Om uitvoering te geven aan haar taak voert de CTIVD onderzoeken uit waarover zij, via de betrokken ministers, rapporteert aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal.
In 2015 heeft de Commissie zes toezichtsrapporten uitgebracht. Het betrof diepteonderzoeken naar:
-
– De activiteiten van de BVD tegen de heer R.H.G. Van Duijn (nr. 41);
-
– De toepassing van biologisch forensische onderzoeksmethoden door de AIVD (nr. 42);
-
– De samenwerking van de MIVD met buitenlandse diensten (nr. 22b);
-
– De AIVD en de MIVD en de crash van vlucht MH17 (nr. 43);
-
– Twee MIVD sigint-operaties in de Hoorn van Afrika (nr. 44);
-
– De informatie van de AIVD over eventuele handlangers van Mohammed B. (nr. 45).
Voorts heeft de CTIVD zich in 2015 beziggehouden met onderzoeken naar:
-
– De inzet van de afluisterbevoegdheid en Sigint in de periode van maart 2014 t/m februari 2015 door de AIVD;
-
– De samenwerking met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten door de AIVD;
-
– De uitvoering van Tweede Kamermoties over de samenwerking van de AIVD en de MIVD met buitenlandse diensten;
-
– De inzet van de afluisterbevoegdheid in de periode juni 2013 t/m juni 2015 door de MIVD;
-
– De bijdrage van de MIVD aan targeting.
Hierover zal in 2016 worden gerapporteerd.
De CTIVD heeft in het verslagjaar de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over elf klachten betreffende de AIVD geadviseerd. Daarnaast heeft zij de Minister van Defensie over twee klachten betreffende de MIVD geadviseerd.
Naast de bovengenoemde werkzaamheden heeft de Commissie in 2015 ook een uitgebreide reactie geschreven op het concept-wetsvoorstel voor een nieuwe wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Daarnaast inventariseert de CTIVD ook belangrijke activiteiten van de diensten. De CTIVD beoogt hiermee op de hoogte te blijven van ontwikkelingen binnen de AIVD en de MIVD zodat zij een goede afweging kan maken in de keuze van haar onderzoeken.
De Commissie onderhoudt frequent contacten met andere toezichthouders in het buitenland. In 2015 bezocht de Commissie voor internationaal contact Brussel, Londen, Berlijn, Bern, Oslo en Wenen. Ook ontving zij collega-toezichthouders uit Zweden, Italië, Nieuw-Zeeland en België.