Nederlanders waarderen de publieke omroep. De mediasector ontwikkelt zich met grote snelheid en de veranderingen hebben grote impact op de publieke omroep. Technologische ontwikkelingen en de opkomst van internet zorgen voor een bijna onbeperkt aanbod. Het publiek heeft de mogelijkheid te kijken en te luisteren wanneer en waarnaar men maar wil. Deze ontwikkelingen zetten de legitimatie van de publieke omroep onder druk. Ze vragen om een kritische blik op de taak van de landelijke, regionale en lokale publieke omroepen en de manier waarop zij hun publieke taak het best kunnen vervullen. Dit was, in combinatie met de korting op het mediabudget per 2017, de aanleiding voor ons om in 2014 te werken aan een meer toekomstbestendig publiek mediabestel.
Wij bleven in 2014 inzetten op een publiek media-aanbod dat uitgesproken onderscheidend is, dat het mozaïek van overtuigingen, opvattingen en interesses in onze samenleving juist weerspiegelt. Met dat doel in het achterhoofd vroegen we de Raad voor Cultuur een toekomstverkenning uit te voeren. Deze verkenning, «De tijd staat open», stuurden we op 27 maart 2014 naar de Tweede Kamer. In het najaar (13 oktober 2014) volgde onze visie op de toekomst van het publieke mediabestel. In de toekomstvisie hebben we uiteengezet welke veranderingen nodig zijn om het publieke mediabestel toekomstbestendig te maken. Het doel is een publieke omroep te creëren die publiek aan zich bindt met een uitgesproken publieke programmering en zich veel beter onderscheidt van andere media-aanbieders. Het moet een slagvaardige publieke omroep zijn, waarin creatieve competitie leidend is en de NPO en omroepen werken vanuit één gezamenlijke visie. De publieke omroep wordt opengesteld voor andere partijen dan de huidige omroepen. Creatieve jonge makers, maar ook maatschappelijke en culturele instellingen krijgen rechtstreeks toegang tot de publieke omroep. Deze nieuwe makers kunnen zorgen voor betere, veelzijdige en meer vernieuwende programma’s. De urgentie van deze veranderingen wordt breed gedeeld. In de toekomstvisie wordt ook ingegaan op de verdergaande samenwerking tussen de regionale omroepen en de samenwerking met de landelijke publieke omroep. De toekomstvisie is de derde stap van het kabinet om het publieke mediabestel gezond en slagvaardig te maken voor de toekomst. De eerste stap is per 1 januari 2014 gezet: de vermindering van het aantal omroeporganisaties van 21 naar 8. Met de tweede stap voerde het kabinet in 2014 enkele financiële maatregelen door. Zo is het budget van de regionale omroepen overgeheveld van de provincie naar het Rijk en is een aanvullende korting van € 50 miljoen in 2017 wettelijk vastgelegd.
Sinds 1 januari 2014 worden de regionale omroepen dus vanuit de Rijksmediabegroting gefinancierd. De planning- en controlecyclus is op de nieuwe situatie aangepast. Hiervoor is afgelopen jaar de mediaregeling aangepast. De NPO en de Ster maakten een plan van aanpak voor de verhoging van de eigen inkomsten om de effecten van de bezuinigen op te vangen. Dit plan van aanpak baseerden zij op een rapport van de Boston Consulting Group. De Ster gaat het huidige wettelijk maximale aantal reclameminuten beter benutten om haar eigen inkomsten te verhogen. Daarnaast bespaart de NPO op distributiekosten door de stopzetting van eigen verspreiding op de satelliet.