Base description which applies to whole site

4. Jonggehandicapten

Artikel

Algemene doelstelling

De overheid draagt zorg voor arbeidsondersteuning en een inkomensvoorziening voor jonggehandicapten.

De Wajong bestaat uit drie groepen die elk een eigen doelstelling hebben: de oude Wajong (tot 2010), de nieuwe Wajong (2010 tot 2015) en de Wajong2015. Het moment van instroom bepaalt tot welke groep iemand behoort. De doelgroep van de Wajong2015 bestaat uit mensen die duurzaam geen arbeidsmogelijkheden hebben. Zij hebben om medische of arbeidskundige redenen geen perspectief op een baan, ook niet met ondersteuning. De overheid heeft voor deze groep als doel te voorzien in een inkomensvoorziening. Voor de nieuwe Wajong (mensen die in de periode 2010 tot 2015 zijn ingestroomd) heeft de overheid als eerste doel de arbeidsparticipatie van Wajongers te bevorderen. Als zij perspectief hebben op het verrichten van arbeid staat voor deze Wajongers arbeidsondersteuning centraal. Als onderdeel van de arbeidsondersteuning kunnen zij zo nodig inkomensondersteuning aanvragen. In de oude Wajong staat inkomensbescherming voorop.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister stimuleert het vinden van werk met een bijdrage voor re-integratieinspanningen aan het UWV en de REA-instituten. De Minister financiert de inkomensondersteuning via het verstrekken van uitkeringen. Hij35 is in deze rollen verantwoordelijk voor:

  • De vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;

  • De vaststelling van het niveau van de uitkeringen uit hoofde van de Wajong;

  • Het ter beschikking stellen van middelen voor het aan het werk helpen van mensen die arbeidsmogelijkheden hebben;

  • De sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door het UWV.

Beleidsconclusies

Het in de begroting 2015 voorgenomen beleid 2015 is in belangrijke mate gerealiseerd. Met de inwerkingtreding van de Participatiewet op 1 januari 2015 is de instroom in de Wajong sterk gedaald. Deze afname vloeit voort uit het beperken van de toegang tot de Wajong voor enkel jonggehandicapten die duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Dit heeft tot gevolg gehad dat instroom in de Wajong vanaf 2015 alleen nog mogelijk is voor mensen die duurzaam geen arbeidsmogelijkheden hebben. De nieuwe instroom is in 2015 lager dan van te voren verwacht. Naar verwachting zal het het aantal toekenningen op termijn nog oplopen, vooral als het gevolg van toenemende secundaire aanvragen. Dit zijn aanvragen van onder andere jongeren van wie op termijn blijkt dat het arbeidsvermogen te beperkt is en die daarom een (her)aanvraag indienen, jongeren die een (her)aanvraag indienen vanwege een verslechterd ziektebeeld of jongeren die een (her)aanvraag indienen omdat blijkt dat na behandeling het gebrek aan arbeidsvermogen duurzaam is. Deze (her)aanvragen kunnen leiden tot het alsnog toekennen van een Wajong-uitkering.

In het sociaal akkoord is een banenafspraak gemaakt met als doel in de komende jaren 125.000 extra arbeidsbeperkten aan het werk te helpen. Tot de doelgroep behoren onder andere Wajongers. Jaarlijks wordt gemonitord of afgesproken aantallen zijn gehaald. Als blijkt dat de aantallen niet worden gehaald, dan kan na overleg met sociale partners en gemeenten de quotumheffing in werking treden. Zie ook beleidsartikel 2.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4.1 Begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 4 (x € 1.000)

artikelonderdeel

Realisatie 2011

Realisatie 2012

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil 2015

Verplichtingen

2.670.218

3.019.261

3.112.006

3.113.430

– 1.424

Uitgaven

3.309.562

2.465.446

2.670.218

3.019.261

3.112.006

3.113.430

– 1.424

               

Inkomensoverdrachten

3.138.036

2.313.856

2.543.218

2.912.311

3.003.506

2.961.225

42.281

Wajong

3.138.036

2.313.856

2.543.218

2.912.311

3.003.506

2.961.225

42.281

               

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

171.526

151.590

127.000

106.950

108.500

152.205

– 43.705

Re-integratie Wajong

171.526

151.590

127.000

106.950

108.500

152.205

– 43.705

               

Ontvangsten

15.461

50.542

13.775

12.273

34.069

0

34.069

A. Inkomensoverdrachten

Toelichting financiële instrumenten

Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong)

De Wajong biedt inkomensondersteuning aan personen die voor het bereiken van de 18-jarige leeftijd arbeidsgehandicapt zijn geworden en geen arbeidsverleden hebben en aan jongeren die tijdens hun studie arbeidsongeschikt zijn geworden. De Wajong wordt uitgevoerd door het UWV.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitkeringslasten Wajong zijn € 42 miljoen hoger uitgekomen dan begroot. Dit wordt voor € 28 miljoen verklaard door de indexering van de uitkering. Het restant (€ 14 miljoen) wordt verklaard door twee effecten met tegenovergestelde tekens. De instroom is iets lager dan geraamd, maar bestaat uit meer (her)instromers uit de oude Wajong (tot 2010) en de nieuwe Wajong (2010–2015) dan geraamd. Deze herinstromers zijn gemiddeld ouder en krijgen daardoor een hogere uitkering. Daarnaast is het prijseffect van het ouder worden van de bestaande populatie Wajongers iets groter dan verwacht.

Beleidsrelevante kerncijfers

Ten opzichte van de begroting 2015 is het volume van de Wajong 2015 lager uitgekomen. Dit is met name het gevolg van de lagere instroom van de Wajong 2015. De (netto) instroom in de oude en de nieuwe Wajong is iets hoger dan geraamd. Het aandeel werkende in de Wajong iets lager dan geraamd bij de begroting.

Tabel 4.2 Kerncijfers Wajong1
 

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil 2015

Volume Wajong totaal (x 1.000 uitkeringen, ultimo)

239

251

249

250

– 1

• waarvan oude Wajong (tot 2010)

187

184

181

179

2

• waarvan nieuwe Wajong (2010 tot 2015)

52

67

67

66

1

o waarvan werkregeling (%)

71

74

78

73

5

o waarvan studieregeling (%)

20

18

12

13

– 1

o waarvan duurzaam geen arbeidsmogelijkheden (%)

9

9

10

14

– 4

• waarvan Wajong 2015

1,3

5,0

– 3,7

           

Instroom Wajong totaal (x 1.000 uitkeringen)

18

17

4,5

6,0

– 1,5

Uitstroom Wajong totaal (x 1.000 uitkeringen)

5,5

5,7

6,4

6,0

0,4

           

Aandeel werkenden in de oude en nieuwe Wajong (%)

23

23

23

24

– 1

1

UWV, jaarverslag.

Handhaving

De kerncijfers voor de Wajong laten over het totaal een redelijk stabiel beeld zien. De kerncijfers opsporing zijn in 2015 nagenoeg gelijk aan 2014. Er zijn iets minder overtredingen geconstateerd, het gemiddelde bedrag per overtreding is daarentegen iets hoger. De incassoratio’s laten een stabiel beeld zien.

Tabel 4.3 Kerncijfers Wajong (fraude en handhaving)
 

Realisatie

2013

Realisatie

2014

Realisatie

2015

Preventie1

     

Gepercipieerde detectiekans (%)

77

73

Kennis van de verplichtingen (%)

85

86

       

Opsporing2

     

Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000)

1,3

1,5

1,2

Totaal benadelingbedrag (x € 1 mln)

4,6

4,3

4,0

       

Terugvordering2

     

Incassoratio 2013 (%)

21

46

59

Incassoratio 2014 (%)

3

23

50

Incassoratio 2015 (%)

3

3

18

1

Ipsos «Kennis der verplichtingen en detectiekans 2015». Cijfers voor 2013 zijn niet beschikbaar.

2

UWV, jaarverslag.

3

Deze cijfers komen niet voor.

B. Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

Re-integratie Wajong

Voor de re-integratie van uitkeringsgerechtigden in de Wajong zet het UWV middelen in voor de inkoop van trajecten en voorzieningen. Met ingang van 1 januari 2015 beschikt het UWV over één geïntegreerd taakstellend re-integratiebudget. De taakstellende budgetten voor de inzet van trajecten en voor de inzet van voorzieningen voor de re-integratieondersteuning van gedeeltelijk arbeidsgeschikten (Wajong, WIA, WAO, WAZ en ZW) zijn daarin samengevoegd. Het premiegefinancierde deel van het re-integratiebudget heeft betrekking op de WIA, WAO, WAZ en ZW en wordt verantwoord in artikel 3. Het totaal van deze budgetten is opgenomen in tabel 4.4. Ze worden jaarlijks aan het UWV beschikbaar gesteld en door het UWV verantwoord via de reguliere rapportages. Ook is in tabel 4.4 een afzonderlijke reeks opgenomen voor de extra middelen voor activering binnen de oude Wajong die in het kader van de Participatiewet beschikbaar worden gesteld.

Budgettaire ontwikkelingen

Ten aanzien van het re-integratiebudget is € 44 miljoen minder uitgegeven dan begroot. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een kasschuif van € 30 miljoen in 2015 naar € 10 miljoen in 2016 en 2017 en € 5 miljoen in 2018 en 2019 om beter aan te sluiten bij de financieringsbehoefte van re-integratieactiviteiten. Daarnaast zijn de additionele middelen (€ 10 miljoen) die in het kader van de herindeling voor de activering van de oude Wajongpopulatie beschikbaar zijn gesteld toegedeeld aan UWV dienstverlening (zie beleidsartikel 11). Het UWV zet deze middelen in voor oude Wajongers, nadat is vastgesteld dat zij arbeidsmogelijkheden hebben. Daarbij brengt het UWV de kansen en mogelijkheden van deze oude Wajongers in kaart en zet het UWV (extra) persoonlijke dienstverlening in om hen te begeleiden naar werk.

Tabel 4.4 Overzicht totaal re-integratiebudget1 (x € 1 mln)
 

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Begroting 2015

Verschil 2015

Geïntegreerd taakstellend budget trajecten en voorzieningen

181

212

173

217

– 44

Middelen voor activering oude Wajong

0

0

0

20

– 20

REA-instituten

14

14

12

14

– 2

           

Totaal

195

226

185

251

– 66

1

UWV, jaarverslag.

C. Ontvangsten

De ontvangsten betreffen een terugbetaling van het UWV van teveel ontvangen middelen in 2014. Het voorschot dat in 2014 aan het UWV is overgemaakt met betrekking tot de Wajong en re-integratie Wajong bleek achteraf circa € 34 miljoen hoger te zijn dan de uitgaven van het UWV in dat jaar. Dit bedrag is in 2015 terugbetaald.

35

Voor een toelichting wordt verwezen naar de leeswijzer.

Licence