Activa | Passiva | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
31-12-2015 | 31-12-2014 | 31-12-2015 | 31-12-2014 | |||||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 66.983.912 | 65.887.382 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 64.493.911 | 54.654.123 | |||||
3) | Liquide middelen | 6 | 11 | |||||||||
4) | Rekenig-courant RHB | 17.581.709 | 10.418.487 | |||||||||
6) | Uitgaven buiten begrotingsverband (=intra-comptabele vorderingen) | 3.724.342 | 572.389 | 7) | Ontvangsten buiten begrotingsverband (=intra-comptabele schulden) | 33.910.949 | 31.605.103 | |||||
8) | Kas-transverschillen | 10.114.891 | 9.380.957 | |||||||||
Subtotaal | 98.404.860 | 86.259.226 | Subtotaal | 98.404.860 | 86.259.226 | |||||||
10) | Extra-comptabele vorderingen | 13.451.473 | 16.013.779 | 10a) | Tegenrekening extra-comptabele vorderingen | 13.451.473 | 16.013.779 | |||||
11a) | Tegenrekening extra-comptabele schulden | 342.806.603 | 345.035.796 | 11) | Extra-comptabele schulden | 342.806.603 | 345.035.796 | |||||
12) | Voorschotten | 0 | 0 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 0 | 0 | |||||
Totaal | 454.662.936 | 447.308.801 | Totaal | 454.662.936 | 447.308.801 |
Algemene toelichting
Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen op duizenden euro’s, kunnen totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.
Specifieke toelichting per saldibalanspost
1. Uitgaven ten laste van de begroting
Deze post bevat de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsuitgaven 2015. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
2. Ontvangsten ten gunste van de begroting
Deze post betreft de nog niet met het Ministerie van Financiën (Rijkshoofdboekhouding) verrekende begrotingsontvangsten 2015. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
3. Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit de saldi op bank- en girorekeningen en bij de kasbeheerders aanwezige kasgelden.
4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Er zijn drie rekening-courantverhoudingen: het Geïntegreerd middelenbeheer, het Partieel schatkistbankieren en het Agentschap. De bedragen zijn per 31 december 2015 in overeenstemming met de opgaven van de Rijkshoofdboekhouding.
6. Uitgaven buiten begrotingsverband (= intra-comptabele vorderingen)
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2015 | Ultimo 2014 | |
---|---|---|
Te realiseren (dis)agio | 0 | – 4.222.485 |
Vooruitbetaalde rente onderhandse leningen | 0 | 216 |
Te ontvangen rente swaps | 3.610.417 | 4.567.579 |
Vooruitbetaalde disconto | – 7.272 | – 1.884 |
Te ontvangen rente vlottende schuld | 51.671 | 68.974 |
CO2-veiling | 0 | 0 |
Te ontvangen rente m.b.t. GMB | 69.526 | 159.989 |
Totaal | 3.724.342 | 572.389 |
Te realiseren (dis)agio
Zie voor een toelichting op het te realiseren agio onderdeel 7. Ontvangsten buiten begrotingsverband.
Te ontvangen renteswaps
Er zijn in 2015 nauwelijks nieuwe langlopende swaps afgesloten. Doordat de rente laag staat, ontvangt de staat op deze swaps per saldo rente, omdat zij een vaste rente ontvangt en momenteel een lage variabele rente betaalt.
7. Ontvangsten buiten begrotingsverband (= intra-comptabele schulden)
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2015 | Ultimo 2014 | |
---|---|---|
Te realiseren agio | 5.367.713 | 0 |
Te betalen rente onderhandse leningen | 26.943 | 29.546 |
Te betalen rente openbare schuld | 5.842.388 | 6.296.957 |
Te betalen rente swaps | 3.255.462 | 4.334.113 |
Te betalen rente vlottende schuld | – 930 | 11.171 |
Derden van het Agentschap | 19.407.415 | 20.917.815 |
Te betalen rente m.b.t. GMB | 11.958 | 15.501 |
Totaal | 33.910.949 | 31.605.103 |
Te realiseren agio
Het uitstaande saldo (€ 5,4 miljard) heeft betrekking op in het verleden gerealiseerde agio bij de uitgifte van vaste schuld. In 2015 waren de prijzen over het algemeen hoger dan in 2014 waardoor er meer agio is gerealiseerd op nieuwe uitgiftes.
Te betalen renteswaps
Er zijn minder payerswaps afgesloten in 2015 waardoor er minder rente betaald hoeft te worden.
Derden van het Agentschap
Het gestalde onderpand is in 2015 afgenomen doordat er voor een aanzienlijk bedrag aan receiverswaps is afgewikkeld. Daarnaast is de rente licht gestegen waardoor tegenpartijen minder onderpand moesten stallen voor hun derivatencontracten.
8. Kas-transverschillen
Op deze rekening zijn de bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven en ontvangen. Deze verschillen ontstaan doordat rentebaten en -lasten worden verantwoord op transactiebasis. Hierdoor worden transacties administratief verwerkt op het moment dat de transacties zich voordoen. Bij het kasstelsel is het moment van betaling en ontvangst leidend. Het verschil dat ontstaat tussen beide verantwoordingsmethoden wordt op deze rekening opgenomen. Met de registratie van rente op transactiebasis wordt aangesloten op Europese voorschriften. Sinds 2002 wordt deze werkwijze toegepast.
10. Extra-comptabele vorderingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2015 | Ultimo 2014 | |
---|---|---|
Loans | 1.750.000 | 3.550.000 |
Reverse Repo | 0 | 1.000.000 |
Verstrekte leningen agentschappen | 6.748.918 | 6.821.980 |
Verstrekte leningen RWT’s en derden | 4.952.555 | 4.641.799 |
Totaal | 13.451.473 | 16.013.779 |
Instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer kunnen lenen. De afgesloten leningen zijn vorderingen van de staat op de deelnemers. De vorderingen bedragen ultimo 2015 € 11,7 miljard. Aan de Agentschappen is € 6,7 miljard uitgeleend, een daling van € 0,1 miljard ten opzichte van de stand ultimo 2014. Aan RWT’s en derden is € 5,0 miljard uitgeleend, een stijging van € 0,4 miljard ten opzichte van 2014. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt bij de agentschappen circa 16,4 jaar en bij RWT’s circa 16,3 jaar. Tenslotte heeft in 2015 ABN Amro voor € 1,8 miljard een lening afgelost.
Opeisbaarheid van de vorderingen
Het volgende overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de extra-comptabele vorderingen.
Opeisbaarheid | Bedrag |
---|---|
Direct opeisbare vorderingen | 0 |
Op termijn opeisbare vorderingen | 13.451.473 |
Totaal | 13.451.473 |
11. Extra-comptabele schulden
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2015 | Ultimo 2014 | |
---|---|---|
Vaste schuld | ||
– Staatsschuld | 332.339.903 | 332.922.985 |
Vlottende schuld | ||
– Dutch Treasury Certificates | 13.290.000 | 22.200.000 |
– Deposit Borrow | 1.108.854 | 0 |
– Sell-buy back-transacties | 27.038 | 0 |
– European Commercial Paper (ECP) | 761.085 | 0 |
– Onderhands Floating Rate Note (FRN) | 3.000.000 | 3.000.000 |
– RC agentschappen | 2.261.660 | 1.982.644 |
– RC RWT’s en derden | 3.801.023 | 3.015.459 |
– RC decentrale overheden | 7.163.342 | 5.881.650 |
– RC sociale fondsen | – 23.360.582 | – 27.048.073 |
Overige schuld | ||
– Deposito’s agentschappen | 72.900 | 239.000 |
– Deposito’s RWT’s en derden | 1.261.904 | 1.751.655 |
– Deposito’s decentrale overheden | 1.079.476 | 1.090.476 |
Totaal | 342.806.603 | 345.035.796 |
De extra-comptabele schulden hebben betrekking op in het verleden binnen begrotingsverband geboekte ontvangsten, waarvan op termijn nog verrekening met derden zal plaatsvinden. Deze post betreft voornamelijk de vaste staatsschuld (€ 332,3 miljard) en vlottende staatsschuld (€ 18,2 miljard). Daarnaast bevatten de extra-comptabele schulden ook de schulden die betrekking hebben op de verhoudingen tussen het Rijk en de deelnemers aan geïntegreerd middelenbeheer.
Deelnemers aan het geïntegreerd middelenbeheer houden middelen aan op hun rekening-courant bij de schatkist. Deze tegoeden vallen onder de vlottende schuld omdat ze direct opvraagbaar zijn. Deelnemers kunnen echter ook deposito’s plaatsen. De uitstaande deposito’s zijn voor het overgrote deel kortlopend. De agentschappen hielden eind 2015 € 2,3 miljard aan op hun rekeningen-courant en € 0,1 miljard in deposito’s. RWT’s en derden hielden € 3,8 miljard aan in rekening-courant en € 1,3 miljard in deposito’s. Het rekening-courantsaldo van de decentrale overheden steeg in 2015 met € 1,3 miljard naar € 7,2 miljard, maar het bedrag aan uitstaande deposito’s bleef grotendeels gelijk op € 1,1 miljard. De gewogen gemiddelde looptijd van de eind 2015 uitstaande deposito’s was voor de agentschappen circa 1,7 jaar. Bij de RWT’s bedroeg de gemiddelde looptijd circa 1,2 jaar en bij de decentrale overheden 11,3 jaar.
Sociale Fondsen
De saldi van de sociale fondsen lopen sterk uiteen, hetgeen met name toe te schrijven is aan de mate van onderdekking en overdekking van de desbetreffende premies. Het saldo van het UWV (Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen) bedraagt € 10,4 miljard negatief, het saldo van SVB (Sociale VerzekeringsBank) € 4,3 miljard positief en het saldo van Zorginstituut Nederland € 17,3 miljard negatief. Gecumuleerd levert dit het saldo van € 23,4 miljard negatief op. Het saldo eind 2015 is € 3,6 miljard minder negatief dan de stand eind 2014.
Voor een specificatie naar uitgiftejaar van de stand van de vaste schuld per 31 december 2015 wordt verwezen naar het onderstaande overzicht.
Jaar van uitgifte | Openbaar | Onderhands | Totaal |
---|---|---|---|
Vóór 1998 | 22.848,92 | 595,1 | 23.444,0 |
1999 t/m 2004 | 0 | 0 | 0 |
2005 | 13.697,4 | 0 | 13.697,4 |
2006 | 18.543,5 | 0 | 18.543,5 |
2007 | 13.558,0 | 0 | 13.558,0 |
2008 | 15.081,0 | 0 | 15.081,0 |
2009 | 14.671,4 | 0 | 14.671,4 |
2010 | 30.401,5 | 739,33 | 31.140,8 |
2011 | 28.685,9 | 0 | 28.685,9 |
2012 | 44.340,1 | 0 | 44.340,1 |
2013 | 44.824,2 | 0 | 44.824,2 |
2014 | 53.795,5 | 0 | 53.795,5 |
2015 | 30.558,2 | 0 | 30.558,2 |
Totaal4 | 331.005,6 | 1.334,4 | 332.340,0 |
Jaar van eerste uitgifte betekent dat in geval van een heropening van een lening, het bedrag wordt opgenomen bij het oorspronkelijke jaar van eerste uitgifte van de (heropende) lening.
GBK € 13,6 miljoen, DSL-uitgifte jaar 1993 € 9.806,5 miljoen, DSL-uitgifte 1998 € 13.028,8 miljoen.