Inleiding
De bedrijfsvoeringsparagraaf behandelt de bedrijfsvoeringsvraagstukken van het Ministerie van Financiën over 2017. De informatie in deze paragraaf geeft de Staten-Generaal de mogelijkheid om tot een afgewogen oordeel te komen over de stand van de bedrijfsvoering.
In het verslagjaar zijn de nodige stappen gezet om de aansturing van en het toezicht op de Belastingdienst en diens functioneren te verbeteren. Zo is de topstructuur van de Belastingdienst opnieuw ingericht. Verder is er meer aandacht voor risicomanagement en managementinformatie. Zo is in de jaarplanaanschrijving 2018 nadrukkelijk aandacht besteed aan het identificeren van risico’s en benodigde managementinformatie. Daarnaast zijn er wijzigingen aangebracht in het Audit Committee en is de controlfunctie versterkt binnen de Belastingdienst, en op concernniveau door een herpositionering en personele uitbreiding van de Hoofddirectie Financieel-Economische Zaken (HDFEZ).
Eén van de aanbevelingen van de Commissie onderzoek Belastingdienst (COB) was om sturingsarrangementen te ontwikkelen die ervoor zorgdragen dat de positie van de Belastingdienst als uitvoeringsorganisatie binnen het Ministerie van Financiën in lijn wordt gebracht met de rest van de Rijksdienst en dat de benodigde checks and balances in de aansturing worden aangebracht. In lijn met deze aanbeveling is gekozen voor een sturingsmodel gebaseerd op het agentschapsmodel, waarbij geen sprake is van een batenlastendienst. Voor het Ministerie van Financiën is dit sturingsmodel nieuw, zowel voor de eigenaar (Secretaris-Generaal, SG) als voor de opdrachtgever (Directoraat-Generaal Fiscale Zaken, DGFZ) en de opdrachtnemer (Directoraat-Generaal Belastingdienst, DGBD). Voor het implementeren van het sturingsmodel geldt daarom een meerjarig groeipad. De Belastingdienst maakt als een gewoon directoraat-generaal onderdeel uit van de organisatie van het Ministerie van Financiën. Het nu gekozen sturingsarrangement (sturingsmodel), met de rollen van eigenaar, opdrachtgever en opdrachtnemer biedt ruimte voor de zelfstandige rol en verantwoordelijkheid van de drie betrokken partijen. Tegelijk zorgt het ervoor dat deze rollen en verantwoordelijkheden gestructureerd en regelmatig bij elkaar worden gebracht, onder andere via de jaarplancyclus. In 2017 is voor het driehoeksoverleg van de SG met de DGFZ en de DGBD een startnotitie vastgesteld, waarin de samenwerkingsafspraken zijn geëxpliciteerd. Er hebben al meerdere driehoeksoverleggen plaatsgevonden.
Ondanks alle inspanningen om het functioneren van de Belastingdienst te verbeteren, moet worden geconstateerd dat de problemen bij de Belastingdienst groot, complex en hardnekkig zijn. Deze zijn niet eenvoudig en op korte termijn op te lossen; daarvoor moet over een langer tijdsbestek worden gekeken. De Belastingdienst staat voor de opdracht de fiscale wet- en regelgeving uit te voeren en te handhaven, de continuïteit van de bedrijfsvoering te waarborgen en daarmee ook de belastingontvangsten te garanderen en tegelijkertijd te werken aan noodzakelijke, maar beheerste vernieuwing. De Belastingdienst kan geen dag verzaken. Door de frequentie en omvang van nieuwe wet- en regelgeving is de druk op de uitvoering, en daarmee ook op de ICT, de afgelopen jaren toegenomen. De continuïteit in de dienstverlening van de Belastingdienst is dan ook geen statisch gegeven. In de 19e en 20e halfjaarsrapportage is over de continuïteitsrisico’s van de Belastingdienst gerapporteerd, waarbij de algemene conclusie onverminderd was dat de continuïteit vooralsnog geborgd is. Momenteel worden de risico’s voor de continuïteit voor latere jaren onderzocht.