Base description which applies to whole site

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Omschrijving van de samenhang met het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte. De realisatie van de doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in het jaarverslag van Hoofdstuk XII 2018 en vinden hun oorsprong in de SVIR en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II 2004–2005, 29 644, nr. 6). Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de begroting van Hoofdstuk XII.

Overzicht van de budgettaire gevolgen van de uitvoering van artikel 15 Hoofdvaarwegennet (x € 1.000)
         

Realisatie

Begroting

Verschil

 
 

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

 

Verplichtingen

468.336

1.660.126

1.392.685

1.632.806

724.468

863.989

– 139.521

1

Uitgaven

894.465

871.615

861.930

899.296

845.570

964.746

– 119.176

 

15.01 Verkeersmanagement

13.986

7.545

8.428

8.525

8.655

8.525

130

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

13.986

7.545

8.428

8.525

8.655

8.525

130

 

15.02 Beheer onderhoud en vervanging

363.939

401.328

410.159

322.961

334.496

376.866

– 42.370

 

15.02.01 Beheer en onderhoud

202.742

208.340

310.851

287.799

288.844

269.466

19.378

2

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

197.713

204.205

307.117

282.128

283.007

264.728

18.279

 

15.02.04 Vervanging

161.197

192.988

99.308

35.162

45.652

107.400

– 61.748

3

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

94.437

80.140

25.080

0

0

0

0

 

15.03 Aanleg

269.264

210.556

124.309

218.819

159.164

227.570

– 68.406

 

15.03.01 Realisatieprogramma

264.018

196.320

119.948

199.287

157.949

218.362

– 60.413

4

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

5.246

14.236

4.361

19.532

1.215

9.208

– 7.993

5

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

5.202

14.236

4.361

1.609

444

379

65

 

15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

0

679

11.565

39.105

28.867

44.839

– 15.972

6

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

247.276

251.507

307.469

309.886

314.388

306.946

7.442

 

15.06.01 Apparaatskosten RWS

233.811

225.493

278.244

281.666

285.741

278.254

7.487

7

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

233.811

225.493

278.244

281.666

285.741

278.254

7.487

 

15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

13.465

26.014

29.225

28.220

28.647

28.692

– 45

 

– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS

13.465

26.014

29.225

28.220

28.647

28.692

– 45

 

15.07 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

15.09 Ontvangsten

48.344

213.179

94.081

97.115

81.365

131.197

– 49.832

8

Financiële toelichting

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie, zie voor de gehanteerde norm de toelichting «normering jaarverslag» zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • Ad 1) In 2018 zijn per saldo lagere verplichtingen gerealiseerd. Onderstaand wordt bij onderdeel A een toelichting gegeven op de projecten waarbij sprake is van een lagere verplichtingen realisatie. Bij onderdeel B wordt een toelichting gegeven op de projecten waarbij sprake is van een hogere verplichtingen realisatie.

    • A. Bij de volgende projecten is sprake van een lagere verplichtingenrealisatie:

      • Programma Vervanging en Renovatie (– € 153,6 miljoen): op de reservering voor VenR is € 81,1 miljoen aan verplichtingen niet nodig gebleken in 2018. In de uitvoering van het programma VenR is € 72,5 miljoen minder verplicht, dit wordt met name veroorzaakt door de projecten 1) Groot Onderhoud Stuwen; betreft een vertraging doordat de areaal gegevens geactualiseerd dienen te worden en 2) Modernisering Object Bediening Zeeland; betreft een vertraging doordat gebleken is dat de huidige installaties niet voldoen aan de eisen ten behoeve van het nieuwe bedienconcept.

      • Nieuwe Sluis Terneuzen (– € 8,0 miljoen): Als gevolg van het aantreffen van onverwachte verontreiniging, zijn de werkzaamheden naar achter verschoven en worden deze verplichtingen niet in 2018 maar in 2019 aangegaan.

      • Averijhavendepot IJmuiden (– € 4,8 miljoen): er zijn minder verplichtingen aangegaan voor de voorbereidende werkzaamheden Averijhavendepot IJmuiden (zie ad 5).

      • Havenimpuls Caribisch Nederland (€ 2,6 miljoen): zijn de geplande havenverbeteringen uit de havenimpuls-gelden voor Caribisch Nederland vertraagd, waardoor er in 2018 minder verplichtingen zijn aangegaan (zie ad 5).

    • B. Bij de volgende projecten is sprake van een hogere verplichtingenrealisatie:

      • 3e Kolk Beatrixsluis (€ 8,1 miljoen). De hogere verplichting wordt veroorzaakt door een contractwijziging voor het verstellen van de rol- en geleidewielen van de sluisdeuren en door de prijsbijstelling 2018.

      • Sluis Eefde (€ 6,0 miljoen): Door scopewijzigingen voor wacht- en opstelplaatsen en drijvend remmingwerk.

      • Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot hogere uitgavenverplichtingen (per saldo € 15,4 miljoen).

  • Ad 2) Dit betreft voornamelijk de extra uitgaven aan het herstellen van schadegevallen en bergingswerkzaamheden (€ 14,4 miljoen). Tevens zijn er diverse relatief kleine mutaties van per saldo € 5,0 miljoen.

  • Ad 3) De lagere uitgaven worden met name veroorzaakt door vertraging bij de projecten binnen het Programma Vervanging en Renovatie (– € 47,3 miljoen). Het betreft met name de projecten:

    • Renovatie Waalbrug; als gevolg van de resultaten uit het Chroom-VI onderzoek, is gebleken dat de complexiteit voor het aanbrengen van de conservering groter is dan verwacht. Hierdoor verschuiven geplande uitgaven naar 2019.

    • Damwanden Eemskanaal; In de voorbereiding zijn door het ingenieursbureau ontwerpfouten gemaakt in de damwandberekening. Deze worden hersteld, de planning is gewijzigd en geplande uitgaven schuiven naar 2019.

    • Bediening op Afstand Friesland; De ombouw van de Prinses Margrietsluis en brug zijn vertraagd, doordat de vergunning ten behoeve van de graafwerkzaamheden later is verkregen.

    • Modernisering Objecten Bediening Zeeland; betreft een vertraging doordat gebleken is dat de huidige installaties niet voldoen aan de eisen ten behoeve van het nieuwe bedienconcept.

    • Daarnaast is een reservering binnen het programma Vervanging en Renovatie niet tot realisatie gekomen, maar doorgeschoven naar de periode 2021–2028 (– € 9,4 miljoen).

    • Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot lagere uitgaven (– € 5,0 miljoen).

  • Ad 4) De lagere realisatie dan begroot wordt voornamelijk veroorzaakt door de lagere realisaties bij de projecten:

    • Verruiming Twentekanalen fase 2 (– € 45,6 miljoen): Wordt veroorzaakt doordat er besloten is om de aanbesteding definitief niet te gunnen. De aangeboden oplossing was technisch niet maakbaar. De aanbesteding is opnieuw in gang gezet. Hierdoor zijn de geplande uitgaven verschoven naar latere jaren.

    • Maasroute, modernisering fase 2 (– € 10,8 miljoen): Door een verschil van mening over contractuele eisen, is er besloten om het huidige contract met de Opdrachtnemer te ontbinden. Hierdoor verschuiven de werkzaamheden naar latere jaren.

    • Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek (– € 5,6 miljoen): Door de latere vaststelling van het bestemmingsplan en het ingediende bezwaar en beroep daartegen, is de start van de uitvoering vertraagd. De geplande uitgaven schuiven door naar 2019.

    • Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot hogere realisaties (per saldo € 1,6 miljoen).

  • Ad 5) De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt door een opdracht voor de voorbereidende werkzaamheden Averijhavendepot IJmuiden. Deze wordt gebruikt voor de start van de aanbesteding met als scope het verwijderen van de baggerspecie uit het slibdepot (exclusief de staalslakken). Het budget is overgeboekt naar artikel 15.03.01, waar de uitgaven plaatsvinden. Daarnaast zijn door orkaanschade de geplande havenverbeteringen uit de havenimpuls-gelden voor Caribisch Nederland vertraagd.

  • Ad 6) De per saldo lagere realisatie is voornamelijk het gevolg van lagere realisaties op het project:

    • Zeetoegang IJmond (– € 23,2 miljoen): Dit wordt met name veroorzaakt door de vertraging van het project, onder andere vanwege het toepassen van een andere bouwmethodiek voor de deurkassen van de sluis.

    • Kleine diverse mutaties bij meerdere projecten leiden tot een hogere realisatie van (per saldo € 7,2 miljoen).

  • Ad 7) De hogere uitgave betreft met name de loon- en prijsbijstelling 2018.

  • Ad 8) De in totaal lagere ontvangsten van € 50,2 miljoen is het gevolg van diverse mutaties.

    • Lagere ontvangsten waren er voornamelijk bij de Nieuwe Sluis Terneuzen (– € 64,1 miljoen), als gevolg van de vertraging, vanwege het aantreffen van onverwachte verontreiniging, zijn werkzaamheden en de daaraan gekoppelde ontvangsten vertraagd. De geplande ontvangsten worden in 2019 en verder verwacht.

    • Hogere ontvangsten werden met name gerealiseerd bij:

      • het Verkeersbegeleidingstarief (€ 4,5 miljoen),

      • het programma Vervanging en Renovatie op het hoofdvaarwegennet (€ 4,0 miljoen)

      • het Impuls Dynamische Verkeersmanagement Vaarwegen (€ 2,3 miljoen).

      • Daarnaast waren er diverse kleine mutaties bij meerdere projecten van per saldo € 3,1 miljoen.

15.01 Verkeersmanagement

Motivering

De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS ten behoeve van het verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.

Producten

Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:

  • Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering

  • Monitoring en informatieverstrekking

  • Vergunningverlening en handhaving

  • Crisisbeheersing en preventie

In bestuurlijk overleg zijn afspraken gemaakt die in 2014 zijn uitgewerkt en, waar nodig, in overleg met de sector aangepast. De doelstelling van het nieuwe bedienregime is om voor alle vaarwegen tot een optimale invulling van de taakstelling te komen. In het «vergezicht bediening sluizen en bruggen» (Kamerstukken II 2015–2016, 34 300, nr. A56) is opgenomen hoe er op de middellange en lange termijn met bediening wordt omgegaan. Samenwerking met andere vaarwegbeheerders is hierin opgenomen. Het uitgangspunt is dat de belangrijkste verbindingen op het internationaal kernnet goederenvervoer en de hoofdvaarwegen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), waarover de grootste volumes worden vervoerd, prioriteit blijven houden.

Meetbare gegevens

Specificatie bedieningsareaal

Eenheid

2016

2017

Begroot 2018

Realisatie 2018

Toelichting

Begeleide vaarweg

km

592

592

592

592

1

Bediende objecten

stuks

244

245

242

242

2

Bron: Rijkswaterstaat, 2018

Toelichting:

  • Ad 1) Alleen de vaarwegen, die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn niet meegerekend.

  • Ad 2) De afname van het aantal bediende objecten in 2018 is het gevolg van zowel de vervanging van een schutsluis met twee kolken door een keersluis bij Limmel als het overgaan van de Hooivaartbrug van nat beheer naar droog beheer.

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, veilig en duurzaam vervoer van goederen. Wat betreft de vervanging voert RWS nader onderzoek uit, waarmee steeds concreter wordt wanneer kunstwerken in aanmerking komen voor vervanging of renovatie en wat de precieze omvang hiervan is.

15.02.01 Beheer en Onderhoud

Uitgesteld en achterstallig onderhoud

Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was. Er is sprake van achterstallig onderhoud als de assets niet meer voldoen aan de geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken. Achterstallig onderhoud wordt direct aangepakt indien dit noodzakelijk is voor het veilig functioneren van de netwerken.

Voor het Hoofdvaarwegennet beliep het uitgesteld onderhoud per 31 december 2018 € 414 miljoen, daarvan was € 37 miljoen achterstallig. Ten opzichte van 2017 is het uitgestelde onderhoud met € 64 miljoen toegenomen en het achterstallig onderhoud met € 1 miljoen toegenomen.

 

2016

2017

2018

 

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Hoofdvaarwegen

244

24

350

36

414

37

Uitstel van onderhoud maakt onderdeel uit van de onderhoudsstrategie van Rijkswaterstaat. Het is een optimale keuze omdat er in veel gevallen mogelijkheden zijn om werkzaamheden te combineren met andere onderhouds- en aanlegmaatregelen. Dit leidt tot besparingen op de kosten en beperking van de hinder, omdat we maar één keer de vaarweg op moeten en maar één keer verkeersmaatregelen genomen hoeven te worden. Deze keuze tot uitstel van onderhoud wordt gebaseerd op informatie uit risicogestuurde inspecties waarmee de werkelijke staat van objecten wordt bijgehouden. Bij het wetgevingsoverleg over de begrotingen 2019 van Hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds4 heb ik toegezegd u bij het jaarverslag 2018 nader te informeren over het uitgesteld onderhoud. Dat zal ik separaat doen.

Daarnaast is ook sprake van tegenvallers bij geprogrammeerde onderhoudsmaatregelen. Deze tegenvallers worden in de programmering ingepast waardoor oorspronkelijk geprogrammeerde maatregelen naar een later moment worden uitgesteld om binnen de beschikbare budgetten en capaciteit te kunnen blijven, waarbij achterstallig onderhoud zo veel mogelijk wordt voorkomen. Achterstallig onderhoud – waarbij niet meer aan deze normen en afspraken dreigt te worden voldaan – is uiteraard onwenselijk en wordt direct aangepakt indien dit noodzakelijk is voor het veilig functioneren van het hoofdwegennet.

Kustwacht

Producten

De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast. De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen, die (vrijwel) fulltime kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft de directeur trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van de Rijksrederij en schepen, vliegtuigen en helikopters van het Ministerie van Defensie.

De Minister van IenW is als coördinerend Minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht. De Minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht.

Meetbare gegevens

Beheer en onderhoud kent het volgende areaal:

Areaal

Eenheid

2016

2017

Begroot 2018

Realisatie 2018

Toelichting

Vaarwegen

km

7.004

7.082

7.089

7.082

1

Bron: Rijkswaterstaat, 2018

Toelichting:

Het totale areaal is een optelling van enerzijds hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen van in totaal afgerond 3.437 kilometer en anderzijds zeecorridors en zeetoegangsgeulen van in totaal afgerond 3.646 kilometer. Tezamen is dit afgerond 7.082 kilometer.

  • Ad 1) De lengte vaarwegen is in 2018 lager dan de begroting 2018. Dit komt doordat de volgende onvoorziene veranderingen hebben plaatsgevonden:

    • Het laatste deel van de vaarweg van de gekanaliseerde Dieze is overgedragen naar de gemeente ’s-Hertogenbosch;

    • De wijze van registratie is verbeterd, waaronder een vaargeul door de Eems die nu gedeeltelijk niet meer als overige vaarweg maar als zeecorridor is geregistreerd.

Indicatoren Beheer en Onderhoud
 

2016

2017

Streefwaarde 2018

Realisatie 2018 (%)

Geplande stremmingen (gehele areaal)

0,2%

0,5%

0,8%

0,8%

Ongeplande stremmingen (gehele areaal)

0,1%

0,2%

0,2%

0,4%

Bron: Rijkswaterstaat, 2018

Toelichting:

De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de gestremde uren af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten.

Voor de geplande stremmingen ligt de gerealiseerde score voor het gehele areaal met 0,8% op de streefwaarde. De ongeplande stremmingen liggen met 0,4% boven de streefwaarde. Door uitgesteld onderhoud, ouderdom en intensiever gebruik dan bij het ontwerp was voorzien neemt de kans op ongeplande uitval van objecten toe.

15.02.04 Vervanging

Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de jaren ’60 van de vorige eeuw is de vervangingsopgave toegenomen. De projecten behorende bij deze opgave zijn opgenomen in het MIRT Overzicht.

Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet. De projecten in het programma Vervanging en Renovatie verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden. De projecten met een projectbudget van meer dan 10 miljoen zijn opgenomen in het MIRT Overzicht.

Het resterende deel van het programma Nota Mobiliteit Achterstallig Onderhoud Vaarwegen (NoMo AOV) is niet in het programma Vervanging en Renovatie opgenomen, maar is wel onderdeel van 15.02.04. In onderstaande tabel een overzicht van objecten NoMo AOV-onderdelen die nog niet zijn afgerond.

Overzicht objectenprogramma Vervangingen en renovaties

Vaarweg

Objecten/maatregel

Oost-Nederland

Onderhoud vaargeulen NederRijn, IJssel, Twentekanalen/Meppelerdiep en Zwarte Water

Bron: Rijkswaterstaat

15.03 Aanleg

Motivering

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planuitwerking activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk.

15.03.01 Realisatie

Mijlpalen Realisatieprojecten

Producten

In 2018 zijn de volgende mijlpalen gerealiseerd:

Hoofdvaarwegennet

Mijlpaal

Project

Openstelling

Sluis Limmel (naar de exploitatiefase)

Toekomstvisie Waal (deelproject haven Haaften en haven Tuindorp)

Start realisatie

Nieuwe Sluis Terneuzen

Bron: Rijkswaterstaat

Ten opzichte van de begroting 2018 zijn er de volgende wijzigingen:

Openstellingen:

  • Toekomstvisie Waal: de openstelling van de resterende deelprojecten zijn vooralsnog in 2019–2021 begroot.

  • Maasroute: door een verschil van mening over contractuele eisen, is er een vertraging in de uitvoering ontstaan. De openstelling is verschoven naar 2023.

Projectoverzicht behorende bij 15.03.01: Realisatieprogramma Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2018

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2018

   

2018

 

2018

   

Projecten Nationaal

               

Quick Wins Binnenhavens

0

0

0

61

61

2009–2017

2019

1

Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen

2

4

2

97

97

2015

2018

2

Walradarsystemen

1

2

1

25

26

2018

divers

3

Beter Benutten

3

0

– 3

18

18

     

Projecten Noordwest-Nederland

               

De Zaan (Wilhelminasluis)

0

0

0

13

13

2019

2021

4

Projecten Zuidwest-Nederland

               

Nieuwe Sluis Terneuzen

99

114

15

1.010

1.025

2022

2022

5

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek

6

0

– 6

13

13

2019

na 2020

6

Quick Wins Volkeraksluizen

0

0

0

3

3

2017

2017

 

Projecten Zuid-Nederland

               

Wilhelminakanaal Tilburg

0

2

2

96

99

na 2017

na 2018

 

Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel

0

2

2

430

430

2015

2015

 

Maasroute, modernisering fase 2

28

17

– 11

629

630

2018

2023

7

Projecten Oost-Nederland

               

Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis)

1

1

0

65

65

2017

2017

 

Verruiming Twentekanalen fase 2

47

1

– 46

93

95

2019

na 2019

8

Toekomstvisie Waal

13

7

– 6

132

134

2019–2021

2021

9

Projecten Noord-Nederland

               

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1: verbetering tot klasse Va

7

4

– 3

284

284

2017

2019

10

Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee

5

1

– 4

30

39

2017

2017

11

Overige projecten

               

Kleine projecten / Afronding projecten

0

0

0

2

2

     

Afrondingen

– 1

1

2

0

0

     

Totaal uitvoeringsprogramma

211

156

– 55

3.001

3.034

     

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerking

2

2

0

         

Programma Realisatie (IF 15.03.01)

213

158

– 55

         

Budget Realisatie (IF 15.03.01)

219

158

– 61

         

Overprogrammering (-)

6

 

– 6

         

Toelichting:

  • Ad 1) Quick Wins Binnenhavens Impuls Dynamische Verkeersmanagement Vaarwegen: Alle projecten die met deze regeling zijn ondersteund zijn inmiddels, na hernieuwde vertraging tijdens de bouwfase, (financieel) afgerond met uitzondering van de projecten in Venray/Wanssum, Oss en Waalwijk die later zijn gestart en door de desbetreffende gemeenten de komende periode zullen worden opgeleverd. De evaluatie zal begin 2019 richting de Tweede Kamer worden verzonden.

  • Ad 2) Impuls Dynamisch Verkeersmanagement: de vertraging wordt met name veroorzaakt doordat er extra veiligheidsmaatregelen genomen worden op het scheepvaartvolgsysteem IVS-Next. De oplevering verschuift naar 2019.

  • Ad 3) Walradarsystemen: dit is een doorlopend realisatieprogramma met diverse openstellingsdata, zoals in het MIRT-overzicht is toegelicht

  • Ad 4) De Zaan (Wilhelminasluis): het project heeft vertraging opgelopen door de complexiteit van de ontwerpwerkzaamheden en een arbitragezaak tussen de provincie en de aannemer over het ontwerp. Inmiddels is het project hervat en wordt de openstelling verwacht in 2020.

  • Ad 5) Nieuwe Sluis Terneuzen: Vanwege het aantreffen van onverwachte verontreiniging, zijn er in 2018 extra uitgaven gedaan.

  • Ad 6) Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek: Door de latere vaststelling van het bestemmingsplan en het ingediende bezwaar en beroep daartegen, zijn de start uitvoering en openstelling van het project vertraagd.

  • Ad 7) Maasroute, modernisering fase 2: Door een verschil van mening over contractuele eisen, is er besloten om het huidige contract met de opdrachtnemer te ontbinden. Hierdoor verschuiven de werkzaamheden naar latere jaren.

  • Ad 8) Verruiming Twentekanalen fase 2: Wordt veroorzaakt doordat er besloten is om de aanbesteding definitief niet te gunnen (december 2017). De aangeboden oplossing was technisch niet maakbaar. De aanbesteding is opnieuw in gang gezet. Hierdoor zijn de geplande uitgaven verschoven naar latere jaren.

  • Ad 9) Toekomstvisie Waal: De uitvoering van een aantal projecten die onderdeel zijn van de toekomstvisie Waal is vertraagd door onder andere de PAS regeling. De openstelling van het hele project blijft uiterlijk 2021.

  • Ad 10) Vaarweg Lemmer-Delfzijl verbetering tot klasse Va: Oplevering is aangepast aan de planning van de brug Aduard, die bij de provincie Groningen in uitvoering is. Voor de nieuwe brug is verlegging van de weg nodig. Na grondverwerving door de provincie bleek het terrein verontreinigd. De noodzakelijke sanering zorgt voor een vertraging, waardoor de oude brug nog niet kan worden verwijderd. Openstelling vindt plaats in 2019.

  • Ad 11) Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee: Het project is eind 2017 opengesteld. In 2018 zijn kosten gemaakt ten behoeve van de afhandeling van restpunten.

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen
Projectoverzicht behorende bij 15.03.02: Verkenningen en planuitwerkingen Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Planning

 
     

TB

Openstelling

Toelichting

 

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2018

 

2018

 

2018

   

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 1

– 36

   

nvt

   

Projecten Nationaal

             

Bijdrage aan agentschap tbv externe kosten planuitwerkingen

9

8

         

Reservering voor LCC

205

230

       

1

Projecten Noordwest-Nederland

             

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer

6

6

   

2025–2027

2025–2027

 

Lichteren buitenhaven IJmuiden

65

65

nnb

 

nnb

nnb

 

Vaarweg IJsselmeer-Meppel

36

36

   

2023

2023

 

Projecten Zuidwest-Nederland

             

Capaciteitsuitbreiding overnachtingplaatsen Merwedes

20

20

2019

2018

2021

2021

 

Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil

10

10

2010

2016

2025–2027

2025–2027

 

Capaciteit Volkeraksluizen

152

152

   

2024–2026

2024–2026

 

Projecten Oost-Nederland

             

Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen)

36

36

   

2026–2028

2026–2028

 

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel

28

28

2018

2019

2021–2022

2021–2022

 

Projecten Noord-Nederland

             

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2

102

102

2017

2017

2023–2025

2023–2025

 

Overige projecten en reserveringen

357

462

         

Projecten in voorbereiding

             

Projecten Zuidwest-Nederland

             

Kreekraksluizen

       

2026–2028

2026–2028

 

Projecten Oost-Nederland

             

Verkenning IJssel fase 2

       

2028

2028

 

Reservering garantstelling Twentekanalen

       

2018–2020

2018–2020

 

Overige projecten in voorbereiding

             

Gesignaleerde risico's

             

afrondingen

             

Totaal programma planuitwerking en verkenning

1.025

1.119

         

Begroting (IF 15.03.02)

1.025

1.118

         

Toelichting:

  • Ad 1) Reservering Life Cycle Costs (LCC): door de extrapolatie naar 2032 en prijsbijstelling over 2018 is de reservering voor LCC met € 25 miljoen opgehoogd.

15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen en huisvestingsprojecten boven de € 25 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM- (Design, Build, Finance en Maintain) contract meerwaarde kan opleveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats, aan de hand van de overeengekomen prestatie, die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie: de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na openstelling van het project. Tijdens de bouw dient de DBFM-opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande vaarweg of sluis die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het vaarwegverkeer. Bij openstelling van de vaarweg of sluis wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.

De verplichting aan de DBFM-opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze vaarwegen / kunstwerken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 15.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). Pas aan het einde van de looptijd kan de definitieve meerwaarde van de PPS-contractvorm worden bepaald en geconcludeerd of binnen het meerjarig budget is gebleven. Inmiddels is wel duidelijk dat mijlpalen rond tijdige beschikbaarheid bij deze projecten meestal gehaald worden, en ook de hoeveelheid meerwerk gedurende de bouwfase in de meeste gevallen beperkt is gebleven. In de DBFM(O)-Voortgangsrapportage 2016–2017 zijn indicatoren opgenomen om deze prestaties te monitoren. In de Voortgangsrapportage is ook aangegeven dat de risicoverdeling in het standaardcontract mogelijk op een aantal punten zal worden bijgesteld ten aanzien van enkele specifieke risico’s, zoals het management van stakeholders, waarmee marktpartijen in het verleden op moeilijkheden stuitten. Eerder was al besloten om niet langer gebruik te maken van lijstrisico’s. Op deze wijze wordt proactief gezocht naar een betere verdeling van de risico’s, waarbij alle betrokkenen hun mogelijkheden inbrengen om risico’s zo veel mogelijk te beheersen.

Producten

In 2013 is het DBFM Sluizenprogramma in werking gesteld, waar de volgende projecten in ondergebracht zijn: keersluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, Sluis bij Eefde en Zeetoegang IJmond. Het contract voor de Sluis Limmel is het eerste project uit het DBFM Sluizenprogramma en is in 2014 afgesloten. Dit project is in 2018 opengesteld en overgegaan naar de exploitatiefase.

Het DBFM-contract voor de Zeetoegang IJmond is in september 2015 getekend, en dat voor de 3e Kolk Beatrixsluis en sluis Eefde in 2016. Deze projecten verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald.

Projectoverzicht behorende bij 15.04: Geïntegreerde contractvormen/PPS Hoofdvaarwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2018

Projectbudget

Openstelling

Toelichting

 

Begroting

Realisatie

Verschil

Begroting

Huidig

Begroting

Huidig

 

Projectomschrijving

2018

   

2018

 

2018

   

Projecten Noordwest-Nederland

               

Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen

4

6

2

409

415

2019

2019

1

Zeetoegang IJmond

32

9

– 23

927

940

2019

2022

2

Projecten Zuid-Nederland

               

Keersluis Limmel

6

10

4

90

91

2018

2018

 

Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde

3

5

2

153

155

2020

2020

 

Afrondingen

 

– 1

           

Totaal

45

29

– 15

1.579

1.601

     

Toelichting:

  • Ad 1): De toegenomen projectbudgetten zijn het gevolg van de prijsbijstelling 2018.

  • Ad 2) Zeetoegang IJmond: Dit wordt met name veroorzaakt door de vertraging van het project, onder andere vanwege het toepassen van een andere bouwmethodiek voor de deurkassen van de sluis (Kamerstukken II 2018–2019, 35 000 A, nr. 28). Geplande uitgaven schuiven door naar latere jaren.

15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten verantwoord. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.

15.07 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte verantwoord. In 2018 hebben geen mutaties plaatsgevonden.

4

31 oktober 2018

Licence