Base description which applies to whole site

D2. SOCIALE FONDSEN SZW

Deze paragraaf presenteert de exploitatiesaldi en vermogensposities van de sociale fondsen. De informatie is bedoeld als achtergrondinformatie bij het jaarverslag. De daadwerkelijke verantwoording van uitgaven en inkomsten van de fondsen vindt plaats via de jaarverslagen van de SVB en het UWV. De cijfers in deze paragraaf zijn gebaseerd op informatie van het CPB (CEP 2017) en sluiten niet precies aan op de jaarverslagen van het UWV en de SVB. De reden hiervoor is dat SZW een ander boekhoudstelsel (kas-verplichtingenstelsel) voert dan het UWV en de SVB (baten-lastenstelsel).

Een groot deel van de socialezekerheidsuitgaven loopt via de sociale fondsen. In tabel D2.1 en tabel D.2.2 zijn de exploitatierekeningen van de fondsen weergegeven. Zowel de begrote bedragen als de gerealiseerde bedragen zijn weergegeven in prijzen 2016. Het exploitatiesaldo is het verschil tussen de ontvangsten en de uitgaven van een fonds. Naast de premieontvangsten behoren ook de rijksbijdragen en renteontvangsten tot de inkomsten van een fonds. De uitgaven bestaan naast de uitkeringen voornamelijk uit uitvoeringskosten. Daarnaast vinden tussen de fondsen onderlinge betalingen plaats. Het saldo tussen ontvangen en betaalde onderlinge betalingen is voor de sociale fondsen negatief, omdat uit deze fondsen ook premies worden betaald voor de zorgverzekering van uitkeringsgerechtigden. Tegenover de negatieve saldi bij de sociale fondsen staan dus positieve saldi bij de zorgfondsen.

Tabel D2.1 laat zien dat het exploitatiesaldo van het Ouderdomsfonds hoger is dan bij begroting werd verwacht. De premie-inkomsten vallen hoger uit dan geraamd, de Rijksbijdragen waren lager dan geraamd bij begroting. De uitkeringslasten waren hoger dan geraamd. Het exploitatiesaldo van het Anw-fonds is iets hoger dan verwacht dankzij een combinatie van hogere premie-inkomsten en lagere uitgaven.

Tabel D2.1 Overzicht sociale verzekeringen SVB 2016 (x € 1 mln)1
 

Ouderdomsfonds (AOW)

Anw-fonds

 

Begroting

Realisatie

Begroting

Realisatie

Premies

24.486

25.559

1.069

1.159

Bijdragen van het Rijk

12.909

12.559

8

7

Ontvangen onderlinge betalingen

0

0

0

0

Saldo Interest

16

20

21

11

Totaal Ontvangsten

37.411

38.139

1.098

1.177

         

Uitkeringen / Verstrekkingen

36.748

36.940

456

424

Uitvoeringskosten

102

106

10

10

Betaalde onderlinge betalingen

449

464

29

26

Totaal Uitgaven

37.299

37.510

495

461

         

Exploitatiesaldo

112

629

603

717

1

SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2017).

Het exploitatiesaldo van de arbeidsongeschiktheidsfondsen (tabel D2.2) is hoger dan geraamd. Er werden meer premies afgedragen en de uitkeringslasten vielen lager uit. Ook de uitvoeringskosten van met name de WGA waren in 2016 lager dan geraamd. Ook het exploitatiesaldo van de geïntegreerde WW-fondsen is gunstiger dan verwacht. Deze fondsen bestaan uit het Awf, de sectorfondsen en het Ufo. De premie-inkomsten in alle werkloosheidsfondsen waren iets hoger dan verwacht. Het grootste deel van het verschil met de begroting wordt echter verklaard door de lagere uitkeringslasten vanuit de WW-fondsen.

Tabel D2.2 Overzicht sociale verzekeringen UWV 2016 (x € 1 mln)1
 

Arbeidsongeschiktheidsfondsen

WW-fondsen

 

Begroting

Realisatie

Begroting

Realisatie

Premies

13.241

13.388

7.570

7.683

Bijdragen van het Rijk

231

223

148

126

Ontvangen onderlinge betalingen

1.189

1.130

857

819

Saldo Interest

15

23

– 47

2

Totaal Ontvangsten

14.674

14.764

8.527

8.630

         

Uitkeringen/Verstrekkingen

10.670

10.508

7.749

6.853

Uitvoeringskosten

422

351

967

1.061

Betaalde onderlinge betalingen

1.797

1.739

1.406

1.321

Totaal Uitgaven

12.889

12.597

10.122

9.235

         

Exploitatiesaldo

1.785

2.166

– 1.595

– 605

1

SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2017).

Vermogensposities

In tabel D2.3 worden de vermogensposities van de vier sociale fondsen vermeld. Hierbij zijn wederom de arbeidsongeschiktheidsfondsen en de werkloosheidsfondsen geïntegreerd weergegeven. Het aanwezige vermogen neemt jaarlijks toe of af met het exploitatiesaldo (zie tabellen D2.1 en D2.2). Zoals reeds aangegeven in de inleiding zijn de cijfers in deze paragraaf gebaseerd op informatie van het CPB (CEP 2017). De vermogensposities sluiten daarom niet precies aan op de jaarverslagen van het UWV en de SVB.

Tabel D2.3 Vermogens sociale fondsen ultimo 2015 en 2016 (x € 1 mln)1
 

Feitelijk vermogen ultimo 2015

Exploitatiesaldo 2016

Feitelijk vermogen Realisatie

Regeling

     
       

Ouderdomsfonds (AOW)

1.353

629

1.982

Anw-fonds

3.357

717

4.074

Arbeidsongeschiktheidsfondsen

2.622

2.166

4.788

WW-fondsen

– 12.734

– 605

– 13.339

       

Totaal sociale fondsen

– 5.401

2.907

– 2.494

1

SZW (financiële administratie) en CPB (CEP 2017).

De sociale fondsen hebben ultimo 2016 een gezamenlijk negatief vermogen van bijna € 2,5 miljard. Het feitelijk vermogen is daarmee € 3,3 miljard positiever uitgevallen dan bij begroting werd geraamd. Dat komt in de eerste plaats doordat het feitelijk vermogen ultimo 2015 na het opstellen van de begroting voor 2016 nog is verbeterd (€ 1,3 miljard). Daarnaast is het totale exploitatiesaldo 2016 € 2,0 miljard positiever is dan geraamd bij begroting.

Het vermogenstekort leidt overigens niet tot risico’s met betrekking tot de uitbetaling van de uitkeringen. De fondsen maken onderdeel uit van de totale Rijksbegroting en zijn in feite niets anders dan een rekening bij het Ministerie van Financiën. In het geval er een negatief vermogen ontstaat, zoals bij de WW-fondsen, betaalt het UWV hiervoor een rente aan het Ministerie van Financiën. Deze rentelasten waren in 2016 overigens nihil dankzij de lage rentelasten op Staatsleningen. Het Ministerie van Financiën garandeert dat het UWV altijd over voldoende middelen kan beschikken. Wel maken de exploitatietekorten onderdeel uit van het EMU-saldo in de desbetreffende jaren.

Licence