het aantal complexe digitale aanvallen is toegenomen. Bij herhaling is waargenomen dat aanvallers bij detectie en verwijdering van de initiële malware binnen een kort tijdsbestek op alternatieve wijze opnieuw toegang verkregen tot hetzelfde doelwitnetwerk. Deze aanvallen omzeilen dus structureel bestaande beveiligingsmaatregelen en zijn daarom moeilijk te detecteren en permanent te verwijderen. Hierdoor blijven digitale spionageaanvallen vaak maanden tot jaren onopgemerkt en kan de omvang en impact van de schade voor de getroffen organisaties enorm zijn.

De start van de Joint Sigint Cyber Unit in 2014, een gezamenlijke unit met de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), heeft voor een bundeling gezorgd van de expertise van beide diensten. Deze unit ondersteunt de teams bij de AIVD en MIVD in hun onderzoeken.

Taken Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

De dreiging van jihadgangers en terugkeerders, de onrust aan de oostgrenzen van Europa en de blijvende dreiging van cyberaanvallen hebben ertoe geleid dat het kabinet in juni 2014 extra geld heeft vrijgemaakt voor de AIVD. Deze € 25 mln. wordt vanaf 2015 geïnvesteerd in het primair proces. Van de eerder opgelegde taakstelling is circa € 23 mln. gerealiseerd door maatregelen als de inkrimping op stafafdelingen, de ondersteuning en ICT-middelen. Met het onderzoek naar de co-locatie van de MIVD en de AIVD wordt beoogd het restant van de taakstelling in te vullen.

Realisatie Beleidsdoorlichtingen Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII)

Realisatie

Artikel

Naam artikel

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Geheel artikel?

Artikel 1

Openbaar bestuur en democratie

               

1.1

Bestuurlijke en financiële verhoudingen

           

X

Nee 1)

1.2

Participatie

             

2)

Artikel 2

Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

             

3)

Artikel 6

Dienstverlenende en innovatieve overheid

               

6.1

Verminderen regeldruk

     

X

     

Nee 4)

6.2

Informatiebeleid en ontwikkeling e-overheidsvoorziening

     

X

     

Nee 4)

6.3

Betrouwbare levering van e-overheidsvoorzieningen

     

X

     

Nee 4)

6.4

Burgerschap

       

X

   

Ja 5)

6.5

Reisdocumenten en basisadministratie persoonsgegevens

           

X

Ja 5)

Artikel 7

Arbeidszaken overheid

               

7.1

Overheid als werkgever

X

X

       

X

Nee 6)

7.2

Pensioenen, uitkeringen en benoemingsregelingen

             

7)

– zie ook de «Bijlage afgerond evaluatie- en overig onderzoek» voor de hyperlink naar de betreffende onderzoeken.

– zie ook de begroting 2015 voor de meerjarige programmering http://www.rijksbegroting.nl/2015/voorbereiding/begroting,kst199427_4.html

  • 1) De beleidsdoorlichting richt zich op de relatie tussen het Rijk en de decentrale overheden. De oorlogsgravenstichting en middelen die ingezet worden ter ondersteuning van de beleidsmatige inzet van BZK (communicatie, kennisdeling en onderzoek) maken hier geen onderdeel van uit, omdat deze betrokken zijn bij het oordeel over de afzonderlijke instrumenten.

  • 2) Op beleidsartikel 1.2 staat een beleidsdoorlichting gepland in 2018.

  • 3) Een beleidsdoorlichting is voor artikel 2 op grond van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten niet mogelijk (zie ook de toelichting bij de begroting 2015).

  • 4) Voor de beleidsartikelen 6.1, 6.2 en 6.3 wordt in 2015 een integrale beleidsdoorlichting uitgevoerd.

  • 5) Het gehele artikelonderdeel is doorgelicht met uitzondering van het instrument subsidie waarvoor een ander traject geldt.

  • 6) Gezien de reikwijdte van het beleidsartikel en de urgentie van het onderwerp is gekozen voor een doorlichting van het ambtelijke integriteitsbeleid.

  • 7) Voor beleidsartikel 7.2 geldt dat pensioenen en uitkeringen zich niet laten toetsen op doeltreffendheid en doelmatigheid. Wel worden in 2016 de uitkeringsduur en de sollicitatieplicht APPA geëvalueerd. Voor de pensioenen loopt momenteel een IBO (zie ook de toelichting bij de begroting 2015).

Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2013

Verleend 2014

Vervallen 2014

Uitstaande garanties 2014

Garantieplafond

Totaal plafond

Artikel 7 Arbeidszaken overheid

Regelingen voor Nederlandse ambtenaren uit de voormalige overzeese gebieden – Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (SAIP)

0

2.500

0

2.500

2.500

2.500

Totaal

 

0

2.500

0

2.500

2.500

2.500

Er zijn in 2014 geen uitgaven en ontvangsten gedaan op garanties.

1

Kamerstukken II, 2014–2015, 31 142, nr. 63

2

Kamerstukken II 2014/15, 34 000 VII, nr. 4

3

Kamerstukken II, 2014/15, 31 570, nr. 25

4

Kamerstukken II, 2013–2014 29 362, nr. 235

5

Kamerstukken II, 2012–2013 29 362, nr. 212

6

Kamerstukken II, 2013–2014 26 643, nr. 316

7

Kamerstukken, 2013–2014, 27 859 nr. 73

8

Kamerstukken, 2013–2014, 27 859 nr. 70 en 72

10

Kamerstukken, 2013–2014, 33 258-31

11

Kamerstukken II 2014/2015, 30 111, nr. 74

Licence