Programmaperiode 2014–2020
Samen met de landsdelige managementautoriteiten is in 2014 de voorbereiding van de nieuwe periode voor de Europese Structuurfondsen 2014–2020 nagenoeg afgerond. Dit betekent dat er aan vier landsdelige EFRO-programma’s en vier grensoverschrijdende INTERREG programma’s is gewerkt. Voor de nieuwe programmaperiode 2014–2020 ontvangt Nederland aan EFROmiddelen € 507.318.228,00 (in lopende prijzen) voor de landsdelige programma’s en € 389.675.917,00 (in lopende prijzen) voor de grensoverschrijdende samenwerking. De inzet van EZ hierbij is geweest om de fondsen optimaal te benutten voor innovatie en de ontwikkeling van de topsectoren. Het Rijk stelt in totaal € 91 mln aan Rijkscofinanciering beschikbaar voor de landsdelige en € 49 mln voor de grensoverschrijdende programma’s. Deze Rijkscofinanciering wordt ingezet in aansluiting op EZ-prioriteiten.
Alle landsdelige programma’s zijn in 2014 door de Europese Commissie goedgekeurd. Ook de grensoverschrijdende programma’s Duitsland-Nederland en Vlaanderen-Nederland zijn goedgekeurd. Het Euregio MaasRijn programma en het Twee-Zeeën-programma zijn voorbereid maar nog niet goedgekeurd. In 2014 is door de landsdelen gewerkt aan een gezamenlijk ICT-systeem ten behoeve van een uniforme werkwijze en risicobeheersing. Een groot deel van dit systeem is inmiddels gereed, in 2015 zal dit worden afgerond.
In 2014 is ook de overkoepelende «Partnerschapsovereenkomst voor de inzet van de Europese Structuur- en Investeringsfondsen» goedgekeurd, waarin Nederland haar integrale visie geeft op de uitdagingen, kansen en beleidsinzet van de ESI-fondsen ten behoeve van realisatie van Europa 2020 doelen. Het gaat in Nederland om de volgende ESI-fondsen: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), Europees Sociaal Fonds (ESF), Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV).
Programmaperiode 2007–2013
Voor de programmaperiode 2007–2013 is in totaal € 1,1 mld Europees budget beschikbaar gesteld. Inmiddels is die programmaperiode in de eindfase en zijn in grote mate de middelen toegekend aan projecten. Voor de vier landsdelige programma’s is een bedrag van € 255 mln aan Rijkscofinanciering beschikbaar gesteld. Hiervan is tot en met 2014 € 210 mln gerealiseerd. Voor 2015 is derhalve nog een budget van € 45 mln beschikbaar voor de uitfinanciering van de resterende openstaande verplichtingen.
Voor de vier grensoverschrijdende programma’s (INTERREG) is een bedrag van € 169,2 mln aan Rijkscofinanciering beschikbaar gesteld. Hiervan is tot en met 2014 € 163,7 mln gerealiseerd. Voor 2015 is een budget van € 4,4 mln beschikbaar voor de uitfinanciering van de resterende openstaande verplichtingen. Naar verwachting wordt de programmaperiode 2007–2013 in 2016 definitief afgesloten.