Base description which applies to whole site

3. Verbindingen leggen en de dialoog aangaan

De omgeving waarin beleid wordt gemaakt, verandert. Burgers en bedrijven wachten vaak niet meer op de overheid, maar organiseren zelf samenwerkingsverbanden om tot oplossingen te komen. Beleid kan niet zonder meer centraal worden bepaald en uitgevoerd. Om tot resultaten te komen, is vaak een andere aanpak gewenst. Door het stellen van randvoorwaarden blijft de regie bij de overheid, maar daar waar het kan, wordt ruimte gelaten aan burgers en bedrijven, waarbij de overheid ook een rol heeft als netwerkpartner. In 2014 is op diverse terreinen voor deze vernieuwende aanpak gekozen. Zo zijn bij de ontwikkeling van de Natuurvisie «Natuurlijk verder», burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties intensief betrokken. Dit heeft geresulteerd in een visie waarin een omslag van denken is verwoord. Het gaat niet meer om het beschermen van natuur tegen de samenleving, maar om het versterken van natuur samen met de samenleving. Daarnaast worden in de Natuurvisie de natuurlijke en economische belangen nauwer met elkaar verweven. Het Rijk en de provincies hebben afgesproken samen op te trekken in de realisatie van de uitvoeringsagenda van de Natuurvisie. Ook bij de totstandkoming en uitvoering van het Energieakkoord is gewerkt vanuit het principe dat partijen gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen. Meer dan 40 partijen hebben in 2013 het akkoord ondertekend en in 2014 gewerkt aan gemeenschappelijke doelen: duurzame energieopwekking, meer energiebesparing en extra werkgelegenheid. De bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken bestond onder andere uit de uitwerking van de aanpak voor de uitrol van wind op zee, de openstelling van € 3,5 mld om nieuwe hernieuwbare energieprojecten met de SDE+-regeling te ondersteunen, de ontwikkeling van een energiebesparingsaanpak samen met de industrie en de invoering van het verlaagde tarief ter ondersteuning van lokale energieopwekking.

De overheid wordt steeds vaker ingezet als een belangrijke schakel in regionale samenwerkingsverbanden. Via de samenwerkingsagenda Rijk en regio zijn afspraken gemaakt over het inzetten van middelen en instrumenten ter ondersteuning van het Nederlandse innovatieve MKB en het kunnen doorgroeien van kansrijke bedrijven en innovaties uit de regio naar een nationaal of internationaal niveau. De MKB-innovatiestimuleringsregeling (MIT-regeling) versterkt de regionale verbindingen. In 2014 was er, mede dankzij financiële bijdragen van de provincies Limburg en Noord-Brabant, een budget van € 32 mln beschikbaar. Eind 2014 zijn ook met andere provincies afspraken gemaakt, zodat de MIT-regeling kan worden geïntensiveerd. Daarnaast is, gelet op de economische uitdagingen die in de provincie Groningen spelen, op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken en de provincie een werkgroep gestart, die in nauw overleg met betrokkenen een actieplan ter versterking van het chemiecluster in de Eemsdelta heeft opgesteld.

De behoefte van burgers en bedrijven om in toenemende mate mee te praten en te beslissen, komt nadrukkelijk naar voren in trajecten waarin beoogd wordt om een transitie tot stand te brengen. Deze transities gaan immers gepaard met ingrijpende veranderingen en raken vaak direct hun belangen. Zo zijn windmolens bijvoorbeeld noodzakelijk voor het realiseren van een duurzame energievoorziening, maar zien omwonenden ze liever niet in hun nabijheid geplaatst worden. Ook is het belangrijk om de kwaliteit en veiligheid van medicijnen, stoffen en voedsel te testen, maar bestaat er weerstand tegen dierproeven. De uitdaging voor het kabinet is om een goede balans te vinden tussen het laten slagen van transities en het vinden van draagvlak. Daarom worden wind-op-land-projecten ontwikkeld in nauwe samenwerking met provincies en worden betrokkenen en belanghebbenden gevraagd mee te denken en te participeren. Open en heldere communicatie, evenals het betrekken van belanghebbenden, voorkomt misverstanden en kan ervoor zorgen dat negatieve effecten zoveel mogelijk worden beperkt. Daar waar mogelijk wordt gezocht naar alternatieven. Zo is in geval van dierproeven gekozen voor een aanpak waarmee wordt toegewerkt naar zo min mogelijk proeven met dieren en waar deze onvermijdelijk zijn naar optimale verfijning, vervanging en vermindering.

De gevolgen van de aardbevingen die worden veroorzaakt door de gaswinning hebben grote impact op Noordoost-Groningen. Het kabinet hecht bij de aanpak van de problemen aan zorgvuldige besluitvorming en veelvuldig overleg met betrokken partijen. Op 17 januari 2014 is een bestuursakkoord gesloten waarin onder andere afspraken zijn gemaakt over Investeringen in de leefbaarheid en investeringen in de economie. De «Economic Board» heeft ter versterking van het economisch perspectief van de regio eind 2014 een programma met drie programmalijnen vastgesteld, waarin wordt ingezet op decentrale energieopwekking, digitale bereikbaarheid en een sterker financieringsklimaat. Daarnaast is de Dialoogtafel Groningen ingesteld om met bewoners, bedrijven en lokale bestuurders in het aardbevingsgebied te komen tot een maatregelenpakket om de gevolgen van de aardbevingen adequaat het hoofd te bieden en inwoners te compenseren.

In 2014 is gebleken dat aanvullende maatregelen nodig zijn om de veiligheid van de inwoners in de regio te kunnen waarborgen en om de uitvoering van de afgesproken maatregelen met zo min mogelijk overlast voor de inwoners uit te kunnen voeren. Daarom heeft het kabinet in december 2014 besloten om de gaswinning verder terug te brengen tot 39,4 miljard Nm3. Halfjaarlijks komen nieuwe onderzoeksresultaten en adviezen beschikbaar. Op basis hiervan kan de gaswinning verder worden aangepast of kunnen aanvullende maatregelen worden getroffen. Vooruitlopend op het definitieve besluit per 1 juli over de gaswinning in 2015 wordt de gaswinning voor het eerste halfjaar beperkt tot 16,5 miljard Nm3. Dit maakt voor het hele jaar 2015 zowel een plafond van 39,4 als 35 miljard Nm3 mogelijk. Frequent overleg met lokale en provinciale bestuurders, onder meer tijdens werkbezoeken, heeft daarnaast geleid tot aanvullende afspraken op het bestuursakkoord. Die afspraken zien mede op de intensivering van publieke regie door middel van een Nationaal Coördinator Groningen, op de preventieve versterkingsopgave en de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR10) en op de vergoeding van schade. Met de maatregelen in het bestuursakkoord en de aanvullende afspraken die daarover zijn gemaakt, worden de komende jaren grote bedragen in de regio geïnvesteerd. Deze moeten zoveel mogelijk rendement opleveren voor de bewoners.

Realisatie beleidsdoorlichtingen periode 2008 – 2014

Realisatie beleidsdoorlichtingen

Artikel

Naam artikel

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Geheel artikel?

(Nummer artikel)

(Naam artikel en eventueel artikelonderdeel)

             

Ja

11

Goed functionerende economie en markten

x

   

x

     

Ja

12

Een sterk innovatievermogen

   

x1

     

Ja

13

Een excellent ondernemingsklimaat

x

           

Ja

14

Een doelmatige en duurzame energievoorziening

x2

 

x3

     

x

Ja

16

Concurrerende, duurzame en veilige agro-, visserij- en voedselketens

 

x

       

x4

Ja

17

Groen onderwijs van hoge kwaliteit

         

x

x

Ja

18

Natuur en regio

   

x5

     

x6

Ja

1

Gecombineerd met de Brede Heroverweging Innovatie en toegepast onderzoek

2

Gecombineerd met het Energierapport 2008

3

Gecombineerd met de Brede Heroverweging Energie en klimaat

4

Gecombineerd met het IBO Agro-, visserij- en voedselketens

5

Gecombineerd met de Brede Heroverweging Leefomgeving en Natuur

6

Gecombineerd met de OECD Territorial Review of the Netherlands

De huidige artikelindeling (beleidsartikel 11 tot en met 18) is van toepassing vanaf de begroting 2012. Voor de jaren 2008 tot en met 2011 was er nog sprake van twee ministeries (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Economische Zaken) met een andere artikelindeling. Voor het meerjarenoverzicht is uitgegaan van de huidige artikelindeling.

Voor een toelichting op de afgeronde beleidsdoorlichtingen in 2014 (en de beschikbare hyperlinks) wordt verwezen naar bijlage 2 «afgerond evaluatie- en overig onderzoek».

De meerjarenplanning beleidsdoorlichtingen is opgenomen in de EZ-begroting 2015 (TK, 34 000 XIII, nr. 2). Deze is terug te vinden op de website www.rijksbegroting.nl/beleidsevaluaties.

Overzicht van risicoregelingen

Overzicht verstrekte garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitstaande garanties 2013

Verleende garanties 2014

Vervallen garanties 2014

Uitstaande garanties 2014

Garantieplafond 2014

Totaal plafond

Totaal stand begrotings-reserve

Artikel 13 Een excellent ondernemersklimaat

BMKB

2.165.544

372.353

626.468

1.911.429

706.250

 

66.555

Garantie Ondernemersfinanciering

679.762

108.782

144.210

644.334

400.000

 

55.009

Groeifinancieringsfaciliteit

71.445

35.474

11.892

95.027

84.365

 

5.000

Microkredieten

13.000

   

13.000

 

13.000

Nvt

Garantie Scheepsnieuwbouw

44.081

 

33.201

10.880

999.679

 

10.044

                 

Artikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Geothermie

65.765

526

16.999

49.292

43.865

 

20.037

Provincie Groningen inzake Aldel

4.000

 

4.000

0

 

4.000

Nvt

                 

Artikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Garantstelling Landbouw (GL en GL+)

394.523

28.537

79.279

343.781

130.000

 

41.229

Garantstelling Landbouwondernemingen Werkkapitaal (GLOW)

0

0

0

0

 

75.000

Nvt

Regeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen

660

 

660

0

 

60.750

Nvt

                 

Artikel 18 Natuur en regio

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

433.168

 

18.022

415.146

 

449.070

Nvt

Totaal

3.871.948

545.672

934.731

3.482.889

2.364.159

601.820

197.874

Overzicht uitgaven en ontvangsten garanties (bedragen x € 1.000)

Artikel

Omschrijving

Uitgaven 2013

Ontvangsten 2013

Saldo 2013

Uitgaven 2014

Ontvangsten 2014

Saldo 2014

Mutatie volume begrotings-reserve 2013

Mutatie volume begrotings-reserve 2014

Artikel 13 Een excellent ondernemersklimaat

BMKB

102.422

21.544

– 80.878

97.779

30.389

– 67.390

0

36.555

Garantie Ondernemersfinanciering

8.176

10.160

1.984

17.875

9.380

– 8.495

1.098

– 9.612

Groeifinancieringsfaciliteit

2.360

2.047

– 313

2.168

2.436

268

Nvt

5.000

Microkredieten

0

0

0

0

0

0

Nvt

nvt

Garantie Scheepsnieuwbouw

0

44

44

0

46

46

44

– 15.000

                   

Artikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Geothermie

526

526

0

0

2.184

2.184

– 526

9.206

Provincie Groningen inzake Aldel

0

0

0

3.500

0

– 3.500

Nvt

nvt

                   

Artikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Garantstelling Landbouw (GL en GL+)

24.118

1.165

– 22.953

23.691

2.004

– 21.687

4.540

– 16.835

Garantstelling Landbouwondernemingen Werkkapitaal (GLOW)

0

0

0

0

0

0

Nvt

Nvt

Regeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen

0

0

0

444

0

– 444

nvt

nvt

                   

Artikel 18 Natuur en regio

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

0

0

0

0

0

0

Nvt

nvt

Totaal

137.602

35.486

– 102.116

145.457

46.439

– 99.018

5.156

9.314

Artikel 13 Een excellent ondernemersklimaat

BMKB

De BMKB is bedoeld voor bedrijven die te weinig zekerheden (onderpand) kunnen bieden aan een bank. De bank vindt het risico dat het bedrijf zijn lening niet kan terugbetalen dan vaak te hoog. Via de BMKB staat de overheid borg voor het deel van de lening waar het bedrijf geen onderpand voor heeft. De bank kan voor dat deel dus terugvallen op de overheid. Op grond van de Regeling nationale EZ-subsidies kunnen financiers kredieten die zij verstrekken aan MKB-ondernemers onder de werking van de regeling brengen. Hierdoor stelt de Staat zich voor 90% borg ten behoeve van de financier voor de terugbetaling van deze kredieten (de zogenaamde bedrijfsborgstellingskredieten). Eén van de voorwaarden die de regeling hieraan stelt, is dat de financier gelijktijdig met het verstrekken van een bedrijfsborgstellingskrediet, aan de MKB-ondernemer een ander krediet verstrekt, waarvoor deze borgstelling van de Staat niet geldt. Als hoofdregel geldt dat het bedrijfsborgstellingskrediet ten minste even groot moet zijn als het daarmee gelijktijdig afgesloten andere krediet. Het laatstgenoemde krediet bedraagt daarmee ten minste 100% van het bedrijfsborgstellingskrediet (verhouding 1:1). Voor starters en het innovatieve MKB gelden andere verhoudingen. Om de kredietverlening te stimuleren is per 1 november 2013 het maximum van het borgstellingskrediet verhoogd van € 1 mln naar € 1,5 mln en geldt voor bestaande bedrijven met een borgstellingskrediet tot maximaal € 200.000 de ruimere startersfaciliteit.

Garantie Ondernemersfinanciering (GO)

Met het instrument GO kunnen banken een 50% Staatsgarantie krijgen op (middel)grote leningen vanaf € 1,5 mln. Door de verstrekking van een Staatsgarantie wordt het risico voor de bank op de ondernemingsfinanciering gereduceerd. Dit vergroot de mogelijkheden om te voorzien in de financieringsbehoefte bij het Nederlandse bedrijfsleven. Ter stimulering van de kredietverlening aan het bedrijfsleven zijn de voorwaarden voor de GO-regeling tijdelijk verruimd. In 2013 is het maximum van de garantie verhoogd van € 25 mln naar € 75 mln en is de GO, naast de al bestaande mogelijkheid om bankgaranties onder de GO te brengen, ook opengesteld voor alternatieve aanbieders van garanties aan bedrijven.

Groeifinancieringsfaciliteit

Met de Groeifinancieringsfaciliteit worden bedrijven geholpen bij het aantrekken van risicodragend vermogen door een 50% Staatsgarantie te verstrekken op achtergestelde leningen van banken (ten hoogste € 5 mln) en op aandelen van participatiemaatschappijen (ten hoogste € 25 mln). De Groeifinancieringsfaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal.

Microkredieten

Dit betreft een eenmalige garantie van 80% die is verstrekt aan de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) op een lening van € 15 mln ten behoeve van de funding van de Stichting Qredits voor het verstrekken van microkredieten.

Garantie Scheepsnieuwbouw

Met de Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering kunnen banken 80% Staatsgarantie krijgen op de nieuwbouwfinanciering van een schip. Hierdoor wordt het risico voor de bank op de te verstrekken bouwfinanciering of voorfinanciering gereduceerd. Dit vergroot de kans voor Nederlandse scheepswerven om financiering aan te trekken. De sector kan door deze regeling beter concurreren met buitenlandse werven die van soortgelijke garantieregelingen gebruik kunnen maken.

Artikel 14 Een doelmatige en duurzame energievoorziening

Geothermie

De garantieregeling voor het boren naar aardwarmte steunt ondernemers die geologische risico’s van het boren naar aardwarmte willen afdekken.

Provincie Groningen inzake Aldel

Dit betreft een éénmalige garantie verstrekt aan de provincie Groningen inzake Aldel.

Artikel 16 Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens

Garantstelling Landbouw (plus)

Op basis van de garantstellingsregeling voor investeringen in landbouwondernemingen worden garantstellingen verleend aan banken waarmee innovatieve en duurzame investeringen in de landbouw en visserij worden gefaciliteerd.

Regeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen

De regeling nieuwe agrarische schadeverzekeringen bestaat uit verzekering tegen schade aan gewassen in de fruitteeltsector als gevolg van extreme vorst en schade aan gewassen in de agrarische sector als gevolg van zware regenval. Verzekeraars die verzekeringen aanbieden voor dergelijke schades kunnen een beroep doen op de regeling.

Garantstelling Landbouwondernemingen Werkkapitaal (GLOW)

De GLOW is één van de maatregelen die het Kabinet getroffen heeft naar aanleiding van de Russische boycot. De GLOW is gericht op tijdelijke ondersteuning van de bedrijfsfinanciering voor bedrijven die door deze boycot getroffen worden.

Artikel 18 Natuur en regio

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

Het betreft het garant staan voor de leningen die aangetrokken zijn via het Groenfonds voor het realiseren van de EHS-gronden. Deze gronden zijn thans opgaan in het Natuur Netwerk Nederland.

10

De richtlijn voor aarbevingbestendig bouwen wordt in september 2015 definitief vastgesteld.

Licence