Algemene doelstelling
EZ streeft naar internationaal toonaangevende, concurrerende, sociaal verantwoorde, veilige, en dier- en milieuvriendelijke agro-, visserij- en voedselketens.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van EZ is verantwoordelijk voor:
Stimuleren
-
• Het versterken van de positie van de Nederlandse agro-, visserij- en voedselketens en het stimuleren van groene economische groei via energie- en klimaatbeleid voor de landbouw en de voedings- en genotmiddelen industrie.
-
• Het stimuleren van een adequate en duurzame voedselvoorziening/voedselzekerheid, voedselkwaliteit op Europees en mondiaal niveau evenals het bijdragen aan het Europese en internationale landbouw- en visserijbeleid.
-
• Het stimuleren van marktgedreven verduurzaming van de veehouderij door de ontwikkeling van onderscheidende duurzame marktconcepten, nieuwe vormen van ketensamenwerking en nieuwe marktstrategieën.
Regisseren
-
• Het borgen van voedselveiligheid. Producenten en partijen uit de voedselketen zijn primair verantwoordelijk voor hun producten en productiewijze. Zij opereren op basis van normen en kaders die de overheid stelt en die goeddeels hun grondslag vinden in internationale, vooral Europese regelgeving. De Minister van VWS is verantwoordelijk voor wetgeving voor voedselveiligheid, met uitzondering van wetgeving voor het slachten van dieren en het keuren en uitsnijden van vlees, waar de Minister van EZ verantwoordelijk voor is.
-
• Het zeker stellen van goede gewasbescherming, evenals het borgen van plant- en diergezondheid en dierenwelzijn.
Uitvoeren
-
• Het uitvoeren van een effectief mestbeleid ter realisatie van de doelstellingen uit de Europese Nitraatrichtlijn (91/676/EEG).
-
• Het uitvoeren van adequaat veterinair en fytosanitair beleid.
-
• De controle op en handhaving van de regels voor de veiligheid van voedsel in de primaire productie en slachterijfase.
-
• Het handhaven van de regelgeving op gebied van dier- en plantgezondheid, zorgvuldig gebruik van antibiotica en dierenwelzijn.
-
• Het uitvoeren van kennisontwikkeling en financieren van innovatie ten behoeve van het groene domein.
-
• Het uitvoeren van een gemeenschappelijk landbouw- en visserijbeleid.
Bij het verder vormgeven van het Europees Landbouwbeleid voor de periode 2014–2020 heeft de Minister de rol om de Nederlandse inbreng goed tot zijn recht te laten komen. Vereenvoudiging is hierbij een belangrijk onderwerp van discussie. In de Beleidsagenda en bijlage Europese geldstromen wordt hier nader op ingegaan.
Kengetal | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Maatschappelijke appreciatiescore Bron: TNS/NIPO | Geen meting | 7,5 | 7,6 | Geen meting | 7,6 | Geen meting | |
2. | Mate van vertrouwen consumenten in voedsel Bron: NVWA monitor | 3,4 | Geen meting | 3,2 | Geen meting | 3,2 | Geen meting | |
3. | Export van agrarische producten uit Nederland (bedragen x mln): | Raming | ||||||
– | Duitsland | 18.613 | 20.125 | 21.079 | 20.820 | 20.857 | 21.627 | |
– | België | 7.483 | 7.856 | 8.479 | 8.652 | 8.661 | 9.227 | |
– | Verenigd Koninkrijk | 6.970 | 7.358 | 7.843 | 8.067 | 8.321 | 8.321 | |
– | Frankrijk | 7.154 | 7.296 | 7.481 | 7.122 | 6.860 | 7.692 | |
– | Italië | 3.736 | 3.776 | 3.787 | 3.480 | 3.207 | 3.511 | |
– | Overige landen | 27.633 | 30.476 | 32.287 | 33.561 | 33.515 | 34.660 | |
Totaal | 71.589 | 76.887 | 80.956 | 81.702 | 81.421 | 85.038 |
Bron: 2012–2015 CBS, 2016 Wageningen Economic Research/CBS
Ad 1. Indicator betreft de maatschappelijke waardering onder de Nederlandse bevolking van de landbouw vastgelegd in een rapportcijfer. Meting vindt vanaf 2013 om de twee jaar plaats. De volgende score zal in 2017 weer gemeten worden.
Ad 2. De NVWA meet op een schaal van 1–5 het vertrouwen van de consument in de veiligheid van voedsel. Meting vindt om de 2 jaar plaats.
De maatschappelijke appreciatiescore wordt een keer per twee jaar gemeten.
Ad. 3. Het betreft hier de export van primaire en secundaire agrarische producten. Uitgesloten zijn dus de tertiaire goederen, zoals bijvoorbeeld melkrobots.
Voorheen hadden de cijfers UN Comtrade als bron, nu zijn Wageningen Economic Research en het CBS als bron genomen, Daardoor zijn er lichte (niet signifcante) afwijkingen.
Beleidsconclusies
De onderstaande beleidsconclusies geven een beeld van de belangrijkste programma-uitgaven en de belangrijkste resultaten van het beleid in 2016. In 2016 zijn de meeste in de begroting 2016 voorgenomen prestaties gerealiseerd. Eventuele afwijkingen worden hieronder toegelicht.
Voedselagenda en voedselveiligheid
-
– In 2016 is de uitvoering gestart van de Voedselagenda, die het kabinet eind 2015 in reactie op het WRR-advies Naar een voedselbeleid naar de Kamer heeft verzonden (TK, 31 532, nr. 156).
-
– In samenwerking met bedrijfsleven, instellingen en NGO’s is op specifieke onderdelen uitwerking gegeven aan de Voedselagenda: Zo is samen met het Ministerie van VWS een impuls gegeven aan de voedseleducatie door het programma Jong Leren Eten.
-
– In november 2016 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van deze Voedselagenda en zijn de opgaven en ambities voor de komende tijd verwoord (TK, 31 532, nr. 174).
-
– Om de transparantie in de voedselketens te vergroten heeft de Staatssecretaris in 2016 afspraken gemaakt met de Alliantie Verduurzaming Voedselsystemen. Daarbij is aandacht besteed aan het opstarten van een pilot en een database (zie TK, 31 532, nr. 159 en TK, 31 352, nr. 176).
-
– Verder heeft het Kabinet een verdere ordening van duurzaamheidskeurmerken bevorderd door het benoemen van een aantal solide keurmerken. Hierover is de Kamer in oktober 2016 geïnformeerd (TK, 31 532, nr. 170).
-
– In 2016 zijn onder Nederlands voorzitterschap de Raadsconclusies over voedselverliezen en -verspilling aangenomen (ST 10730/16). De discussie over voedselverspilling en -verliezen is met deze EU-aanpak verbreed naar de raakvlakken met landbouwbeleid, voedselzekerheid en ontwikkelingssamenwerking.
-
– Daarnaast hebben diverse activiteiten plaatsgevonden zoals een voedseldebat op diverse locaties.
Indicator | Referentie-waarde | Peil datum | Raming 2015 | Realisatie 2015 | Raming 2016 | Realisatie 2016 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mate van afname van antibiotica-gebruik in de dierhouderij | Antibioticagebruik in 2009 | 2009 | 70% | 58,4% | 70% | Publicatie in 2016 | SDa |
Nalevingsniveau HACCP-verplichting | 80% | April 2009 | 90% | 89,7% | 90% | 85,6% | NVWA |
Antibioticagebruik
Uit de jaarlijkse rapportage van de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit (SDa) blijkt dat het antibioticagebruik in de periode 2009 – 2015 is gedaald met 58,4% (TK, 29 683, nr. 218).
De overheid blijft inzetten op verdere reductie van het gebruik en daarmee vermindering van risico’s voor resistentieontwikkeling en resistentieverspreiding voor de volksgezondheid. In 2017 worden nieuwe reductiedoelstellingen per sector vastgesteld, tot die tijd blijft de generieke reductiedoelstelling van 70% voor de veehouderij als geheel van kracht (TK, 29 683, nr. 220).
Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP)
In 2015 hebben de vleesproductiebedrijven waarvoor de HACCP verplicht is, voldaan aan 89,7% van de HACCP regels op de inspectielijst van de NVWA. In tegenstelling tot eerdere jaren kan nu ook de realisatie voor 2016 worden opgeleverd. Uit de nalevingsgegevens van 2016 blijkt dat het percentage HACCP regels is gedaald naar 85,6%. Deze daling is mogelijk te verklaren door het strengere en uniformere toezicht dat de NVWA op de slachthuizen uitvoert door het verbeterplan van de NVWA. Hierbij worden ook bij HACCP controles strenger en uniformer beoordeeld met als gevolg vooral een stijging van het percentage HACCP regels met geringe overtredingen.
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid
-
– De inzet van EZ op voedselzekerheid richtte zich in 2016 op vier thema’s: genetische bronnen, klimaatslimme landbouw, voedselverspilling en oceanen en aquacultuur.
-
– In 2016 heeft in Noordwijk de EU-AU Conferentie «Investing in a Food Secure Future» plaatsgevonden, waarin Nederland heeft toegezegd om 2–4 agri-incubators in Afrika op te zetten. Gestart is met een incubator in Tanzania (Center of Excellence aardappels).
-
– In samenwerking met het Ministerie van Buitenlandse Zaken is de Tweede Kamer geïnformeerd over de resultaten van het voedselzekerheidsbeleid (TK, 33 625, nr. 233).
-
– Er is invulling gegeven aan de motie Dik-Faber (TK, 21 501-32, nr. 932) om samen met maatschappelijke organisaties te komen tot een strategisch actieplan voor het terugdringen van voedselverliezen in ontwikkelende landen. In Indonesië is de eerste pilot gestart waarbij dit actieplan in werking is gezet.
-
– In 2016 is een succesvolle Wereldvoedseldag georganiseerd in Rotterdam dat een stimulans heeft gegeven aan initiatieven uit de samenleving om bij te dragen aan een eerlijk, gezond en duurzaam voedselsysteem.
Visserij
In 2016 stond de invoering van een aanlandplicht centraal, dit als gevolg van de in 2014 ingezette hervorming van het Gemeenschappelijk Visserij Beleid. Vissoorten waarvoor vangstbeperkingen gelden mogen niet meer worden teruggegooid in zee, maar dienen te worden aangeland (zie voortgangsrapportage 32 201-86 van 23 december 2016).
Duurzame veehouderij
Indicator | Referentie-waarde | Peildatum | Raming 2015 | Realisatie 2015 | Raming 2016 | Realisatie 2016 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Percentage integraal duurzame stallen | 0% | 2008 | 12% | 13% | 14% | 13,8%1 | |
Verhouding duurzame – totale investeringen | 27% | 2012 | 24,5% | n.n.b. | 24% | Publicatie in 2018 | Wageningen Economic Research |
Mestbeleid
-
– In 2016 zijn stappen gezet om de nationale fosfaatproductie in de melkveehouderij te beheersen. De overschrijding van het fosfaatproductieplafond zoals beschreven in de Nederlandse derogatiebeschikking op grond van de Nitraatrichtlijn (91/676/EG), was aanleiding voor de invoering van een stelsel van fosfaatrechten in de Meststoffenwet (TK, 34 532, nr. 2). De oorspronkelijk beoogde datum van inwerkingtreding is een jaar verschoven naar nu 1 januari 2018 (TK, 34 532, nr. 18).
-
– Tegelijkertijd met de behandeling van de wijziging van de Meststoffenwet, is het voorstel voor de Wet grondgebonden groei melkveehouderij (TK, 34 295, nr. 2) behandeld. Hiermee wordt de algemene maatregel van bestuur voor verantwoorde groei melkveehouderij (AMvB Grondgebondenheid) omgezet in een wet. Deze wet maakt groei van bedrijven met melkvee mogelijk, mits de toename van de fosfaatproductie gebeurt op basis van voldoende grond in gebruik bij het bedrijf.
-
– Voor het jaar 2016 zijn de percentages verplichte mestverwerking verhoogd met 5% in de regio’s Oost en Zuid Nederland (TK, 33 037, nr. 169). De operationele mestverwerkingscapaciteit is in 2016 naar verwachting vergroot met 5 mln kilogram fosfaat.
-
– In juli 2016 is de jaarlijkse derogatierapportage aangeboden aan de Tweede Kamer (TK, 33 037, nr. 178). Dit samen met de vierjaarlijkse Nitraatrichtlijnrapportage (TK, 33 037, nr. 179). Uit deze rapportage blijkt dat nitraatconcentraties in het water op Nederlandse landbouwbedrijven zijn gedaald en dat de kwaliteit van het oppervlaktewater is verbeterd. De verbeteringen zijn beperkt ten opzichte van de vorige monitoringsronde (2008–2011).
Plantgezondheid en plantaardige productie
-
– Met een groot aantal stakeholders is in 2016 afspraken gemaakt over het versneld verduurzamen van de gewasbescherming in Nederland. In september is daarvoor de eerste pilot «systeempak» in de teelt van paprika gestart.
-
– Onder het Nederlands EU-voorzitterschap is ingezet op het bevorderen van de beschikbaarheid van lagere risico middelen en van geïntegreerde gewasbescherming via de lancering van het implementatieplan «Duurzame Gewasbescherming» in de Landbouw- en Visserijraad (TK, 21 502-32 nr. 933). Dit plan is unaniem aangenomen en zal in 2017 verder worden uitgevoerd door de Europese Commissie, lidstaten en stakeholders.
-
– Er zijn enkele nieuwe markten voor Nederlandse plantaardige producten geopend. Zo kunnen er nu paprika’s naar China en aardappelpootgoed naar Tanzania worden geëxporteerd.
-
– In 2016 is een Europese conferentie georganiseerd over het herstellen van de balans tussen het octrooi- en het kwekersrecht.
-
– In 2016 is een nieuwe nationale strategie voor de GMO groenten en fruit gepubliceerd (TK, 31 532, nr 161). In nauw overleg met het bedrijfsleven is meer focus aangebracht in de nieuwe strategie en is deze gericht op versterking van de afzetkracht, marktgericht ondernemen en verdere verduurzaming. Tevens richt de strategie zich op vernieuwing, collectiviteit en EU conformiteit.
-
– In 2016 is de Brede Weersverzekering geëvalueerd. In de eindfase van deze evaluatie deed zich de water- en hagelschadeoverlast in Zuidoost-Nederland voor. Daardoor is extra discussie over mogelijke wijzigingen ontstaan. Over de resultaten van de evaluatie van de Brede Weersverzekering wordt nog met de sector gesproken. Om deze reden is deze evaluatie niet zoals gepland in 2016 bij de Tweede Kamer aangeboden. De evaluatie met appreciatie zal nu in 2017 naar de Tweede Kamer gaan.
-
– In 2016 is het programma Keteninnovatie afgerond. Via de Kamer van Koophandel heeft het programma voor € 1 mln keteninnovaties gestimuleerd en begeleid waarbij samenwerkende waardeketens meer marktgericht zijn gaan ondernemen en waarbij nieuwe verdienmodellen zijn ontwikkeld.
-
– In 2016 is de Borgstelling MKB-landbouwkredieten als opvolger van de Garantstelling Landbouw uitgewerkt en gepubliceerd. Per 1 januari 2017 is de nieuwe borgstelling operationeel.
Indicator | Referentie-waarde | Peildatum | Raming 2015 | Realisatie 2015 | Raming 2016 | Realisatie 2016 | Bron | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Totale CO2-emissie glastuinbouw | Circa 7,5 Mton | 2013 | 7,1 Mton | 5,7 Mton | 6,9 Mton | Publicatie in 2017 | LEI |
2. | Energie-efficiency index voedings- en genotmiddelen-industrie (VGI) | 100% | 2005 | 84% | 83% | 82% | Publicatie in 2017 | RVO.nl |
Ad 1) De ramingen betreffen de maximale CO2-emissieruimtes van de glastuinbouw voor deze jaren. De realisatie 2015 ligt daar fors onder. De glastuinbouw ligt op koers om haar doelen voor CO2-uitstoot in 2020 te realiseren. De totale CO2-uitstoot ligt in 2015 16% onder het niveau van 1990 en daarmee loopt de glastuinbouw voor op de landelijke ontwikkeling (+9%).
Bron: LEI-WUR, Energiemonitor van de Nederlandse glastuinbouw 2015
Ad 2) De voedings- en genotmiddelenindustrie ligt qua energie-efficiency over 2015 iets voor op de raming. Hoe lager het percentage hoe efficienter.
Diergezondheid en dierenwelzijn
-
• In 2016 is verder uitvoering gegeven aan de beleidsbrief dierenwelzijn van 2013 (TK, 28 286, nr. 651). Nationaal is het beleid op het terrein van de hondenhandel geëvalueerd en de vervolgstappen voor een verbeterd toezicht op de hondenhandel zijn in gang gezet. Het Besluit tot wijziging van het Besluit Houders van dieren is in 2016 besproken in de Tweede Kamer, maar nog niet vastgesteld, waardoor een aantal voornemens uit de beleidsbrief nog niet is bestendigd.
-
• Er zijn in 2016 uitbraken geweest van zowel laagpathogene als hoogpathogene vogelgriep. De bestrijding van de hoogpathogene vogelgriep type H5N8 heeft extra inspanning gevraagd op het gebied van onderzoek en bewaking.
-
• In 2016 is de voortgangsrapportage Plan van aanpak Dierproeven en alternatieven naar de Tweede Kamer gestuurd (TK, 32 336, nr. 64).
Indicator | Referentie waarde | Peildatum | Raming 2015 | Realisatie 2015 | Raming 2016 | Realisatie 2016 | Bron |
---|---|---|---|---|---|---|---|
EU-OIE vrije status | 7 | 2009 | 7 | 7 | 7 | 7 | EU en OIE |
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie
-
• Het onderzoek binnen de topsectoren Agri&Food en Tuinbouw&Uitgangsmaterialen en voor beleidsontwikkeling en politieke besluitvorming in het groene domein is uitgevoerd met een sterke focus op maatschappelijke opgaven zoals onder meer verwoord in de Voedselagenda. Voorbeelden zijn kennisopgaven op het terrein van stimulering van consumptie groente en fruit, bijen, duurzaam bodembeheer, mest en mineralen, en risico's van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen bij omwonenden.
-
• De samenwerking tussen de topsectoren Agri&Food, Hightech en ICT is versterkt. In de akkerbouw gaat het bijvoorbeeld om PPS’en die nieuwe bewerkings- en teelttechnieken met lichte robots ontwikkelen. Een voorbeeld in de tuinbouw is de ontwikkeling van een «smart kas». In de zuivel- en vleesketens gaat het om benutten van big data bij ketenmanagement, real-time data voor optimalisatie van diervoeding, slimme controle van stalklimaat en robots in de stal.
-
• Europese en internationale samenwerkingsverbanden met het doel efficiënt onderzoek te doen en kennis te delen met focus op maatschappelijk opgaven zijn beter benut. Zo neemt Nederland deel aan diverse ERA-netten en andere internationale onderzoeksprogramma’s. Voorbeelden zijn het internationaal netwerk STAR-IDAZ (diergezondheidsonderzoek, One Health), ERA-net SusAN (duurzame houderijsystemen), ERA-net Waterworks (duurzaam watergebruik en -beheer), ERA-net GAS (monitoring en maatregelen terugdringen broeikasgassen), ERA-net Core organic (biologische landbouw), JPI-FACCE (onder andere duurzaam bodembeheer) en ERA-net SUSFOOD-2 (duurzame voedselproductie).
Indicator | Referentie-waarde | Peil datum | Raming 2015 | Realisatie 2015 | Raming 2016 | Realisatie 2016 | Bron | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Vraagsturing van groen onderzoek door maatschappelijke actoren (beleid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties) | 80% | 2013 | >80% | Wordt niet meer gepubliceerd | >85% | Wordt niet meer gepubliceerd | PROSU |
2. | Kennisbenutting door beleid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties | 88% | 2013 | >85% | Wordt niet gepubliceerd | >85% | 97% | PROSU/ Wageningen Economic Research |
3. | Percentage innoverende agrarische bedrijven | 11,6% | 2006 | 10% | 17% | 10,8% | Publicatie in 2017 | Wageningen Economic Research |
Ad. 1 De indicator vraagsturing is vervallen, wordt voor 2015 en verder ook niet meer gepubliceerd.
Ad. 2 de indicator voor Kennisbenutting over het jaar 2015 wordt niet gepubliceerd, PROSU heeft in 2016 geen opdracht gekregen om deze informatie over 2015 te verwerken.
Ad 3. Innoverende (primaire) bedrijven innoveren vanwege een scala aan redenen. Door Wageningen Economic Research is er gekeken naar procesinnovaties en productinnovaties Procesinnovaties zijn geïmplementeerde vernieuwingen of verbeteringen in het productieproces.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2016 | 2016 | |
VERPLICHTINGEN | 696.112 | 676.537 | 729.130 | 623.541 | 673.900 | 636.548 | 37.352 |
Waarvan garantieverplichtingen | 43.374 | 37.707 | 28.537 | 28.430 | 37.690 | 131.610 | – 93.920 |
UITGAVEN | 613.752 | 666.001 | 660.124 | 667.686 | 642.217 | 544.121 | 98.096 |
Subsidies | 99.065 | 71.753 | 78.379 | 90.430 | 103.230 | 40.817 | 62.413 |
Duurzame veehouderij | 27.799 | 16.241 | 6.256 | 14.088 | 10.702 | 10.320 | 382 |
Investeringsregeling duurzame stallen | 5.047 | 10.565 | 1.476 | 7.663 | 6.719 | 4.458 | 2.261 |
Kleine en grote netwerken POP-Nieuwe Uitdagingen | 622 | 459 | 1.166 | 1.742 | 80 | 0 | 80 |
Regeling fijnstofmaatregelen | 16.054 | 0 | 1.491 | 3.261 | 3.077 | 4.720 | – 1.643 |
Overig | 6.076 | 5.217 | 2.123 | 1.422 | 826 | 1.142 | – 316 |
Plantaardige productie | 19.327 | 15.396 | 12.724 | 9.562 | 9.917 | 9.063 | 854 |
Investeringsregeling Milieuvriendelijke Maatregelen (IMM) | 6.124 | 5.100 | 1.024 | ||||
Marktintroductie energie innovaties (MEI) | 12.577 | 13.689 | 8.642 | 4.788 | 3.537 | 3.689 | – 152 |
Duurzaamheids-investeringen Nieuwe Uitdagingen | 3.855 | 1.931 | 2.068 | 3.275 | |||
Demoregeling Schoon en Zuinig | 57 | 709 | 526 | 911 | |||
Investeringsregeling energiebesparing (IRE) | 401 | 862 | 113 | ||||
Overig | 2.838 | 597 | 626 | 475 | 256 | 274 | – 18 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 2.518 | 3.017 | 4.820 | 3.368 | |||
Regeling in beslag genomen goederen | 2.518 | 3.017 | 4.820 | 3.368 | |||
Visserij | 8.549 | 8.774 | 5.416 | 6.229 | 3.729 | 6.518 | – 2.789 |
Regelingen onder het nieuwe EFMZV | 5.017 | 2.304 | 5.779 | – 3.475 | |||
Overige (uitfinanciering regelingen onder EVF) | 8.549 | 8.774 | 5.416 | 1.212 | 1.425 | 739 | 686 |
Agrarisch ondernemerschap | 9.953 | 9.785 | 8.824 | 9.496 | 4.972 | 6.535 | – 1.563 |
Flankerend beleid pelsdierhouders | 2.000 | 2.000 | 2.000 | 2.006 | |||
Brede weersverzekering | 1.421 | 1.471 | 1.403 | 3.550 | 4.672 | 6.518 | – 1.846 |
Investeringsregeling Jonge Agrariërs | 3.945 | 3.349 | 2.235 | 3.940 | 300 | 17 | 283 |
Demoregeling proefprojecten Gemeenschappelijk Landbouwbeleid | 2.557 | 2.019 | 3.186 | ||||
Overig | 30 | 946 | |||||
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie | 10.373 | 4.340 | 2.091 | 3.416 | 586 | 1.092 | – 506 |
Samenwerking POP Nieuwe uitdagingen | 548 | 591 | 2.091 | 1.978 | 237 | 0 | 237 |
Overig | 9.825 | 3.749 | 1.438 | 349 | 1.092 | – 743 | |
Apurement | 20.546 | 12.269 | 35.247 | 11.799 | 65.329 | 7.289 | 58.040 |
Regeling apurement | 20.546 | 12.269 | 35.247 | 11.799 | 65.329 | 7.289 | 58.040 |
|
|
| |||||
Begrotingsreserves | 3.001 | 32.472 | 8.003 | 0 | 8.003 | ||
Storting begrotingsreserve landbouw | 2.511 | 3.525 | |||||
Storting begrotingsreserve apurement | 490 | 28.947 | 8.003 | 0 | 8.003 | ||
|
| ||||||
Garanties | 10.500 | 27.119 | 27.191 | 33.862 | 6.652 | 21.560 | – 14.908 |
Storting bijdrage begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit | 2.000 | 3.000 | 3.056 | 3.008 | 3.008 | 5.014 | – 2.006 |
Verliesdeclaraties Borgstellingsfaciliteit | 8.500 | 24.119 | 24.135 | 28.347 | 3.644 | 14.039 | – 10.395 |
Garantstelling Marktintroductie Innovaties (GMI) | 2.507 | 0 | 2.507 | – 2.507 | |||
Opdrachten | 151.569 | 145.478 | 156.959 | 136.504 | 121.118 | 121.899 | – 781 |
Duurzame veehouderij | 1.761 | 8.463 | 2.908 | 4.282 | 4.044 | 4.139 | – 95 |
Mestbeleid | 5.609 | 6.539 | 13.007 | 9.161 | 3.411 | 9.318 | – 5.907 |
Plantaardige productie | 3.934 | 4.541 | 5.334 | 1.057 | 1.462 | 1.877 | – 415 |
Plantgezondheid | 1.769 | 2.500 | 1.605 | 1.758 | 1.666 | 2.023 | – 357 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 13.161 | 10.011 | 9.075 | 8.044 | 9.301 | 11.967 | – 2.666 |
Voedselveiligheid- en kwaliteit\ voedselagenda | 12.799 | 7.137 | 5.909 | 3.820 | 5.562 | 4.572 | 990 |
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid | 5.753 | 3.743 | 4.382 | 1.741 | 4.695 | 3.587 | 1.108 |
Visserij | 5.387 | 1.923 | 1.388 | 3.398 | 1.683 | 1.202 | 481 |
Agrarisch ondernemerschap | 4.155 | 4.655 | 2.547 | 2.849 | 1.728 | 2.409 | – 681 |
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie | 97.241 | 95.966 | 110.804 | 100.394 | 87.566 | 80.805 | 6.761 |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 117.704 | 120.616 | 105.610 | 82.746 | 78.720 | 83.206 | – 4.486 |
Medebewind en overige voormalige publieke PBO-taken | 20.354 | 23.750 | 25.477 | 4.774 | 1.535 | 5.631 | – 4.096 |
Wageningen Research (vh Dienst Landbouwkundig Onderzoek) | 95.027 | 94.819 | 77.341 | 75.221 | 75.232 | 75.646 | – 414 |
College Toelating Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden | 2.323 | 2.047 | 2.792 | 2.751 | 1.953 | 1.007 | 946 |
Centrale Commissie Dierproeven | 922 | – 922 | |||||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 4.200 | 5.577 | 3.145 | 14.064 | 12.253 | 4.040 | 8.213 |
Diergezondheidsfonds | 4.200 | 5.577 | 3.145 | 14.064 | 12.253 | 4.040 | 8.213 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 12.615 | 10.647 | 10.519 | 10.042 | 8.861 | 1.181 | |
FAO en overige contributies | 12.615 | 10.647 | 10.519 | 10.042 | 8.861 | 1.181 | |
Bijdragen aan agentschappen | 230.714 | 282.843 | 278.193 | 299.561 | 310.202 | 263.738 | 46.464 |
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit | 125.039 | 144.817 | 130.740 | 141.829 | 152.451 | 124.786 | 27.665 |
Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland | 98.992 | 129.197 | 138.948 | 149.999 | 148.985 | 131.887 | 17.098 |
Dienst Landelijk Gebied | 255 | 221 | 222 | ||||
Rijksrederij | 6.428 | 8.608 | 8.283 | 7.733 | 7.869 | 7.065 | 804 |
Rijksinstituut voor Volkgezondheid en Milieu | 897 | 0 | 897 | ||||
ONTVANGSTEN | 302.615 | 329.393 | 357.416 | 123.539 | 136.431 | 64.078 | 72.353 |
Agroketens | 3.430 | 267 | 1.015 | 0 | 1.015 | ||
Mestbeleid | 5.990 | 6.324 | 5.884 | 3.324 | 10.724 | 7.209 | 3.515 |
Diergezondheid en dierenwelzijn | 385 | 8.760 | 3.327 | 2.399 | 3.165 | 500 | 2.665 |
Plant- en diergezondheid | 605 | 328 | 679 | 0 | 679 | ||
Voedselveiligheid en kwaliteit | 2.812 | 288 | 94 | 46 | |||
Voedselzekerheid en internationaal en Europees landbouwbeleid | 254.252 | 279.244 | 228.287 | 40.697 | 20.411 | 15.926 | 4.485 |
Visserij | 7.449 | 6.265 | 8.891 | 9.154 | 7.496 | 4.993 | 2.503 |
Agrarisch ondernemerschap | 772 | 245 | 527 | ||||
Kennisontwikkeling en (agrarische) innovatie | 20.039 | 16.573 | 20.177 | 15.449 | 13.307 | 12.380 | 927 |
Garanties (provisies) | 1.162 | 2.300 | 2.004 | 1.696 | 2.008 | 1.800 | 208 |
Agentschappen | 485 | 483 | 15 | 5.689 | 3.089 | 0 | 3.089 |
Onttrekkingen begrotingsreserves | 10.041 | 9.156 | 83.995 | 44.490 | 73.765 | 21.025 | 52.740 |
Toelichting op de verplichtingen
De hogere verplichtingen van € 37,4 mln zijn een saldo. Voor ruim € 90 mln zijn er minder garantieverplichtingen aangegaan. Dit komt enerzijds, omdat in 2016 weinig investeringen zijn gedaan waarop een garantstelling van de Garantieregeling Landbouw (en plus) rust. Anderzijds is de Garantieregeling Marktintroductie Innovatie (GMI) in 2016 niet opengesteld. De hogere realisatie op reguliere verplichtingen ten opzichte van de ontwerpbegroting komt daarmee op circa € 130 mln. De belangrijkste verklaringen voor de hogere verplichtingen zijn de volgende:
-
• Er zijn uitgaven gedaan ten laste van de regeling Apurement voor het bedrag van € 65,3 mln, die het gevolg zijn van correcties van de Europese Commissie op ingediende declaraties. Hiervoor is geen regulier budget, omdat correcties van tevoren niet bekend zijn. Het verplichtingen- en uitgavenbudget om de betalingen te kunnen doen, is verhoogd op het moment dat de correctiebesluiten zijn ontvangen en de betalingen moesten plaatsvinden. Daarvoor zijn middelen uit de begrotingsreserve Apurement onttrokken (zie Begrotingsreserves onder Ontvangsten). Het ging in 2016 om een correctie als gevolg van controle op de erkenning van producentenorganisaties 2008–2011 en 2009–2011 in het kader van Operationele Programma’s Groenten en fruit, een correctie voor schoolfruit in verband met het aanvragen van de subsidie voordat de te vergoeden kosten door de leveranciers van schoolfruit waren gemaakt en betaald, en een correctie vanwege overschrijding van de voorgeschreven betaaltermijn voor de GMO-regeling Groenten en Fruit.
-
• Ontvangsten voor een bedrag van € 8 mln zijn in de begrotingsreserve Apurement gestort. Voor het doen van de storting is het verplichtingen- en uitgavenbudget verhoogd met het bedrag van de ontvangst. Het ging om terugontvangsten van de EU als gevolg van het nietig verklaren van een deel van een eerder opgelegde correctie door de Europese Commissie en het terugdraaien van een eerder opgelegde correctie voor GMO-regeling Groenten en Fruit als gevolg van een rechterlijke uitspraak. Daarnaast hebben de provincies € 2 mln betaald in het kader van de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma voor een risicofonds waaruit eventueel door de EC opgelegde correcties bij POP 3 worden betaald.
-
• De verplichtingen- en uitgavenrealisatie voor de agentschappen NVWA en RVO.nl is € 45 mln hoger. In de brief over NVWA van 27 mei 2016 van de Staatssecretaris van Economische Zaken aan de Tweede Kamer (TK, 33 835, nr. 33) is een meerjarige financiële dekking opgenomen onder de noemer «extra bijdrage aan NVWA». Een deel van deze bijdrage is afkomstig van VWS en is bij Najaarsnota aan het budget toegevoegd. De hogere realisatie voor RVO.nl zijn het gevolg van uitbreidingen van het opdrachtpakket. Het gaat onder meer om de Centrale Commissie Dierproeven (CCD) die bij RVO.nl is ondergebracht, extra kosten vanwege het openstellen van interventieregelingen, inrichtingskosten van het stelsel van fosfaatrechten en ICT-uitgaven voor door RVO.nl overgenomen taken van de voormalige productschappen.
-
• De bijdrage aan het Diergezondheidfonds (DGF) is met € 8 mln verhoogd. De belangrijkste reden is dat totdat de wijziging van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren van kracht is, nog niet alle kosten die volgens het convenant Financiering bestrijding besmettelijke dierziekten 2015–2019 door de sectoren worden gedragen, in rekening gebracht kunnen worden. Deze kosten worden door EZ (voor)gefinancierd.
Toelichting op de uitgaven
Subsidies
De lagere uitputting van € 3,5 mln op subsidieregelingen Visserij komt, omdat betalingen voor de openstellingen in 2016 voor regelingen van het EFMZV gericht op innovaties Aquacultuur, rendementsverbeteringen en afzetbevordering in de visserij, jonge vissers en productie- en afzetprogramma’s voor producentenorganisaties pas in latere jaren volgen.
Apurement
De realisatie houdt verband met door de Europese Commissie opgelegde correcties op ingediende declaraties. Dit is vooraf niet in te schatten. Zie verder «Toelichting op de verplichtingen». Het verschil is lager dan het daar genoemde bedrag van € 65,3 mln, omdat in 2016 het bedrag van de voeding van de begrotingsreserve met € 7 mln is verlaagd.
Begrotingsreserves
Zie toelichting op de verplichtingen.
Garanties
Er zijn in 2016 minder verliesdeclaraties ingediend die een beroep doen op de Garantstelling Landbouw dan aan het begin van het jaar geraamd.
Opdrachten
Op het onderdeel mestbeleid is van de opdracht die aan het RIVM is verleend voor het actieprogramma Nitraatrichtlijn (totaal € 5,9 mln), € 0,9 mln overgeheveld naar een nieuw ingericht RIVM begrotingsinstrument dat hangt onder «Bijdragen aan agentschappen» en € 5,0 mln naar het onderdeel Kennisontwikkeling en agrarische innovatie voor programma uitgaven. Het verplichtingen- en uitgavenbudget is overgeheveld naar deze categorie en de realisatie is daar zichtbaar.
Bij kennisontwikkeling en agrarische innovatie is budget voor Dienst Landbouwkundig Onderzoek overgeheveld van categorie opdrachten naar categorie bijdrage aan ZBO’s en RWT’s wettelijke onderzoekstaken (WOT) en Kennisbasis (KB). Dit door de uitkomsten van een evaluatie (TK, 34 000 XIII, nr. 151). De realisatie is onder deze categorie zichtbaar.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Voor de afronding van zaken voor de opheffing van de PBO’s, met name voor afvloeiingskosten, zijn minder middelen nodig geweest.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Zie Toelichting op de verplichtingen.
Bijdragen aan agentschappen
Zie Toelichting op de verplichtingen.
Toelichting op de ontvangsten
-
• De hogere ontvangst van € 3,5 mln op het mestbeleid komt met name doordat de afhandeling van inkomsten voor de derogatie 2016 voorspoediger is verlopen dan vooraf ingeschat.
-
• De hogere ontvangst voor Voedselzekerheid is een saldo van hogere en lagere ontvangsten dan geraamd. Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door een aantal ontvangsten die in de begrotingsreserve Apurement zijn gestort. Zie toelichting op de verplichtingen.
-
• De hogere ontvangst op Agentschappen komt voort uit de afrekening van de opdracht 2015.
-
• De hogere ontvangsten bij de begrotingsreserves ad. € 52,7 mln betreft met name de onttrekking uit de reserve apurement van € 65,3 mln om de door de Europese Commissie opgelegde correcties te kunnen betalen (zie Toelichting op de verplichtingen en uitgaven onder apurement en hieronder bij begrotingsreserves).
Toelichting op de begrotingsreserves
Begrotingsreserve Visserij
Stand 1/1/2016 | 17,2 |
+ Storting | 1,4 |
– Onttrekking | 0 |
Stand per 31/12/2016 | 18,7 |
De storting is het saldo van uitgaven ten laste van de nationale cofinancieringsmiddelen voor het Europees Visserijfonds voor de programmaperiode 2007–2013 en de niet bestede nationale cofinanciering voor de regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij 2014–2020.
Begrotingsreserve Landbouw
Stand 1/1/2016 | 24,9 |
+ Storting | 0 |
+ Overheveling reservering pelsdierhouderij van borgstellingsfaciliteit naar begrotingsreserve Landbouw | 10,0 |
– Onttrekking | – 6,8 |
Stand per 31/12/2016 | 28,1 |
De opgebouwde reservering voor flankerend beleid pelsdierhouderij (€ 10 mln) is overgeheveld van de begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit naar de begrotingsreserve Landbouw. De onttrekking betreft de uitfinanciering van diverse regelingen en projecten op het agro-terrein waaronder de fijnstofregeling, de Vamil-compensatieregeling en landelijk meetnet effecten mestbeleid.
Begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit
Stand 1/1/2016 | 22,2 |
---|---|
+ Storting | 3,0 |
– Onttrekking | – 1,6 |
– Overheveling reservering pelsdierhouderij van borgstellingsfaciliteit naar begrotingsreserve Landbouw | – 10,0 |
Stand per 31/12/2016 | 13,5 |
De storting betreft de jaarlijkse bijdrage ter dekking van toekomstige verliesdeclaraties voor afgegeven garantiestellingen aan banken waarmee innovatieve en duurzame investeringen worden gefaciliteerd.
Begrotingsreserve apurement
Stand 1/1/2016 | 174,5 |
+ Storting | 8,0 |
– Onttrekking | – 65,3 |
Stand per 31/12/2016 | 117,2 |
Als gevolg van opgelegde correcties voor niet EU-conforme uitvoering heeft een onttrekking van € 65,3 mln plaatsgevonden uit de begrotingsreserve apurement (zie ook de toelichting op de verplichtingen). Deze € 65,3 mln is naar aanleiding van de opgelegde correctie door EZ betaald aan de Europese Commissie. Daarnaast heeft een storting in de begrotingsreserve plaatsgevonden van € 8 mln voor onder andere een terugontvangen bedrag van de Europese Commissie en vanuit de bijdrage van de provincies voor de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsprogramma voor een risicofonds waaruit door de Europese Commissie opgelegde correcties worden betaald (€ 2 mln).