Base description which applies to whole site

Shared Service Centrum (SSC-ICT)

Inleiding

SSC-ICT is de rijksbrede shared service organisatie die de Rijksdienst ontzorgt met generieke en gemeenschappelijk ICT oplossingen. SSC-ICT levert generieke Rijksbrede toepassingen als Rijksportaal en de Samenwerkingsruimte.

Daarnaast verzorgt SSC-ICT voor de aangesloten departementen de telecommunicatie, hosting van bedrijfspecifieke applicaties en op de Digitale Werkplekomgeving Rijk (DWR) gebaseerde kantoorautomatisering. In 2016 betrof dit alle departementen met uitzondering van de Ministeries van Economische Zaken (EZ), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W) en Defensie.

2016 was het jaar van verandering voor SSC-ICT. In naam bestond er slechts één organisatie, in werkelijkheid waren er bij aanvang van 2016 nog drie werelden. Het voormalig GDI in Zoetermeer, Den Haag aan de Koningskade en de ondersteuning van Buitenlandse Zaken (BZ) vanuit Zoetermeer. In november 2016 zijn deze drie werelden organisatorisch samengevoegd in de nieuwe organisatiestructuur, en zijn alle medewerkers geplaatst volgens het nieuwe O&F rapport.

Hiernaast was 2016 ook het jaar dat diverse grote projecten en programma’s zijn voorbereid en uitgevoerd. De oplevering van het overheidsdata centrum (ODC) maakt de overgang van diverse decentrale datacentra naar dat ODC mogelijk. Het Programma Migratie Infrastructuur (PMI) zorgt voor deze transities. Op termijn zal dit Rijksbreed leiden tot het terugdringen van het aantal decentrale datacentra. In 2016 is infrastructuur van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), het Ministerie van Financiën (FIN), de Rijksbrede samenwerkingsfunctionaliteit en het Rijksvastgoed Bedrijf (RVB) ondergebracht in het ODC. Dit is tevens de belangrijkste oorzaak van het tekort van SSC-ICT. SSC-ICT draagt het merendeel van de kosten van PMI, zonder dat daar dekking tegenover staat.

Omdat het verwachte tekort, vanwege de verdere vulling van het ODC in 2017, al in 2016 als voorziening wordt genomen, neemt het gepresenteerde tekort in dit jaarverslag verder toe. Wordt alleen gekeken naar 2016, dan is de oorzaak van het verlies toe te wijzen aan incidentele oorzaken, zoals het verlies bij PMI, de kosten van eenwording en de toename van het aantal openstaande verlofuren.

2016 was ook het eerste jaar dat er met één administratief systeem binnen één financiële afdeling gewerkt is. De externe klanten hebben in 2016 te maken gekregen met de doorbelasting volgens het nieuwe kostprijssysteem, dat eind 2015 door het Bestuurlijk overleg (BO) is goedgekeurd. In de aansturing van SSC-ICT is het eigenaarschap gewijzigd. Dat is gedelegeerd van de SG van BZK naar DG-VBR. Verder is programmatisch ingezet op het verminderen van de externe inhuur. In 2016 hebben 60 externe medewerkers een ambtelijke aanstelling gekregen. Dit programma loopt door tot eind 2018.

In 2016 zijn twee nieuwe werkomgevingen voor de Rijksambtenaren ontwikkeld. iDiplomatie voor BZ, en DWR Next voor de Ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Infrastructuur en Milieu (IenM), BZK en FIN. Deze werkomgevingen worden in 2017 (verder) uitgerold in de betreffende departementen. Verder wordt het vernieuwde overheidskantoor aan de Rijnstraat 8 in gebruik genomen, waar SSC-ICT de ICT voorzieningen levert.

2016 was dan ook een jaar waarin veel werk is verzet, maar tegelijkertijd de basis verder op orde is gebracht.

Toelichting op de vermelde cijfers uit de vastgestelde begroting

In dit Jaarverslag wordt een vergelijking gemaakt met de vastgestelde begroting. Dit is de Ontwerpbegroting 2016, welke in het voorjaar van 2015 is opgesteld. Op dat moment waren de implicaties van de nieuwe organisatie en de dienstverlening aan BZ nog niet uitgekristalliseerd. De vergelijking met de gerealiseerde cijfers levert in de regel een scheef beeld op.

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap SSC-ICT

Staat van baten en lasten van de baten-lastenagentschap SSC-ICT (bijdragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

(4)

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2015

Baten

       

Omzet moederdepartement

28.417

45.282

16.865

44.494

Omzet overige departementen

183.861

191.562

7.701

172.297

Omzet derden

Rentebaten

1

Vrijval voorzieningen

Bijzondere baten

1.626

1.626

2.979

Totaal baten

212.278

238.470

26.192

219.771

         

Lasten

       

Apparaatskosten

173.553

215.754

42.201

197.552

– Personele kosten

94.285

123.046

28.761

105.795

Waarvan eigen personeel

52.182

55.502

3.320

48.225

Waarvan externe inhuur

42.103

65.087

22.984

57.570

Waarvan overige personele kosten

2.457

2.457

– Materiële kosten

79.268

92.708

13.440

91.757

Waarvan apparaat ICT

65.309

77.484

12.175

75.629

Waarvan bijdrage aan SSO's

5.982

13.791

7.809

14.410

Waarvan overige materiele kosten

7.977

1.433

– 6.544

1.718

Rentelasten

1.058

98

– 960

168

Afschrijvingskosten

37.667

30.324

– 7.343

25.601

– Immaterieel

– Materieel

37.667

30.324

– 7.343

25.601

Overige lasten

8.585

8.585

2.879

– Dotaties voorzieningen

8.400

8.400

– Bijzondere lasten

185

185

2.879

Totaal lasten

212.278

254.761

42.483

226.200

Saldo van baten en lasten

– 16.291

– 16.291

– 6.429

Toelichting

Baten

De baten zijn, ten opzichte van de realisatie over 2015, met € 18,7 mln. gestegen. Vooral door extra maatwerkprojecten voor de overige departementen. De ontwikkeling van de digitale werkomgeving voor Buitenlandse zaken, was met circa € 8 mln. het grootste klantproject in 2016. Ook de ontwikkeling van de Rijnstraat 8 en de ondersteuning van het Europees Voorzitterschap hebben bijgedragen aan de extra omzet. Ook zijn er nieuwe klanten aangesloten zoals de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de RVB.

De stijging van de omzet moederdepartement, ten opzichte van de begroting, wordt verklaard door onder andere de nieuwe dienstverlening aan de RVB, maar vooral door het meerekenen van de Rijksbrede ICT voorzieningen onder BZK in plaats van onder overige departementen.

In onderstaande tabel is de omzet uitgesplitst naar de drie hoofdcategorieën, generiek, gemeenschappelijk en specifiek.

x € 1.000

Omschrijving

Realisatie 2016

 

Generiek

12.105

 

Gemeenschappelijk

168.293

 

Specifiek

56.446

Totaal

236.844

Bijzondere baten

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2016

Realisatie 2015

 

Bijzondere baten

1.626

2.979

De bijzondere baten bestaan uit in 2016 afgeboekte crediteuren die vanuit voormalig Zoetermeer, ten onrechte, nog openstonden over 2014 of eerdere jaren (€ 1,4 mln.). Dit naast de vrijval van het egalisatiefonds (€ 0,2 mln.).

Lasten

De lasten, en dan vooral het personele deel van de apparaatskosten, zijn gestegen doordat voor zowel de klantprojecten als voor de interne projecten zoals PMI en de ontwikkeling van DWR Next, meer tijdelijk personeel benodigd was. Hiernaast is de formatie uitgebreid als gevolg van nieuwe klanten en het omzetten van externe inhuur naar ambtelijke aanstellingen.

De afschrijvingslasten zijn gestegen met € 5 mln., maar ten opzichte van de begroting achtergebleven doordat de verwachtte overname van activa van Buitenlandse Zaken niet heeft plaatsgevonden. De overige lasten vallen hoger uit doordat de ongedekte kosten voor 2017 vanwege PMI, nu al voorzien worden op de balans.

Bijzondere lasten

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie 2016

Realisatie 2015

 

Resultaat desinvesteringen

174

403

 

Dotatie voorziening dubieuze debiteuren

1.230

 

Nagekomen lasten vorige boekjaren

1.200

 

Overige bijzondere lasten

11

46

 

Totaal

185

2.879

De overige lasten over 2016 bestaan vooral uit de dotatie aan de eerder genoemde voorziening PMI. De afstoot van activa, met een aanschafwaarde van € 7,3 mln., levert per saldo een verlies op van € 174.000. Dit betreft een mix van de resterende boekwaarde van die desinvesteringen (€ – 253.000) en negatieve boekwaarde activa (€ 78.000).

Resultaat

Het totale financieel resultaat laat een verlies zien van € 16,3 mln. Het verlies over 2016 zelf, komt uit op € 7,9 mln. Het tekort over 2016 van € 7,9 mln. wordt verklaard door het tekort op PMI (€ 5,1 mln.), de hogere reservering voor verlofuren (€ 1,1 mln.) en de kosten van eenwording zoals het Programma Werving, Instroom en Doorstroom en organisatieontwikkeling (€ 1,7 mln.).

Het grootste deel van het negatieve resultaat is te verklaren door de onvermijdbare kosten van 2017, welke al in 2016 voorzien werden. Het gaat om de kosten van PMI, voor een bedrag van € 8,4 mln.

Hiernaast heeft een correctie plaatsgevonden op de beginbalans vanwege een foutieve boeking in 2015 ter grootte van 1,7 mln. Door deze boeking waren omzet en resultaat over 2015 te hoog meegenomen in de Jaarrekening over 2015. Deze fout is in de Jaarrekening 2016 hersteld door correctie van de ter vergelijking opgenomen cijfers, conform Richtlijn 150.2 Foutherstel.

(Bedragen x € 1.000)

Oorspronkelijk verantwoord eigen vermogen per 31 december 2015

€ 2.785

Correctie per 1 januari 2016

€ 1.724

Gecorrigeerde stand eigen vermogen per 1 januari 2016

€ 1.061

Bovenstaande oorzaken voor het verlies zijn incidenteel van aard.

Balans per 31 december 2016

Balans per 31 december 2016 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2016

Balans 2015

Activa

   

Immateriële vaste activa

3.008

     

Materiële vaste activa

80.529

54.585

– Grond en gebouwen

 

– Installaties en inventarissen

2.400

2.598

– Overige materiële vaste activa

78.129

51.987

     

Vlottende activa

50.107

68.828

– Voorraden en onderhanden werken

5

2

– Debiteuren

15.077

16.125

– Overige vorderingen en overlopende activa

26.380

17.960

– Liquide middelen

8.645

34.741

Totaal activa

133.644

123.413

     

Passiva

   

Eigen Vermogen

– 15.230

1.061

– Exploitatiereserve

1.061

7.490

– Onverdeeld resultaat

– 16.291

– 6.429

     

Voorzieningen

8.400

5.500

     

Langlopende schulden

   

– Leningen bij het MvF

50.246

39.305

     

Kortlopende schulden

90.229

77.547

– Crediteuren

19.464

5.586

– Overige verplichtingen en overlopende passiva

70.765

71.961

Totaal passiva

133.644

123.413

Toelichting

Activa

Immateriële vaste Activa

In 2016 is voor het eerst een immaterieel vast actief ontwikkeld en geactiveerd. Het gaat om de DWR Next werkomgeving die vanaf 2017 wordt uitgerold. De vooral personele kosten die hiermee gepaard gingen, zijn geactiveerd.

Materiële vaste activa en overige vorderingen en overlopende activa

Hiernaast is fors geïnvesteerd in servers, licenties en software vanwege de ontwikkeling van DWR-Next en voor Buitenlandse Zaken specifiek, in het programma iDiplomatie. Dit verklaart de toename van de materiële vaste activa en ook de overige vorderingen en overlopende activa. Dit laatste vanwege de vooruitbetaalde licentiekosten.

Vlottende activa

Het verloop van de debiteuren kan als volgt worden gespecificeerd:

x € 1.000
 

31-12-2016

31-12-2015

Moederdepartement

1.824

2.080

Overige ministeries

14.781

13.882

Agentschappen

569

2.260

Derden

 

17.174

18.222

–/– Voorziening dubieuze debiteuren

– 2.097

– 2.097

Totaal

15.077

16.125

De specificatie naar afnemersgroep is als volgt:

x € 1.000
 

31-12-2016

Overige vorderingen en overlopende activa Moederdepartment

2.492

Overige vorderingen en overlopende activa overige ministeries

222

Overige vorderingen en overlopende activa derden

23.666

 

26.380

De vlottende activa als geheel nemen af door de daling van de liquide middelen. De liquide middelen nemen af vanwege het over 2016 gerealiseerde verlies, de toename van de vooruitbetaalde kosten en de hogere aflossing op de leningen.

Passiva

Eigen vermogen

x € 1.000
 

Jaar

Omzet

Resultaat

%

 

2016

236.844

– 16.291

– 6,9%

 

2015

216.791

– 6.429

– 3,0%

 

2014

183.234

– 944

– 0,5%

 

Vermogensmutatie

2015

Mutatie

2016

Stand per 1 januari

7.490

– 4.705

2.785

 

Correctie per 1 januari 2016

– 1.724

– 1.724

Gecorrigeerde stand per 1 januari 2016

7.490

– 6.429

1.061

         
         
 

Toevoeging door moederdepartement

 

Storting aan voormalig moederdepartement

 

Exploitatieresultaat 2015

– 6.429

6.429

 

Onverdeeld resultaat 2016

– 16.291

– 16.291

         

Stand per 31 december

1.061

– 16.291

– 15.230

Het eigen vermogen daalt door het tekort over 2016. Hiernaast heeft er een correctie plaatsgevonden op de beginbalans vanwege een foutieve boeking in 2015 ter grootte van 1,7 mln. Dit is zichtbaar in een lagere exploitatiereserve over 2015. Het eigen vermogen ultimo 2016 wordt hierdoor negatief. Conform de Regeling agentschappen, zuivert de eigenaar het ontstane negatieve eigen vermogen, uiterlijk bij eerste suppletoire begroting 2017, aan tot minimaal nihil.

Voorzieningen

x € 1.000
 

Stand per

31-12-2015

Vrijval 2016

Dotatie 2016

Onttrekking 2016

Stand per

31-12-2016

 

Voorziening ODC

5.500

8.400

– 5.500

8.400

             

Totaal

5.500

8.400

– 5.500

8.400

De voorzieningen nemen toe vanwege de verwachtte tekorten op de uitvoering van PMI in 2017. De voorziening ter grootte van € 8,4 mln. is hiervoor bestemd.

Langlopende schulden

De investeringen in vooral servers, maar ook de vervanging van reeds afgeschreven activa, zorgde voor een groter beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën en daarmee de stijging van de leningen.

Kortlopende schulden

De kortlopende schulden blijven ten opzichte van 2015 gelijk, maar kennen twee tegengestelde ontwikkelingen. Het totaalbedrag aan te betalen facturen is gestegen. In verband met de onzekere liquiditeitspositie eind 2016 zijn diverse facturen voor externe inhuur, doorgeschoven naar januari 2017 (ca € 5 mln.). Verder waren er een drietal facturen die nog openstonden per 31 december, met een gezamenlijke omvang van € 7,5 mln. welke inmiddels zijn betaald. Dit verklaart de extra hoge crediteurenstand. Op € 6.000,– na, zijn alle facturen jonger dan 30 dagen.

De specificatie naar afnemersgroep is als volgt

x € 1.000
 

31-12-2016

31-12-2015

 

Crediteuren moederdepartement

6.045

49

 

Crediteuren overige ministeries

20

132

 

Crediteuren derden

13.399

5.352

 

Betalingen onderweg

53

       

Totaal

19.464

5.586

De overige verplichtingen en overlopende passiva laten een daling zien. In 2016 zijn de SSC-ICT eigen fondsen herzien op nut en noodzaak. Besloten is om het stabilisatiefonds en het oude innovatiefonds vrij te laten vallen ter grootte van circa € 1 mln. Met het oude innovatiefonds wordt bedoeld het fonds dat vòòr 2016 gevormd was. In 2016 betalen de afnemers een percentage ten behoeve van innovatie. Deze nieuwe werkwijze vervangt het oude fonds. In 2017 zal duidelijk worden of en in welke mate fondsen, zoals het releasewisselfonds (€ 1,8 mln.) in 2017 en volgende jaren nodig zijn en zo ja, hoe dit in overeenstemming met de regelgeving wordt vormgegeven, in overleg met onder andere het Ministerie van Financiën.

Hiernaast zijn alle nog te verrekenen omzet posten afgewikkeld wat heeft geleid tot een daling van € 7 mln. De vooruit ontvangen bedragen zijn eveneens geschoond, wat tot de resterende afname heeft geleid.

x € 1.000

Overige verplichtingen en overlopende passiva Moederdepartement

16.194

Overige verplichtingen en overlopende passiva Overige Ministeries

45.680

Overige verplichtingen en overlopende passiva Overige Derden

8.891

 

70.765

Kasstroomoverzicht over 2016

Kasstroomoverzicht over 2016 (bedragen x € 1.000)
   

(1) Vastgestelde begroting

(2) Realisatie 2016

(3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2016 + stand depositorekeningen

– 2.262

34.742

37.004

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

 

33.223

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

 

– 26.655

 

2.

Totaal operationele kasstroom

49.679

6.568

– 43.111

Totaal investeringen (–/–)

– 24.370

– 59.345

– 34.975

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

70

70

3.

Totaal investeringskasstroom

– 24.370

– 59.275

– 34.905

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

Aflossingen op leningen (–/–)

– 30.417

– 25.304

5.113

Beroep op leenfaciliteit (+)

24.370

51.916

27.546

4.

Totaal financieringskasstroom

– 6.047

26.612

32.659

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2016 + stand depositorekeningen (1+2+3+4), de maximale roodstand 0,5 miljoen €.

17.000

8.646

– 8.354

Toelichting

De investeringen in ICT goederen (hard- en software) in 2016 bedroegen € 59,3 mln. De investeringen zijn per saldo hoger dan begroot. Dit heeft te maken met hogere investeringen voor server gerelateerde hard- en software en immateriële activa.

SSC-ICT roept één keer per jaar de leningen af, naar de stand van de investeringen tot en met november. Voor 2016 bedraagt het beroep op leenfaciliteit € 51,9 mln.

De stand van de rekening-courant RHB per 31 december 2016 ad € 8,6 mln. is de resultante van het in 2015 en 2016 behaalde resultaat en het saldo van de in deze jaren opgebouwde vorderingen- en schuldenpositie.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren

SSC-ICT is de rijksbrede shared service organisatie die de Rijksdienst ondersteunt met generieke en gemeenschappelijk ICT oplossingen. Door de inzet van moderne ICT hulpmiddelen wordt de doelmatigheid van de Rijksdienst vergroot. Met de bundeling van ICT taken binnen SSC-ICT wordt de in de projecten 4 en 7 van het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst beoogde efficiencyslag gerealiseerd.

De eigenaar heeft met SSC-ICT tot en met 2016 een efficiencytaakstelling afgesproken. Deze taakstellingen zijn in de tarieven van 2016 verwerkt. Om verdere tariefdaling te kunnen realiseren, wordt ingezet op het integreren en harmoniseren van de departementale systeemlandschappen.

Hiernaast heeft SSC-ICT de ambitie om periodiek, haar prestaties via benchmark onderzoek met marktpartijen en enkele grote uitvoeringsorganisaties binnen de overheid, te vergelijken. Voor 2017 wordt een benchmark onderzoek voorzien.

Doelmatigheidskengetallen

Onderstaand worden de doelmatigheidskengetallen gepresenteerd. Het generieke en specifieke deel in onderstaande tabel bevat de in de Ontwerpbegroting opgenomen kengetallen. Inherent aan het shared service karakter gelden deze voor het hele jaar en zijn ze voor alle opdrachtgevers hetzelfde.

 

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Vastgestelde begroting 2016

Omschrijving generiek deel

     

Taakstellende tariefverlaging

3,0%

1,5%

1,5%

Verbetering kostprijzen infrastructuur componenten

3,0%

NB

1,0%

Verbetering kostprijzen werkplekcomponenten

3,0%

NB

1,0%

       

Kostprijs voor beheertaken (ICT)

1.935

1.470

1.804

       

Omzet totaal en per produktgroep

216.791

236.844

212.278

 

Generiek (infrastructuur, rijksportaal en samenwerkfunctionaliteit, ODC)

14.046

12.105

14.000

Gemeenschappelijk (basis kantoorautomatisering + hosting)

118.904

168.293

108.000

Specifiek (plusdiensten en maatwerk)

83.841

56.446

90.278

       

Formatie en bezetting

     
 

FTE-totaal (excl. externe inhuur)

650

720

720

Aantal externe fte’s in % van de totale fte’s

51%

37%

37%

       

Saldo van baten en lasten (%)

– 3,0%

– 6,9%

0,0%

       

Verschil benchmarkvergelijking

NVT

NVT

2%

Klanttevredenheid (KTO)

7

7

7

Medewerkertevrededenheid (MTO)

7

NB

7

 

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Vastgestelde begroting 2016

Omschrijving Specifiek Deel- ICT Diensten

     

Beschikbaarheid (betrouwbaarheid) basisfunctionaliteit

100%

100%

99,9%

Geleverd binnen gestelde termijn

85%

91%

90%

Incidenten hersteld binnen afgesproken tijd

91%

88%

90%

       

Kwaliteitsindicatoren:

     

– beantwoorden helpdeskvragen binnen afgesproken tijd

85%

99%

95%

– direct beantwoorden helpdeskvragen

67%

88%

80%

In de Rijksbegrotingvoorschriften wordt aangegeven dat de reeksen meerjarig worden toelicht, echter omdat SSC-ICT in 2013 en 2014 nog bestond uit twee afzonderlijke onderdelen, zijn deze gegevens niet voorhanden.

Toelichting generiek deel doelmatigheidsindicatoren

In 2016 zijn de tarieven voor de afnemers bepaald aan de hand van een nieuw kostprijsmodel. In deze tarieven is rekening gehouden met alle lopende taakstellingen. Deze maken dan ook impliciet onderdeel uit van de nieuwe tarieven.

Vanwege de invoering van het nieuwe kostprijsmodel en de daarop aangepaste administratie, is het niet goed mogelijk de in de Ontwerpbegroting 2016 opgenomen kengetallen ten aanzien van de kostprijzen oude stijl op te nemen. Vanaf 2017 wordt gerapporteerd over het nieuwe kostprijsmodel en de daaruit voortvloeiende tarieven. Vooruitlopend daarop kan wel een enigszins vergelijkbaar tarief worden opgebouwd uit de volgende componenten: een account (€ 670) plus een werkplek (€ 230), een monitor (€ 80) en de housing (€ 490), geeft een totaal bedrag van € 1.470 per jaar.

De totale omzet is € 16,9 mln. hoger dan begroot. Dit komt voornamelijk door extra maatwerkomzet over 2016. Hiernaast kent ook de standaard dienstverlening extra omzet vanwege de uitbreiding van de ICT dienstverlening aan de IND en het RVB.

Het aantal fte is in 2016 toegenomen door de uitbreiding van dienstverlening en het verambtelijken van 60 externe medewerkers.

In 2016 heeft geen benchmark onderzoek plaatsgehad. Dit wordt in 2017 uitgevoerd.

Toelichting specifiek deel doelmatigheidsindicatoren

Met uitzondering van het herstel van de incidenten binnen de afgesproken termijn, voldoen de kengetallen inzake de kwaliteit van de dienstverlening over 2016, aan de afgesproken norm.

Licence