Inleiding
De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord waarbinnen het inkoopcentrum en het Overheidsdatacenter zijn ondergebracht, welke dienstverlening verricht onder meer voor het concern OCW en haar buitendiensten, het CJIB en andere overheidsorganen.
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie t-1 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Baten | ||||||
Omzet moederdepartement | 227.015 | 275.629 | 48.614 | 273.502 | ||
Omzet overige departementen | 23.107 | 38.915 | 15.808 | 26.730 | ||
Omzet derden | 10.745 | 5.851 | – 4.894 | 12.988 | ||
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 2 | ||
Vrijval voorzieningen | 0 | 618 | 618 | 0 | ||
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Totaal baten | 260.867 | 321.013 | 60.146 | 313.222 | ||
Lasten | ||||||
• | Apparaatskosten | 253.852 | 313.167 | 59.315 | 303.432 | |
– | Personele kosten | 144.433 | 228.767 | 84.334 | 155.261 | |
Waarvan eigen personeel | 119.163 | 132.625 | 13.462 | 121.465 | ||
Waarvan externe inhuur | 18.270 | 90.782 | 72.512 | 24.898 | ||
Waarvan overige personele kosten | 7.000 | 5.360 | – 1.640 | 8.899 | ||
– | Materiele kosten | 109.419 | 84.400 | – 25.019 | 148.171 | |
Waarvan apparaat ICT | 20.000 | 20.718 | 718 | 20.586 | ||
Waarvan bijdrage aan SSO’s | 12.500 | 19.620 | 7.120 | 12.218 | ||
Waarvan overige materiële kosten | 76.919 | 44.062 | – 32.857 | 115.367 | ||
• | Rentelasten | 15 | 12 | – 3 | 24 | |
• | Afschrijvingskosten | 7.000 | 7.672 | 672 | 7.768 | |
– | Immaterieel | 0 | 689 | 689 | 630 | |
– | Materieel | 7.000 | 6.983 | – 17 | 7.138 | |
• | Overige lasten | 0 | 1.610 | 1.610 | 1.800 | |
– | Dotaties voorzieningen | 0 | 1.610 | 1.610 | 1.800 | |
– | Bijzondere lasten | 0 | 0 | |||
Totaal lasten | 260.867 | 322.461 | 61.594 | 313.024 | ||
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen | 0 | – 1.448 | – 1.448 | 198 | ||
Agentschapsdeel Vpb lasten | 0 | 55 | 55 | 0 | ||
Saldo van baten en lasten | 0 | – 1.503 | – 1.503 | 198 |
Toelichting:
DUO heeft een negatief resultaat van € 1,5 miljoen gerealiseerd. Dit wordt voor € 1,1 miljoen veroorzaakt door het plegen van het noodzakelijk systeemonderhoud om de reguliere uitvoeringsprocessen te borgen. Afgelopen jaren is o.a. door de toenemende digitalisering het systeemlandschap gegroeid, waarbij in de basisfinanciering onvoldoende rekening is gehouden met de daardoor toegenomen onderhoudskosten. In 2017 zal DUO in overleg met OCW wederom hoognodig onderhoud uitvoeren ten laste van het eigen vermogen. In de aanloop naar de begroting 2018 zal de meerjarige financiering van het onderhoud worden meegenomen. Tot slot is een negatief resultaat van € 0,4 miljoen toe te rekenen aan het SSO-Noord als gevolg van de meerkosten voor categoriemanagement, in het bijzonder betreft het hier om onvoorziene gerechtskosten.
Het negatieve resultaat wordt onttrokken aan het eigen vermogen. Onderstaand wordt dit resultaat nader toegelicht.
Baten
De omzet moederdepartement is € 48,6 miljoen hoger dan de oorspronkelijke begroting. De stijging heeft grotendeels betrekking op incidentele financiering zijnde geen onderdeel uitmakend van de begroting, voor onder andere de werkzaamheden voor de uitvoering van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (€ 11,8 miljoen), projecten voor instandhouding systemen (onderhoud), compacte rijksdienst trajecten, Programma Dienstverlening Instellingen en Migratie Infrastructuur (o.a. JBoss en Oracle) (€ 7,6 miljoen), uitvoering beleidsopdrachten (incl. doorontwikkeling Basis Registratie Onderwijs Nummer) van € 5,6 miljoen. Daarnaast betreft het Loon- en prijscompensatie 2016 van € 4,8 miljoen, bijstellingen in de (basis)dienstverlening (€ 14,0 miljoen), zoals dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord en uitvoering diverse zogenaamde Overige taken (zoals digitalisering examens FACET). Tegenover deze stijgingen staat een daling van € 3,7 miljoen als gevolg van uitstel clustering Rijksincasso en een verlaging van de huisvestingskosten. De genoemde omzet van € 40,1 miljoen wordt voor € 25,1 miljoen gedekt vanuit middelen welke DUO in eerdere jaren reeds heeft ontvangen maar welke niet volledig zijn aangewend in het betreffende jaar (balansposten). Dit betreft dan (niet uitputtend) posten als Migratie Infrastructuur (€ 2,6 miljoen), Programma Dienstverlening Instellingen (€ 5,0 miljoen), Beleidsportfolio (€ 1,1 miljoen), Vervanging van het geïntegreerd financieel informatiesysteem (Gefis) (€ 1,5 miljoen), Programma Vernieuwing Studiefinanciering (werkkapitaal € 10,2 miljoen). Daarnaast is vanuit de Shared Service Organisatie Noord voor € 8,5 miljoen aan dienstverlening verricht voor het moederdepartement en onder haar vallende diensten.
Omzet overige departementen
Onder de omzet overige departementen vallen onder meer de werkzaamheden in het kader van de inburgeringstaak (€ 18,7 miljoen), het Landelijk Register Kinderopvang (€ 6,2 miljoen) en het programma Directe Financiering Kinderopvang (€ 5,1 miljoen), allen voor het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de activiteiten voor de examens in het kader van de Wet Financieel Toezicht (Wft) (€ 2,8 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Financiën, de print en couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het Centraal Justitieel Incasso Bureau (€ 1,4 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord voor diverse ministeries (€ 3,8 miljoen), detacheringen binnen de Rijksoverheid (€ 0,5 miljoen) en een aantal taken ten behoeve van andere departementen (€ 0,5 miljoen).
De omzet overige departementen stijgt met € 15,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. € 5,9 miljoen wordt verklaard door een andere categorisering van de leges Inburgering welke voorheen als omzet derden was gelabeld. De overige € 10,0 miljoen betreft uitbreiding van werkzaamheden ten behoeve van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid i.h.k.v. de Inburgeringstaak en beheer Landelijk Register Kinderopvang € 2,5 miljoen, projectmatige werkzaamheden t.b.v. Bekostiging Kinderopvang € 5,1 miljoen, uitbreiding dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord € 0,8 miljoen ten behoeve van meerdere opdrachtgevers, extra werkzaamheden voor examens Wet Financieel Toezicht (Wft) ten behoeve van het Ministerie van Financiën € 1,5 miljoen en overige bijstellingen optellend tot € 0,1 miljoen.
Omzet derden
De omzet derden betreffen de ontvangen examengelden kandidaten examens Nederlands als tweede taal (NT2) en staatsexamen voortgezet onderwijs (€ 2,3 miljoen), werkzaamheden ten behoeve van het Participatiefonds (€ 1,4 miljoen), vergoedingen voor detacheringen (€ 0,4 miljoen) inkoop- en housingsactiviteiten binnen de Shared Service Organisatie Noord (€ 0,8 miljoen) en overige werkzaamheden voor derden binnen het domein onderwijs voortkomend uit OCW beleidsmaatregelen en bedrijfsvoering DUO (€ 1,0 miljoen). De daling ten opzichte van de oorspronkelijke begroting hangt samen met de eerder genoemde herlabeling van de leges Inburgering (€ 5,9 miljoen) waar toegenomen werkzaamheden ten behoeve van het Participatiefonds (€ 0,5 miljoen), niet begrote opbrengsten detachering (€ 0,4 miljoen), uitbreiding werkzaamheden Shared Service Organisatie Noord (€ 0,2 miljoen) tegenover staan.
Lasten
De realisatie personele kosten is € 84,3 miljoen hoger dan eerder geraamd. Dit wordt veroorzaakt doordat een deel van de projectbezetting en inzet op aanvullende taken OCW en overige opdrachtgevers geen deel uit maakt van de begrote reguliere personeelslasten. Deze lasten worden gedekt door middel van project- en aanvullende financiering (incidenteel). Daarnaast is in samenwerking met het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in 2016 de rubricering van uitgaven in de administratie opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot een aanpassing van de rubricering waardoor kosten, voorheen gerubriceerd als uitbesteed werk (€ 71,3 miljoen), nu onder de definitie van externen vallen.
De realisatie van materiële kosten is € 25,0 miljoen lager dan geraamd door onder meer de bovengenoemde aanpassing van de rubricering van de kosten van uitbesteed werk waar meerkosten tegenover staan als gevolg van de eerder genoemde additionele werkzaamheden op projectenbasis en aanvullende taken OCW. De overschrijding op de automatiseringskosten (€ 0,7 miljoen) is het gevolg van projectmatige meerkosten. Onder de bijdrage SSO’s zijn inbegrepen de huisvestingskosten ad € 19,6 miljoen (2015 € 12,2 miljoen). In 2015 waren deze kosten deels verantwoord onder overige materiële kosten, hetgeen de toename ten opzichte van voorgaand jaar en de oorspronkelijk vastgestelde begroting verklaart. De hogere afschrijvingskosten hangt samen met de eerder genoemde aanvullende taken. Op de totale kosten 2016 is een taakstelling gerealiseerd van € 6,2 miljoen als gevolg van doorgevoerde efficiency- en dereguleringsmaatregelen.
Rentelasten
De rentelasten zijn nagenoeg nihil.
Dotaties voorzieningen
De dotatie van € 1,6 miljoen (2015 € 1,8 miljoen) zorgt dat de voorziening overeenkomt met de actuele waarde van de onderliggende lopende verplichtingen en de in 2016 aangegane verplichtingen. Het betreft hier met name verplichtingen voortvloeiend uit regelingen vallend onder Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Deze voorziening is in 2014 gevormd en hangt samen met de opgelegde taakstellingen en de gewenste mobiliteit binnen DUO voor de komende jaren.
Omschrijving | 2016 | 2015 | |
---|---|---|---|
Activa | |||
Immateriële vaste activa | 1.683 | 1.563 | |
Materiële vaste activa | 19.746 | 18.138 | |
– | Grond en gebouwen | ||
– | Installaties en inventarissen | 19.746 | 18.138 |
– | Overige materiële vaste activa | ||
Vlottende Activa | 47.305 | 55.699 | |
– | Voorraden en onderhanden projecten | 489 | 0 |
– | Debiteuren | 4.195 | 4.617 |
– | Overige vorderingen en overlopende activa | 11.988 | 5.567 |
– | Liquide middelen | 30.633 | 45.515 |
Totaal activa | 68.734 | 75.400 | |
Passiva | |||
Eigen Vermogen | 5.093 | 6.596 | |
– | Exploitatiereserve | 6.596 | 6.398 |
– | Onverdeeld resultaat | – 1.503 | 198 |
Voorzieningen | 3.276 | 4.614 | |
Langlopende schulden | 0 | 314 | |
– | Leningen bij het MvF | 0 | 314 |
Kortlopende schulden | 60.365 | 63.876 | |
– | Crediteuren | 20.428 | 18.562 |
– | Overige verplichtingen en overlopende passiva | 39.937 | 45.314 |
Totaal passiva | 68.734 | 75.400 |
Toelichting:
Activa
Immateriële vaste activa
Onder de immateriële vaste actief zijn de aanwezige software licenties opgenomen. In 2016 is door Begrotingszaken van het Ministerie van Financiën een richtlijn uitgebracht waarin activering van grote projecten wordt voorgeschreven. Conform de richtlijn zullen de nieuwe grote projecten in de toekomst worden geactiveerd.
Materiële vaste activa
De boekwaarde van het materieel vast actief is in 2016 met € 1,6 miljoen toegenomen als gevolg van investeringen in het rekencentrum en netwerken.
Voorraden en onderhanden projecten
Onder deze post zijn opgenomen de voorraden papier en kantoorartikelen als ook de voorraad patchkabels welke voorgaande jaren waren verantwoord onder de overige vorderingen en overlopende activa.
Debiteuren
De stand debiteuren is met € 0,4 miljoen afgenomen. Onder de debiteuren zijn voor € 1,1 miljoen aan vorderingen op andere ministeries opgenomen: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (dienstverlening Shared Service Organisatie) € 0,2 miljoen, het Ministerie van Financiën voor hosting activiteiten € 0,1 miljoen, het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor diverse werkzaamheden € 0,5 miljoen, Ministerie voor Economische Zaken € 0,1 miljoen, Ministerie van Infrastructuur en Milieu € 0,1 miljoen en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport € 0,1 miljoen.
Overige vorderingen en overlopende activa
Bij de post Overige vorderingen en overlopende activa gaat het om werkzaamheden verricht in 2016 waarvoor nog geen middelen zijn verstrekt door OCW (€ 2,8 miljoen) en om bedragen, voor het merendeel ten behoeve van softwarelicenties en onderhoudscontracten, die in 2016 voor een geheel jaar vooruit zijn betaald (€ 7,4 miljoen). Onder de post Overige vorderingen en overlopende activa is € 1,8 miljoen aan nog te ontvangen middelen van ander ministeries opgenomen te weten; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (werkzaamheden Inburgering) € 1,5 miljoen en tevens € 0,3 miljoen voor het Ministerie van Financiën in het kader van de werkzaamheden Wet Financieel Toezicht (Wft). De stijging wordt verklaart door een toename van softwarelicenties ten behoeve van het SSO-Noord en de eerder genoemde vorderingen op andere ministeries.
Liquide middelen
De stand liquide middelen is in 2016 met € 14,9 miljoen afgenomen. Dit als gevolg van de negatieve operationele kasstroom van € 4,8 miljoen, de gepleegde investeringen van € 9,8 miljoen en aflossing op lening van € 0,3 miljoen. De daling is met name veroorzaakt door de afname van de schulden positie richting het moederdepartement. Zie ook verklaring bij het kasstroomoverzicht.
Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen DUO bedraagt na onttrekking van het exploitatieresultaat 2016 € 5,1 miljoen. Het eigen vermogen bedraagt 2% van de gemiddelde omzet in de laatste drie jaar. Dit is onder het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar (€ 15,4 miljoen).
Voorzieningen
De voorzieningen bestaan uit voorzieningen in het kader van personeel (Flexibel Pensioen en Uittreden (FPU) en wachtgelden) € 1,4 miljoen en overige € 1,9 miljoen. Onder de overige voorzieningen zijn opgenomen de verplichtingen voortvloeiend uit afspraken in het kader van Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Uit de voorzieningen is € 2,3 miljoen onttrokken ten behoeve van de uitkeringen in 2016. Aan de voorziening is € 1,6 miljoen gedoteerd aan nieuwe regelingen, met name als gevolg van de eerder genoemde taakstelling en gewenste mobiliteit. Daarnaast heeft een vrijval van € 0,6 miljoen kunnen plaatsvinden voor regelingen welke in 2015 reeds waren voorzien maar waar deelnemers, om verschillende redenen, geen gebruik meer van wensen te maken.
Voorzieningen
31-12-2015 | Onttrekkingen | Dotaties | Vrijval | 31-12-2016 | |
---|---|---|---|---|---|
Wachtgeld | 1.574 | – 386 | 165 | – | 1.353 |
Overige | 3.040 | – 1.944 | 1.445 | – 618 | 1.923 |
Totaal voorzieningen | 4.614 | – 2.330 | 1.610 | – 618 | 3.276 |
Leningen bij het MvF
DUO heeft in 2016 geen leenaanvraag ingediend bij het Ministerie van Financiën. Er is € 0,3 miljoen afgelost op bestaande lening die daarmee in zijn geheel is voldaan.
Crediteuren
De crediteuren ultimo 2016 bestaan uit openstaande facturen bij leveranciers en nog te ontvangen facturen. Onder de crediteuren is € 0,3 miljoen aan schulden opgenomen aan het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.
Overige verplichtingen en overlopende passiva
De balanspost Overige verplichtingen en overlopende passiva van € 38,0 miljoen bevat voor € 27,7 miljoen aan vooruit ontvangen middelen van OCW. Het betreft middelen die DUO in het boekjaar 2016 en voorgaande jaren al heeft ontvangen, maar waarvoor in het boekjaar nog geen prestatie is verricht. Op het moment dat de prestatie is geleverd, worden de ontvangsten geboekt als baten. Het betreft hier doorlopende werkzaamheden welke in 2017 zullen worden uitgevoerd. Hiervan heeft € 9,9 miljoen betrekking op diverse (doorlopende) projectwerkzaamheden waaronder Programma Vernieuwing Studiefinanciering, € 14,8 miljoen op werkzaamheden basisdienstverlening en € 3,0 miljoen op middelen Sociaal Flankerend Beleid en Sociaal Beleid Rijk. Daarnaast is een verplichting van € 0,055 mln. opgenomen voor het agentschapsdeel van de Vpb-last. Het betreft hier afdracht verschuldigd over de resultaten op verkoop waardepapieren, verificatieverzoeken en verhuur computerruimte aan derden. De Dienst Uitvoering Onderwijs valt, als onderdeel van het Ministerie van OCW, onder de Vennootschapsbelasting (Vpb). Het moederdepartement is verantwoordelijk voor de aangifte en DUO heeft in haar jaarrekening het agentschapsdeel van de Vpb-last opgenomen.Daarnaast gaat het om de opgebouwde rechten aan vakantiegeld, eindejaarsuitkering en verlofrechten ultimo 2016 van het personeel in loondienst (€ 8,1 miljoen) en schulden met afdrachtverplichtingen (€ 0,1 miljoen), overige te betalen bedragen (€ 1,3 miljoen). Tenslotte zijn onder deze post de investeringsspecifieke financiële bijdragen van de ministeries verantwoord. Het betreft bijdragen die de financiering van uitbreidingsinvesteringen mogelijk maken. De onttrekking volgt het afschrijvingspatroon van de betrokken vaste activa en komt ten gunste van de afschrijvingskosten. De ultimo stand bedraagt € 0,8 miljoen waarvan € 0,7 miljoen een looptijd heeft van langer dan één jaar.
Onder de post Nog te betalen is € 1,3 miljoen vooruit ontvangen middelen van een ander ministerie opgenomen te weten; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (werkzaamheden Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen en het programma Directe Financiering Kinderopvang).
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2016 + stand depositorekeningen | 47.755 | 45.426 | – 2.329 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 315.540 | 315.540 | ||
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) | – 320.244 | – 320.244 | ||
2. | Totaal operationele kasstroom | 7.000 | – 4.704 | – 11.704 |
Totaal investeringen (–/–) | – 7.000 | – 9.889 | – 2.889 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 53 | 53 | ||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 7.000 | – 9.836 | – 2.836 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) | ||||
Eenmalig storting door het moederdepartement (+) | ||||
Aflossingen op leningen (–/–) | – 315 | – 314 | 1 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | ||||
4. | Totaal financieringskasstroom | – 315 | – 314 | 1 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2016 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen. | 47.440 | 30.572 | – 16.868 |
Toelichting:
Naast de rekening courant RHB heeft DUO ook liquide middelen die buiten de RHB blijven. Het betreft hier rekeningen ten behoeve van Europass, Regeling Surinaamse Studenten en Examendiensten waarop in totaal een saldo van € 0,06 miljoen staat (op 31 december 2015 was dit € 0,089 miljoen). De mutatie van deze middelen wordt als onderdeel van de operationele kasstroom gepresenteerd.
De negatieve operationele kasstroom (€ 4,7 miljoen) is het saldo ontvangsten moederdepartement (€ 257,3 miljoen), overige departementen (€ 22,1 miljoen), Derden (€ 36,2 miljoen) waar aan uitgaven tegen overstaan aan crediteuren en personeel (€ 320,3 miljoen). De investeringen betreffen voornamelijk investeringen in het rekencentrum.
Doelmatigheid
Basisindicatoren zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. Doelmatigheid kan meerjarig worden bereikt door een lagere kostprijs (bij gelijke kwaliteit) of een hogere kwaliteit (bij gelijke kostprijs). Deze kengetallen geven inzicht in de ontwikkeling van de doelmatigheid uitgedrukt in financiële en kwaliteitskengetallen. Inmiddels is vanuit Financiën een richtlijn opgesteld aangaande de verantwoording over doelmatigheid. Voor het generieke deel kan DUO zich verantwoorden conform deze richtlijn. Aan het specifieke gedeelte, waarin de uitvoeringskosten per behandelde aanvraag moet worden weergegeven, kan DUO, gelet op de diversiteit in de dienstverlening, niet voldoen.
Omschrijving | Realisatie | Vastgestelde begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2016 | |
Generiek Deel | |||||
Kostprijzen per product (groep) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
Tarieven/uur | |||||
ICT gerelateerd | 102 | 104 | 104 | 104 | 104 |
Overige uren | 73 | 74 | 74 | 74 | 74 |
Omzet per produktgroep (pxq) | |||||
Omzet Bekostiging Instellingen | 34 | 32 | 38 | 34 | 36 |
Omzet Studiefinaciering | 99 | 98 | 91 | 90 | 86 |
Omzet Examendiensten | 21 | 19 | 25 | 25 | 23 |
Omzet Basisregister | 29 | 28 | 26 | 25 | 25 |
Omzet Informatiediensten | 5 | 5 | 7 | 7 | 6 |
Totaal omzet basiscontract OCW | 187 | 182 | 186 | 182 | 176 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 1.770 | 1.773 | 1.783 | 1.894 | 1.805 |
Saldo van baten en lasten (%) | 101 | 100 | 100 | 99 | 100 |
Kwaliteitsindicatoren | |||||
Klantcontact digitaal | n.v.t. | 6 | 6 | 7 | 6 |
Klantcontact traditioneel | n.v.t. | 7 | 7 | 7 | 7 |
Toelichting:
Kostprijs per product (groep): Binnen het basiscontract met OCW wordt niet over kostprijzen gerapporteerd. Mutaties op het basiscontract worden gebaseerd op uren maal tarief.
Omzet per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar 5 producten. De realisatie 2016 ligt € 4,0 miljoen lager dan 2015, enerzijds is € 11,3 miljoen taakstelling ingevuld waar per saldo € 5,4 miljoen uitbreiding van de (basis)dienstverlening, volume effecten en loon- en prijseffecten tegen over staat.
FTE totaal: De bezetting van ARAR is gestegen ten opzichte van 2015. Naast het vorm geven aan de invulling taakstelling waarbij vrijgekomen personeel zoveel mogelijk is ingezet op nieuwe taken heeft er in 2016 een forse instroom van personeel plaatsgevonden als gevolg van het verambtelijken van uitzendkrachten en extern personeel. Dit in lijn met het convenant uitzendkrachten wat DUO met de vakbonden heeft afgesloten naar aanleiding van de Wet werk en zekerheid.
Projecttarief per uur: Het projecttarief is € 104 per uur en onveranderd ten opzichte van 2015.
Meerwerktarief per uur: Het meerwerktarief is € 74 per uur en onveranderd ten opzichte van 2015.
Saldo baten en lasten: DUO begroot met een exploitatiesaldo van nul. Het negatieve saldo van baten en lasten 2016 van € 1,5 miljoen bedraagt 0,5% van de baten.
Indicatoren: Er is per 2014 een nieuwe set van indicatoren afgesproken met het Ministerie van OCW te weten: Klanttevredenheid klantcontact digitaal en Klanttevredenheid klantcontact traditioneel.
Klanttevredenheid klantcontact digitaal: Over 2016 heeft deze indicator een score van 7 op een schaal van 0 tot 10. Over 2015 bedroeg de score 6 op een schaal van 0 tot 10.
Klanttevredenheid klantcontact traditioneel: Over 2016 heeft deze indicator, gelijk aan 2015, een score van 7 op een schaal van 0 tot 10.