Realisatie | Toelichting | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Beleidsartikel | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | ||
1. | Belastingen | ||||||||
Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering van die wet- en regelgeving zorgt er voor dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance). | v | v | |||||||
2. | Financiële markten | ||||||||
Beleid maken voor een stabiele werking van financiële markten, met betrouwbare dienstverlening van financiële instellingen aan burgers en bedrijven. | v | ||||||||
3. | Financieringsactiviteiten publiek-private sector | ||||||||
Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen. In het bijzonder bij investeren in en verwerven, afstoten en beheren van de financiële en materiële activa van de staat. | v | ||||||||
4. | Internationale financiële betrekkingen | ||||||||
Een bijdrage leveren aan een gezond en welvarend Europa en een evenwichtige internationale financieel-economische ontwikkeling. | v | – | in uitvoering | ||||||
5. | Exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen | ||||||||
Het bieden van mogelijkheden voor verzekering van betalingsrisico's die zijn verbonden aan export naar en investeringen in het buitenland (in aanvulling op de markt) en het creëren en handhaven van een internationaal gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfacili-teit. | v | v | http://www.rijksbegroting.nl/system/files/18/fin-beleidsdoorlichting-exportkredietgarantie-ekg.pdf | ||||||
6. | Btw(Belastingtoegevoegde waarde)-compensatiefonds | ||||||||
Gemeenten, provincies en andere regionale openbare lichamen als bedoeld in de wet op het Btw-compensatiefonds hebben de mogelijkheid een evenwichtige keuze te maken tussen in- en uitbesteding. De btw speelt hierin geen rol. | v | ||||||||
7. | Beheer materiële activa | ||||||||
Een optimaal financieel resultaat bij het beheren en afstoten van materiële activa van/voor het Rijk ten behoeve van de realisatie van rijksdoelstellingen. | v | v | |||||||
8. | Overig | ||||||||
Financieel en economisch beleid van de overheid | v | Kamerstukken II 2009–2010, 31 123, nr. 52, bijlage 59 692 | |||||||
Projectdirectie Vastgoed | v | Uitvoeringsprogramma compacte Rijksdienst | |||||||
Nationale Schuld | |||||||||
11. | Financiering staatsschuld | ||||||||
Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke rentekosten onder een acceptabel risico voor de begroting. | v | v | |||||||
12. | Kasbeheer | ||||||||
Optimaal kasbeheer van het Rijk en van de instellingen die aan de schatkist zijn gelieerd. | v | http://www.rijksbegroting.nl/system/files/18/fin-beidsdoorlichting-schatkistbankieren.pdf |
Toelichting
In de RPE is vastgelegd dat al het beleid met een zekere regelmaat dient te worden geëvalueerd in een beleidsdoorlichting. Dit kan bijvoorbeeld eens in de vier jaar en ten minste eens in de zeven jaar. Er moet volgens de RPE sprake zijn van een dekkende programmering van beleidsdoorlichtingen. De meerjarige programmering van beleidsdoorlichtingen voor Financiën wordt in de begroting opgenomen. In dit jaarverslag wordt over de realisatie hiervan teruggeblikt.
In 2015 was een drietal beleidsdoorlichtingen gepland, twee hiervan zijn afgerond en de derde is in maart van dit jaar naar de Tweede Kamer gestuurd.
De beleidsdoorlichting bij het beleidsartikel Belastingen betrof een partiële doorlichting van het artikel, toegespitst op de doelstelling van dienstverlening van de Belastingdienst. De andere onderdelen van het artikel zullen in 2016 (toeslagen) en 2017 (massale processen, toezicht en opsporing) worden doorgelicht. De uitgevoerde doorlichting richtte zich op de effectiviteit en efficiency van kanalen en instrumenten van dienstverlening in de periode 2010–2014. De conclusie van de doorlichting is dat, met uitzondering van BelastingTelefoon, alle dienstverleningskanalen in de onderzoeksperiode adequaat en in de meeste gevallen goed hebben gefunctioneerd. Verder is geconcludeerd dat vanwege het ontbreken van het nodige (cijfer)materiaal geen concrete uitspraken kunnen worden gedaan over de effecten van de dienstverlening op de compliance en belastingopbrengst, noch over de efficiency van de dienstverleningsinspanningen. Met de Brede agenda en de uitwerking hiervan in Investeringsagenda is op dit gebied inmiddels het nodige in gang gezet. In de Investeringsagenda is met de maatregelen op het gebied van interactie met burger en bedrijf een besparing van € 30 miljoen ingeboekt voor de periode 2016–2020.
De beleidsdoorlichting over de financiering van de staatsschuld heeft betrekking op het raamwerk voor het risicomanagement bij de financiering van de staatsschuld in de periode 2012–2015. Uit de beleidsdoorlichting is geconcludeerd dat het risicokader de afgelopen jaren in grote lijnen heeft voldaan aan de hoofddoelstelling om de staatsschuld te financieren tegen zo laag mogelijke rentekosten onder een acceptabel risico voor de begroting. Daarnaast is echter geconstateerd dat in de afgelopen jaren een aantal negatieve neveneffecten is opgetreden. Ten eerste heeft de mogelijkheid om af te wijken van de benchmark er toe geleid dat de feitelijke schuldportefeuille (inclusief swaps) substantieel is gaan afwijken van de benchmarkportefeuille. Dit vermindert de transparantie en afrekenbaarheid van het beleid. Ten tweede staat de swapstrategie die is gebruikt om de benchmark in de praktijk te repliceren, onder druk. De evaluatie heeft geleid tot een herijking van het renterisicobeleid voor de periode 2016–2019, dat in december 201510 aan de Tweede Kamer is gepresenteerd.
De beleidsdoorlichting van beleidsartikel 4 zou aanvankelijk eind 2015 aan de Tweede Kamer worden gepresenteerd. De uitvoering en verwerking van de interviews met sleutelfiguren bleek meer tijd te kosten dan voorzien. De beleidsdoorlichting is in het voorjaar van 2016 aan de Tweede Kamer verstuurd.