Base description which applies to whole site

4.2 Financiële markten

A. Algemene doelstelling

Beleid maken voor een stabiele werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Financiën bevordert het goed functioneren van het financiële stelsel en heeft een regisserende rol. De Minister is verantwoordelijk voor de Nederlandse wetten en regels ten aanzien van de financiële markten, de institutionele structuur van het toezicht en voor de besluitvorming over eventuele besteding van publieke middelen bij een crisis. Het daadwerkelijke toezicht op de financiële markten wordt uitgevoerd door DNB en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

De randvoorwaarden die de Minister stelt voor een integer en stabiel systeem hebben hun basis in de Wet op het financieel toezicht (Wft). Het gaat hierbij om (het toezicht op) regelgeving die financiële instellingen stimuleert en verplicht om op integere en transparante wijze te werk te gaan. Met deze regelgeving en dit toezicht wordt eraan bijgedragen dat consumenten en bedrijven met voldoende informatie en vertrouwen financiële producten kunnen afnemen.

De Minister bevordert de educatie van de burger op financieel gebied, streeft naar een integer financieel stelsel met passende regelgeving in de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft) en is verantwoordelijk voor de ongestoorde voorziening van voldoende munten in circulatie.

C. Beleidsconclusies

Na de aanslagen in Parijs zijn in de loop van 2015 nieuwe maatregelen voorbereid om terrorismefinanciering harder aan te pakken. Het aantal personen op de Nederlandse bevriezingslijst is toegenomen.19 Bijzondere aandacht is besteed aan uitreizigers naar conflictgebieden. In de zomer van 2015 is ook een nieuwe Europese anti-witwasrichtlijn vastgesteld, met daarin de verplichting om een centraal register op te zetten met informatie over uiteindelijk belanghebbenden (Ultimate Beneficial Owners, UBO’s) van vennootschappen20.

Het ministerie is geconfronteerd met een situatie waarin de Koninklijke Nederlandse Munt (KNM) haar financiële verplichtingen niet conform de met het ministerie gemaakte afspraken kon nakomen. Dit vanwege problemen bij de afwikkeling van een grote order uit het buitenland. Ultimo 2015 had de staat een bedrag van ongeveer € 17 miljoen tegoed van KNM. Eind vorig jaar heeft KNM tevens bericht dat de externe accountant de controle van de jaarrekening over 2014 niet binnen de wettelijke deponeringstermijn zou kunnen afronden. Om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wettelijke deponeringsplicht heeft KNM de voorlopige jaarrekening over 2014 gedeponeerd. De staat bezint zich samen met een extern adviseur op de toekomst van KNM. Ondertussen is een chief restructuring officer aangesteld die het reorganisatieplan uitvoert. De Staatssecretaris heeft de Tweede Kamer laten weten dat hij het huidige model met de staat als aandeelhouder en KNM als uitvoerder van het muntcontract zal evalueren.

2015 was ook het tweede jaar dat de Centrale Examenbank (CE) Wft operationeel was. Via centrale examinering borgt de overheid dat alle adviseurs na de overgangstermijn aantoonbaar vakbekwaam zijn. Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) is verantwoordelijk voor het (laten) maken van examenvragen en ziet toe op de kwaliteit en de kwantiteit. Begin 2015 bleek dat de examenvragen van een externe partij niet voldeden. Vervolgens is het contract per 1 april 2015 ontbonden en heeft het CDFD de itemconstructie op zich genomen.

Het geautomatiseerde systeem voor examinering is gestart in 2014 en wordt uitgevoerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dit proces verloopt goed en betrouwbaar. In 2015 zijn 165.746 (her)examens afgenomen en in 2014 60.347. De examens voor Permanente Educatie (PE) hadden in 2015 een totaal slagingspercentage van 69,8%. Voor de initiële Wft-examens slaagde 61,9% van de kandidaten.

Voorts is in 2014 gestart met de herbeoordeling door banken van rentederivatencontracten van MKB-ondernemingen. In de dienstverlening omtrent het afsluiten van deze contracten waren door de AFM tekortkomingen geconstateerd. Alle banken hadden toegezegd om alle klanten (bij wie dit nodig is) uiterlijk eind 2015 een oplossing te hebben geboden. Eind 2015 heeft de AFM het Ministerie van Financiën geïnformeerd dat de herbeoordelingen onjuistheden en onvolledigheden bevatten en dus niet conform de toezegging van de banken in 2015 konden worden afgerond. De Minister heeft daarop, op advies van de AFM, een drietal onafhankelijke deskundigen aangesteld met als taak het opstellen van een uniform herstelkader waaraan de banken zich committeren.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Financiële markten (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2011

2012

2013

2014

2015

2015

2015

Verplichtingen

– 5.707.805

– 15.864.348

– 7.291.534

– 9.827.776

– 4.225.045

21.500

– 4.246.545

waarvan garantieverpichtingen

– 5.841.128

– 15.932.412

– 7.349.358

– 9.893.042

– 4.236.109

0

– 4.236.109

Garantie verhoging plafond kredietfaciliteit AFM

– 18.000

0

0

0

18.000

0

18.000

Garantieregeling bancaire leningen

– 5.823.147

– 15.932.477

– 7.349.358

– 9.892.984

0

0

0

Garantie WAKO

0

0

0

0

– 4.254.099

0

– 4.254.099

Garantie stichting waarborgfonds

     

– 58

– 10

0

– 10

               

Uitgaven

128.238

71.169

60.866

58.451

17.286

21.500

– 4.214

               

Subsidies

1.150

1.467

2.870

4.584

6.324

4.642

1.682

Afwikkeling Geldmuseum en collectiebeheer

 

689

1.500

0

0

0

0

CDFD

 

778

1.370

4.584

6.324

4.642

1.682

               

Bekostiging

62.678

9.775

12.203

10.633

6.568

13.775

– 7.207

Rechtspraak financiële markten

1.245

687

1.092

988

1.119

1.250

– 131

Muntcirculatie

9.393

8.500

10.895

9.645

5.425

12.385

– 6.960

Afname munt in circulatie

52.040

0

0

0

0

0

0

Overig

 

588

216

0

24

140

– 116

               

Garanties

4.481

0

0

0

0

0

0

Terugbetaling fee garantie bancaire leningen

4.481

0

0

0

0

0

0

               

Opdrachten

3.602

2.091

1.212

1.456

1.688

270

1.418

Wijzer in geldzaken

3.602

2.091

1.212

1.456

1.688

270

1.418

               

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

56.305

57.432

44.201

41.358

2.306

2.413

– 107

Bijdrage toezicht AFM

30.505

29.722

20.500

20.547

181

400

– 219

Bijdrage toezicht DNB en FEC

25.800

27.710

23.701

20.811

2.125

2.013

112

               

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

22

403

380

420

400

400

0

Caribbean Financial Action Taskforce

22

23

0

40

20

20

0

IASB

 

380

380

380

380

380

0

               

Ontvangsten

906.597

586.778

362.270

814.597

80.674

12.515

68.159

               

Garanties

365.893

230.242

164.972

99.636

0

0

0

Feeopbrengsten garantieregeling bancaire leningen

365.893

230.242

164.972

99.636

0

0

0

               

Leningen

534.007

293.150

77.107

623.085

58.491

0

58.491

Ontvangsten voorfinanciering DNB (DGS)

91.059

2.285

0

0

0

0

0

Ontvangsten (uit boedel) Icesave

442.948

290.865

77.107

623.085

58.491

0

58.491

               

Bekostiging

2.840

60.313

75.451

86.992

11.185

5.184

6.001

Ontvangsten muntwezen

2.840

1.767

10.937

3.288

4.698

5.184

– 486

Toename munten in circulatie

0

58.546

64.514

83.704

6.487

0

6.487

               

Overig

3.857

3.073

44.740

4.884

10.998

7.331

3.667

Overige programma-ontvangsten

3.857

3.073

44.740

4.884

10.998

7.331

3.667

Bij het opstellen van dit jaarverslag kon nog geen gebruik worden gemaakt van de definitieve – van een accountantsverklaring voorziene – jaarrekening van de KNM.

E. Toelichting op de instrumenten

Verplichtingen

WAKO (– € 4,3 miljard)

Op 1 januari 2015 is een wijziging van de WAKO in werking getreden waarmee de garantie van de staat wordt ingeperkt. Middels deze wetswijziging wordt de garantie voor kerninstallaties, waarbij een ongeval beperkte gevolgen heeft, teruggebracht tot het verdragsminimum van € 1,5 miljard. Voor Borssele blijft de garantie staan op € 2,3 miljard. Daarnaast is de kerninstallatie van Dodewaard sinds kort uitgesloten (1 maart 2015) van de WAKO en vervalt hierdoor de € 1,5 miljard garantie die nu nog op de begroting staat. Het totaal aan garanties voor de WAKO komt daarmee op € 9,8 miljard.

Kredietfaciliteit AFM (+ € 18 miljoen)

De kredietfaciliteit van de AFM is verhoogd met € 18 miljoen. De voornaamste reden daarvoor is het wegvallen van de overheidsbijdrage.

Uitgaven (– € 4,2 miljoen)

Vakbekwaamheid (+ € 1,7 miljoen)

Per 1 januari 2014 heeft het Ministerie van Financiën een centrale examenbank waarmee erkende exameninstituten examens over de Wft voor financieel adviseurs kunnen afnemen. De extra uitgaven bestaan uit variabele kosten die vooral worden veroorzaakt door de toename in het aantal examens in 2015. In 2015 zijn 165.746 (her)examens afgenomen.

Muntcirculatie (– € 7,0 miljoen)

In 2015 is een beperkter aantal nieuwe munten geslagen dan waarmee rekening werd gehouden in de oorspronkelijke begroting. De kosten vallen daardoor lager uit dan geraamd.

Wijzer in geldzaken (+ € 1,4 miljoen)

De verhoging van de begroting voor Wijzer in geldzaken komt vooral voort uit het feit dat de financiële sector – via de koepels van banken, verzekeraars en pensioenfondsen – bijdraagt aan het platform. In 2015 en 2016 zal de sector € 1,3 miljoen bijdragen aan Wijzer in Geldzaken.

Overig (– € 0,1 miljoen)

Er was € 140.000 voorzien voor commissies. Dit jaar is er voor de Commissie verzekeraars € 23.000 nodig. Het overige gedeelte van het budget valt vrij.

Ontvangsten (+ € 68,2 miljoen)

Ontvangsten uit (boedel) Icesave (+ € 58,5 miljoen)

Het dossier Icesave is na zeven jaar gesloten. Met het IJslandse DGS is een schikking overeengekomen van omgerekend € 48,6 miljoen. Door deze schikking is de rechtszaak tegen het IJslandse DGS, over de vergoeding van rente- en uitvoeringskosten, beëindigd. Tevens is een onderdeel van de schikking dat de kronen die op een geblokkeerde rekening stonden zijn geconverteerd en overgeboekt naar een rekening buiten IJsland. Het totaalbedrag dat deze schikking oplevert voor de Nederlandse staat is ongeveer € 61 miljoen. Hierop worden de juridische en proceskosten die vanaf 2011 zijn gemaakt in mindering gebracht. Na aftrek van deze kosten bedragen de ontvangsten ruim € 58 miljoen.

Bekostiging

Ontvangsten muntwezen (– € 0,5 miljoen)

De lagere ontvangsten zijn te zien in samenhang met de lager dan begrote verkoop van munten aan verzamelaars.

Toename munten in circulatie (+ € 6,5 miljoen)

Er zijn meer munten in omloop gebracht dan dat er uit omloop terugkwamen, hierdoor is het aantal munten in circulatie toegenomen. Deze toename leidt tot netto ontvangsten, gelijk aan de nominale waarde van de munten.

Overig (+ € 3,7 miljoen)

De overige ontvangsten zijn onder andere opwaarts bijgesteld door een technische mutaties (desaldering) voor Wijzer in geldzaken (+ € 1,1 miljoen) en de ontvangsten van de CE (+ € 2,9 miljoen). Tevens is er minder aan ontvangsten binnengekomen voor premies (– € 0,3 miljoen) voornamelijk door de premie terrorismepool.

20

Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (Pb. L141).

Licence