Inleiding
FMH is één van de vier landelijke dienstverleners voor facilitaire dienstverlening, ook wel concerndienstverleners genoemd, en verzorgt gefaciliteerde rijkswerkplekken voor rijksorganisaties in de regio Haaglanden. In 2015 faciliteert FMH alle kerndepartementen en diverse rijksorganisaties in de regio Den Haag, uitgezonderd Defensie, AZ en deels Financiën.
Visie en missie
FMH heeft de visie en missie herijkt, in lijn gebracht met de meerjarige organisatiedoelen en aangesloten op het sturing- en besturingsmodel.
De missie is om als SSO passende facilitaire dienstverlening te leveren voor het Rijk in de Haagse regio.
De visie is om als FMH service in nabijheid te bieden op basis van een optimale prijs-kwaliteitverhouding. De gebruiker kan voor alle vragen op het gebied van pandgebonden facilitaire dienstverlening bij FMH terecht.
Producten en diensten
FMH verzorgt producten en diensten zoals: Vergaderservices en catering, inrichting van werkplekken, verhuizingen post en reprografie, kantoorartikelen, schoonmaak, vervoer, gebouwbeheer en onderhoud, verbouwingen, telefonie, veiligheid, receptiediensten en advisering.
Veranderingen verzorgingsgebied
In het kader van het masterplan huisvesting heeft de oplevering en ingebruikname van de Resident plaatsgevonden en zijn de departementen VWS en SZW halverwege 2015 ingehuisd. Het kantoorgebouw aan de Anna van Hannoverstraat is per begin augustus 2015 opgeleverd aan het RVB.
Samenwerking in het Landelijk Facilitair Management Overleg (LFMO)
FMH participeert samen met de Belastingdienst (BD), Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) en Rijkswaterstaat als concerndienstverleners (CDV’s) in het LFMO. De Rijksbrede PDC (RPDC) is na accordering in het LFMO en consultatie van ICFH vastgesteld door de eigenaren.
Samenwerking Rijkspartners
Het afgelopen jaar is veel energie gestopt in de relatie en de samenwerking met rijkspartners. Met de RSO en DICTU zijn nieuwe samenwerkingsafspraken vastgesteld. FMH treedt veelal op als Single Point Of Contact (SPOC), zodat de klant zo min mogelijk merkt met meerdere rijksdienstverleners van doen te hebben.
SGO 5 (Herinrichting Governance Bedrijfsvoering Rijk)
FMH is, conform het kader SGO 5, gestart met de invulling van de gewijzigde governancestructuur. Zowel het Bestuurlijk Overleg (het gremium waar de rollen van eigenaar, opdrachtgever en opdrachtnemer zijn samengebracht t.b.v. de aansturing van een SSO) als het afnemersberaad in haar rol als klankbord is in 2015 goed verlopen. Per 1 oktober 2015 is de SG eigenaar geworden van FMH en tevens voorzitter van het BO.
In overleg met SGO 5, departementen en FMH wordt de inrichting van de bedrijfsvoeringfunctie (DBV) en daarmee de demarcatie van regie- en resttaken bepaald. FMH heeft een voorstel gedaan om te starten met overname van regie- en resttaken, en is over de planning in gesprek met departementen.
Sturing op locatie
Sinds 1 november heeft FMH «Sturing op Locatie» ingevoerd en wordt er gewerkt met zeven locatieteams. De teams staan elk onder leiding van een Facilitair Manager die als doel heeft integrale dienstverlening te leveren. Het realiseren van «Service in Nabijheid» verhoogt de operationele daadkracht op locatie en zorgt ervoor dat FMH klanten nog beter van dienst kan zijn.
Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap FMHaaglanden
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | (4) | |
---|---|---|---|---|
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2014 |
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 16.882 | 24.716 | 7.834 | 20.456 |
Omzet overige departementen | 97.961 | 99.900 | 1.939 | 93.961 |
Omzet derden | – | 52 | 52 | 170 |
Rentebaten | – | 0 | 0 | 11 |
Vrijval voorzieningen | 20 | 27 | 7 | 27 |
Bijzondere baten | – | – | – | – |
Totaal baten | 114.863 | 124.695 | 9.832 | 114.625 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 108.135 | 110.509 | 2.374 | 109.392 |
– personele kosten | 30.446 | 34.925 | 4.479 | 34.416 |
waarvan eigen personeel | 23.946 | 27.155 | 3.209 | 27.231 |
waarvan externe inhuur | 6.500 | 7.770 | 1.270 | 7.185 |
waarvan overige personele kosten | – | – | – | – |
– materiële kosten | 77.689 | 75.584 | – 2.105 | 74.976 |
waarvan apparaat ICT | 4.752 | 40 | – 4.712 | 2.319 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 21.506 | 22.939 | 1.433 | 20.723 |
Waarvan overige materiele kosten | 51.431 | 52.605 | 1.174 | 51.934 |
Rentelasten | 557 | 404 | – 153 | 488 |
Afschrijvingskosten | 6.151 | 6.096 | – 55 | 6.778 |
– immaterieel | – | – | – | |
– materieel | 6.151 | 6.096 | – 55 | 6.778 |
Overige lasten | 20 | – | – 20 | – |
– dotaties voorzieningen | 20 | – | – 20 | |
– bijzondere lasten | – | – | – | – |
Totaal lasten | 114.863 | 117.009 | 2.146 | 116.658 |
Saldo van baten en lasten | – | 7.686 | 7.686 | – 2.033 |
Toelichting
Omzet moederdepartement
De toename van de omzet bij het moederdepartement betreft onder andere een verschuiving van overige departementen naar moederdepartement. Per 1 januari 2014 is de ICT-dienstverlening van Gemeenschappelijk Dienstencentrum ICT (GDI) (VenJ) overgegaan naar SSC-ICT Haaglanden van BZK. Daarnaast is de dienstverlening in het Rijksbedrijvencentrum (RBC) voor BZK toegenomen door de inhuizing eind 2014 van SSC-ICT in het RBC.
De omzet van overige departementen is, ondanks de verschuiving, niet afgenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door een hogere omzet voor maatwerkprojecten.
De baten kunnen als volgt worden gespecificeerd:
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | |
---|---|---|---|
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting |
Productgroepen | |||
Basis | 91.447 | 95.512 | 4.065 |
Basis+ | 6.791 | 5.525 | – 1.266 |
Maatwerk | 2.188 | 10.554 | 8.366 |
Werkelijk | 11.175 | 9.499 | – 1.676 |
Overige opbrengsten | 3.242 | 3.578 | 336 |
Totaal | 114.843 | 124.668 | 9.825 |
Vrijval voorzieningen | 20 | 27 | 7 |
Rentebaten | – | – | – |
Bijzondere baten | – | – | – |
Totaal baten | 114.863 | 124.695 | 9.832 |
Toelichting
Basis
De Productgroep Basis is een afgesproken pakket producten en diensten dat wordt afgenomen waarvoor een vaste prijs per vaste verrekeneenheid wordt betaald. De prijs (p) en hoeveelheid (q) staan in principe gedurende het jaar vast. Bij substantiële wijzigingen in de dienstverlening zijn aanpassingen gedurende het jaar mogelijk.
De hogere omzet voor de basisdienstverlening wordt met name veroorzaakt door het opnemen van een structureel budget voor innovatie in de tarieven en wijzigingen in en uitbreiding van de dienstverlening.
Basis+
De productgroep Basis+ heeft betrekking op producten en diensten waarvoor de opdrachtgever afhankelijk van de afgenomen hoeveelheid een prijs per product/dienst betaalt. De prijs (p) staat gedurende het jaar vast, de hoeveelheid (q) is afhankelijk van de afname.
De lagere omzet voor Basis+ doet zich met name voor bij de producten spoedstukken, verhuizingen standaard en vervoer.
Maatwerk
Bij de productgroep maatwerk is zowel de prijs (P) als de hoeveelheid (q) afhankelijk van de afname/vraag.
In 2015 zijn veel omvangrijke maatwerkprojecten uitgevoerd die voortvloeien uit het masterplan huisvesting. Dit betreft onder andere de inhuizing van SZW en VWS in de Resident, de ontmanteling van het pand aan de Anna van Hannoverstraat, uitvoering masterplan Hoftoren en voorbereiden DBFMO Rijnstraat 8.
Werkelijke kosten
De werkelijke kosten hebben betrekking op de nutsvoorzieningen en de belastingen en heffingen.
De lagere kosten voor nutsvoorzieningen zorgen voor de lagere omzet. Dit doet zich voor een belangrijk deel voor bij de Turfmarkt.
Overige opbrengsten
De overige opbrengsten hebben betrekking op de specifieke DVA afspraken met de departementen (€ 3,5 mln) en verkoop van auto’s.
Personele kosten
Bij de begroting zijn abusievelijk niet alle personele kosten (eigen personeel) meegenomen waardoor een vertekend beeld ontstaat met de realisatie. De realisatie is in lijn met de realisatie over 2014 en de eerste suppletoire begroting 2015.
De hogere realisatie externe inhuur is het directe gevolg van een hogere omzet voor maatwerkprojecten. In 2015 zijn er als gevolg van de uitvoering masterplan huisvesting omvangrijke maatwerkprojecten uitgevoerd.
Materiële kosten
Bij de begroting is bij zowel apparaat ICT als bij de bijdrage SSO’s de dienstverlening van SSC-ICT opgenomen. In de realisatie is dit alleen verantwoord onder bijdrage SSO’s.
De toename bij bijdrage SSO’s is het gevolg van het onderbrengen van de servicecontracten voor de gebruiksinstallaties bij de RVB. De overige materiële kosten hebben met name betrekking op de externe leverancierskosten. Het aandeel van de inkoopkosten in de materiële kosten bedraagt 85%.
Resultaat
De hogere omzet wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de productgroep maatwerk. In 2015 zijn omvangrijke maatwerkprojecten uitgevoerd die voortvloeien uit het masterplan huisvesting.
De personele kosten stijgen niet evenredig mee als gevolg van de extra vraag naar dienstverlening. Dit komt doordat FMH actief stuurt op de beperking van de personele kosten. De materiële kosten zijn lager door enerzijds afboekingen uit voorgaande jaren voor met name beheer en onderhoud en anderzijds nemen de externe leverancierskosten beperkt toe ondanks de extra vraag naar dienstverlening. De bovenstaande mutaties hebben geleid tot het resultaat van bijna € 7,7 mln.
Balans per 31 december 2015
Balans 2015 | Balans 2014 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | ||
Materiële vaste activa | 34.033 | 26.907 |
– grond en gebouwen | – | |
– installaties en inventarissen | 33.377 | 26.107 |
– overige materiële vaste activa | 656 | 800 |
Voorraden | – | 0 |
Debiteuren | 2.628 | 2.003 |
Nog te ontvangen | 4.936 | 6.086 |
Liquide middelen | 19.348 | 18.903 |
Totaal activa | 60.945 | 53.899 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 13.256 | 5.570 |
– exploitatiereserve | 5.570 | 7.603 |
– onverdeeld resultaat | 7.686 | – 2.033 |
Voorzieningen | 15 | 43 |
Leningen bij het MvF | 23.515 | 16.827 |
Crediteuren | 1.695 | 7.093 |
Nog te betalen | 22.464 | 24.366 |
Totaal passiva | 60.945 | 53.899 |
Toelichting
Materiële vaste activa
De investeringen in installaties en inventaris hebben voornamelijk betrekking op de inrichting van de Resident. Dit pand is per 1 mei 2015 in gebruik genomen.
De investeringen in overige materiële vaste activa betreft voornamelijk de aanschaf van dienstauto's.
Debiteuren
De post debiteuren is als volgt te specificeren:
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
---|---|---|
(x € 1.000) | (x € 1.000) | |
Debiteuren moederdepartement | 843 | 1.251 |
Debiteuren overige departementen | 1.784 | 750 |
Debiteuren overigen | 1 | 2 |
2.628 | 2.003 |
Het saldo debiteuren van € 2,6 mln. betreft voornamelijk vorderingen op de departementen voor de geleverde dienstverlening. De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door openstaande posten bij SZW, I&M en SSC-ICT. In alle gevallen betreft het vorderingen waarvan de ouderdom korter dan 60 dagen is.
Nog te ontvangen
De post nog te ontvangen is als volgt samengesteld:
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
---|---|---|
(x € 1.000) | (x € 1.000) | |
Vooruitbetaalde en vooruitontvangen facturen | 491 | 1.261 |
Nog te factureren bedragen | 2.920 | 3.338 |
Onderhanden werk | 1.525 | 1.487 |
4.936 | 6.086 |
Het saldo nog te ontvangen van € 4,9 mln. bestaat voor € 4,4 mln. uit rijksonderdelen en € 0,5 mln. uit derden (niet rijksonderdelen). De afname wordt voornamelijk veroorzaakt door afname vooruitbetaalde service en beheerkosten.
De post nog te factureren bedragen ultimo 2015 kan naar de volgende productgroepen worden gesplitst:
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
---|---|---|
(x € 1.000) | (x € 1.000) | |
Basis | 840 | 592 |
Basis+ | 1.042 | 880 |
Maatwerk | 151 | 400 |
Werkelijk | 802 | 1.054 |
Overige | 85 | 412 |
2.920 | 3.338 |
De afname van de post nog te factureren doet zich met name voor bij de productgroep overige. Dit wordt veroorzaakt doordat in 2014 de overname van de schulden van EZ pas in 2015 zijn gefactureerd.
Het onderhanden werk is ten opzichte van 2014 toegenomen doordat een aantal grote projecten doorloopt in 2016.
Liquide middelen
De rekening courant bij het Ministerie van Financiën per 31 december 2015 bedraagt € 19,3 mln.
De stijging van de liquide middelen is onder andere het gevolg van een afname in de overige vorderingen en overlopende activa.
Eigen vermogen
De Regeling Agentschappen stelt dat het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap gebonden is aan een maximum van 5% van de gemiddelde jaaromzet over de afgelopen 3 jaar.
FMH mag een maximum eigen vermogen hebben van € 5,9 mln. Het eigen vermogen ultimo 2015 komt uit op bijna € 13,3 mln. en is € 7,3 mln. hoger dan de maximumomvang. De eigenaar roomt het surplus op het eigen vermogen uiterlijk bij eerste suppletoire begroting 2016 af.
Leningen bij het MvF
De leningen hebben betrekking op de overname van activa van aansluitende departementen en de investeringen in nieuw in te richten gebouwen.
Het beroep op de leenfaciliteit heeft betrekking op de inrichting van de Resident.
Crediteuren
De post crediteuren is als volgt samengesteld:
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
---|---|---|
(x € 1.000) | (x € 1.000) | |
Crediteuren moederdepartement | 92 | 3.276 |
Crediteuren overige departementen | 85 | 69 |
Crediteuren overigen | 1.518 | 3.748 |
1.695 | 7.093 |
Onder de crediteuren overigen zijn de van de leveranciers ontvangen inkoopfacturen verantwoord.
De daling van het saldo op het moederdepartement heeft onder andere betrekking op de DVA voor de basisdienstverlening DCB welke vorig jaar nog openstond. De daling van het saldo van overige crediteuren ten opzichte van vorig jaar wordt veroorzaakt door een dispuut met een leverancier in 2014.
Nog te betalen
De post nog te betalen is als volgt samengesteld:
31-12-2015 | 31-12-2014 | |
---|---|---|
(x € 1.000) | (x € 1.000) | |
Nog te ontvangen facturen | 15.707 | 18.721 |
Aflossing lening Ministerie van Financiën komend boekjaar | 4.612 | 3.724 |
Personele verplichtingen (vakantiegeld, vakantiedagen, 13e maand e.d.) | 1.833 | 1.796 |
Overige schulden | 312 | 125 |
22.464 | 24.366 |
Onder de post nog te betalen zijn alle bedragen opgenomen die (kortlopend) verschuldigd zijn per 31 december 2015 en die niet onder de crediteuren verantwoord zijn.
Het saldo nog te betalen van € 22,5 mln. bestaat voor € 19,4 mln. uit rijksonderdelen en circa € 3,1 mln. uit derden (niet rijksonderdelen).
Kasstroomoverzicht over 2015
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2015 + stand depositorekeningen | 7.151 | 18.903 | 11.752 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 126.078 | |||
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 119.987 | |||
2. | Totaal operationele kasstroom | 4.913 | 6.091 | 1.178 |
Totaal investeringen (–/–) | – 12.500 | – 13.526 | – 1.026 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | – | 304 | 304 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 12.500 | – 13.222 | – 722 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | – | – | – | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | – | – | – | |
Aflossingen op leningen (–/–) | – 4.913 | – 3.724 | 1.189 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 12.500 | 11.300 | – 1.200 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 7.587 | 7.576 | – 11 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2015 + stand depositorekeningen (1+2+3+4), de maximale roodstand 0,5 miljoen €. | 7.151 | 19.348 | 12.197 |
Toelichting
Investeringen
De investeringen in installaties en inventaris hebben voornamelijk betrekking op de inrichting van de Resident. Dit pand is per 1 mei 2015 in gebruik genomen.
De investeringen in overige materiële vaste activa betreft voornamelijk de aanschaf van dienstauto's.
Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2015
Evenals de andere departementen en uitvoeringsorganisaties van het Rijk levert FMH een bijdrage aan de taakstelling van de departementen uit het regeerakkoord. Dit bestaat uit een generieke taakstelling van 6% op het eigen apparaat (2012–2015). Deze taakstelling is door FMH ook in 2015 verwerkt in de tarieven (1,5%).
De additionele taakstelling uit het regeerakkoord ligt bij de departementen en wordt ingevuld met een vermindering van taken dan wel versoberingen. FMH heeft een aantal besparingsvoorstellen uitgewerkt en besproken met de afnemers. De besparingen die worden doorgevoerd hebben betrekking op één uniforme rijkspasdienst, afschaffen burgertelefoon, upgraden FMIS en webformulieren en afbouw van het aantal postkamers.
Omschrijving generiek deel | Realisatie | Vastgestelde begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2015 | |
Verloop tarieven basisdienstverlening (norm 2011) | 95,7 | 92,2 | 98,3 | – | – |
Omzet per productgroep (pxq) | 104.957 | 116.834 | 114.587 | 124.668 | 114.843 |
*Basis | 78.943 | 81.711 | 86.852 | 95.512 | 91.447 |
*Basis+ | 6.428 | 5.577 | 5.614 | 5.525 | 6.791 |
*Maatwerk | 11.100 | 18.675 | 10.042 | 10.554 | 2.188 |
*Werkelijk | 7.584 | 9.178 | 8.151 | 9.499 | 11.175 |
*Overig | 902 | 1.693 | 3.928 | 3.578 | 3.242 |
Saldo van baten en lasten (%) | 3,0% | – 1,0% | – 1,8% | 6,2% | 0,0% |
Personele kosten als % van de totale kosten | 29,8% | 26,5% | |||
Materiële kosten als % van de totale kosten | 70,2% | 73,5% | |||
Apparaatskosten (in €) | 46.605 | 40.205 | |||
Klanttevredenheid | Tevreden | Tevreden | nvt | Tevreden | Tevreden |
Tevredenheid maatwerk | 7,6 | – | |||
Medewerkerstevredenheid | Tevreden | Tevreden | Tevreden | nvt | Tevreden |
FTE-totaal (excl. Externe inhuur) | 351 | 361 | 414 | 426 | 471 |
Toelichting
In de begroting is geen index meer opgenomen voor het verloop van de tarieven. Als gevolg van het nieuwe werken wordt dezelfde werkplek intensiever gebruikt. De eenheid werkplek krijgt door het nieuwe werken een andere definitie waardoor vergelijking met voorgaande jaren een vertekend beeld geeft. De index verloop tarieven is daarom niet opgenomen.
De personele en materiële kosten als % van de totale kosten zijn vanaf 2015 pas als indicator in de begroting meegenomen.
FMH doet mee met het Intern Klanttevredenheidonderzoek (iKTO). De best scorende producten/diensten zijn dienstfietsen, receptie en bewaking en beveiliging. De minst scorende producten/diensten zijn binnenklimaat, groenvoorziening en koffieautomaten. Naast het iKTO meet FMH de tevredenheid van het maatwerk. Na de afronding van een project wordt een evaluatieformulier naar de klant gestuurd. De klant waardeert de uitvoering van maatwerkprojecten gemiddeld met een 7,6, dit ligt ruim boven de norm (7,0).
De bezetting ultimo 2015 is lager dan de in de begroting opgenomen formatie. FMH kiest ervoor om te werken met een flexibele schil om in te kunnen spelen op wijzigingen die optreden als gevolg van de uitvoering van het masterplan huisvesting.