De belangrijkste tekortkomingen en risico’s in de bedrijfsvoering in 2017 inclusief de genomen maatregelen om deze risico's te beheersen staan hierna beschreven. De elementen van de bedrijfsvoering die op orde zijn, worden niet behandeld.
Rechtmatigheid
Voor de overschrijding van de tolerantiegrenzen wordt verwezen naar het volgende overzicht:
Rapporteringstolerantie | Verantwoord bedrag (omvangsbasis) | Rapporteringstolerantie voor fouten en onzekerheden | Bedrag aan fouten | Bedrag aan onzekerheden | Bedrag aan fouten en onzekerheden | Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag = (6)/(2)*100% |
---|---|---|---|---|---|---|
(1) | (2) | (3) | (4) | (5) | (6) | (7) |
Artikel 37 Vreemdelingen uitgaven / ontvangsten | 1.835.328.000 | 91.766.349 | 85.961.000 | 14.756.000 | 100.717.000 | 5,49% |
Samenvattende staat baten-lastenagentschappen | 2.800.577.000 | 56.011.540 | 50.964.039 | 10.569.188 | 61.533.227 | 2,20% |
De geconstateerde fouten en onzekerheden bij Artikel 37 worden grotendeels verklaard door:
-
• Een dotatie aan de Asielreserve die niet is gemeld aan de Kamers (€ 85 mln.);
-
• Het ontbreken van een controleverklaring met oordeel over de rechtmatigheid bij de verantwoording over 2016 van Vluchtelingen Werk Nederland (€ 12,4 mln.).
Over de staat baten-lastenagentschappen valt met betrekking tot de fouten en onzekerheden het volgende op te merken:
-
• De agentschappen Nederlands Forensisch Instituut (NFI), het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) komen op een hoger percentage uit dan de genormeerde 2%.
-
• De agentschappen Dienst Justitiële inrichtingen (DJI) en Dienst Justis (DJ) voldoen aan de norm.
-
• De rechtmatigheidsfouten en onzekerheden bij de agentschappen betreffen vooral de fouten en onzekerheden in verband met niet naleven van inkoop en aanbestedingsregels én het niet toereikend vaststellen of leveranciers de afgesproken prestaties hebben geleverd. Een belangrijk deel van de fouten betreft bijzondere casuïstiek. Onder het inkoopbeheer wordt e.e.a. nader toegelicht.
Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie
Er zijn geen bijzonderheden te melden.
Financieel en materieelbeheer
Controlfunctie
De Algemene Rekenkamer heeft in het Verantwoordingsonderzoek over 2016 het financieel beheer/controlfunctie als een onvolkomenheid aangemerkt. De Algemene Rekenkamer tekende daarbij aan op zich positief te oordelen over de in 2016 reeds ingezette veranderingen en de eerste resultaten daarvan, maar deed tegelijkertijd de aanbeveling om actief aandacht te blijven geven aan samenwerking en transparantie binnen het ministerie en in de ketens.
In de loop van 2017 heeft de herinrichting van de controlfunctie, inclusief de oprichting van een directie Eigenaarsondersteuning, formeel beslag gekregen. De controlstructuur is met deze reorganisatie gewijzigd van drie naar twee lagen, waarbij het voormalige DG-control is ondergebracht bij de directie FEZ. Onder andere de afstand van concerncontroller FEZ tot de taakorganisaties is daarmee verkleind en de informatiepositie verbeterd. Vervolgens is in de praktijk ervaring opgedaan met de gewijzigde werkprocessen en rollen binnen de controlfunctie. Inmiddels kan geconcludeerd worden dat de informatie-uitwisseling tussen de controllagen (binnen VenJ en met het Ministerie van Financiën) aantoonbaar transparanter en meer up to date is, hetgeen de kwaliteit van de (interne) besluitvorming verbetert. Deze verandering heeft tot gevolg dat er sprake is van een meer integraal en bestendig intern begrotingsproces en het meer expliciet in ogenschouw nemen van keteneffecten bij de aanwending van financiële middelen. De gewijzigde vormgeving van de controlfunctie in combinatie met het nieuwe sturingsmodel vergen een zekere tijd om tot volle wasdom te komen in de organisatie. In 2018 zullen de planning- en controlinstrumenten verder worden geoptimaliseerd zodat deze aansluiten bij het nieuwe sturingsmodel.
Om een toekomstbestendige invulling te geven aan de controlfunctie in brede zin is binnen VenJ een visietraject gestart in 2017 dat in het tweede tertaal van 2018 wordt afgerond.
Financiële administratie
In 2017 was het mogelijk om de functiescheiding in de financiële administratie te doorbreken. Om dit te signaleren is door DFEZ gebruik gemaakt van de tool Proces Mining als pilot bij de jaarafsluiting. Voor de betalingen waarbij niet is voldaan aan de functiescheiding conform de ministeriebrede kaderstelling, heeft een aanvullende controle plaatsgevonden op juistheid en rechtmatigheid. Hierbij is bij de selectie van de posten gebruik gemaakt van een risico georiënteerde benadering. In 2017 zijn geen onrechtmatigheden op het gebied van autorisaties geconstateerd.
Het verplichtingenbeheer zal verder worden verbeterd door een juiste toepassing van de vigerende kaders en voorschriften. Uit interne controle blijkt dat de registratie van verplichtingen nog de nodige tekortkomingen laat zien bijvoorbeeld door het te laat vastleggen van een inkooporder. In 2017 is het inkoop en betaalkader geactualiseerd en geïmplementeerd. In 2018 zal DFEZ de monitoring op dit punt verder verstevigen.
De ministerie-brede kaderstelling voor het gebruik van derdenrekeningen is opgesteld en eind 2017 in gebruik genomen. De werkinstructies zijn opgesteld om de derdenrekeningen te monitoren op juistheid en volledigheid. In 2017 is een deel van de rekeningen geschoond en is de aandacht met name uitgegaan naar het opzetten en uitdragen van de nieuwe kaderstelling. In 2018 zal de analyse van de derdenrekeningen worden opgepakt.
Gezien het vorenstaande ziet de ADR wel verbeteringen maar blijft bij een lichte bevinding omdat de werking nog niet is geborgd.
Prestatieverklaring
In 2017 zijn twee werkinstructies opgesteld, toevoegen «prestatieverklaringsdocumenten bij ontvangstboekingen op inkooporders en financiële facturen in Leonardo» en «werkinstructie controle op prestatiedocumenten bij inkoop- en financiële facturen in Leonardo». Deze werkinstructie is voor het hele Ministerie van toepassing verklaard. De reden voor deze werkinstructies is het feit dat in een aantal gevallen de onderbouwing van de prestatieverklaringen ontbreekt en het ook niet mogelijk is om deze achteraf aan te leveren. In 2018 zal aandacht worden besteed aan het juiste gebruik van de instructies.
DBBC (Diagnose Behandeling Beveiliging Combinatie)-administratie Rijks Psychiatrische Centra
De eindstand van het onderhanden werk bij vijf rijksinrichtingen van DJI is per 31 december 2016 nog niet vast te stellen. Hierdoor is het ook niet mogelijk om het uitgevoerde werk te verantwoorden. In 2018 zal de inspanning gericht zijn op het realiseren van betrouwbare administratie. De ADR heeft in het Auditrapport 2017 de lichte bevinding op dit onderdeel gehandhaafd.
Ontnemingsmaatregelen/beslagzaken
In 2017 is kaderstelling tot stand gebracht waarin is aangegeven hoe om gegaan moet worden met ontnemingszaken, schikkingen en transacties ook in relatie tot het openstaand recht. Voor het overdragen van zaken zijn vastgestelde overdrachtstermijnen opgesteld. Eind 2017 zijn de openstaande posten getoetst aan deze vastgestelde kaders.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft een plan van aanpak opgesteld waarin de complexe problematiek op het gebied van beslag de komende jaren stapsgewijs wordt aangepakt. Het is de bedoeling om tot een landelijk uniform beslagsysteem te komen. Er wordt een nieuw format voor het beschrijven van de beslagprocessen ontwikkeld, dat vervolgens uitgerold wordt bij alle arrondissementsparketten. Aandachtspunt hierbij is het goed in beeld brengen van de overdrachtstermijnen binnen de keten. Tevens zal het OM een beheerskader opstellen voor geldelijke en niet-geldelijke zaken. De ADR geeft aan dat het ontbreekt aan een sluitend stelsel van beheersmaatregelen.
Subsidie- en bijdragebeheer
Het subsidie- en bijdragebeheer is volgens de Algemene Rekenkamer in het Verantwoordingsonderzoek 2016 een onvolkomenheid. De Rekenkamer heeft aanbevolen om de ingezette verbeteringen te continueren en te werken aan een structurele borging van het (toezicht op het) subsidie- en bijdragenbeheer. Vanaf november 2016 tot 1 mei 2017 is door DFEZ voorafgaand toezicht ingesteld voor het subsidiebeheer. Na controle in september 2017 bleek het subsidiebeheer aanleiding te geven om vanaf november 2017 wederom voorafgaand toezicht in te stellen specifiek gericht op de risico-analyses en de volledigheid van de dossiers. In 2017 is een traject ingericht om te onderzoeken hoe het subsidiebeheer structureel beter op orde kan worden gebracht waarbij onder andere nut en noodzaak van het centraliseren van de activiteiten wordt bezien.
Wat het bijdragebeheer betreft zijn voor een deel van de bijdrageontvangende organisaties risicoanalyses opgesteld of geactualiseerd. Aan de uitkomsten van de risicoanalyses wordt nog niet altijd follow up gegeven. De actualisatie van de controleprotocollen is niet in 2017 afgerond. De controleprotocollen vormen de leidraad voor de controle door de externe accountant. Daarnaast zijn de informatieprotocollen en toezichtsarrangementen in 2017 niet geactualiseerd. Het doel is om in 2018 een verbetering in het bijdragebeheer door te voeren door een aantal best practices op te stellen die gebruikt kunnen worden bij de overige protocollen. In 2017 zijn wel stappen gezet in het bijdragebeheer maar de problematiek is nog niet opgelost. Vanwege het meerjarige karakter merkt de ADR in het Auditrapport 2017 het subsidie- en bijdragebeheer aan als een gemiddelde bevinding.
Inkoopbeheer
Mede naar aanleiding van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer over de geconstateerde onvolkomenheid voor wat betreft inkoopbeheer bij het bestuursdepartement is in 2017 de inkoopfunctie verder geprofessionaliseerd. Op basis van in 2016 en 2017 opgestelde verbeterplannen en projecten zijn verschillende verbeteringen op de inkoopfunctie gerealiseerd. Zo heeft het ministerie controle ingericht op het balansdossier van de onderdelen en worden balansdossiers gereviewd. De doorontwikkeling op de inkoopfunctie vindt plaats in samenwerking met de verschillende inkooporganisaties binnen het ministerie. Nadat het inkoopproces op orde is gebracht ten aanzien van de rechtmatigheid, is in 2017 onderzoek gestart naar het verbeteren van kwaliteit, effectiviteit en maatschappelijke doelstellingen in het inkoop-domein.
Bij het bestuursdepartement is in 2017 de omvang van de onrechtmatigheden afgenomen ten opzichte van 2016 wanneer de bijzondere casuïstiek (tolken en DAS) buiten beschouwing wordt gelaten. De bijzondere casuïstiek wordt onderstaand toegelicht. De onrechtmatige ICT inhuurverlengingen bij het bestuursdepartement zijn in Q1 van 2017 beëindigd. Hierdoor is het niveau van de onrechtmatigheden in 2017 sterk afgenomen.
Het NFI heeft in afstemming met de centrale inkoopafdeling van het ministerie een inkoop verbeterplan opgesteld. In 2017 is uitvoering gegeven aan dit plan en zijn de eerste verbeteringen gerealiseerd. Ondanks dat nog niet alle verbeteringen zijn doorgevoerd zijn wel de eerste resultaten van de verbeteraanpak zichtbaar in o.a. een substantiële afname van de onrechtmatigheid in 2017 ten opzichte van 2016.
Bij de IND is begin 2017 geconstateerd dat fouten zijn gemaakt bij de verlenging van ICT-contracten. Verschillende maatregelen en proces-aanpassingen zijn eind 2017 doorgevoerd waardoor deze fout naar verwachting niet meer wordt gemaakt.
In de jaarverantwoording 2016 is bij inkoop bijzonder casuïstiek vermeld. Het oplossen van deze in 2016 geconstateerde onrechtmatigheden vindt plaats in 2017 en 2018. Onrechtmatigheden voortkomend uit bijzondere casuïstiek maakt daardoor ook in 2017 onderdeel uit van de verantwoording. Allereerst heeft deze casuïstiek te maken met het zogenoemde Dynamisch Aankoop Systeem (DAS). Er is discussie gaande met de controlerende instantie over de vraag of de inrichting geheel voldoet aan de aanbestedingswet. Om helderheid hierover te verkrijgen is een traject gestart met de chief procurement officer van het Rijk om een standpunt in te nemen. De huidige werkwijze blijft vooralsnog binnen VenJ gehandhaafd.
Daarnaast speelt bij inkoop de werkwijze bij de inhuur van tolken door IND, OM en Nationale Politie waarvan de kosten rechtstreeks worden verantwoord bij het ministerie. Eerder onderzoek heeft uitgewezen dat deze werkwijze niet meer voldoet aan de in 2016 aangepaste aanbestedingsregels. Op 1 april 2017 is een passend aanbestedingstraject in gang gezet met het programma «Tolken in de Toekomst». Het bijbehorende transitieprogramma is opgestart en zal naar verwachting in 2019 worden voltooid.
Financieel beheer NFI
Naast de reeds genoemde tekortkoming in het inkoopbeheer heeft de Algemene Rekenkamer in het Verantwoordingsonderzoek 2016 ook vastgesteld dat de financiële administratie van het NFI verbetering behoeft. De aanbeveling luidde dat toegezien moest worden op een structurele verbetering van het financieel beheer van het NFI.
Het NFI heeft in 2017 een verbeterprogramma bedrijfsvoering opgesteld om de problemen op inkoop- en financieel beheer op te lossen. Dit verbeterplan is medio 2017 ook gedeeld met de ADR en de Algemene Rekenkamer. Het NFI is in 2017 gestart met het oplossen van de problemen zoals in het plan van aanpak is vastgelegd. Het inkoopbeheer is in 2017 verbeterd door aanpassing van de processen en aanscherping van het inkoopbeheer. Dit zal in 2018 moeten resulteren in een verdere daling van de onrechtmatige inkopen. In het laatste tertaal is omzet derden opgepakt wat tot verbetering heeft geleid. Daarnaast is samenwerking met DJI op het gebied van de financiële administratie gestart.
Overige aspecten van de bedrijfsvoering
Personeelsbeheer
In het Auditrapport 2017 constateert de ADR dat het personeelsbeheer in 2017 ten opzichte van 2016 niet is verbeterd en dat meer fouten (dan in 2016) zijn vastgesteld. Daarom handhaaft de ADR de lichte bevinding op het Personeelsbeheer.
Uit de controles blijkt dat niet alle personeelsdossiers de verplichte documenten bevatten. In 2017 is gestart met het controleren en het op orde brengen van de personeelsdossiers op de aanwezigheid van de verplichte documenten.
In 2017 is de tweedelijns controlfunctie op personeelsbeheer verder ontwikkeld. Er wordt geconstateerd dat de eerstelijns controle onvoldoende is uitgevoerd en dat de uitvoering in 2018 ter hand wordt genomen.
Informatiebeveiliging
De mate van centrale sturing en het doorvoeren van maatregelen van informatiebeveiliging heeft de AR in het verantwoordingsonderzoeksrapport over 2016 als een onvolkomenheid aangemerkt. De ADR heeft in het Auditrapport 2017 op dit onderwerp een lichte bevinding opgenomen.
Informatiebeveiliging
De AR heeft in het verantwoordingsonderzoek 2016 geconstateerd dat het ministerie op centraal niveau niet beschikt over voldoende informatie over de maatregelen van informatiebeveiliging om goed te kunnen (bij)sturen. Bovendien heeft het ministerie onvoldoende controleerbare informatiebeveiligingsmaatregelen getroffen met betrekking tot de kritieke systemen.
Just-ID en NFI werken aan de uitvoering van de aanbevelingen van het BIR-onderzoek van de ADR naar respectievelijk CDD (2016) en MijnNFI (2015 en 2016). Deze uitvoering loopt door in 2018.
De centrale sturing en beheersing van informatiebeveiliging is in 2017 verstevigd met de inrichting van concern I-control. Deze inrichting zorgt voor betere afstemming tussen de beheersing van informatiebeveiliging op centraal niveau en de beheersing op decentrale niveau binnen de VenJ-organisatie. In het informatiebeveiligingsonderzoek 2017 constateert de ADR dat meer dan voorheen inzicht en overzicht wordt verkregen in de stand van zaken en risico’s op het gebied van informatiebeveiliging van het gehele departement.
Generieke diensten
VenJ heeft het vraagstuk van de informatiebeveiliging van generieke diensten besproken in de expertgroep Tactische Informatiebeveiliging en met de CIO van BZK. Mede op initiatief van VenJ heeft het Ministerie van BZK aangegeven voortaan meer informatie te gaan delen over de informatiebeveiliging van generieke diensten.