Base description which applies to whole site

Jaarverantwoording baten-lastenagentschappen per 31 december 2014

Baten-lastenagentschap

Dienst Uitvoering Onderwijs

Inleiding

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord waarbinnen het inkoopcentrum en het Overheidsdatacenter is ondergebracht, welke dienstverlening verricht onder meer voor het concern OCW en haar buitendiensten, het CJIB en andere overheidsorganen.

Financieel resultaat

Tabel 1 Samenvattende verantwoordingsstaat DUO 2014 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2013

Totale baten

235.433

289.525

54.092

288.181

Totale lasten

235.433

289.014

53.581

284.995

Saldo van baten en lasten

0

511

511

3.186

         

Totale kapitaalsontvangsten

0

64

64

10

Totale kapitaalsuitgaven

6.314

5.333

– 981

5.365

Toelichting:

DUO heeft een positief resultaat van € 0,5 miljoen gerealiseerd. Het voorstel is om dit resultaat toe te voegen aan het eigen vermogen.

DUO heeft voor 2014 geen aanvullend beroep gedaan op de leenfaciliteit. De kapitaalsuitgaven zijn gelijk aan de investeringen (€ 5,0 miljoen) plus de aflossing op de leningen (€ 0,3 miljoen).

Tabel 2 Staat van baten-lastenagentschap DUO (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2013

Baten

       

Omzet moederdepartement

204.986

257.007

52.021

258.405

Omzet overige departementen

19.462

21.304

1.842

18.859

Omzet derden

10.985

11.137

152

10.873

Rentebaten

0

77

77

31

Vrijval voorzieningen

0

0

0

13

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

235.433

289.525

54.092

288.181

         

Lasten

       

Apparaatskosten

229.388

278.896

49.508

277.454

Personele kosten

139.056

152.745

13.689

152.161

 

Waarvan eigen personeel

121.318

122.833

1.515

128.572

 

Waarvan externe inhuur

17.738

23.116

5.378

23.589

 

Waarvan overige personele kosten

0

6.796

6.796

0

Materiële kosten

90.332

126.151

35.819

125.293

 

Waarvan apparaat ICT

18.000

19.787

1.787

18.919

 

Waarvan bijdrage aan SSO’s

930

12.554

11.624

1.077

Afschrijvingskosten

6.000

7.008

1.008

6.359

Materieel

6.000

7.008

1.008

6.359

Immaterieel

0

0

0

0

Overige lasten

45

3.110

3.065

1.182

Dotaties voorzieningen

0

3.074

3.074

1.134

Rentelasten

45

36

– 9

48

Bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

235.433

289.014

53.581

284.995

Saldo van baten en lasten

0

511

511

3.186

Toelichting:

De baten en lasten 2014 wijken substantieel af van de oorspronkelijk vastgestelde begroting 2014 (€ 235,4 miljoen). Oorzaak hiervan is enerzijds de financiering van werkzaamheden op projectenbasis welke geen onderdeel vormden van de begroting en anderzijds uitbreiding van de (basis)dienstverlening die nog niet in de begroting is verwerkt. Het betreft onder andere de werkzaamheden voor het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (€ 21,4 miljoen) en middelen (€ 6,0 miljoen) ten behoeve van het projecten portfolio voor o.a. invoering van passend onderwijs, implementatie Rijksbrede Standard Business Reporting programma (XBRL), Kwaliteitsverbetering Informatie Personeel, Modernisering bekostiging mbo en examencijfers mbo. Daarnaast betreft het bijstellingen en uitbreiding van de (basis)dienstverlening (€ 24,6 miljoen), zoals uitvoering digitalisering examens (FACET) (€ 2,8 miljoen), KOMEX (€ 2,1 miljoen), Incasso OV-studentenkaart (€ 2,9 miljoen), Bron HO (€ 0,8 miljoen), uitvoering onvindbare debiteuren en intensivering handhaving (€ 1,3 miljoen), Diploma Register (1,1 miljoen), Maatwerk Uitvoering Onderwijs (€ 1,0 miljoen), werkzaamheden Shared service Organisatie (€ 1,8 miljoen), uitvoering inkoop-, bestel- en betaalproces (€ 1,3 miljoen), loon- en prijsbijstelling (€ 2,4 miljoen), bijdrage Sociaal Beleid Rijk (€ 2,0 miljoen) en overige bijstellingen optellend tot een totaal van € 5,1 miljoen. Tevens is de omzet overige departementen en derden toegenomen met € 2,0 miljoen.

Baten

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement is € 52,0 miljoen hoger dan begroot. De hogere baten worden voornamelijk verklaard door uitvoering van opdrachten en werkzaamheden, verstrekt door het moederdepartement, die nog niet in de oorspronkelijke begroting waren opgenomen.

Omzet overige departementen

Onder de omzet overige departementen vallen onder meer de werkzaamheden in het kader van de inburgeringstaak (€ 7,6 miljoen) en het Landelijk Register Kinderopvang (€ 6,3 miljoen), beide voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de activiteiten voor de Wft-examens (€ 2,7 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Financiën, de print en couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het Centraal Justitieel Incasso Bureau (€ 1,3 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord voor diverse ministeries (€ 3,1 miljoen) en een aantal taken ten behoeve van andere departementen (€ 0,3 miljoen).

Omzet derden

De omzet derden betreffen de ontvangen examengelden inburgeringkandidaten (€ 4,8 miljoen), kandidaten NT2- en staatsexamen VO (€ 2,5 miljoen), werkzaamheden ten behoeve van het Participatiefonds (€ 0,9 miljoen), vergoedingen voor detacheringen (€ 0,9 miljoen) inkoop- en housingsactiviteiten (€ 1,1 miljoen) en overige werkzaamheden voor derden binnen het domein onderwijs voortkomend uit OCW beleidsmaatregelen (€ 0,9 miljoen).

Rentebaten

De rentevergoeding 2014 bestaat uit vergoeding over de aangehouden rekeningcourant en de deposito’s. De stijging ten opzichte van 2013 hangt samen met de hoogte van de aangehouden bedragen.

Lasten

Apparaatskosten

De realisatie personeelslasten is € 13,7 miljoen hoger. Dit wordt veroorzaakt doordat een deel van de projectbezetting en inzet op aanvullende taken OCW en overige opdrachtgevers geen deel uit maakt van de begrote reguliere personeelslasten. Deze lasten worden gedekt door middel van project- en aanvullende financiering (incidenteel). Dit verklaart de realisatie zowel op eigen personeel als externe inhuur. In de begroting waren de overige personele kosten nog onderdeel van de post eigen personeel.

De realisatie van materiële kosten is € 35,8 miljoen hoger door onder andere de kosten van uitbesteed werk samenhangend met de eerder genoemde additionele werkzaamheden op projectenbasis en aanvullende taken OCW. De overschrijding op de automatiseringskosten (€ 1,8 miljoen) is eveneens het gevolg van projectmatige kosten welke geen onderdeel waren van de begroting. Onder de bijdrage SSO’s zijn inbegrepen de huisvestingskosten (€ 11,0 miljoen) welke in de oorspronkelijke begroting niet als zodanig waren gespecificeerd. Deze post verklaart eveneens de toename ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Vergelijkend cijfer 2013 is niet aangepast. Huisvesting bedroeg toen € 11,5 miljoen. De hogere afschrijvingskosten hangt samen met de eerder genoemde aanvullende taken. Op de totale kosten 2014 is een taakstelling gerealiseerd van € 5,1 miljoen als gevolg van doorgevoerde efficiency maatregelen.

Dotaties voorzieningen

De dotatie van € 3,0 miljoen zorgt dat de voorziening overeenkomt met de actuele waarde van de onderliggende lopende verplichtingen en de in 2014 aangegane verplichtingen. Het betreft hier met name verplichtingen voortvloeiend uit regelingen vallend onder Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Dotatie aan laatst genoemde voorziening verklaart de stijging ten opzichte van voorgaand boekjaar. Deze dotatie hangt samen met de opgelegde taakstellingen en de gewenste mobiliteit binnen DUO voor de komende jaren.

Rentelasten

De rentelasten zijn nagenoeg nihil.

Balans

Tabel 3 Balans per 31-12-2014 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Balans 2014

Balans 2013

Activa

   

Immateriële vaste activa

   

Materiële vaste activa

16.314

18.842

Grond en gebouwen

0

0

Installaties en inventarissen

16.314

18.842

Overige materiële vaste activa

0

0

Voorraden

0

0

Debiteuren

4.007

4.274

Nog te ontvangen

4.506

6.875

Liquide middelen

49.556

37.772

Totaal activa

74.383

67.763

Passiva

   

Eigen Vermogen

6.398

5.887

Exploitatiereserve

5.887

2.701

Onverdeeld resultaat

511

3.186

Voorzieningen

4.798

2.304

Leningen bij het MvF

629

943

Crediteuren

17.746

16.460

Nog te betalen

44.812

42.169

Totaal passiva

74.383

67.763

Toelichting:

Activa

Materiële vaste activa

De boekwaarde van het materieel vast actief is in 2014 met € 2,5 miljoen afgenomen als gevolg van het ontbreken van de noodzaak om reeds nu al vervangingsinvesteringen te plegen voor de op locatie Groningen aanwezige werkplek- en rekencentrumfaciliteiten.

Debiteuren

De stand debiteuren is met € 0,3 miljoen afgenomen. Onder de debiteuren zijn voor € 1,5 miljoen aan vorderingen op andere ministeries opgenomen: Ministerie van Veiligheid en Justitie (inzake couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het Centraal Justitieel Incasso Bureau en dienstverlening Shared Service Organisatie) € 0,2 miljoen, Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties (dienstverlening Shared Service Organisatie (€ 0,1 miljoen) en Ministerie van Economische Zaken (eveneens dienstverlening Shared Service Organisatie) € 1,2 miljoen.

Nog te ontvangen

Bij de post nog te ontvangen gaat het om werkzaamheden verricht in 2014 waarvoor nog geen middelen zijn verstrekt door OCW (€ 0,3 miljoen) en om bedragen, voor het merendeel ten behoeve van softwarelicenties en onderhoudscontracten, die in 2014 voor een geheel jaar vooruit zijn betaald (€ 4,2 miljoen).

Liquide middelen

De stand liquide middelen is in 2014 met € 11,7 miljoen toegenomen. Dit als gevolg van de positieve operationele kasstroom van € 17,0 miljoen, gepleegde investeringen van € 5,0 miljoen en aflossing op lening van € 0,3 miljoen. Zie ook verklaring bij het kasstroomoverzicht.

Passiva

Eigen vermogen

Het eigen vermogen DUO bedraagt na toevoeging van het positieve exploitatieresultaat 2014 € 6,4 miljoen. Het eigen vermogen bedraagt 2% van de gemiddelde omzet in de laatste drie jaar. Dit is onder het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar (€ 14,3 miljoen).

Leningen bij het MvF

DUO heeft in 2014 geen leenaanvraag ingediend bij het Ministerie van Financiën. Er is € 0,3 miljoen afgelost op bestaande leningen.

Voorzieningen

De voorzieningen bestaan uit voorzieningen in het kader van personeel (FPU en wachtgelden) € 1,9 miljoen en overige € 2,9 miljoen. Onder de overige voorzieningen zijn opgenomen de verplichtingen voortvloeiend uit afspraken in het kader van Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Uit de voorzieningen is € 0,6 miljoen onttrokken ten behoeve van de uitkeringen in 2014. Aan de voorziening is € 3,1 miljoen gedoteerd met name als gevolg van de eerder genoemde taakstelling en gewenste mobiliteit.

Tabel 4 Voorzieningen (x € 1.000)
 

31-12-2013

Onttrekkingen

Dotaties

Vrijval

31-12-2014

Wachtgeld

2.266

– 540

152

1.878

PU

38

– 40

3

1

Overige

2.919

2.919

Totaal voorzieningen

2.304

– 580

3.074

4.798

Crediteuren

De crediteuren ultimo 2014 bestaan uit openstaande facturen bij leveranciers en nog te ontvangen facturen. Onder de crediteuren is € 0,2 miljoen aan schulden opgenomen aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Nog te betalen

De balanspost Nog te betalen van € 44,8 miljoen bevat voor € 34,0 miljoen aan vooruit ontvangen middelen van OCW. Het betreft middelen die DUO in het boekjaar 2014 en voorgaande jaren al heeft ontvangen, maar waarvoor in het boekjaar nog geen prestatie is verricht. Op het moment dat de prestatie is geleverd, worden de ontvangsten geboekt als baten. Het betreft hier doorlopende werkzaamheden welke in 2015 zullen worden uitgevoerd.

Daarnaast gaat het om de opgebouwde rechten aan vakantiegeld, eindejaarsuitkering en verlofrechten ultimo 2014 van het personeel in loondienst (€ 8,1 miljoen) en schulden met afdrachtverplichtingen (€ 0,4 miljoen), overige te betalen bedragen (€ 0,2 miljoen) en vooruit ontvangen middelen voor werkzaamheden (waarvan € 0,4 miljoen voor overige departementen) welke in 2015 moeten worden verricht (€ 0,9 miljoen). Tenslotte zijn onder deze post de investeringsspecifieke financiële bijdragen van de ministeries verantwoord. Het betreft bijdragen die de financiering van uitbreidingsinvesteringen mogelijk maken. De onttrekking volgt het afschrijvingspatroon van de betrokken vaste activa en komt ten gunste van de afschrijvingskosten. De ultimo stand bedraagt € 1,2 miljoen waarvan € 1,1 miljoen een looptijd heeft van langer dan één jaar.

Onder de post Nog te betalen is € 0,4 miljoen vooruit ontvangen middelen van een ander ministerie opgenomen te weten; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (werkzaamheden Inburgering en Kinderopvang) € 0,4 miljoen.

Kasstroom

Tabel 5 Kasstroomoverzicht per 31-12-2014 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2014 + depositorekeningen

47.383

37.688

– 9.695

2.

Totaal operationele kasstroom

6.000

17.022

11.022

3a

Totaal investeringen (-/-)

– 6.000

– 5.019

981

3b

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

64

64

3.

Totaal investeringskasstroom

– 6.000

– 4.955

1.045

4a

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

4b

Eenmalig storting van moederdepartement (+)

0

0

0

4c

Aflossingen op leningen (-/-)

– 314

– 314

0

4d

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

– 314

– 314

0

5.

Rekening courant RHB 31 december 2014

47.069

49.441

2.372

Toelichting:

Naast de rekening courant RHB heeft DUO ook liquide middelen die buiten de RHB blijven. Het betreft hier rekeningen ten behoeve van Europass, Regeling Surinaamse Studenten en Examendiensten waarop in totaal een saldo van € 0,114 miljoen staat op 31 december 2013 was dit € 0,084 miljoen. De mutatie van deze middelen wordt als onderdeel van de operationele kasstroom gepresenteerd.

De operationele kasstroom (€ 17,0 miljoen) is het saldo van resultaat (€ 0,5 miljoen), bruto afschrijvingskosten (€ 7,5 miljoen), netto dotatie voorzieningen (€ 2,5 miljoen) en mutaties kortlopende vorderingen en schulden (€ 6,5 miljoen). De investeringen betreffen voornamelijk investeringen in hardware en software.

Doelmatigheid

Basisindicatoren geven inzicht in de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. Doelmatigheid kan meerjarig worden bereikt door een lagere kostprijs (bij gelijke kwaliteit) of een hogere kwaliteit (bij gelijke kostprijs). Deze kengetallen geven inzicht in de ontwikkeling van de doelmatigheid uitgedrukt in financiële en kwaliteitskengetallen. In de begroting 2011 zijn voor het eerst afspraken over doelmatigheid gemaakt. Hierover heeft DUO zich in het departementaal jaarverslag 2011 verantwoord. Inmiddels is vanuit Financiën een richtlijn opgesteld aangaande de verantwoording over doelmatigheid. Voor het generieke deel kan DUO zich verantwoorden conform deze richtlijn. Aan het specifieke gedeelte, waarin de uitvoeringskosten per regeling worden weergegeven, kan DUO niet voldoen omdat de sturing meer langs de belangrijkste hoofdproducten van de dienstverlening loopt. Tot een bepaalde mate wordt de doelmatigheidsontwikkeling mede vorm gegeven door de ingrijpende taakstellingen. De maatregelen die genomen worden zijn gericht op efficiency en vereenvoudiging. Daarbij is de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening een belangrijk ijkpunt. Dit is tevens onderdeel van de doorlichting vanuit het Ministerie van Financiën welke in 2015 gaat plaatsvinden.

Tabel 6 Doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2014

Omschrijving

Realisatie

Oorspronkelijke begroting

 

2011

2012

2013

2014

2014

Generiek Deel

         

Kostprijzen per product (groep)

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Tarieven/uur

         

ICT gerelateerd

99

100

102

104

102

Overige uren

70

72

73

74

73

Omzet per produktgroep (pxq)

         

Omzet Bekostiging Instellingen

37

34

34

32

31

Omzet Studiefinanciering

98

99

99

98

98

Omzet Examendiensten

18

21

21

19

18

Omzet Basisregister

21

19

29

28

25

Omzet Informatiediensten

4

4

5

5

5

Totaal omzet basiscontract OCW

178

176

187

182

177

           

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

1.727

1.732

1.770

1.773

1.742

Saldo van baten en lasten (%)

100

101

101

100

100

Kwaliteitsindicatoren

         

Klantcontact digitaal

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

6

6

Klantcontact traditioneel

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

7

7

Toelichting:

Kostprijs per product (groep): Binnen het basiscontract met OCW wordt niet over kostprijzen gerapporteerd.

Omzet per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar 5 producten. De realisatie 2014 ligt € 5,0 miljoen lager dan 2013 als gevolg van ingevulde efficiency taakstelling en dereguleringsmaatregelen.

FTE totaal: De bezetting van ARAR is licht gestegen ten opzichte van 2013. Invulling taakstelling heeft niet geleid tot een netto uitstroom van ARAR personeel. Vrijgekomen personeel is zoveel mogelijk ingezet op nieuwe taken.

Projecttarief per uur: Het projecttarief is € 104 per uur. Een stijging van € 2 ten opzichte van 2013, als gevolg van loon- en prijsontwikkeling.

Meerwerktarief per uur: Het meerwerktarief is € 74 per uur. Een stijging van € 1 ten opzichte van 2013, als gevolg van loon- en prijsontwikkeling.

Saldo baten en lasten: DUO begroot met een exploitatiesaldo van nul. Het positieve saldo van baten en lasten 2014 van € 0,5 miljoen bedraagt 0,2% van de baten.

Indicatoren: Er is per 2014 een nieuwe set van indicatoren afgesproken met het Ministerie van OCW te weten: Klanttevredenheid klantcontact digitaal en Klanttevredenheid klantcontact traditioneel. Voor deze indicatoren zijn nog geen historische gegevens beschikbaar.

Klanttevredenheid klantcontact digitaal: Over 2014 heeft deze indicator een score van 6 op een schaal van 0 tot 10.

Klanttevredenheid klantcontact traditioneel: Over 2014 heeft deze indicator een score van 7 op een schaal van 0 tot 10.

Licence