Activa | 31-12-2016 | 31-12-2015 | Passiva | 31-12-2016 | 31-12-2015 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting 2016 | 4.208.581 | 4.265.693 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting 2016 | 955.233 | 973.735 | |
3) | Liquide middelen | 322 | 286 | |||||
4) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | 0 | 0 | 4a) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | 3.222.089 | 3.271.882 | |
5a) | Tegenrekening begrotingsreserves | 345.534 | 335.341 | 5) | Begrotingsreserves | 345.534 | 335.341 | |
6) | Uitgaven buiten begrotingsverband | 4.393 | 5.289 | 7) | Ontvangsten buiten begrotingsverband | 35.974 | 25.651 | |
8) | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||
Subtotaal intra-comptabel | 4.558.830 | 4.606.609 | Subtotaal intra-comptabel | 4.558.830 | 4.606.609 | |||
Extra-comptabele posten | ||||||||
9) | Openstaande rechten | 5.597 | 14.565 | 9a) | Tegenrekening openstaande rechten | 5.597 | 14.565 | |
10) | Vorderingen | 2.980 | 630 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | 2.980 | 630 | |
11a) | Tegenrekening schulden | 1.158 | 314 | 11) | Schulden | 1.158 | 314 | |
12) | Voorschotten | 206.463 | 257.469 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 206.463 | 257.469 | |
13a) | Tegenrekening garantie-verplichtingen | 171 | 171 | 13) | Garantieverplichtingen | 171 | 171 | |
14a) | Tegenrekening andere verplichtingen | 260.593 | 217.316 | 14) | Andere verplichtingen | 260.593 | 217.316 | |
15) | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a) | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |
Subtotaal extra-comptabel | 476.962 | 490.465 | Subtotaal extra-comptabel | 476.962 | 490.465 | |||
Overall Totaal | 5.035.792 | 5.097.074 | Overall Totaal | 5.035.792 | 5.097.074 |
TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2016 HXVIII
Ad 1 en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2016 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit de contante gelden aanwezig bij de kasbeheerder.
Saldo bankrekening voormalig Centraal Fonds Volkshuisvesting | 321.518 |
Totaal | 321.518 |
Het saldo van deze rekening bevat voornamelijk de ontvangsten van de vorderingen op Vestia (€ 0,294 mln.). De overige posten zijn uitgaven en ontvangsten die voor een deel nog moeten worden verrekend met de begrotingsreserve voor de sanering.
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De volgende Rekening-courantverhouding is opgenomen in de balans:
Rekening-courant FIN/RHB | 3.222.088.540 |
Totaal | 3.222.088.540 |
Het saldo vertegenwoordigt de reguliere mutaties met betrekking tot Hoofdstuk XVIII.
Ad 5. en 5a. Begrotingsreserves
De post begrotingsreserves is als volgt opgebouwd:
a) Rekening-courant Begrotingsreserve NHG | 76.931.890 |
b) Rekening-courant Fonds sanering WoCo's | 261.885.206 |
c) Rekening-courant Fonds Projecsteun WoCo's | 6.716.801 |
Totaal | 345.533.897 |
Risicovoorziening ten behoeve van garantieregelingen
Ad a): In 2011 is de begrotingsreserve Nationale Hypotheekgarantie (NHG) gevormd. Het doel hiervan is een reservering van middelen ter partiële dekking van een eventuele aanspraak op de achtervang functie van het Rijk door het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW). Sinds 2016 ontvangt het Rijk een jaarlijkse vergoeding voor de achtervang van het WEW. Over 2015 bedroeg de vergoeding € 26,9 mln. Deze is in 2016 aan de begrotingsreserve NHG toegevoegd.
Saldo 1-1-2016 | Toevoegingen 2016 | Onttrekkingen 2016 | Saldo 31-12-2016 |
---|---|---|---|
50,0 | 26,9 | geen | 76,9 |
Reguliere begrotingsreserves
Ad b) en c): Per 1 juli 2015 is de herziene Woningwet van kracht geworden. Hierin is onder meer geregeld dat de taak voor sanering en reguliere projectsteun van woningcorporaties door het Centraal Fonds Volkshuisvesting is overgegaan naar het Ministerie van BZK. De saneringstaak is op hetzelfde moment gemandateerd aan het waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Bij de overdracht van deze taak zijn in 2015 tevens de fondsmiddelen voor sanering- en projectsteun overgekomen naar de begroting voor W&R en gestort in de begrotingsreserve voor sanerings- en projectsteun aan woningcorporaties. In 2016 is uit de begrotingsreserve een saneringsbijdrage van € 15 mln. aan de Woningstichting Geertruidenberg (WSG) verstrekt en zijn € 1,37 mln. kosten aan Vestia vergoed en daarnaast uitvoeringskosten ad € 0,33 mln.
Saldo 1-1-2016 | Toevoegingen 2016 | Onttrekkingen 2016 | Saldo 31-12-2016 |
---|---|---|---|
285,3 | geen | 16,7 | 268,6 |
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten | 4.080.846 |
---|---|
b) Centraal Fonds Volkshuisvesting | 311.935 |
Totaal | 4.392.781 |
Ad a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten
Het bedrag aan vorderingen betreft de RVB en de RVO en bestaat voornamelijk uit over te boeken bedragen (€ 2,35 mln.), te vorderen OZB (€ 0,31 mln.) en nog te ontvangen bedragen (€ 1,39 mln.).
Ad b) Dit bedrag bestaat voornamelijk uit vorderingen op de Vestia groep in verband met de afwikkeling van de bankrekening van het Centraal Fonds Volkshuisvesting.
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
a) Schulden Kasbeheerder Rijksdiensten | 35.097.250 |
b) Te betalen aan ministeries en derden | 877.025 |
Totaal | 35.974.275 |
Ad a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten
Dit bedrag betreft de financiële verantwoordingen tot en met 31 december 2016 van de RVB en de RVO.
Het merendeel betreft de RVB en heeft betrekking op diverse nog door te betalen bedragen (€ 25,1 mln.), onbeheerde nalatenschappen (€ 2,2 mln.), overige vooruitontvangen bedragen (€ 1,1 mln.) en ontvangen waarborgsommen (€ 0,17 mln.).
Ad b) Te betalen aan ministeries en derden
Dit bedrag betreft schulden waarvan de betalingen onderweg zijn aan een derde (€ 0,5 mln.) alsmede een bedrag van € 0,3 mln., zijnde het saldo van de af te wikkelen bankrekening van het Centraal Fonds Volkshuisvesting.
Ad 9. Openstaande rechten
Ad 9a. Tegenrekening openstaande rechten
Het saldo per 31 december 2016 wordt hieronder per ontstaansjaar gespecificeerd:
Ontstaansjaar | (Bedragen in €) |
---|---|
t/m 2012 | 1.098.126 |
2013 | 269.315 |
2014 | 315.579 |
2015 | 361.502 |
2016 | 3.552.421 |
Totaal | 5.596.943 |
Het saldo bestaat voornamelijk uit vorderingen met betrekking tot
-
• ingebruikgevingen in het kader van huur en vergelijkbaar gebruik
-
• gebruik voor/i.v.m baggeren/storten
-
• uitgifte in erfpacht en andere agrarische gebruiksrechten en
-
• overige gebruiksregelingen.
Dit voor een bedrag van in totaal (€ 4,3 mln.).
Daarnaast bevat het saldo voor een bedrag van € 0,36 mln. aan overige vorderingen en een bedrag van € 0,89 mln. aan voorlopig buiten invordering gestelde bedragen.
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het saldo per 31 december 2016 wordt hieronder per ontstaansjaar en artikel gespecificeerd:
Ontstaansjaar | Stand per 1/1 | Opgeboekt | Afgeboekt | Stand per 31/12 |
---|---|---|---|---|
2014 | 1.951 | – 1.951 | 0 | 0 |
2015 | 627.221 | 1.951 | – 583.506 | 45.666 |
2016 | 0 | 282.590.973 | – 279.657.573 | 2.933.400 |
Totaal | 629.172 | 282.590.973 | – 280.241.079 | 2.979.066 |
Artikel | Omschrijving | (Bedragen in €) |
---|---|---|
Artikel 1 | Woningmarkt | 2.820.223 |
Artikel 2 | Woonomgeving en bouw | 100.557 |
Artikel 3 | Kwaliteit Rijksdienst | 58.286 |
Totaal | 2.979.066 |
Naar de mate van opeisbaarheid:
Alle vorderingen zijn direct opeisbaar
Toelichting:
Artikel 1: Woningmarkt
Het saldo betreft vorderingen in het kader van de Eigen Woningregelingen (EW) en de Wet Bevordering Eigenwoningbezit (BEW; € 0,3 mln.). Deze vorderingen ontstaan als, op grond van wijziging van de berekeningsgegevens, uitbetaalde bijdragen achteraf worden verlaagd. Het beheer van deze vorderingen wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Tevens bevat het saldo een bedrag aan nog te ontvangen bedragen (€ 0,1 mln.), in beheer bij het Rijksvastgoedbedrijf (RVB.)
Daarnaast bestaat het saldo uit een vordering ontstaan als gevolg van door de Huurcommissie terug te betalen huurprijsverschillen (€ 2,4 mln.).
Artikel 2: Woonomgeving en bouw
Het openstaand saldo bestaat uit een vordering ontstaan als gevolg van een vaststelling van een subsidie aan derden (€ 0,05 mln.), alsmede uit twee vorderingen welke in beheer zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl; € 0,03 mln.). Daarnaast zijn voor twee creditnota’s die niet met uitgaven verrekend konden worden vorderingen ingesteld (€ 0,041 mln.).
Artikel 3: Kwaliteit Rijksdienst
Het openstaand saldo bestaat uit een verrekening met het programmateam Roosterinnovatie Rijk (RIR) (€ 0,036 mln.), een vordering met betrekking tot een creditnota die niet met uitgaven verrekend kon worden (€ 0,017 mln.), alsmede uit vorderingen van het Bureau Algemene Bestuursdienst vanwege Inter Collegiale Consultatie (€ 0,003 mln.).
Ad 11. Schulden
Ad 11a. Tegenrekening schulden
a) Kasbeheerder RVB | 1.157.125 |
Totaal | 1.157.125 |
Dit betreft een aantal voorwaardelijke ontvangsten van koopsommen met betrekking tot de toekomstige verkopen van een aantal panden.
Ad 12. Voorschotten
Ad 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2016 openstaande voorschotten en van de in 2016 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
Ontstaansjaar | Stand per 1/1 | Opgeboekt | Afgeboekt | stand 31-12-2016 |
---|---|---|---|---|
2012 | 66.692.347 | 0 | – 55.606.250 | 11.086.097 |
2013 | 40.699.956 | 0 | – 32.402.341 | 8.297.615 |
2014 | 76.068.561 | 0 | – 12.576.608 | 63.491.953 |
2015 | 74.007.307 | 0 | – 55.100.493 | 18.906.814 |
2016 | 0 | 104.881.245 | – 201.326 | 104.679.919 |
Totaal | 257.468.171 | 104.881.245 | – 155.887.018 | 206.462.398 |
De saldi van de per 31 december 2016 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:
Artikel: | Omschrijving | Bedragen in € |
---|---|---|
Artikel 1 | Woningmarkt | 26.720.161 |
Artikel 2 | Woonomgeving en bouw | 156.241.393 |
Artikel 3 | Kwaliteit Rijksdienst | 8.367.844 |
Artikel 6 | Uitvoering Rijksvastgoedbeleid | 15.133.000 |
Totaal: | 206.462.398 |
Toelichting:
Artikel 1: Woningmarkt
In het regeerakkoord van 2012 is door het Rijk € 20 mln. uitgetrokken om gemeenten en provincies financieel te ondersteunen bij het verstrekken van startersleningen. Deze bijdrage is verstrekt aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN). In aanvulling op het voorschot 2012, is in 2013 een voorschot van € 30 mln. verstrekt. Daarmee komt het totaal aan verstrekte voorschotten aan SVN op € 50 mln. De voorschotten zijn in 2016 verantwoord.
Voor de afhandeling van de huurprijsonderzoeken ontvangt de Huurcommissie jaarlijks een budget van de directie Woningmarkt dat in de vorm van een voorschot wordt verstrekt. Per 31 december 2016 bedraagt het saldo circa € 13,5 mln.
Verder zijn in 2016 en eerder aan Platform 31 en haar voorgangers (o.a. NICIS) diverse voorschotten verleend, waarvan nu circa € 4,7 mln. nog open staat. Aan overige kennisinstellingen (o.a. NWB, CBS, NIDI) zijn voorschotten verleend voor circa € 3,7 mln. De voorschotten zijn verleend voor het uitvoeren van hun werkprogramma’s en het doen van meerjarig onderzoek op het terrein van wonen.
Artikel 2: Woonomgeving en bouw
Op dit artikel staan voor € 14,6 mln. aan voorschotten open voor de vergoeding van mensuren en projectmiddelen aan RVO.nl voor de jaren 2011 tot en met 2016.
Aan de Stichting Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) is een voorschot verleend van € 85 mln. ten behoeve van de financiering van het treffen van energiebesparende maatregelen door particulieren. Voorts is in het kader van energiebesparing in de gebouwde omgeving een voorschot van € 15,1 mln. verleend aan de VNG. Daarnaast zijn er voorschotten ad € 18,4 mln. verstrekt voor het uitvoeren van het meerjarige programma Energiesprong.
Na ontvangst en beoordeling van de verantwoordingsinformatie zullen de voorschotten met betrekking tot het programma Energiesprong in 2017 worden afgewikkeld. De overige voorschotten zullen in 2017 en latere jaren afgewikkeld worden.
Aan NEPROM zijn voorschotten van in totaal € 1,5 mln. verleend voor het kennisoverdracht- en stimuleringsprogramma energiebesparing nieuwbouw. Hiervan staat nog € 0,48 mln. open.
Het merendeel van de overige voorschotten op het gebied van energiebesparing, bouwkwaliteit en woningbouw zijn in 2013 en eerdere jaren verstrekt aan gesubsidieerde projecten (waaronder aan CENCO € 0,6 mln. voor de uitvoeringsagenda bouw- en onderzoeksopdrachten). Verder zijn voorschotten verstrekt tot € 0,9 mln. voor het bevorderen van de woonomgeving op de BES-eilanden. Deze programma’s lopen meerjarig door en zullen in 2017 worden verantwoord en afgewikkeld.
Artikel 3: Kwaliteit Rijksdienst
De openstaande voorschotten hebben betrekking op een voorschot verstrekt aan de Stichting A&O Fonds in 2016 (€ 3,4 mln.), ten behoeve van arbeidsmarktprojecten. Verder zijn aan de Stichting ICTU voorschotten verstrekt ten behoeve van verschillende projecten (€ 0,8 mln.). Daarnaast zijn aan Logius voorschotten verstrekt voor de uitvoering van projecten (€ 2 mln.). Tenslotte is aan SSC-ICT Haaglanden een voorschot verstrekt van € 0,93 mln.
Na ontvangst en beoordeling van de verantwoordingsinformatie zullen de voorschotten voor A&O Fonds 2016 en de ICTU in de loop van 2017 worden afgewikkeld.
Artikel 6: Uitvoering Rijksvastgoedbeleid
Het openstaand saldo betreft een voorschot aan het RVB ad € 15,1 mln. voor het uitvoeren van Rijkshuisvestingsbeleid. Na ontvangst en beoordeling van de verantwoordingsinformatie wordt dit voorschot in de loop van 2017 afgewikkeld.
Ad 13. Garantieverplichtingen
Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen
Het bedrag aan garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) | |||
---|---|---|---|
Verplichtingen per 1/1 | 170.168 | ||
Aangegane verplichtingen in 2016 | 0 | +/+ | |
170.168 | |||
Tot betaling gekomen in 2016 | 0 | ||
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren | 0 | ||
0 | –/– | ||
Garantieverplichtingen Binnen Begrotingsverband: | 170.168 |
De garanties betreffen Hypotheekgaranties. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de Minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid geschapen om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten.
Er zijn ultimo september 2016 nog twee garanties geldig. Het theoretische risico bedraagt € 0,038 mln.
Het maximale garantieplafond per 31 december bedraagt € 0,170 mln.
Niet in de balans opgenomen garantieverplichtingen
Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
Het Rijk en de gemeenten staan borg voor de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Voor het WSW geldt dat indien het fondsvermogen na gebruikmaking van de zekerheidsstructuur een zeker minimum heeft bereikt, zoals vastgelegd in de achtervangovereenkomst, het WSW een beroep kan doen op de achtervangers.
Dit beroep is in beginsel ongelimiteerd. Het Rijk en de deelnemende gemeenten verstrekken in geval van eventuele liquiditeitsproblemen bij het WSW ieder voor 50% een renteloze lening aan het WSW.
Deze borgstelling vormt de tertiaire zekerheid van het fonds. De primaire zekerheid wordt gevormd door het eigen vermogen van de aangesloten corporaties. Indien de financiële positie van de corporatie, naar de eisen van kredietwaardigheid van het WSW, onvoldoende is, kan onder bepaalde voorwaarden saneringssteun worden verleend.
De secundaire zekerheid wordt gevormd door het vermogen van het WSW. Dit vermogen is opgebouwd uit een borgstellingreserve en een obligo op corporaties. Het totaalbedrag aan obligo’s is € 3,1 miljard. De kans dat de tertiaire zekerheid wordt aangesproken is zeer klein.
In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de vermogenspositie van de stichting WSW:
Kengetallen stichting WSW (x € 1 mln.) | Jaar 2016 | jaar 2015 | jaar 2014 | jaar 2013 | jaar 2012 |
---|---|---|---|---|---|
Gegarandeerde leningen | 82.200 | 83.800 | 85.100 | 86.200 | 87.400 |
Eigen vermogen WSW | 531 | 516 | 485 | 487 | 480 |
Obligoverplichtingen | 3.104 | 3.200 | 3.200 | 3.200 | 3.300 |
Garantievermogen | 3.635 | 3.716 | 3.685 | 3.687 | 3.780 |
Totaal aan schadebetalingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bron: jaarrekening WSW 2015, 2016.
Het WSW heeft tot op heden uit hoofde van haar borgstellingfunctie nooit schadebetalingen gedaan. Belangrijke reden hiervan is dat aan financieel noodlijdende corporaties saneringssteun is gegeven voordat ze niet meer konden voldoen aan hun betalingsverplichtingen en de borgstelling van het WSW zou kunnen worden aangesproken.
Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) is de uitvoerder van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Het Rijk is de achtervanger bij het WEW. Dit betekent dat, zodra het WEW onvoldoende risicovermogen heeft om aanspraken op de garantstelling te kunnen betalen, het Rijk zich verplicht heeft gesteld om achtergestelde renteloze leningen te verschaffen. Tot 2011 was het Rijk samen met de gemeenten achtervanger. Vanaf 1 januari 2011 is alleen het Rijk achtervanger; voor de oude gevallen blijven de gemeenten verantwoordelijk voor 50% van de achtervang.
De ontwikkeling van het aantal verliesdeclaraties over de langere termijn laat vanaf 2015 een daling zien. De afname is te verklaren door een combinatie van marktontwikkelingen en het beleid van het WEW.
Het garantievermogen van het waarborgfonds is verder toegenomen naar in totaal € 966 mln. op 31-12-2016. Deze ontwikkeling is voornamelijk toe te schrijven aan de combinatie van een hoge instroom van het aantal nieuwe garanties en de verdere afname van het aantal verliesdeclaraties. In de liquiditeitsprognose van het WEW voor de periode 2016–2021 wordt geen aanspraak op de achtervang van de overheid voorzien.
In de onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de vermogenspositie van het WEW:
Kengetallen stichting WEW (x € 1 mln.) | jaar 2016 | jaar 2015 | Jaar2014 | jaar 2013 | jaar 2012 |
---|---|---|---|---|---|
Totaal aan gegarandeerde leningen | 193.000 | 187.200 | 175.600 | 163.800 | 154.100 |
Garantievermogen | 966 | 889 | 808 | 779 | 786 |
Totaal aan schadebetalingen | 101,0 | 157,8 | 176,6 | 164,3 | 112,2 |
Bronnen: jaarrekening WEW 2015/2014/2013/2012 en 4e kwartaalbericht 2016.
2016: stand 31-12-2016.
Garantie Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf
Bij de overkomst van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf van het Ministerie van Financiën naar Wonen en Rijksdienst per 1-1-2013 heeft Wonen en Rijksdienst een door het Ministerie van Financiën verleende garantie overgenomen. Vanaf die datum heeft Wonen en Rijksdienst zich garant gesteld voor de eventuele verliezen op gebiedsontwikkelingsprojecten van het Rijksvastgoedbedrijf. Deze is gemaximeerd tot een bedrag van € 201,5 mln. (het vorderingenplafond).
Ultimo 2016 heeft het Rijksvastgoedbedrijf geen vordering meer voor verwachte verliezen op het moederdepartement opgenomen. Dit is voornamelijk te verklaren door een herfinanciering van de gehele leningportefeuille tegen een gunstigere rentepercentage.
Mocht een gebiedsontwikkelingsproject echter later toch leiden tot een betaling van Wonen en Rijksdienst aan het Rijksvastgoedbedrijf wordt dit budgettair gedekt uit het generale beeld (via het Ministerie van Financiën).
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
(Bedragen in €) | |||
---|---|---|---|
Verplichtingen per 1/1 | 217.315.684 | ||
Aangegane verplichtingen in 2016 | 4.273.699.408 | +/+ | |
4.491.015.092 | |||
Tot betaling gekomen in 2016 | 4.208.580.680 | ||
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren | 21.842.404 | ||
4.230.423.084 | –/– | ||
Verplichtingen Binnen Begrotingsverband: | 260.592.008 |
Toelichting:
Uit de analyse van de omvangrijke negatieve bijstellingen (groter dan € 100.000 en meer dan 10% ten opzichte van de oorspronkelijk aangegane verplichting) blijkt dat voor Hoofdstuk XVIII de negatieve bijstellingen met name worden veroorzaakt door wijziging van de berekeningsgegevens (zoals inkomenstoetsen) voor de langjarig openstaande verplichtingen op grond van de Wet Bevordering Eigenwoningbezit (BEW).