Activa | 31-12-2015 | 31-12-2014 | Passiva | 31-12-2015 | 31-12-2014 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 15.328.724 | 16.066.229 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 1.011.251 | 1.038.083 | |
3) | Liquide middelen | 0 | 0 | |||||
4) | Rekening-courant RHB | 0 | 0 | 4a) | Rekening-courant RHB | 14.305.269 | 15.016.532 | |
5) | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a) | Begrotingsreserves | 0 | 0 | |
6) | Uitgaven buiten begrotingsverband | 148 | 1.020 | 7) | Ontvangsten buiten begrotingsverband | 12.352 | 12.634 | |
8) | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||
Subtotaal | 15.328.872 | 16.067.249 | Subtotaal | 15.328.872 | 16.067.249 | |||
9) | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a) | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |
10) | Extra-comptabele vorderingen | 97.072 | 108.409 | 10a) | Tegenrekening extra-comptabele vorderingen | 97.072 | 108.409 | |
11a) | Tegenrekening extra-comptabele schulden | 0 | 0 | 11 | Extra-comptabele schulden | 0 | 0 | |
12) | Voorschotten | 3.677.784 | 5.615.314 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 3.677.784 | 5.615.314 | |
13a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 503.297 | 577.891 | 13) | Garantieverplichtingen | 503.297 | 577.891 | |
14a) | Tegenrekening openstaande verplichtingen | 9.608.718 | 1.503.359 | 14) | Openstaande verplichtingen | 9.608.718 | 1.503.359 | |
15) | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a) | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |
Totaal | 29.215.743 | 23.872.222 | Totaal | 29.215.743 | 23.872.222 |
Toelichting op de saldibalans
Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de rekening-courant met het Ministerie van Financiën bijgehouden.
Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met sluitrekeningen in evenwicht worden gehouden.
De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.
ad 1 en 2) Begrotingsuitgaven ten laste en -ontvangsten ten gunste van de begroting
Onder de post uitgaven en ontvangsten zijn de per saldo gerealiseerde begrotingsuitgaven en -ontvangsten opgenomen. Deze komen overeen met de totaalbedragen uit de verantwoordingsstaat en zijn reeds toegelicht in het beleidsverslag.
ad 3) Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo van de banken en de contante gelden.
Het Ministerie van VWS heeft geen saldo op haar bankrekeningen.
ad 4 en 4a) Rekening-courant
Deze post geeft per saldo de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2015 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.
Ad 5 en 5a) Begrotingsreserves
Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën wordt aangehouden. Het Ministerie van VWS heeft geen begrotingsreserves.
ad 6) Uitgaven buiten begrotingsverband
Deze post betreft het saldo van de uitgaven waarvan verrekening met derden nog zal plaatsvinden.
Personeel | 0,1 |
Totaal | 0,1 |
ad 7) Ontvangsten buiten begrotingsverband
Deze post betreft het saldo van de ontvangsten waarvan verrekening met derden nog zal plaatsvinden.
Afdracht belastingdienst | 8,2 |
Afdracht ABP | 3,7 |
Diversen | 0,4 |
Totaal | 12,3 |
Ad 8) Kas-transverschillen
Op deze post worden bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk per kas zijn uitgegeven en ontvangen. Het Ministerie van VWS heeft geen kas-transverschillen.
ad 9 en 9a) Openstaande rechten
Openstaande rechten zijn vorderingen die niet voortkomen uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar die op andere wijze zijn ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen. Beiden doen zich bij het Ministerie van VWS niet voor.
ad 10 en 10a) Extra-comptabele vorderingen
Extra-comptabele vorderingen zijn vorderingen die zijn voortgekomen uit uitgaven ten laste van de begroting.
t/m 2010 | 27,3 |
2011 | 0,0 |
2012 | 14,0 |
2013 | 2,4 |
2014 | 41,1 |
2015 | 12,2 |
Totaal | 97,0 |
Het vorderingensaldo van € 97,0 miljoen betreft 3.861 vorderingen en bestaat uit:
-
– 203 vorderingen voor een bedrag van € 14,5 miljoen voornamelijk in verband met afgerekende subsidie-voorschotten;
-
– 1 vordering uit hoofde van een geëffectueerde aanspraak op een garantie van € 21,6 miljoen. Een civielrechtelijke procedure door de Landsadvocaat loopt, naar verwachting zal het grootste gedeelte van deze vordering niet te verhalen zijn;
-
– 3.652 vorderingen met betrekking tot het innen van opgelegde bestuurlijke boetes uit hoofde van de Warenwet, Drank- en Horecawet, Tabakswet van € 5,0 miljoen en Geneesmiddelenwet en Wet BIG van € 0,2 miljoen;
-
– 2 vorderingen ontstaan uit leningen die verstrekt zijn aan de stichting IJsselmeerziekenhuizen voor een restantbedrag van € 4,0 miljoen;
-
– 3 vorderingen op het ZiNL van € 51,7 miljoen in verband met de afwikkeling Algemene Kas ZFW.
Direct opeisbaar | 72,5 |
Op termijn opeisbaar | 24,5 |
Totaal | 97,0 |
ad 11 en 11a) Extra-comptabele schulden
Extra-comptabele schulden zijn schulden die zijn voortgekomen uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Het Ministerie van VWS heeft geen extra-comptabele schulden.
ad 12 en 12a) Voorschotten
Onder de post voorschotten zijn per saldo de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen.
t/m 2010 | 69,4 |
2011 | 56,5 |
2012 | 81,6 |
2013 | 492,5 |
2014 | 849,5 |
2015 | 2.128,3 |
Totaal | 3.677,8 |
Aantal | Bedrag | |
---|---|---|
Stand per 1 januari 2015 | 1.902 | 5.615,3 |
Verstrekte voorschotten | 1.665 | 2.155,6 |
Afgerekende voorschotten | 1.592 | 4.093,1 |
Stand per 31 december 2015 | 1.975 | 3.677,8 |
Totaal openstaande voorschotten per 31 december 2015 | 3.677,8 |
Voorschotten waarvan de verantwoordingsdatum nog geen 6 maanden is verstreken | 2.710,2 |
Juridische belemmering | |
Achterstand per 31 december 2015 | 967,6 |
(voorschotten met verantwoordingsdatum tot 1 juli 2015) |
In de onderstaande tabel is het saldo van de openstaande voorschotten per instrument op artikelniveau groter dan € 50,0 miljoen weergegeven.
Art | Omschrijving | Instrument | ultimo 2015 |
---|---|---|---|
1 | Volksgezondheid | Bijdragen aan agentschappen | 311,4 |
Subsidies | 266,8 | ||
2 | Curatieve Zorg | Subsidies | 271,4 |
3 | Langdurige zorg en ondersteuning | Subsidies | 211,6 |
Inkomensoverdrachten | 108,4 | ||
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s | 156,9 | ||
4 | Zorgbreed beleid | Bekostiging | 117,3 |
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s | 338,7 | ||
Subsidies | 184,4 | ||
5 | Jeugd | Subsidies | 171.8 |
6 | Sport en bewegen | Subsidies | 157,9 |
7 | Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II | Inkomensoverdrachten | 296,1 |
8 | Tegemoetkoming specifieke kosten | Inkomensoverdrachten | 776,6 |
Voorschotten groter dan € 100,0 miljoen zijn hieronder toegelicht:
Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II
De openstaande voorschotten op dit artikel hebben betrekking op de wetten Wereldoorlog II (€ 296,1 miljoen).
Artikel 8 Tegemoetkoming specifieke kosten
De openstaande voorschotten op dit artikel betreffen de Wtcg (€ 776,6 miljoen).
De voorschotten met betrekking tot de Zorgtoeslag – die door het Ministerie van Financiën (Belastingdienst) op grond van de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regeling (AWIR) ten behoeve van het Ministerie van VWS is uitgevoerd – zijn verwerkt in de jaarrekening van het Ministerie van Financiën.
ad 13 en 13a) Garantieverplichtingen
Onder deze post is het saldo van de garantieverplichtingen opgenomen. Een garantieverplichting wordt gezien als een voorwaardelijke financiële verplichting aan een derde, die pas tot uitbetaling komt als zich bij de wederpartij een bepaalde omstandigheid (realisatie van een risico) voordoet. Een verschil tussen een garantieverplichting en een andere verplichting is dat de hoofdsom van een garantie veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal komen.
In de onderstaande tabel is het verloop van de uitstaande garantieverplichtingen weergegeven. De uitstaande garantieverplichtingen worden in het beleidsverslag verder toegelicht.
Stand per 1 januari 2015 | 1.311,3 |
Aanpassing beginstand in verband met de doorlichting van de leninggegevens door het waarborgfonds voor de Zorgsector | – 9,4 |
Verleende garanties in het verslagjaar | – |
Verleende garanties in het verslagjaar als gevolg van herfinanciering | 0,0 |
Vervallen garanties in het verslagjaar | – 49,0 |
Vervallen garanties in het verslagjaar als gevolg van herfinancieringen | 0,0 |
Stand per 31 december 2015 | 1.252,9 |
Het feitelijk risico van de garantieverplichtingen wordt gevormd door de som van de schuldrestanten van leningen die instellingen met een garantie hebben afgesloten. Het feitelijk risico – welke in de saldibalans tot uiting komt – is in de onderstaande tabel weergegeven.
Stand per 1 januari 2015 | 577,9 |
Aanpassing beginstand in verband met de doorlichting van de leninggegevens door het waarborgfonds voor de Zorgsector en correcties op voorgaande jaren die nog niet waren verwerkt. | – 6,1 |
Stortingen in het verslagjaar (inclusief herfinancieringen) | 0,0 |
Aflossingen in het verslagjaar (inclusief herfinancieringen) | – 68,5 |
Stand per 31 december 2015 | 503,3 |
ad 14 en 14a) Openstaande verplichtingen
De post openstaande verplichtingen vormt het saldo van de aangegane verplichtingen, hierop verrichte betalingen en negatieve bijstellingen van in eerdere begrotingsjaren aangegane verplichtingen.
Stand per 1 januari 2015 | 1.503,3 |
Aanpassing beginstand | |
Aangegane verplichtingen | 23.434,1 |
Tot betaling gekomen verplichtingen | 15.328.7 |
Stand per 31 december 2015 | 9.608,7 |
In de onderstaande tabel is het saldo van de openstaande verplichtingen per instrument op artikelniveau groter dan € 50,0 miljoen weergegeven.
Art | Omschrijving | Instrument | |
---|---|---|---|
1 | Volksgezondheid | Bijdragen aan agentschappen | 220,6 |
Subsidies | 259,3 | ||
2 | Curatieve Zorg | Subsidies | 140,8 |
Bekostiging | 3.909,1 | ||
Inkomensoverdrachten | 188,1 | ||
3 | Langdurige zorg en ondersteuning | Subsidies | 100,4 |
Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s | 140,3 | ||
Bekostiging | 3.365,7 | ||
4 | Zorgbreed beleid | Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s | 670,8 |
Subsidies | 140,7 | ||
7 | Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II | Inkomensoverdrachten | 259,4 |
Hogere verplichtingenstand
Doordat de subsidiebeschikkingen 2016 in 2015 zijn verzonden is de stand openstaande verplichtingen eind 2015 aanzienlijk hoger dan voorgaande jaren, waarin de beschikkingen pas in het nieuwe verslagjaar zijn verzonden.
In 2015 zijn er geen omvangrijke bijstellingen op verplichtingen geweest.
Openstaande verplichtingen groter dan € 100,0 miljoen zijn hieronder toegelicht:
Artikel 2 Curatieve Zorg
De openstaande verplichtingen op dit artikel hebben betrekking op de Rijksbijdrage dempen premie tgv HLZ (€ 1.353,0 miljoen) en op de Rijksbijdrage 18- (€ 2.508,7 miljoen).
Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning
De openstaande verplichtingen op dit artikel hebben betrekking op bijdrage in de kosten van kortingen (3.365,7 miljoen).
Artikel 4 Zorgbreed beleid
De openstaande verplichtingen op dit artikel hebben grotendeels betrekking op de bijdrage aan ZonMw (€ 206,4 miljoen).
Artikel 7 Oorlogsgetroffenen en Herinnering Wereldoorlog II
De openstaande verplichtingen op dit artikel hebben betrekking op wetten Wereldoorlog II (€ 259,4 miljoen).
Algemene Kas van de ZFW
Vorderingen: | |
Nog te ontvangen van voormalige ziektekostenverzekeraars | 2,1 |
Nog te ontvangen van internationale verdragspartners | 0,9 |
Nog te ontvangen van voormalige ziekenfondsen | 48,7 |
Totaal vorderingen | 51,7 |
Schulden: | |
Nog terug te betalen premies aan het UWV | 0,1 |
Nog te betalen aan voormalige particuliere ziektekostenverzekeraars | 0,9 |
Nog te betalen aan voormalige ziekenfondsen | 39,7 |
Nog te betalen aan internationale verdragspartners | 6,4 |
Nog te betalen aan Zeeliedenkas AZVZ | 0,3 |
Totaal schulden | 47,4 |
Stand per 31 december 2015 | 4,3 |
Saldo afwikkeling Algemene Kas ZFW per 31 december 2014 | 9,0 |
(Bestaat uit vorderingen € 53,4 miljoen en € 62,4 miljoen aan schulden) | |
Vorderingen: | |
Stand vorderingen per 31 december 2014 | 53,4 |
Correctie op vorderingen op internationale verdragspartners | 0,8 |
Correctie op vorderingen op voormalige ziekenfondsen | – 1,8 |
Afboeking vordering op voormalige ziekenfondsen m.b.t. maximering reserves | – 0,7 |
Stand vorderingen per ultimo 2015 | 51,7 |
Schulden: | |
Stand schulden per 31 december 2014 | 62,4 |
Nog te betalen aan ZiNL inzake premies UWV | 0,1 |
Nog te betalen aan voormalige ziekenfondsen m.b.t. teveel afgeroomde maximale reserves | 0,7 |
Correctie op schulden op voormalige ziekenfondsen | – 2,4 |
Nog te betalen interest aan ziekenfondsen | 0,6 |
Nog te betalen aan Duitse Krankenkasse | 0,6 |
Afgeboekt op schuld aan internationale verdragspartners | – 14,6 |
Totaal schulden | 47,4 |
Saldo afwikkeling Algemene Kas Zfw per 31 december 2015 | 4,3 |
Per 31 december 2014 bedroeg het saldo van de verplichting van het Ministerie van VWS aan het Zorginstituut Nederland (ZiNL) in verband met de afwikkeling van de voormalige Algemene Kas Ziekenfondswet € 9,0 miljoen. Gedesaldeerd bestond dit saldo uit een bedrag van € 53,4 miljoen aan vorderingen en een bedrag van € 62,4 miljoen aan schulden.
In 2015 zijn door het Zorginstituut geen uitgaven doorbelast aan VWS en geen ontvangsten verrekend.
Op basis van de verantwoording van de voormalige Algemene Kas over het jaar 2014 (gedateerd 20 november 2015) van het Zorginstituut zijn de vorderingen en de schulden van het Ministerie van VWS ten opzichte van het Zorginstituut gecorrigeerd naar de weergave van de vorderingen en schulden die het Zorginstituut in zijn verantwoording 2014 weergeeft. Dit verklaart de in de verloopstaat weergegeven correcties op de vorderingen en schulden. Daarnaast heeft in 2014 de definitieve afwikkeling met de voormalige ziekenfondsen plaatsgevonden. De effecten daarvan zijn weergegeven in de verantwoording van het Zorginstituut van de voormalige Algemene Kas over het jaar 2014. Dit komt in bovenstaande verloopstaat tot uitdrukking in de volgende posten:
Vorderingen: | |
Afboeking vordering op voormalige ziekenfondsen m.b.t. maximering reserves | 0,7 |
Schulden: | |
Nog te betalen aan voormalige ziekenfondsen m.b.t. teveel afgeroomde maximale reserves | 0,7 |
Nog te betalen interest aan ziekenfondsen | 0,6 |
Nog te betalen aan Duitse Krankenkasse | 0,6 |
Daarnaast heeft het Zorginstituut in 2014 de schuld aan de internationale verdragspartners opnieuw gewaardeerd. Dit heeft geleid tot een afboeking van € 14,6 miljoen.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Achterborg
Het Ministerie van VWS is achterborg voor het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ). Het totaal bedrag aan uitstaande verplichtingen is, volgens informatie van het WFZ, € 8.330,3 miljoen. Dit bedrag is de uitstaande restschuld per 2015.
VWS staat daadwerkelijk borg, indien het risicovermogen van het WFZ en de obligoverplichting van 3% van het restant geborgde leningen van de deelnemers tezamen een bedrag van € 509,9 miljoen niet voldoende is om het WFZ aan zijn verplichtingen jegens geldgevers te laten voldoen. Via renteloze leningen van VWS aan het WFZ wordt in die situatie invulling gegeven aan het borg staan.
De bovengenoemde gegevens zijn nog niet voorzien van een controleverklaring.
Garantie ondernemingsfinanciering cure
De tijdelijke regeling Garantie Ondernemingsfinanciering Curatieve Zorg (Go cure) is in het kader van de kredietcrisis ingesteld om de bouw in de gezondheidszorg te stimuleren. Ziekenhuizen, categorale instellingen, geestelijke gezondheidszorg en zelfstandige behandelcentra hebben tot en met 2012 gebruik kunnen maken van de regeling. Bij de Go cure heeft de overheid garanties verstrekt voor 50% van een nieuwe banklening vanaf € 1,5 tot € 50,0 miljoen, met een maximale looptijd van 8 jaar. Voor de gedeeltelijke garantie van de overheid betalen de banken een kostendekkende provisie aan de staat. Vanwege het beperkte beroep op de regeling is voor 2014 geen garantieplafond beschikbaar gesteld. De verstrekte garanties lopen af in 2020.
Per 31 december 2015 bedraagt de omvang van de verstrekte garanties € 26,9 miljoen.
ad 15 en 15a) Deelnemingen
Onder de post deelnemingen zijn alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. Het Ministerie van VWS heeft geen deelnemingen.