Base description which applies to whole site

13 Een excellent ondernemingsklimaat

Algemene doelstelling

Randvoorwaarden scheppen voor een excellent ondernemingsklimaat.

Bedrijven zijn de motor achter economische groei. De overheid schept de juiste randvoorwaarden, zodat bedrijven kunnen investeren en groeien. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar de concurrentiekracht van negen topsectoren.

Om deze doelstelling te bereiken zet EZ financiële instrumenten in, zoals borgstellingen en garanties. De financiële instrumenten verbeteren de toegang tot financiering voor het Nederlandse bedrijfsleven. Daarnaast maakt EZ gebruik van niet financiële instrumenten, zoals de terugdringing van administratieve lasten en regeldruk. Onder deze doelstelling valt ook het stimuleren van de juiste voorwaarden voor een goede benutting van ICT, zoals dat gestalte krijgt met acties uit de Digitale Implementatie Agenda en door het uitvoeren van de Roadmap ICT.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Economische Zaken is vanuit een stimulerende rol verantwoordelijk voor het scheppen van randvoorwaarden voor een excellent ondernemingsklimaat door:

Stimuleren

  • Het stimuleren van de juiste randvoorwaarden en grootschalige implementatie van digitale voorzieningen die de overheidsdienstverlening aan ondernemers verbeteren, zoals het Ondernemingsdossier en het digitaal Ondernemersplein.

  • Realiseren van tien publiek-private ICT-doorbraakprojecten, onder meer gericht op het vergroten van het gebruik en kennis van ICT door het midden- en kleinbedrijf, in de topsectoren en in sectoren als logistiek, agro, onderwijs en de zorg. Dit wordt met name gerealiseerd door het gericht oplossen van belemmeringen op het terrein van standaardisatie, wet- en regelgeving en het gebruik van ICT.

  • De stimulering, coördinatie en facilitering van de transitie naar een biobased economy.

  • Het ondersteunen van de toegang tot (risico)kapitaal voor bedrijven.

  • Het stimuleren van een ambitieuze een duurzame ondernemerschapscultuur.

  • Het bevorderen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

  • Het bevorderen van innovatiegericht inkopen.

Regisseren/faciliteren

  • De kabinetsbrede coördinatie van het topsectorenbeleid.

  • De coördinatie en het faciliteren van het kabinetsbrede regeldrukverminderingsprogramma «Goed Geregeld, een verantwoorde vermindering van regeldruk 2012–2017». In dit programma zijn de vakministers verantwoordelijk voor de regeldrukvermindering op hun beleidsterrein. De Minister van Economische Zaken coördineert de aanpak voor bedrijven, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de aanpak voor burgers en professionals, evenals het lokaal toezicht.

  • Faciliteren van het Nederlandse bedrijfsleven in hun duurzame grondstoffenvoorzieningszekerheid zoals in de grondstoffennotitie.

  • De coördinatie van het Groene Groei-traject en de Green Deal aanpak.

  • Het verbeteren van de dienstverlening aan de ondernemers door middel van Ondernemerspleinen.

  • Het waarborgen van een internationaal level playing field.

  • Een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt.

  • Het verbeteren van de match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor technisch personeel (Techniekpact).

  • Het nemen van maatregelen die het startups en groeiende ondernemers makkelijker maken om succesvol te ondernemen en snel door te groeien. En het faciliteren van de samenwerking in de verschillende startup hubs in StartupDelta.

Uitgangspunt is de juiste randvoorwaarden te creëren en ondernemers de ruimte te geven voor vernieuwing en groei. In dialoog met bedrijven, maatschappelijke organisaties en medeoverheden worden kansen benut en knelpunten opgelost. De Minister van EZ is gesprekspartner en aanspreekpunt voor het bedrijfsleven, sectoren, branches en individuele bedrijven. De overheid is terughoudend met ingrijpen in het bedrijfsleven, maar er kan soms een rol zijn in geval van externe effecten, informatie-asymmetrie of verstorend gedrag van (internationale) overheden. Hiervoor zet de Minister zowel financiële instrumenten in, zoals garanties en subsidies aan bedrijven en instellingen, als niet financiële instrumenten.

Kengetallen; Ondernemingsklimaat van Nederland

1 – Global Competitiveness Index

2010

2011

2012

2013

2014

Positie van Nederland

8e

7e

5e

8e

8e

Bron: World Economic Forum (Global Competitiveness Report, 2013–2014)

         
           

2 – Ondernemersquote

2010

2011

2012

2013

2014

Nederland

11,9%

12,2%

12,6%

13,2%

n.b.

EU15-gemiddelde

11,9%

11,9%

11,9%

11,8%

n.b.

Bron: EIM

         
           

3 – Investeringsquote van bedrijven

2010

2011

2012

2013

2014

Nederland

12,5%

13,7%

13,2%

12,6%

13,3%

Bron: CPB (CEP, 2014)

         
           

4 – Aandeel snelle groeiers

   

2007/2010

2008/2011

2009/2012

Nederland

   

3,3%

3,2%

2,0%

Bron: CBS

         
           

5 – Ranglijst van digitale economieën

2010

2011

2012

2013

2014

Positie van Nederland

9

11

6

4

4

Bron: Global Information Technology Report (World Economic Forum)

         
  • 1. Het Nederlandse ondernemingsklimaat behoort sinds 2007 tot de top-10 volgens de Global Competitiveness Index van het World Economic Forum. Tussen 2009 en 2012 is Nederland gestegen van de 10e naar de 5e plek. In 2013 en 2014 heeft Nederland een achtste plaats op de ranglijst behaald. Het rapport benadrukt sterktes van Nederland zoals de excellente infrastructuur, innovatieve bedrijvigheid en het onderwijssysteem. Het onderschrijft tegelijkertijd ook de noodzaak van goede financieringsmogelijkheden voor ondernemers, blijvende investeringen in onderwijs en onderzoek, vermindering van regeldruk en stimulering van innovatie.

  • 2 In 2015 zal worden overgestapt naar een andere indicator om de ontwikkeling van ondernemerschap in Nederland in internationaal perspectief te plaatsen. De Total Entrepreneurship Activity (TEA) indicator uit de Global Entrepeneurship Monitor (GEM) meet het aandeel personen in de volwassen populatie van een land dat bezig is een bedrijf op te starten of een jong/nieuw eigen bedrijf heeft. Voordeel van deze meting is dat het ook vergelijking mogelijk maakt met landen buiten de EU (OECD).

  • 3. De investeringsquote en het aandeel snelle groeiers geven een indicatie van de kwaliteit van ondernemerschap. Juist ondernemingen die investeren en groeien, hebben een positief effect op economische groei en werkgelegenheid. De investeringsquote bereikte in 2010 een dieptepunt en leefde daarna weer iets op. Bedrijfsinvesteringen nemen sinds 2014 weer toe. De cijfers wijken af van de cijfers opgenomen in de begroting 2014 vanwege de actualiseerde cijfers in het Centraal Economisch Plan 2014.

  • 4. Ten behoeve van de internationale vergelijkbaarheid rapporteert EZ, in afwijking van de cijfers in de begroting 2014, de cijfers over snelle groeiers op basis van het Eurostat-OECD handboek. Het CBS is gevraagd deze cijfers conform dit handboek te maken. Een bedrijf is een snelle groeier wanneer het in 3 jaar tijd een werkgelegenheidsgroei heeft gerealiseerd van meer dan 72,8%. Daarbij wordt alleen gekeken naar bedrijven met meer dan 10 werknemers. De aanhoudende laagconjunctuur kan worden gezien als een belangrijke verklaring voor de dalende trend in het aandeel snelle groeiers.

  • 5. Nederland doet het goed op ICT-gebied. Dat blijkt uit verschillende indicatoren. Zo scoort Nederland in internationaal perspectief hoog ten aanzien van «networked readiness». Het World Economic Forum (WEF) maakt jaarlijks een analyse van landen, waarin de toegankelijkheid van de markt voor nieuwe ICT ontwikkelingen, de alertheid van bedrijven, burgers en overheden om op nieuwe ICT ontwikkelingen in te spelen wordt gevolgd. In 2013 steeg Nederland in deze ranking van 144 landen naar de top 5. Deze stijgende trend is al een aantal jaren zichtbaar.

Beleidsconclusies

Bedrijfsfinanciering

De financiering van het bedrijfsleven, en met name van het MKB, blijft onder druk staan. Uit de Financieringsmonitor van december 2014 blijkt dat bedrijven, in vergelijking met de monitor van juli 2014, de gezochte financiering weer iets vaker hebben aan kunnen trekken. Voor het kleinbedrijf blijft echter het aandeel afwijzingen hoog. Dat geldt voor zowel vreemd vermogen als voor eigen vermogen. De meest genoemde reden van afwijzing blijft het risico voor de beoogde financier. Zowel banken als eigen vermogen-verstrekkers (bijvoorbeeld participatie-maatschappijen) zijn voorzichtiger geworden. De garantieregelingen ondersteunen echter ook in deze tijden daar waar noodzakelijk en mogelijk de toegang tot financiering. Het risico van de financier wordt verminderd, wat in deze tijden dus van groot belang is om het bedrijfsleven aan de benodigde financiering te helpen.

De aangekondigde maatregelen in het Aanvullend Actieplan MKB-financiering (TK, 32 637, nr. 147) zijn in de begroting 2015 verwerkt. In de brief «Voortgang Ondernemingsfinanciering» van 31 december 2014 (TK, 32 637, nr. 162) is gemeld dat aan de verschillende maatregelen die voortkomen uit deze beleidswijziging sinds de aankondiging ervan vanuit de overheid in samenwerking met marktpartijen hard is gewerkt, en het Aanvullend Actieplan MKB-financiering daardoor goed op schema ligt. De brief meldt de huidige resultaten bij de verschillende maatregelen.

BMKB

Met het borgstellingskrediet (BMKB) kunnen banken een gedeeltelijke borgstelling krijgen op het zekerhedentekort voor kredieten tot circa € 3 mln. Het gebruik van de BMKB is in 2014 (€ 372 mln) gestegen ten opzichte van het gebruik in 2013 (€ 344 mln). De groei van circa 10% is toe te schrijven aan een stijging in de tweede helft van 2014. De verruimingen van 2013, waarmee onder andere een grotere borgstelling mogelijk is voor kleine kredieten, hebben bijgedragen aan deze groei. In totaal zijn in 2014 de verruimingen van 2013 voor een totaalbedrag van € 93 mln gebruikt, waarvan € 39,9 mln in het eerste half jaar en € 53,1 mln in het tweede halfjaar. Zoals in de brief «Aanvullend Actieplan MKB-financiering» gemeld, is de tijdelijke verruiming van de BMKB per begin november 2013 verlengd tot en met 31 december 2015. Hierdoor is het maximale borgstellingskrediet verhoogd van € 1 mln naar € 1,5 mln, en kan voor borgstellingskredieten tot € 0,2 mln aan bestaande bedrijven (de «kleine kredieten») het hogere borgstellingspercentage van per saldo 67,5% worden gebruikt, wat standaard voor starters geldt. In de brief «Voortgang Ondernemingsfinanciering» heb ik u gemeld dat de pilot met openstelling van de BMKB voor niet-banken is verlengd tot 1 juli 2017, gelijk aan de horizontermijn van de gehele BMKB.

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

De GO-regeling biedt middelgrote en grote bedrijven de mogelijkheid een garantie van 50% van de overheid te verkrijgen, zodat nieuwe bankleningen en/of bankgaranties kunnen worden verstrekt. De GO-regeling is kostendekkend, met als opzet dat banken er slechts gebruik van maken indien zij vanwege het risicoprofiel zelfstandig niet of onvoldoende in staat zijn in de kern gezonde bedrijven te financieren. Ter stimulering van de kredietverlening aan het bedrijfsleven zijn de voorwaarden voor de GO-regeling tijdelijk verruimd. De GO-regeling is in 2014 geëvalueerd (TK, 32 637, nr. 162). Uit deze evaluatie blijkt dat de GO-regeling in de huidige vorm een substantiële bijdrage heeft geleverd aan het vergroten van de beschikbaarheid van bedrijfskrediet aan (middel)grote bedrijven.

Groeifinancieringsfaciliteit

Met de Groeifinancieringsfaciliteit worden bedrijven geholpen bij het aantrekken van risicodragend vermogen door een 50% staatsgarantie te verstrekken op achtergestelde leningen van banken en op aandelen van participatiemaatschappijen. De Groeifinancieringsfaciliteit kan ondernemingen in een groeifase, bij bedrijfsovernames en bij herstructureringen helpen bij het aantrekken van risicokapitaal. De Groeifinancieringsfaciliteit kent over 2014 een verviervoudiging van het gebruik ten opzichte van 2013. Deze opvallende toename is te wijten aan toenemende interesse vanuit banken om weer achtergestelde leningen te verstrekken en participatiemaatschappijen om risicokapitaal te verstrekken.

Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering

In 2014 zijn geen aanvragen ingediend in het kader van de Garantieregeling Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF). Gezien het beperkte gebruik van de GSF tot dusver is het garantieplafond van de regeling per 2015 verlaagd van € 1 mld naar € 400 mln. EZ is in gesprek met de maritieme sector en de banken over de oorzaken van het beperkte gebruik van de GSF en mogelijke aanpassingen in de regeling die tot een effectiever gebruik kunnen leiden. De Minister van EZ zal de Kamer in het voorjaar van 2015 informeren over de uitkomsten van dit overleg en de voorgenomen vervolgacties.

Techniekpact

De urgentie voor het Techniekpact is onverminderd hoog. Niet alleen voor het aanpakken van de (arbeidsmarkt)vraagstukken van vandaag, maar ook voor de vaardigheden van de toekomst.

Één jaar na de ondertekening van het Techniekpact is het beeld dat de uitvoering van het Techniekpact op koers is en dat de trots voor techniek en maakindustrie toeneemt. Van de 22 afgesproken acties zijn er maar liefst 17 al deels of volledig ingevoerd. En van de maatregelen die een langere tijdshorizon hebben, zijn de tussenresultaten bemoedigend: zo hebben de topsectoren al meer dan 500 van de beoogde 1.000 topsectorbeurzen beschikbaar gesteld. In 2014 is ambassadeur André Kuipers gestart met een succesvolle Collegetours «Techniek is overal» om basisschoolleerlingen te enthousiasmeren voor Wetenschap en Techniek, die ook in 2015 wordt gecontinueerd. In 2014 heeft Doekle Terpstra de rol van aanjager Techniekpact met verve opgepakt. Met zijn Techniekpact-On-Tour wordt met de regionale partners de uitvoering van de regionale Techniekpacten centraal gesteld. Ruim 30 MBO-instellingen, meer dan 300 bedrijven en regionale overheden, investeren gezamenlijk in innovatief beroepsonderwijs; in 2014 is een totale investering van ruim € 42 mln beschikbaar gesteld voor het opstarten van deze duurzame publiek-private samenwerkingsverbanden. Ook door technische branches en regio’s zijn sectorplannen opgesteld en in uitvoering, om de knelpunten op de sectorale of regionale arbeidsmarkt op te lossen, hierin wordt meer dan € 145 mln door sociale partners geïnvesteerd.

Ambitieus Ondernemerschap

In maart is het actieprogramma Ambitieus Ondernemerschap naar de Kamer gegaan waarin ruim dertig acties aangekondigd werden. Deze acties zijn inmiddels grotendeels afgerond of opgepakt. Zo is er sinds 1 januari 2015 een startup visum beschikbaar en is de special envoy startups benoemd in de persoon van mw. Kroes en is zij met het StartupDelta initiatief van start gegaan per 1 januari 2015. Er is een vroege fase regeling gestart in juli 2014 en er is in oktober 2014 in New York een mentorennetwerk gelanceerd voor Nederlandse startups die willen internationaliseren. Tot slot zal eind januari 2015 de website StartupDelta.org buitenlandse startups informeren over Nederland.

Kamer van Koophandel/Ondernemerspleinen

In 2014 is de nieuwe Kamer van Koophandel van start gegaan, voortgekomen uit de fusie van de regionale Kamers van Koophandel en Syntens. De Kamer van Koophandel heeft het afgelopen jaar duidelijke stappen gezet om haar nieuwe inhoudelijke rol in te vullen. Het digitaal ondernemersplein is op 20 januari 2014 officieel gelanceerd. De bedrijfsstrategie is aangescherpt, waarbij gekozen is voor verdere digitalisering van de dienstverlening. In de loop van het jaar zijn de leden van de Centrale Raad en de regionale adviesraden benoemd. Hiermee is de organisatie volledig operationeel in het belang van het Nederlands bedrijfsleven.

Op ondernemersplein.nl vinden ondernemers alle voor hen relevante informatie van publieke partners en ze kunnen daar ook direct zaken doen. In 2014 is het bezoekersaantal gestegen tot meer dan 500.000 per maand. In 2014 is onder meer gewerkt aan het aansluiten op generieke e-overheidsvoorzieningen (zoals de berichtenbox) voor ondernemers. De website van Antwoordvoorbedrijven is vorig jaar met ondernemersplein.nl geïntegreerd. Daarnaast is de algemene ondernemersinformatie van de Kamer van Koophandel over bijvoorbeeld het starten van een bedrijf, alleen toegankelijk op ondernemersplein.nl.

Biobased Economy

In 2014 is het thema circulaire economie stevig in het EZ-beleid verankerd. EZ heeft in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) gewerkt aan de duurzame grondstoffenvoorzieningszekerheid van het Nederlandse bedrijfsleven. Zo is in samenwerking met I&M begonnen met de uitwerking van netwerkplatform «circulaire economie versneller», met onder andere een self-assessment tool voor MKB-ers waarin ze hun eigen kwetsbaarheden en kansen rond grondstoffen kunnen analyseren, is de meststoffenwetgeving aangepast om nu ook gerecyclede fosfaat in de landbouw in te zetten als eerste in de wereld en lopen er inmiddels 56 Green Deals die gerelateerd zijn aan grondstoffen en circulaire economie.

In 2014 zijn de kansen die het opheffen van het quotum op suiker biedt voor nieuwe investeringen in Biobased industrie in beeld gebracht en is een nieuwe impuls gegeven aan R&D op het gebied van Biobased Economy door de TKI BBE te verzoeken een 8–12 jarig onderzoeksprogramma op te stellen. In EU verband is een groot Biobased industries programma gestart van € 3,7 mld om de kansen die er zijn voor Europese biobased bedrijven feitelijk te realiseren.

Op het gebied marktontwikkeling is onder andere ingezet op biobased inkopen. Er is een bijdrage geleverd aan het onderzoek inkopen Rijk, er zijn drie pilots opgestart en er is een inkooptool ontwikkeld. Daarnaast is er een verpakkingencatalogus opgesteld en is er voor gezorgd dat aan de ketenaanpak verpakkingen een biobased tafel is toegevoegd.

Met het afsluiten van 17 nieuwe Green Deals is het portfolio gegroeid tot 176 deals. Hiermee zijn nieuwe netwerken en ketens gerealiseerd die potentieel bij kunnen dragen aan groene groei. Inmiddels zijn 40 deals afgerond. Enkele deals krijgen navolging of schalen op, bijvoorbeeld de Green Deal KLM die vervolg krijgt in een breder consortium. Verschillende green deals hebben geleid tot aanpassing van wet- en regelgeving, bijvoorbeeld het opnemen van een categorie secundaire fosfaten in de Meststoffenwet. De Green Deal Infrastructuur Elektrisch Vervoer, winnaar van de eerste Green Deal award, realiseerde bijna 15.000 laadpunten.

Digitale dienstverlening (eOverheid)

Een aantal digitale voorzieningen vormt een samenhangende «digitale overheid voor bedrijven»: een informatieportaal (ondernemersplein.nl), een inlogvoorziening (eHerkenning/eID), een Berichtenbox en standaarden voor informatie-uitwisseling (zoals Standard Business Reporting en e-factureren).

In 2014 is de Digicommissaris ingesteld, die voor de hele overheid stuurt op onderlinge samenhang en een breed gebruik van de digitale infrastructuur en met een arrangement komt om de financiering van de generieke digitale infrastructuur duurzaam te borgen.

Wet e-overheid

Omdat het meer tijd kost dan voorzien om de wensen van alle betrokkenen in het wetsvoorstel te incorporeren, is vertraging ontstaan. Voor de inwerkingtreding van de eerste onderdelen van de Wet e-overheid blijft de streefdatum echter 1 januari 2017.

Ondernemingsdossier

Inmiddels zijn bijna 7.000 ondernemers aan de slag met het Ondernemingsdossier. Momenteel werken 46 gemeenten, 3 provincies en 2 rijksinspecties met het Ondernemingsdossier, waaronder meer dan de helft van de G32 gemeenten. Daarnaast werken zeven omgevingsdiensten samen met het Ondernemingsdossier. In 2014 zijn 6 nieuwe branches aangesloten: Bouwend Nederland, sportbonden, glas- en tuinbouw, bakkers, verf & lijmindustrie en betonfabrikanten. Voor deze branches is de besluitvormingsfase afgerond en wordt nu gewerkt aan de implementatie. Daarnaast is verkend welke nieuwe branches in 2015 kunnen starten.

Regelhulpen

Het Beraad Ondernemingsdossier heeft de Impuls Regelhulpen vastgesteld. In overleg met VNO-NCW/MKB-Nederland en betrokken branches is afgesproken dat men zich gezamenlijk zal inspannen om 17 prioritaire regelhulpen aan te sluiten op het Ondernemingsdossier, waarvan tien in 2014. De impuls blijkt te werken, eind 2014 zijn er elf gerealiseerd.

eHerkenning

Het aantal aangesloten overheidsdienstverleners is gestegen naar 117. Als het gaat om aansluiten van gemeenten op eHerkenning ligt de stand nu op circa 25%. Wat de rijksoverheidsorganisaties betreft zijn nu bijna alle uitvoeringsorganisaties van EZ aangesloten. Zo is op 1 juli 2014 RVO overgegaan op eHerkenning. Vanaf dat moment loggen agrarische ondernemers met eHerkenning in op www.mijn.rvo.nl. Het aantal eH-inlogmiddelen bij bedrijven is inmiddels gestegen tot circa 125.000 stuks.

ICT en economie

In lijn met het regeerakkoord zet het Kabinet in op tien publiek-private doorbraakprojecten, onder meer gericht op het vergroten van het gebruik en de kennis van ICT door het midden- en kleinbedrijf, in de topsectoren en in sectoren als onderwijs en zorg. ICT als motor voor kennis en innovatie is een van de bouwstenen van het topsectorenbeleid.

Team ICT

Om in dat kader de bijdrage van de benutting van ICT aan de concurrentiekracht van Nederlandse bedrijven te versterken heeft EZ per 1 oktober 2014 het Team ICT ingesteld. In de werkagenda van het team voor de komende periode staan de volgende onderwerpen centraal: Holland branding voor ICT, innovatiekansen van Big data, ICT human capital op orde en synergie met topsectoren door publieke private samenwerking (ICT als Dwarsverband).

Onderzoeksinfrastructuur

Voor de periode 2014–2016 is een subsidie verstrekt aan SURF om de Nederlandse ICT-onderzoeksinfrastructuur concurrerend te houden en om het bedrijfsleven te informeren over de mogelijkheden van innovatieve ICT-oplossingen. In 2014 zijn er mede dankzij deze subsidie upgrades aan de supercomputer Cartesius gerealiseerd, wat er mede toe heeft geleid dat Cartesius nu tot de top 50 van de wereldwijd krachtigste computers behoort. Daarmee blijven Nederlandse onderzoekers toegang houden tot een internationaal concurrerende infrastructuur en heeft vooral het MKB onder begeleiding geproefd aan de nieuwe mogelijkheden.

ICT doorbraakprojecten

De ICT doorbraakprojecten richten zich op het vergroten van het gebruik en de kennis van ICT door het midden- en kleinbedrijf, in de topsectoren en in sectoren als zorg en onderwijs. Negen projecten zijn in uitvoering. Open (Geo) Data, Ambitieuze MKB’er innoveert met ICT, Massaal Digitaal, Informatieplatformen in topsectoren, Ondernemingsdossier, ICT en Onderwijs, De zorg ontzorgd door ICT, Energie en Big Data. Het afgelopen jaar zijn in het Open Data project goed bezochte Open Data Estafettes georganiseerd op de thema’s «Water», «Duurzame Energie» en «Smart Cities». Een aantal veelbelovende initiatieven zijn beloond met een aanmoedigingsprijs van € 4.000. Het doorbraakproject gericht op het MKB heeft in 2014 bij circa 20.000 MKB ondernemers bereikt en bewust gemaakt van de kansen en mogelijkheden van productinnovatie met ICT en hoe deze kan bijdragen aan de versterking van hun concurrentiekracht. In het doorbraak project rond de zorg zijn in het kader van een «challenge» vier voorstellen gehonoreerd. Deze voorstellen zijn gericht op Leefstijlmonitoring, optimalisatie van de samenwerking tussen cliënt, mantelzorger en professional, voorkoming van onvoldoende vochtinname bij patiënten, en het bieden van een platform voor de online zorg- en welzijnsdiensten van zorgaanbieders.

Smart Industry

Benutting van ICT en andere vernieuwende productietechnologieën is van belang om de concurrentiekracht van de industrie te vergroten. Het actieplan Smart Industry is op 10 november aangeboden aan de Minister van Economische Zaken, en bevat 14 acties. Deze acties zijn gericht op het verzilveren van bestaande kennis, het verdiepen in fieldlabs, het versterken van de basis door kennis, benodigde skills en ICT randvoorwaarden te realiseren.

e-Commerce

Ondanks de economische crisis van de afgelopen jaren groeit de e-commercesector snel in Nederland. Dit heeft positieve gevolgen voor de werkgelegenheid en ICT innovatie in Nederland. Voor de detailhandel is e-commerce een bedreiging, maar ook een kans. In 2014 is een retailagenda geformuleerd. Hierin zijn de vraagstukken in de retailsector benoemd langs drie lijnen: de fysieke omgeving, online kansen en innovatief ondernemerschap. Bijvoorbeeld, via een breed scala van tools, cursussen en modules op scholen en instellingen (eAcademy) kunnen bedrijven hun vaardigheden om online te verkopen vergroten en worden retailers ondersteund bij grens-overschrijdende onlineverkoop. De verschillende activiteiten starten in 2015.

Vermindering regeldruk voor bedrijven

Er is nu voor € 2,35 mld aan maatregelen in kaart gebracht om de regeldruk voor bedrijven, burgers en professionals te verminderen. Het kabinet ligt daarmee op koers om de regeerakkoorddoelstelling van € 2,5 mld regeldrukvermindering binnen deze kabinetsperiode te behalen. In totaal is sinds november 2012 € 1.153 mln aan regeldrukvermindering gerealiseerd (€ 761 mln voor bedrijven en € 392 mln voor burgers en professionals). Gerealiseerd betekent dat de maatregelen, vaak wet- en regelgeving, in werking zijn getreden.

In aanvulling op de kwantitatieve reductie van regeldruk werkt het kabinet aan de merkbaarheid van de vermindering van de regeldruk. Daarbij gaat het vaak niet om de wet- en regelgeving zelf, maar de wijze waarop de uitvoering en het toezicht is georganiseerd. In een aantal sectoren wordt in publiek-private samenwerkingsverbanden gezocht naar maatregelen die knelpunten en belemmeringen die bedrijven ervaren kunnen wegnemen. Sectoren waar deze aanpak loopt zijn onder andere de topsectoren Logistiek, Agro&food, Chemie en Lifesciences &Health en sectoren als gastvrijheid en kinderopvang. Tevens is in de sectoren logistiek en chemie een publiek-private verkenning gestart om het toezicht slimmer en efficiënter te organiseren.

Bijdrage aan Logius

De bijdrage aan Logius bestaat uit een bijdrage aan het programma (Bureau)Forum Standaardisatie en het programma SBR (Standard Business Reporting). In het najaar is in het kader van het bevorderen van de financiering van het MKB een stakeholdersonderzoek uitgevoerd, door onder andere een workshop en een ondernemerstafel te organiseren. De belangrijkste conclusie is dat zowel ondernemers, financiers als overige stakeholders positief staan tegenover het ontsluiten van deze informatie, bijvoorbeeld via Standard Business Reporting of een andere digitale omgeving.

Budgettaire gevolgen van beleid

Bedragen x € 1.000

Realisatie

Oorspronkelijk Vastgestelde begroting

Verschil

 

2010

2011

2012

2013

2014

 

2014

VERPLICHTINGEN

1.683.410

1.370.342

977.386

725.485

757.490

2.377.631

– 1.620.141

Waarvan garantieverplichtingen

1.459.543

1.192.913

709.448

463.183

516.609

2.190.294

– 1.673.685

UITGAVEN

260.947

271.467

312.203

436.722

404.941

319.466

85.475

               

Garanties

73.284

87.913

144.946

114.100

153.377

97.011

56.366

BMKB

64.534

73.605

126.302

102.422

97.779

65.000

32.779

Begrotingsreserve BMKB

       

26.555

 

26.555

Groeifinancieringsfacilitieit

514

2.447

2.270

2.360

2.168

9.343

– 7.175

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

8.236

11.861

16.374

9.274

17.875

13.000

4.875

Borgstelling Scheepsnieuwbouw

     

44

 

9.668

– 9.668

Begrotingsreserve MKB-financiering

       

9.000

 

9.000

               

Subsidies

77.261

68.792

71.136

77.685

30.567

19.945

10.622

Bevorderen ondernemerschap

10.810

6.636

7.928

7.383

8.254

5.430

2.824

Biobased Economy

2.839

5.598

12.521

7.829

3.509

2.744

765

Microkrediet

5.088

851

750

30.989

506

 

506

Uitfinanciering subsidies

58.524

55.707

49.937

31.484

18.298

11.771

6.527

               

Opdrachten

62.473

67.163

34.353

24.660

24.104

25.669

– 1.565

Onderzoek & ontwikkeling

5.743

8.901

3.942

4.706

2.640

1.043

1.597

ICT-beleid

42.625

35.516

28.974

18.118

20.001

19.980

21

Beleidsvoorbereiding en evaluaties

13.481

17.870

283

831

459

2.316

– 1.857

Regiegroep Regeldruk/ACTAL

624

4.876

1.154

1.005

1.004

2.330

– 1.326

               

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

23.850

24.588

22.195

21.701

17.034

19.337

– 2.303

NBTC

17.279

18.421

15.213

13.536

10.152

10.152

0

UNWTO

218

 

252

271

291

233

58

Bijdragen aan instituten

6.353

6.167

6.730

7.894

6.591

8.952

– 2.361

               

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

   

18.496

153.144

150.288

137.042

13.246

Kamers van Koophandel / Ondernemerspleinen

   

18.496

153.144

150.288

137.042

13.246

               

Bijdragen aan agentschappen

24.079

23.011

21.077

45.430

29.573

20.462

9.111

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

12.930

12.279

8.368

28.582

25.906

18.258

7.648

Logius

11.149

10.732

12.709

8.699

3.645

2.204

1.441

Dienst ICT Uitvoering

     

8.149

22

 

22

               

ONTVANGSTEN

108.406

77.797

41.763

37.435

55.967

72.087

– 16.120

BMKB

26.519

32.674

23.645

21.544

30.389

38.406

– 8.017

Groeifinancieringsfaciliteit

1.426

1.930

2.154

2.047

2.436

8.000

– 5.564

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

8.236

13.226

13.391

10.160

9.380

13.000

– 3.620

Begrotingsreserve GO

       

9.612

 

9.612

Borgstelling Scheepsnieuwbouw

44

46

10.000

– 9.954

Joint Strike Fighter

484

617

879

1.418

988

1.303

– 315

Diverse ontvangsten

71.741

29.350

1.694

2.223

3.116

1.378

1.738

Toelichting op de verplichtingen

Op artikel 13 is voor ruim € 1,6 mld minder aan verplichtingen aangegaan. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat voor het verstrekken van garanties minder verplichtingenruimte nodig was dan in de oorspronkelijke begroting werd geraamd. De niet benutte ruimte op de BMKB (€ 334 mln), de Garantie Ondernemingsfinanciering (€ 291 mln) en de Groeifinancieringsfaciliteit (€ 49 mln) wordt ingezet voor de aangekondigde garanties in het Aanvullend Actieplan MKB-financiering. Dit betreft garanties voor alternatieve aanbieders van MKB-financiering (€ 400 mln), achtergestelde leningenfondsen (€ 500 mln) en de funding van Qredits (€ 100 mln). De Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering (GSF) met een plafond van € 1 mld is in 2014 niet benut. EZ is in gesprek met de maritieme sector en de banken over de oorzaken van het beperkte gebruik van de GSF. Naast de verlagingen is er ook sprake van enkele verhogingen. Het gaat hier om het afstorten in de interne begrotingsreserves BMKB (€ 26,6 mln) en MKB-Financiering (€ 9 mln), bijdrage aan de Kamer van Koophandel (€ 10 mln) en budgetfinanciering Nieuw Handelsregister (€ 5 mln). Deze vier mutaties staan verder toegelicht onder de uitgaven.

Toelichting op de uitgaven

Garanties

De schadebetalingen op de BMKB waren circa € 33 mln hoger dan aanvankelijk was geraamd. Ten opzichte van vorig jaar is wel sprake van een daling van de schadebetalingen. Daarnaast is € 26,6 mln gestort in de BMKB begrotingsreserve voor het opvangen van tegenvallende schades in de komende jaren. Het verschil tussen de realisatie en de oorspronkelijke begroting is daarmee € 59,3 mln.

De afgelopen jaren lag de benutting van de Groeifinancieringsfaciliteit lager dan de raming in de begroting, daarom liggen de schadebetalingen ook op een lager niveau. Er werd in 2014 € 7,2 mln minder uitgegeven dan aanvankelijk werd geraamd.

Voor de Garantieondernemingsfinanciering werd in totaal € 17,9 mln aan schades uitbetaald. Dit was € 4,9 mln meer dan werd geraamd. Om het verschil tussen de schades, uitvoeringskosten en de ontvangsten te dekken is € 9,6 mln onttrokken aan de begrotingsreserve van de GO.

De Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering is vorig jaar beperkt gebruik. Er werden daarom in 2014 geen schades gedeclareerd.

Er is in 2014 een reserve ingesteld voor de garanties die in het kader van het Aanvullend Actieplan MKB-financiering zullen worden verstrekt. Initieel is een bedrag van € 9 mln als buffer in de reserve gestort.

Subsidies

Voor de uitfinanciering van aangegane verplichtingen in het kader van de Valorisatieregeling was € 6,4 mln meer benodigd dan aanvankelijk geraamd.

Het aanvullend budget van € 3,2 mln voor de NFIA was aanvankelijk geraamd in deze categorie, maar is uiteindelijk verantwoord in de categorie Bijdragen aan agentschappen.

Bijdragen aan agentschappen

De bijdrage aan RVO is € 7,6 mln hoger dan oorspronkelijk geraamd. De oorzaak hiervan is deels (€ 4,4 mln) dat er in de suppletoire begrotingen aanvullend budget beschikbaar is gesteld voor de uitvoeringskosten van de garantieregeling Garantieondernemingsfinanciering, de Berichtenbox, Digital Gateway en de kosten samenhangend met het feit dat Nederland gastland was van de Hannover Messe.

Daarnaast is € 3,2 mln beschikbaar gesteld voor de uitvoeringskosten van de NFIA. Het budget hiervoor was aanvankelijk geraamd in de categorie Subsidies. Aangezien het echter uitvoeringskosten betreft, zijn de kosten in de categorie Bijdragen aan agentschappen verantwoord.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Op de bijdrage aan de Kamer van Koophandel is € 8,2 mln meer uitgegeven dan in de ontwerpbegroting 2014 was geraamd. De oorzaak ligt enerzijds in de aanpassing van het kasritme van bevoorschotting (– € 2 mln) en anderzijds in een eenmalige ophoging van de bijdrage aan de Kamer van Koophandel met € 10 mln. Deze bijdrage is ter gedeeltelijk compensatie van de additionele transitievoorziening die de Kamer van Koophandel dient te treffen voor het feit dat Syntens met een negatief eigen vermogen (– € 18 mln) is ingevaren in de nieuwe Kamer van Koophandel. Eén en ander is verwerkt en toegelicht in de 2e suppletoire begroting 2014.

Voor de budgetfinanciering Nieuwe Handelsregister is circa € 5 mln meer uitgegeven dan in de ontwerpbegroting 2014 was geraamd. Dit is te verklaren uit de bijdragen van andere departementen en vanuit Gemeentefonds aan de budgetfinanciering van het Handelsregister en de eenmalige verrekening van de daadwerkelijke kosten van het gebruik van het Nieuwe Handelsregister (pilot inputfinanciering) over 2012 en 2013.

Toelichting op de ontvangsten

De geplande onttrekking aan de begrotingsreserve BMKB van € 9,4 mln bleek niet nodig omdat de hogere schades binnen de EZ-begroting konden worden opgevangen. Daarnaast is in 2014 € 1,4 mln meer aan ontvangsten gerealiseerd dan begroot. Hierdoor zijn er per saldo € 8 mln lagere ontvangsten gerealiseerd.

Vanwege de lager dan geraamde benutting van de Groeifinancieringsfaciliteit in de afgelopen jaren, liggen ook de premieontvangsten op een lager niveau. In 2014 werd er € 5,6 mln minder ontvangen dan begroot.

Voor de GO werd er € 3,6 mln minder aan provisies ontvangen, vanwege de lager dan geraamde benutting in de afgelopen jaren. Tegenover deze lagere provisieontvangsten stond een onttrekking aan de begrotingsreserve van de GO van € 9,6 mln om het verschil tussen schades, uitvoeringskosten en provisie te overbruggen.

De Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering is de afgelopen jaren beperkt benut, waardoor de premieontvangsten gering zijn.

Kengetal

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Verstrekte garanties BMKB, x € 1 mln

556

742

909

486

344

372

Totaal aantal verstrekte garanties

2.442

3.701

4.325

2.640

1.983

1.949

Bron: RVO

Kengetal

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Verstrekte garanties Groeifinancieringsfaciliteit, x € 1 mln

10

25

12

13

8

32

Totaal aantal verstrekte garanties

22

32

17

21

16

20

Bron: RVO

Kengetal

2009

2010

2011

2012

2013

2014

Verstrekte garanties GO, x € 1 mln

58

413

261

103

103

82

Totaal aantal verstrekte garanties

20

104

62

53

51

39

Bron: RVO

Indicator

Referentie- waarde

Peildatum

Raming 2014

Realisatie 2014

Bron

Aantal verstrekte micro en MKB-kredieten

610

2009

1.350

1.187

Qredits

Qredits heeft in 2014 totaal 1.187 kredieten verstrekt, te weten 1.067 microkredieten en 120 MKB-kredieten. Er zijn meer microkredieten verstrekt dan in 2013, maar wel minder dan verwacht. De reden is het tegenvallende aantal aanvragen. In 2014 is het aantal aanvragen met 13% gedaald ten opzichte van 2013, ondanks de forse massa mediale en online marketing inspanningen van Qredits in 2014.

De kwaliteit van de aanvragen was in 2014 wel beter. Ondanks er in 2014 minder aanvragen waren dan in 2013, zijn er in 2014 meer kredieten verstrekt. Het honoreringspercentage ligt in 2014 3,4% punten hoger dan in 2013. De bekendheid en het gebruik van de geïntroduceerde coachingsproducten (e-learning en coaching programma’s) nemen toe en lijken positief bij te dragen aan de kwaliteit van de aanvragen.

Indicator

Referentie-waarde

Peildatum

Raming 2014

Realisatie 2014

Bron

Netto verlaging regeldruk (x € 1 mln, cumulatief).

2012

€ 1.153 mln van de € 2,5 mld

EZ

Het kabinet Rutte II heeft in het Regeerakkoord een nieuwe doelstelling op het vlak van reductie van administratieve lasten afgesproken voor bedrijven, burgers en professionals. Van de kwantitatieve doelstelling van € 2,5 mld regeldrukvermindering is eind 2014 een reductie van € 1.153 mln gerealiseerd. Het betreft hier de cumulatief over de jaren 2012–2014 gerealiseerde regeldrukvermindering voor bedrijven, burgers en professionals.

Indicator

Referentiewaarde

Peildatum

Streefwaarde 2014

Realisatie 2014

Bron

Gerealiseerde invulling compensatie / IP-verplichting

(gemiddelde 2010–2014)

€ 481 mln

2012

€ 350 mln

€ 383 mln

EZ

De indicator, die de realisatie van compensatie- en industriële participatie verplichtingen aangeeft, is voor 2014 zoals verwacht verder gedaald, maar wel ruim boven de streefwaarde van € 350 mln geëindigd (5-jaarsgemiddelde van de realisatie in de jaren 2010–2014). Zoals in de begroting aangegeven, is deze verwachte daling onder andere veroorzaakt door de introductie van de wet Aanbestedingen Defensie en Veiligheid en de introductie van het nieuwe IP-beleid. De in 2014 gerealiseerde compensatie/ IP-invulling betrof € 368 mln.

Interne begrotingsreserves

Interne begrotingsreserve BMKB

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2014

30.000

+ Storting

+36.555

Stand per 31/12/2014

66.555

Interne begrotingsreserve Groeifinancieringsfaciliteit

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2014

 

+ Storting

+5.000

Stand per 31/12/2014

5.000

Interne begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2014

64.621

– Onttrekking

– 9.612

Stand per 31/12/2014

55.009

Interne begrotingsreserve Garantiefaciliteit Scheepsnieuwbouwfinanciering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2014

25.044

– Onttrekking

– 15.000

Stand per 31/12/2014

10.044

Interne begrotingsreserve Garantie MKB-financiering

Bedragen x € 1.000

Stand 1/1/2014

 

+ Storting

+9.000

Stand per 31/12/2014

9.000

Licence