De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is op 1 januari 2014 opgericht als fusie van de voormalige agentschappen Dienst Regelingen en Agentschap NL. In dit jaarverslag is de eerste verantwoording van dit nieuwe agentschap opgenomen.
Staat van baten en lasten
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
---|---|---|---|
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2014 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting |
Baten | |||
Omzet moederdepartement | 279.813 | 303.448 | 23.635 |
Omzet overige departementen | 70.486 | 83.206 | 12.720 |
Omzet derden | 25.676 | 15.639 | – 10.037 |
Rentebaten | 10 | 184 | 174 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 8.714 | 8.714 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 375.985 | 411.191 | 35.206 |
Lasten | |||
Apparaatskosten | |||
– Personele kosten | 208.177 | 259.455 | 51.278 |
Waarvan eigen personeel | 170.062 | 177.726 | 7.664 |
Waarvan externe inhuur | 33.805 | 65.938 | 32.133 |
– Materiële kosten | 151.154 | 136.160 | – 14.994 |
Waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 |
Waarvan bijdrage aan SSO’s | 70.695 | 82.192 | 11.497 |
Afschrijvingskosten | |||
– Immaterieel | 13.731 | 9.217 | – 4.514 |
– Materieel | 2.756 | 1.843 | – 913 |
Overige lasten | |||
– Dotaties voorzieningen | 0 | 281 | 281 |
– Rentelasten | 167 | 193 | 26 |
– Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 375.985 | 407.149 | 31.164 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 4.042 | 4.042 |
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
De omzet van het kerndepartement is ten opzichte van de begroting met 8,4% (€ 23,6 mln) gestegen. De stijging van de omzet wordt voornamelijk veroorzaakt door een her-rubricering vanuit de omzet derden vanwege de voorfinanciering door het moederdepartement van de provinciale bijdrage voor de Subsidieregeling Natuur en Landbouw. Bij de vastgestelde begroting was dit als omzet derden opgenomen.
Daarnaast is sprake van een toename van de omzet welke enerzijds wordt veroorzaakt door de uitvoering van nieuwe taken en anderzijds wijzigingen in bestaande opdrachten. Het gaat daarbij om de uitvoering van het Energie-akkoord, Green Deal, Duurzame Energie, Energie-Innovatie, Straling, Emissions Trading Scheme, de Digital Gateway, extra openstelling art. 68, Interventieregeling Rusland en de organisatie van de Hannover Messe. Verder zijn uitvoeringstaken in het kader van de subsidieafhandeling POP-2 overgekomen van Dienst Landelijk Gebied. Recent zijn de medebewindstaken vanuit de Productschappen en de Visserijregelingen aan het opdrachtenpakket toegevoegd. De financiële omvang hiervan is respectievelijk € 3,2 en € 0,5 mln.
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen betreft de uitvoering van opdrachten voor diverse ministeries, waarbij de Ministeries van Buitenlandse zaken en Binnenlandse zaken in 2014 de grootste zijn.
De omzet overige departementen is ten opzichte van de begroting toegenomen met 18,0% (€ 12,7 mln). De stijging van de omzet wordt voornamelijk veroorzaakt door onder meer de uitbreiding van de opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in verband met het Dutch Good Growth Fund, de organisatie van de Hannover Messe en de uitbreiding van een aantal bestaande opdrachten. Voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is de opdracht Subsidieregeling Praktijkleren aan het pakket toegevoegd.
oorspronkelijke vastgestelde begroting 2014 | Realisatie 2014 | Verschil realisatie en oorspronkelijke begroting | |
---|---|---|---|
Ministerie van Buza | 50.769 | 55.696 | 4.927 |
Ministerie van BZK | 10.000 | 12.858 | 2.858 |
Ministerie van I&M | 7.514 | 10.120 | 2.606 |
Ministerie van OCW | 738 | 2.643 | 1.905 |
Ministerie van SZW | 400 | 385 | – 15 |
Ministerie van V&J | 930 | 481 | – 449 |
Ministerie van VWS | 135 | 302 | 167 |
Overige | 0 | 721 | 721 |
Totaal | 70.486 | 83.206 | 12.720 |
Omzet derden
Omzet derden betreft heffingen, leges, registratievergoedingen. Daarnaast heeft deze omzet ook betrekking op de opdrachten voor de Europese Unie en diverse overige opdrachtgevers.
De daling van de omzet wordt voornamelijk veroorzaakt door een her-rubricering naar de omzet moederdepartement, vanwege de voorfinanciering door het moederdepartement van de provinciale bijdrage voor de Subsidieregeling Natuur en Landbouw. Bij de vastgestelde begroting was dit als omzet derden opgenomen.
In de omzet derden zijn bijdragen van derden opgenomen in de uitvoeringskosten van opdrachten van het moederdepartement. Deze bijdragen zijn op de omzet moederdepartement in mindering gebracht. De I&R Schapen en Geiten is per 1-1-2014 beëindigd.
Realisatie 2014 | Begroting 2014 | |
---|---|---|
Bijdrage moederdepartement in de uitvoeringskosten | ||
Overig (natuurbeheer SNL) | 1.265 | – |
Mest | 1.413 | 1.600 |
I&R Schapen en Geiten | – | – |
I&R Hond | 63 | – |
Grondkamers | 2.060 | 1.900 |
CITES, Flora- en Faunawet | 687 | 423 |
5.488 | 3.923 | |
Overige opdrachten bijdrage derden | ||
Overig | 5.499 | 16.753 |
I&R Runderen en Varkens | 4.298 | 5.000 |
Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen | 354 | – |
10.151 | 21.753 | |
Totaal | 15.639 | 25.676 |
Toelichting op de lasten
De lasten zijn ten opzichte van de begroting met 8,3% gestegen. Hieronder worden ze toegelicht.
Personele kosten
De totale personeelskosten zijn 24,6% hoger dan de begroting 2014 weergaf. Dit hangt samen met het gegroeide opdrachtenpakket. De loonkosten, bestaande uit lonen en salarissen, pensioenlasten, overige sociale lasten en inhuur, stijgen met 4,5%. Dit wordt veroorzaakt door verschuiving van kosten door de verambtelijking van externe medewerkers.
De personele kosten vallen in totaal circa € 51,2 mln hoger dan begroot uit. Dit verschil heeft een aantal verklaringen:
-
• De kosten voor eigen personeel vallen onder meer hoger uit (circa € 7,7 mln) door de invaringen van de medebewindsorganisatie en de afdeling visserijregelingen vanuit het kerndepartement (circa € 3,0 mln). In de begroting was uitgegaan van 2.217 fte ambtelijke formatie voor 2014. Per 31-12-2014 waren 2.611 fte in ambtelijke dienst. De gemiddelde loonkosten per fte bedragen in 2014 € 70.721. Daarnaast is sprake van de verambtelijking van externe medewerkers in het derde kwartaal van 2014 welke nog niet in de begroting was opgenomen.
-
• De kosten voor externe inhuur zijn circa € 32,1 mln hoger dan begroot. Enerzijds betreft dit de externe inzet in verband met een groter dan het bij de begroting bekende werkpakket. Anderzijds heeft inhuur plaatsgevonden in verband met de fusie en de daarmee samenhangende samenvoeging van de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld voor financiën, ICT en inkoopprocessen.
-
• Het verschil in de andere personele kosten € 11,3 mln wordt veroorzaakt door een herschikking van materiële kosten naar personele kosten. Deze herschikking is het gevolg van uniformering van de financiële administratie bij de start van RVO.
Materiële kosten
Van de lager dan begrote realisatie op het totaal van de materiële kosten ad € 15 mln wordt voor € 11,3 mln veroorzaakt door de eerdergenoemde her-rubricering van materiële kosten naar personele kosten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten voor zowel immateriële als materiële vaste activa zijn lager dan begroot. Voor de materiele vaste activa is € 0,9 mln minder afgeschreven. Dit houdt verband met een fors lager investeringsniveau in materiele vaste activa dan begroot. De afschrijvingskosten voor de immateriële vaste activa vallen circa € 4,5 mln lager uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een lager investeringsniveau in ICT in 2014. Daarnaast heeft activering later in het jaar plaatsgevonden, waardoor er van minder afschrijvingstermijnen dan begroot sprake is.
Saldo van baten en lasten
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland sluit het jaar met een positief resultaat van € 4,0 mln. In dit resultaat is een éénmalige post verwerkt in verband met vrijval van voorzieningen (– € 8,4 mln). Het operationele resultaat bedraagt derhalve € 4,4 mln negatief als gevolg van hogere bedrijfsvoeringskosten en de invaringen in de loop van het jaar 2014 van de Productschappen en de Visserijregelingen.
Balans per 31 december 2014
Balans 31-12-2014 | Balans 01-01-2014 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 30.071 | 21.331 |
Materiële vaste activa | ||
– verbouwingen | 9.050 | 10.024 |
– installaties en inventarissen | 2.784 | 2.737 |
Debiteuren | 4.848 | 3.981 |
Nog te ontvangen | 15.967 | 20.500 |
Liquide middelen | 96.537 | 111.264 |
Totaal activa: | 159.257 | 169.837 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | ||
– exploitatiereserve | 20.115 | 20.429 |
– surplus exploitatiereserve | 314 | 4.615 |
– onverdeeld resultaat | 4.042 | 0 |
Leningen bij het MvF | 2.163 | 5.057 |
Voorzieningen | 0 | 8.960 |
Crediteuren | 9.438 | 22.995 |
Nog te betalen | 123.185 | 107.781 |
Totaal passiva | 159.257 | 169.837 |
Toelichting op de balans
Voorzieningen
Boekwaarde | Dotaties | Onttrekkingen | Vrijval | Boekwaarde | |
---|---|---|---|---|---|
1/1/2014 | 31/12/2014 | ||||
Voorziening Reorganisatie | 8.960 | – 570 | – 8.390 | 0 |
De onttrekking uit de voorziening reorganisatie betreffen ontslagvergoedingen en vrijstellingen uren in verband met sollicitatieverlof van medewerkers van CapitalP en de verambtelijking van deze medewerkers.
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit een exploitatiereserve en het onverdeeld resultaat. Het eigen vermogen ultimo jaar bedraagt € 24,5 mln. Dat is meer dan 5% van de jaaromzet van 2014. De maximale toegestane omvang van de exploitatiereserve bedraagt € 20,1 mln, zijnde 5% van € 402 mln omzet. Inclusief het resultaat over 2014 bedraagt het saldo van de exploitatiereserve € 24,5 mln. Bij de eerstvolgende suppletoire wet zal het surplus worden afgedragen aan het moederdepartement.
Crediteuren
Onder de crediteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het Ministerie van EZ en overige departementen (exclusief te verrekenen omzet):
31-12-2014 | 1-1-2014 | |
---|---|---|
Kerndepartement | 2.319 | 22.713 |
Agentschap DLG | 0 | 363 |
Agentschap DICTU | 8.375 | 24.343 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 26.641 | 2.948 |
Ministerie van Financiën | 41 | 0 |
Ministerie van Volksgezondheid | 129 | 0 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken | 2.487 | 0 |
Ministerie van Algemene Zaken | 20 | 0 |
Ministerie van OCenW | 310 | 0 |
Totaal | 40.322 | 50.367 |
Debiteuren
Onder de debiteuren en de nog te ontvangen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor vorderingen op het Ministerie van EZ en overige departementen (exclusief te verrekenen omzet):
31-12-2014 | 1-1-2014 | |
---|---|---|
Kerndepartement | 0 | 1.863 |
Agentschap DICTU | 0 | 1.515 |
Agentschap NVWA | 94 | 3 |
Agentschap DLG | 26 | 0 |
Rijksgebouwendienst | 86 | 0 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken | 6 | 10 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 150 | 8.054 |
Ministerie van Defensie | 70 | 0 |
Ministerie van Infrastructuur en Milieu | 260 | 0 |
Ministerie van Sociale Zaken | 16 | 0 |
Ministerie van Veiligheid en Justitie | 372 | 0 |
Ministerie van Volksgezondheid | 13 | 0 |
Ministerie van Financiën | 19 | 0 |
Totaal | 1.112 | 11.445 |
Kasstroomoverzicht over 2014
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
Oorspronkelijk vastgestelde begroting | Realisatie 2014 | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting | ||
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2014 + stand depositorekeningen | 81.787 | 111.264 | 29.477 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 13.582 | 7.494 | – 6.088 |
Totaal investeringen (–/–) | – 11.950 | – 18.900 | – 6.950 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | – 382 | – 382 | |
Totaal waardeverminderingen | 0 | 27 | 27 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 11.950 | – 19.255 | – 7.305 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (–/–) | – 5.416 | – 2.966 | 2.450 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | – 5.416 | – 2.966 | 2.450 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2014 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 78.003 | 96.537 | 18.534 |
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van de baten en lasten, gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en het werkkapitaal. De gerealiseerde operationele kasstroom is € 6 mln lager dan begroot door afname van de hoogte van de voorzieningen en lagere afschrijvingskosten. De gerealiseerde investeringsstroom is € 7,3 mln hoger. Dit wordt veroorzaakt door hogere investeringen in de activa in aanbouw.
Omschrijving | Realisatie 2014 | Begroting 2014 |
---|---|---|
Inputindicatoren | ||
Kernindicatoren | ||
Verhouding direct/indirect personeel | 81,2% | 84,0% |
Outputindicatoren | ||
Kernindicatoren | ||
Tariefindex in reële termen | 101,1 | 100,0 |
Totaal aantal ambtelijk fte werkzaam excl. externe inhuur | 2.611 | 2.217 |
Saldo baten en lasten als percentage van totale baten | 0,70% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren | ||
Kernindicatoren | ||
Klanttevredenheid | 7,3 | 7,3 |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 30% | 25% |
Toelichting
Inputindicatoren
De verhouding direct/indirect is gedaald door werkzaamheden voortvloeiend uit de fusie en reorganisatie.
Outputindicatoren
De tariefindex is in 2014 gecorrigeerd met 1,1%. Het aantal ambtelijk fte is toegenomen door de verambtelijking van CapitalP-medewerkers medio 2014.
Kwaliteitsindicatoren
De klanttevredenheid is met 7,3% gelijk aan voorgaande jaren van de voormalige gefuseerde agentschappen.
In 2014 heeft RVO 5.295 bezwaren afgehandeld. Daarvan zijn 1.567 bezwaren (deels) gegrond verklaard.