Activa | 31-12-2018 | 31-12-2017 | Passiva | 31-12-2018 | 31-12-2017 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Intra-comptabele posten | |||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 5.951.401 | 874.660 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 1.343.470 | 150.086 | |
3) | Liquide middelen | 4.744 | 3.597 | |||||
4) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | 0 | 4a) | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | 4.605.661 | 728.846 | ||
5) | Rekening-courant RHB begrotingsreserves | 223.264 | 0 | 5a) | Begrotingsreserves | 223.264 | ||
6) | Vorderingen buiten begrotingsverband | 31.709 | 26.553 | 7) | Schulden buiten begrotingsverband | 38.723 | 25.878 | |
8) | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||
Subtotaal intra-comptabel | 6.211.118 | 904.810 | Subtotaal intra-comptabel | 6.211.118 | 904.810 | |||
Extra-comptabele posten | ||||||||
9) | Openstaande rechten | 2.689 | 2.861 | 9a) | Tegenrekening openstaande rechten | 2.689 | 2.861 | |
10) | Vorderingen | 477.339 | 7.127 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | 477.339 | 7.127 | |
11a) | Tegenrekening schulden | 0 | 11) | Schulden | 0 | |||
12) | Voorschotten | 4.989.805 | 323.472 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 4.989.805 | 323.472 | |
13a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 27.671 | 2.500 | 13) | Garantieverplichtingen | 27.671 | 2.500 | |
14a) | Tegenrekening andere verplichtingen | 625.562 | 112.821 | 14) | Andere verplichtingen | 625.562 | 112.821 | |
15) | Deelnemingen | 0 | 15a) | Tegenrekening deelnemingen | 0 | |||
Subtotaal extra-comptabel | 6.123.066 | 448.781 | Subtotaal extra-comptabel | 6.123.066 | 448.781 | |||
Overall Totaal | 12.334.184 | 1.353.591 | Overall Totaal | 12.334.184 | 1.353.591 |
TOELICHTING OP DE SALDIBALANS per 31 december 2018 HVII
Waardesprong cijfers Hoofdstuk 7 per 1-1-2018
De maatregelen die in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III zijn opgenomen met betrekking tot het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, zijn in drie nota’s van wijziging naar aanleiding van het regeerakkoord in de begroting van hoofdstuk 7 verwerkt Het betreft:
-
• Opheffen van begrotingshoofdstuk 18 (Wonen en Rijksdienst).
-
• Toevoegen van het deel digitale overheid voor bedrijven van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
-
• Toevoegen van het deel inzake ruimtelijke ontwikkeling, ruimtelijke ordening met inbegrip van onder meer de Wet ruimtelijke ordening en de Crisis- en herstelwet, de Omgevingswet, het Kadaster en de Kadasterwet van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII).
Daarnaast is het onderdeel Kiesraad als College overgegaan van H7 naar H2B (Hoge Colleges van Staat)
Deze ontvlechting (Kiesraad) en invlechting (H18, EZK en IenW) heeft ertoe geleid dat de balansstanden per 1-1-2018 (aanzienlijk) afwijken van de eindstanden 2017. Dit betreft de navolgende balansposten met de navolgende bedragen (bedragen x € 1.000).
H18 | Waardesprong Kiesraad naar H2B | Waardesprong EZK | Waardesprong I & W | |
---|---|---|---|---|
BP 1 | 4.272.171 | |||
BP 2 | 782.686 | |||
BP 3 | 349 | |||
BP 4 | 3.485.617 | |||
BP 5 | 345.905 | |||
BP 5a | 345.905 | |||
BP 6 | 2.194 | |||
BP 7 | 6.413 | |||
BP 10 | 440.328 | 12.024 | ||
BP 11 | 0 | |||
BP 12 | 4.630.820 | 13.723 | 306.761 | |
BP 13 | 171 | 25.000 | ||
BP 14 | 373.778 | – 418 | 4.733 | 78.961 |
BP 15 | 0 |
Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2018 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is o.a. opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders.
(Bedragen in €) | |
---|---|
a) Kasbeheerders Rijksdiensten | 4.739.948 |
b) Houders Kleine Kas | 3.424 |
Totaal | 4.743.372 |
Ad a) Kasbeheerders Rijksdiensten
Deze post is gebaseerd op de verantwoording van de kasbeheerder. Deze post bestaat uit het banksaldo van de kasbeheerder AIVD.
Ad b) Houders Kleine Kas
Het bedrag bestaat uit voorschotverstrekkingen aan houders van een kleine kas en is gebaseerd op saldoverklaringen van de desbetreffende kashouders.
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform Rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement.
(Bedragen in €) | |
---|---|
a) Rekening-courant FIN/RHB | 4.605.660.202 |
Totaal | 4.605.660.202 |
Het saldo vertegenwoordigt de reguliere mutaties met betrekking tot Hoofdstuk VII.
Ad 5. Rekening courant RHB Begrotingsreserves
(Bedragen in €) | |
---|---|
RC FIN RHB NHG | 137.557.027 |
RC FIN RHB WOCO | 85.706.249 |
Totaal | 223.263.276 |
Het saldo vertegenwoordigt de middelen van Rekening Courant bij de Rijkshoofdboekhouding voor de risicovoorzieningen voor de achterborgstelling voor de Nationale Hypotheekgarantie (NHG) en voor de Sanerings- en projectsteun woningcorporaties.
Ad 5a. Begrotingsreserves
De post begrotingsreserves is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) | |
---|---|
a) Risicovoorziening NHG | 137.557.027 |
b) Risicovoorziening WSW | 85.706.249 |
Totaal | 223.263.276 |
Overzicht verloop begrotingsreserves
Saldo 1.1.2018 | Toevoegingen | Onttrekkingen | Saldo 31.12.2018 | Artikel | |
---|---|---|---|---|---|
Nationale Hypotheekgarantie | 106,9 | 30,7 | 137,6 | 3 | |
Saneringssteun Woningcorporaties | 232,3 | 159,3 | 312,6 | 79 | 3 |
Projectsteun Woningcorporties | 6,7 | 6,7 | 3 | ||
345,9 | 190 | 312,6 | 223,3 |
Risicovoorziening ten behoeve van garantieregelingen
Ad a): De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) is de uitvoerder van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Het Rijk vormt de achtervang van het WEW. Jaarlijks betaalt het WEW hiervoor een achterborgvergoeding. Deze wordt aangehouden in de daartoe bestemde risicovoorziening ter partiële dekking van een eventuele aanspraak op de achtervang functie van het Rijk. De achtervangvergoeding voor het jaar 2017 is in 2018 ontvangen en bedroeg afgerond € 30,6 mln.
Reguliere begrotingsreserves
Ad b) en c): Woningcorporaties kunnen als zij in financiële problemen zitten, op grond van de Woningwet (art. 57 BTIV) saneringssubsidie aanvragen. De taak voor sanering en reguliere projectsteun aan woningcorporaties is gemandateerd aan het waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De hiervoor beschikbare middelen worden aangehouden in de risicovoorziening bij het Rijk.
In 2018 is € 311,4 mln. saneringssubsidie toegekend aan de woningcorporatie Geertruidenberg (WSG). Hieraan hebben de woningcorporaties voor € 159,3 mln. bijgedragen middels de saneringsheffing die hen daartoe in 2018 is opgelegd. Daarnaast is afgerond € 0,9 mln. onttrokken voor de kosten die Vestia maakt voor het bankenonderzoek en afgerond € 0,3 mln. voor de uitvoeringskosten van het WSW.
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) | |
---|---|
a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten | 944.007 |
b) Te vorderen van Ministeries en derden | 27.467.235 |
c) Intra-comptabele voorschotten | 2.600.727 |
d) Intra-comptabele debiteuren | 696.200 |
Totaal | 31.708.169 |
Ad a) Vorderingen Kasbeheerders Rijksdiensten
Dit bedrag is gebaseerd op de verantwoording van de kasbeheerder en bestaat uit vorderingen van de kasbeheerder AIVD op diverse ministeries.
Ad b) Te vorderen van ministeries en derden
In dit bedrag zijn aan diverse departementen door te berekenen posten betreffende uitgevoerde dienstverleningsafspraken opgenomen.
Ad c) Intra-comptabele voorschotten
Dit bedrag bestaat voornamelijk uit voorschotten aan personeel in verband met salaris en vergoedingen studiekosten (€ 2,2 mln.)
Ad d) Intra-comptabele debiteuren
Dit bedrag heeft betrekking op verrekeningen met andere begrotingshoofdstukken binnen het ministerie (€ 0,5 mln.) alsmede op te verrekenen bedragen van de maand december inz APG (€ 0,2 mln).
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) | |
---|---|
a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten | 120.470 |
b) Nog af te dragen loonheffing en Sociale premies | 24.761.409 |
c) Overige intra-comptabele schulden | 13.840.962 |
Totaal | 38.722.841 |
Ad a) Schulden Kasbeheerders Rijksdiensten
Dit bedrag is gebaseerd op de verantwoording van de kasbeheerder. Het gaat om het saldo bij de kasbeheerder AIVD.
Ad b) Nog af te dragen loonheffing en sociale premies
Het gehele bedrag betreft nog af te dragen loonheffing en sociale premies die in januari 2019 door het ministerie aan de betreffende instanties worden afgedragen.
Ad c) Overige intra-comptabele schulden
Dit bedrag heeft voornamelijk betrekking op verrekeningen met een ander begrotingshoofdstuk binnen het ministerie (€ 0,3 mln.), eigen risicodragerschap en WIA (€ 1,0 mln.) en de te verrekenen maandverantwoording van de RVO over de maand december 2018 (€ 12,1 mln.)
Ad 9. Openstaande rechten
Ad 9a. Tegenrekening openstaande rechten
Het saldo per 31 december 2018 is hieronder per ontstaansjaar en per artikel gespecificeerd:
(Bedragen in €) | ||||
---|---|---|---|---|
Ontstaansjaar | Stand per 1-1 | Opgeboekt | Afgeboekt | Stand per 31-12 |
2016 | 1.813 | 0 | 1.813 | 0 |
2017 | 2.858.726 | 2.857.345 | 1.381 | |
2018 | 23.661.187 | 20.973.940 | 2.687.247 | |
Totaal | 2.860.539 | 23.661.187 | 23.833.098 | 2.688.628 |
Artikel | Omschrijving | (Bedragen in €) |
---|---|---|
Artikel 2 | Nationale veiligheid | 451.596 |
Artikel 11 | Centraal apparaat | 2.237.032 |
Totaal | 2.688.628 |
Toelichting:
Artikel 2: Algemene inlichtingen en veiligheidsdienst
Dit betreft de door de door de AIVD aan derden in rekening gebrachte kosten van veiligheidsonderzoeken.
Artikel 11: Centraal apparaat
Dit betreft het debiteurensaldo van Doc-Direkt en bestaat uit aan departementen doorberekende dienstverlening.
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het saldo per 31 december 2018 wordt hieronder per ontstaansjaar en artikel gespecificeerd:
Ontstaansjaar | Stand per 1/1 | Invlechting H18 | Invlechting IenW | Nieuwe beginstand |
---|---|---|---|---|
2015 | 12.000.000 | 12.000.000 | ||
2016 | 0 | |||
2017 | 7.126.865 | 793.664 | 23.804 | 7.944.333 |
2018 | 0 | |||
Totaal | 7.126.865 | 793.664 | 12.023.804 | 19.944.333 |
(Bedragen in €) | ||||
---|---|---|---|---|
Ontstaansjaar | Nieuwe beginstand | Opgeboekt | Afgeboekt | Stand per 31-12 |
2015 | 12.000.000 | 12.000.000 | 0 | |
2016 | 0 | 0 | ||
2017 | 7.944.333 | 7.767.857 | 176.476 | |
2018 | 0 | 433.391.700 | 405.561.405 | 27.830.295 |
Totaal | 19.944.333 | 433.391.700 | 425.329.262 | 28.006.771 |
Bedragen in € | |||||
---|---|---|---|---|---|
Toeslagen Belastingdienst (bedragen x €) | |||||
Stand per 01-01 | Ingestelde vorderingen | Ontvangsten | Afboekingen | Stand per 31-12 | |
Toeslagjaar vóór 2014 | 81.284.928 | 3.500.159 | 18.875.816 | 8.688.204 | 57.221.067 |
Toeslagjaar 2014 | 50.895.192 | 2.938.531 | 19.229.484 | 2.620.440 | 31.983.799 |
Toeslagjaar 2015 | 100.450.574 | 13.683.613 | 62.264.294 | 3.114.661 | 48.755.232 |
Toeslagjaar 2016 | 153.492.230 | 62.583.439 | 123.810.560 | 6.942.728 | 85.322.381 |
Toeslagjaar 2017 | 53.410.504 | 261.455.437 | 161.854.197 | 6.527.674 | 146.484.071 |
Toeslagjaar 2018 | 0 | 143.693.407 | 66.629.231 | 1.723.687 | 75.340.488 |
Toeslagjaar 2019 | 0 | 0 | – 1.521 | 1.521 | 0 |
Toeslagjaar diverse1 | 0 | 0 | – 5.651.941 | 1.427.160 | 4.224.781 |
Totaal | 439.533.429 | 487.854.586 | 447.010.121 | 31.046.075 | 449.331.819 |
Stand 01-01 | Opgeboekt | Afgeboekt | Stand 31-12 | |
---|---|---|---|---|
TOTAAL | 459.477.762 | 921.246.286 | 903.385.458 | 477.338.590 |
Artikel | Omschrijving | (Bedragen in €) |
---|---|---|
1 | Openbaar bestuur en democratie | 17.113 |
2 | Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst | 309.424 |
3 | Woningmarkt | 449.331.820 |
4 | Woonomgeving en bouw | 3.040.007 |
5 | Ruimte en omgeving | 24.171 |
6 | Dienstverlenende en innovatieve Overheid | 2.752.280 |
8 | Kwaliteit Rijksdienst | 5.250 |
11 | Centraal apparaat | 21.858.525 |
Totaal | 477.338.590 |
Naar de mate van opeisbaarheid:
Alle vorderingen zijn direct opeisbaar.
Toelichting:
Artikel 1: Openbaar bestuur en democratie
Betreft een vordering (€ 0,02 mln.) omdat er voor het ontwikkelen van een leerplatform minder is uitgegeven dan bij de subsidieaanvraag begroot.
Artikel 2: Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
Het betreft hier vorderingen met betrekking tot pensioenpremies voor medewerkers welke gedetacheerd zijn bij Internationale Volkenrechtelijke organisaties (€ 0,1 mln.), openstaande vorderingen van detacheringen (€ 0,1 mln.) en suppletie BTW 2016 (€ 0,1 mln.)
Artikel 3: Woningmarkt
Het saldo betreft voornamelijk op de door Belastingdienst ingestelde terugvorderingen (€ 445,1 mln.) van verstrekte huurtoeslagen.
Artikel 4: Woonomgeving en bouw
Het betreft in totaal zeven vorderingen (€ 3,0 mln.) welke in beheer zijn bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). De grootste vordering (€ 2,9 mln.) heeft betrekking op het Fonds energiebesparing huursector (FEH).
Artikel 5: Ruimte en omgeving
Per abuis is er een factuur dubbel betaald voor een praktijkbijeenkomst ten behoeve van de omgevingswet. Hiervoor is er een vordering (€ 0,02 mln.) ingesteld.
Artikel 6: Dienstverlenende en innovatieve overheid
Betreft een aantal vorderingen (€ 2,9 mln.) na afrekeningen en correcties inzake dossiers van Logius. Het gaat hier o.a. om de doorbelasting van Fase 2a, conversie vanuit EZK en de ontwikkeling stelsel EID 2017.
Artikel 8: Kwaliteit rijksdienst
Betreft verschillende bijdragen voor intercollegiale consultaties de nog ontvangen dienen te worden.
Artikel 11: Centraal apparaat
De openstaande vorderingen betreffen nog van diverse ministers en baten-lastenagentschappen te ontvangen bedragen op basis van dienstverleningsafspraken aangaande geleverde plusdiensten of maatwerk (€ 20,8 mln.).
Ad. 12. Voorschotten
Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2018 openstaande voorschotten en van de in 2018 afgerekende voorschotten worden hieronder per ontstaansjaar gespecificeerd:
Saldo 1-1-2018 | Invlechting H18 | Invlechting EZK | Invlechting IenW | Correctie beginstand H18 RVO | Gecorrigeerde stand 1-1-2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|
t/m 2014 | 8.149.033 | 59.052.043 | 241.850.020 | 309.051.096 | ||
2015 | 16.108.929 | 978.651 | 1.441.488 | 0 | 18.529.068 | |
2016 | 54.622.283 | 65.061.618 | 6.266.931 | 41.959.678 | 167.910.510 | |
2017 | 244.591.619 | 140.313.255 | 6.014.727 | 22.950.979 | 8.455 | 413.879.034 |
2018 | 0 | |||||
totaal (excl. Toeslagen) | 323.471.864 | 265.405.567 | 13.723.146 | 306.760.677 | 8.455 | 909.369.708 |
Bedragen in € | ||||
---|---|---|---|---|
Gecorrigeerde stand 1-1-2018 | Verstrekt | Afgerekend | Openstaand 31-12-2018 | |
t/m 2014 | 309.051.096 | 8.906.905 | 300.144.191 | |
2015 | 18.529.068 | 16.361.731 | 2.167.337 | |
2016 | 167.910.510 | 26.959.419 | 140.951.091 | |
2017 | 413.879.034 | 276.258.686 | 137.620.348 | |
2018 | 0 | 1.172.334.327 | 732.867.097 | 439.467.230 |
totaal (excl. Toeslagen) | 909.369.708 | 1.172.334.327 | 1.061.353.838 | 1.020.350.197 |
Bedragen in € | ||||
---|---|---|---|---|
Stand 1-1-2018 | Verstrekt 2018 | Afgerekend 2018 | Openstaand 31-12-2018 | |
Toeslagjaar vóór 2014 | 67.924 | 0 | 67.924 | 0 |
Toeslagjaar 2014 | 6.802.879 | 0 | 3.746.942 | 3.055.937 |
Toeslagjaar 2015 | 35.263.781 | 0 | 26.564.843 | 8.698.938 |
Toeslagjaar 2016 | 370.523.135 | 0 | 332.824.531 | 37.698.604 |
Toeslagjaar 2017 | 3.620.284.237 | 27.605.813 | 3.340.866.364 | 307.023.686 |
Toeslagjaar 2018 | 332.462.683 | 2.952.431.267 | 0 | 3.284.893.951 |
Toeslagjaar 2019 | 0 | 328.083.661 | 0 | 328.083.661 |
totaal | 4.365.404.640 | 3.308.120.742 | 3.704.070.605 | 3.969.454.777 |
Bedragen in € | ||||
---|---|---|---|---|
Stand 1.1.2018 | Verstrekt 2018 | Afgerekend 2018 | Stand 31-12-2018 | |
TOTAAL | 5.274.774.347 | 4.480.455.069 | 4.765.424.443 | 4.989.804.974 |
De saldi van de per 31 december 2018 openstaande voorschotten worden hieronder per artikel gespecificeerd:
Artikel | Omschrijving | (Bedragen in €) |
---|---|---|
1 | Openbaar bestuur en democratie | 31.129.324 |
2 | Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst | 2.429.580 |
3 | Woningmarkt | 4.017.870.723 |
4 | Woonomgeving en bouw | 199.235.914 |
5 | Ruimte en omgeving | 364.392.260 |
6 | Dienstverlenende en innovatieve Overheid | 252.688.352 |
7 | Arbeidszaken Overheid | 26.181.340 |
8 | Kwaliteit Rijksdienst | 9.459.709 |
9 | Uitvoering rijksvastgoedbeleid | 74.874.200 |
11 | Centraal apparaat | 10.593.422 |
12 | Algemeen | 950.150 |
Totaal | 4.989.804.974 |
Artikel 1: Openbaar bestuur en democratie
Het openstaande saldo bestaat uit de bevoorschotting van politieke partijen (€ 13,7 mln.) op grond van de Wet Financiering politieke partijen en aan de Oorlogsgravenstichting verstrekte voorschotten (€ 3,3 mln.).
Daarnaast heeft de Vereniging Nederlandse Gemeenten (€ 5,0 mln.) en Stichting ICTU (€ 2,0 mln.) een aantal voorschotten gekregen ter ondersteuning van de medeoverheden. In lijn hiermee zijn diverse voorschotten (€ 0,9 mln.) uitgekeerd als onderdeel van het interbestuurlijke programma. Ook heeft de waarderingskamer voor 2018 een voorschot (€ 2,8 mln.) ontvangen.
Artikel 2: Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst
De openstaande voorschotten op dit artikel hebben met name betrekking op de bevoorschotting van Loyalis over de jaren 2016 (€ 0,6 mln.), 2017 (€ 0,9 mln.) en 2019 (€ 1,0 mln.).
Artikel 3: Woningmarkt
Dit saldo betreft voornamelijk openstaande voorschotten (€ 3.969,4 mln.) die betrekkingen hebben op huurtoeslagen waarvoor nog geen definitieve toekenning van het toeslagrecht door de Belastingdienst heeft plaats gevonden. Daarnaast is er een subsidie toegekend aan de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuis van totaal 38 mln. voor de binnenstedelijke transformatie. Hiervoor is een voorschot van € 28 mln. uit betaald.
Artikel 4: Woonomgeving en bouw
Aan de Stichting Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) is de afgelopen jaren een voorschot verleend van € 110 mln. ten behoeve van de financiering van het treffen van energiebesparende maatregelen door particulieren. Voorts is in het kader van energiebesparing een subsidie van € 20 mln. voor de Stichting Fonds Duurzaam Funderingsherstel verleend als eigen vermogen voor het fonds en kent een doorlooptijd tot in 2035. Ook staan op dit artikel voor € 22,3 mln. aan voorschotten open voor de vergoeding van mensuren en projectmiddelen aan RVO.nl
Artikel 5: Ruimte en omgeving
De afgelopen jaren is er voor een totaal van € 178,2 mln. aan voorschotten uitgekeerd voor projecten ruimtelijke kwaliteit (BIRK). Het betreft o.a. Delft (€ 78,1 mln.), Arnhem Rijnboog (€ 11,6 mln.), Utrecht NSP (€ 54,5 mln.), Den Haag NSP (€ 34 mln.), Rotterdam Stadshaven (31,0 mln.) en Breda NSP (€ 21,7). De verwachting is dat de projecten Arnhem, Utrecht en Den Haag vastgesteld kunnen worden in 2019. Het project Delft kent nog een langere looptijd tot tenminste 2023. Voor het project Rotterdam Stadshavens is onlangs besloten de einddatum op te schuiven naar 31 dec. 2019.
Daarnaast heeft het Kadaster voorschotten (€ 52,6 mln.) ontvangen voor activiteiten binnen de nationale geo-informatie infrastructuur. Op basis van verantwoording in kwartaal- en jaarrapportages zullen deze verder worden afgewikkeld.
Artikel 6: Dienstverlenende en innovatieve overheid
Prodemos heeft voor het jaar 2018 een voorschot ontvangen van € 4,4 mln. en wordt in 2019 afgerekend. Inzake het Landelijk Aanpak Adreskwaliteit heeft ICTU de afgelopen jaren een totaal aan voorschotten ontvangen van € 29,7 mln. De overeenkomst betreffende deze aanpak is verlengd tot en met eind 2019. Het RvIG heeft een voorschot ontvangen van totaal € 46,8 mln. voor verschillende projecten binnen de BPR, mijnoverheid en RNI. Met betrekking tot MijnOverheidvoorOndernemers (MOvO) heeft Logius € 4,5 mln. aan voorschotten ontvangen. Ook heeft Logius voorschotten ontvangen voor DigiD hoog (€ 23,2), eTD-stelsel (€ 4,3 mln.), Digipoort (€ 2,6 mln.), Digid machtigingen (€ 15,0 mln.), MijnOverheid (€ 15,2 mln.), Stelseldiensten 2018 (€ 15,7 mln.) en voor het verlengen van het programma eID (€ 21,6 mln.). Het RDW heeft inzake meerkosten eID-applet een voorschot ontvangen van € 3,1 mln. Ook heeft de KvK inzake het ondernemersplein € 4,7 mln. aan voorschot ontvangen en heeft het RvO voor Digitale Overheid € 7,0 mln. voorschot gekregen. Daarnaast heeft het Agentschap Telekom inzake toezichtstaken BZK een voorschot ontvangen (€ 1,7 mln) evenals ICTU voor project NORA (€ 1,1 mln).
Artikel 7: Arbeidszaken overheid
Het openstaande saldo bestaat grotendeels uit de bevoorschotting van de stichting Administratie Indonesisch Pensioenen (€ 9,8 mln.), ten behoeve van de pensioenen van gepensioneerd personeel uit de voormalige overzeese gebieden. Daarnaast zijn er aan ICTU voorschotten (€ 7,3 mln.) verstrekt in de jaren 2015 tot en met 2018 inzake kennisbank, vensters en internetspiegel. Na ontvangst van dechargeverzoeken en/of verantwoordingsstukken worden deze voorschotten vastgesteld. Ook zijn voorschotten (€ 3,1 mln.) verstrekt aan de stichtingen Centrum voor Arbeidsverhouding OverheidsPersoneel (CAOP), Stichting Verdeling Overheidsbijdragen (SVO) en Verbond Sectorwerkgevers Overheid.
Artikel 8: Kwaliteit Rijksdienst
Betreft een voorschot (€ 0,6 mln.) inzake afwikkeling van een bijdrage aan UBR inzake bijdrage aanpak werving ICT 2017 en een voorschot (2,1 mln.) aan UBR inzake aanvalsplan versterking HR ICT Rijksdienst. Daarnaast heeft het A&O-fonds een voorschot ontvangen (€ 3,4 mln.) betreffende subsidie 2018. Voor het berichtenverkeer is er aan DiGi Inkoop een voorschot van € 1,6 mln. verstrekt in verband met EBF Berichtenverkeer.
Artikel 9: Uitvoering rijksvastgoedbeleid
Het openstaande saldo betreft grotendeels een voorschot aan het RVB van € 57,0 mln. voor de zakelijke lasten en voor het uitvoeren van het rijkshuisvestingsbeleid met betrekking tot de beheer en plankosten, beheer monumenten, energiebesparing, ondersteuning en stimulering architectonische kwaliteit. Na ontvangst en beoordeling van de verantwoordingsinformatie zal dit voorschot in de loop van 2019 worden afgewikkeld.
Artikel 11: Centraal apparaat
De openstaande voorschotten op dit artikel betreffen voornamelijk de bevoorschotting van Loyalis over de afgelopen jaren (€ 10,3 mln.). De voorschotten Loyalis zullen na ontvangst en beoordeling van de verantwoordingsinformatie in 2019 en volgende jaren worden afgewikkeld.
Artikel 12: Algemeen
De openstaande voorschotten bestaan onder andere uit de bevoorschotting van het programma NSOB intelligent bestuur (€ 0,2 mln.) en aan ICTU voor de Kennisbank (€ 0,3 mln.). Daarnaast is er een subsidie verstrekt voor overheidsmanager van het jaar (€ 0,1 mln.) en aan het centrum voor parlementaire Geschiedenis inzake staatscommissie (€ 0,2 mln.).
Ad 13. Garantieverplichtingen
Ad 13a. Tegenrekening Garantieverplichtingen
De stand openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) | ||
---|---|---|
Verplichtingen per 1/1 | 2.500.000 | |
Waardesprong per 1.1.2018 H18 | 170.168 | +/+ |
Waardesprong per 1.1.2018 I&W | 25.000.000 | |
Gecorrigeerde stand verplichtingen 1.1.2018 | 27.670.168 | |
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar incl negatieve bijstellingen | 0 | |
27.670.168 | –/– | |
Tot betaling gekomen in 2018 | 0 | |
27.670.168 |
Het betreft de verstrekking van een rekening-courantkrediet aan de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen (€ 2,5 mln.) en de verstrekking van hypotheekgaranties (€ 0,2 mln.). Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de Minister van Binnenlandse Zaken, is de mogelijkheid geschapen om onder bepaalde voorwaarden een hypotheekgarantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten.
Daarnaast is er vanuit de conversie I&W de kredietfaciliteit van € 25 miljoen – die gekoppeld is aan de rekening-courant met het Minister van Financiën – overgenomen. Deze is in december 2008 ingevoerd tegen een rente die is gebaseerd op EONIA fixing. De kredietfaciliteit heeft een onbeperkte looptijd.
Niet in de balans opgenomen garantieverplichtingen
Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
Het Rijk en de gemeenten staan borg voor de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Voor het WSW geldt dat indien het fondsvermogen na gebruikmaking van de zekerheidsstructuur een zeker minimum heeft bereikt, zoals vastgelegd in de achtervangovereenkomst, het WSW een beroep kan doen op de achtervangers.
Dit beroep is in beginsel ongelimiteerd. Het Rijk en de deelnemende gemeenten verstrekken in geval van eventuele liquiditeitsproblemen bij het WSW ieder voor 50% een renteloze lening aan het WSW.
Deze borgstelling vormt de tertiaire zekerheid van het fonds. De primaire zekerheid wordt gevormd door het eigen vermogen van de aangesloten corporaties. Indien de financiële positie van de corporatie, naar de eisen van kredietwaardigheid van het WSW, onvoldoende is, kan onder bepaalde voorwaarden saneringssteun worden verleend.
De secundaire zekerheid wordt gevormd door het vermogen van het WSW. Dit vermogen is opgebouwd uit een borgstellingreserve en een obligo op corporaties. Het totaal-bedrag aan obligo’s is € 3 miljard. De kans dat de tertiaire zekerheid wordt aangesproken is zeer klein.
In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de vermogenspositie van de stichting WSW:
Jaar 2018 | Jaar 2017 | Jaar 2016 | Jaar 2015 | Jaar 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
Gegarandeerde leningen | 80.214 | 81.005 | 82.217 | 83.800 | 85.100 |
Eigen vermogen WSW | 520 | 531 | 537 | 516 | 485 |
Obligoverplichtingen | 3.034 | 3.060 | 3.100 | 3.200 | 3.200 |
Garantievermogen | 3.554 | 3.591 | 3.652 | 3.716 | 3.685 |
Totaal aan schadebetalingen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bron: jaarrekening WSW 2017, 2018 betreft voorlopige cijfers
De dalende lijn van de achterborgstelling (bedrag aan gegarandeerde leningen) en het obligo is in lijn met de trend afgelopen jaren. Op basis van de opgegeven investeringen en bestedingen van woningcorporaties eind 2017 is de verwachting dat er op korte termijn een kentering komt in deze trend. Het bufferkapitaal (eigen vermogen) daalde in 2018 door het kortlopende deel van de betaalverplichting voor de dienst der lening van woningcorporaties SHH en WSG. In aansluiting op het saneringsbesluit voor woningcorporatie WSG is een deel van de geborgde leningenportefeuille van die corporatie in 2018 afgelost met saneringssteun. De aflossing heeft mede bijgedragen aan de dalende lijn van de achterborgstelling en het obligo.
Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) is de uitvoerder van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Het Rijk is de achtervanger bij het WEW. Dit betekent dat, zodra het WEW onvoldoende risicovermogen heeft om aanspraken op de garantstelling te kunnen betalen, het Rijk zich verplicht heeft gesteld om achtergestelde renteloze leningen te verschaffen. Tot 2011 was het Rijk samen met de gemeenten achtervanger. Vanaf 1 januari 2011 is alleen het Rijk achtervanger; voor de oude gevallen blijven de gemeenten verantwoordelijk voor 50% van de achtervang.
Garantie Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (voorganger RVB)
Bij de overkomst van het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf van het Ministerie van Financiën naar Wonen en Rijksdienst per 1-1-2013 heeft Wonen en Rijksdienst een door het Ministerie van Financiën verleende garantie overgenomen. Inmiddels heeft Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties zich garant gesteld voor de eventuele verliezen op gebiedsontwikkelingsprojecten van het Rijksvastgoedbedrijf nu Wonen en Rijksdienst is opgeheven. De garantie is gemaximeerd tot een bedrag van € 207 mln. (het vorderingenplafond).
Indien de directe opbrengst van het grondexploitatieproject Valkenburg lager is dan de verwachte geactiveerde kosten, staat het Ministerie van Financiën via het Ministerie van BZK garant voor in totaal € 201,5 mln.
Mocht een gebiedsontwikkelingsproject echter later toch leiden tot een betaling van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan het Rijksvastgoedbedrijf wordt dit budgettair gedekt uit het generale beeld (via het Ministerie van Financiën).
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14 a Tegenrekening andere verplichtingen
De stand openstaande verplichtingen is als volgt opgebouwd:
(Bedragen in €) | ||
---|---|---|
Verplichtingen per 1/1 | 112.820.721 | |
Waardesprong per 1.1.2018 naar H2B | – 417.799 | |
Waardesprong per 1.1.2018 H18 | 373.777.491 | |
Waardesprong per 1.1.2018 I&W | 78.960.932 | |
Waardesprong per 1.1.2018 EZK | 4.732.705 | |
Gecorrigeerde stand verplichtingen 1.1.2018 | 569.874.050 | |
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 6.034.017.015 | +/+ |
6.603.891.065 | ||
Tot betaling gekomen in 2018 | 5.951.400.168 | |
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren | 26.928.993 | –/– |
625.561.904 |
Toelichting:
De toelichting heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2018.
Artikel 1: Openbaar bestuur en democratie
Bij de afrekening van de VNG was de afrekening lager dan de bevoorschotting van 80%. Hiervoor is de verplichting met € 0,2 mln. neerwaarts bijgesteld. Daarnaast heeft er door afname van het aantal zetels de subsidiebijdrage voor politieke partijen bijgesteld met € 0,9 mln. Daarnaast heeft er een technische correctie binnen het financiële systeem plaatsgevonden waarbij een onterecht opgeboekte verplichting weer is bijgesteld (€ 0,2 mln.).
Artikel 3: Woningmarkt
Dit artikel is overgeheveld van begrotingshoofdstuk 18. Er is een negatieve bijstelling gedaan met betrekking tot de bijdragen BEW-Oud en BEW-Plus. Inkomenstoetsen en verhuizingen hebben in 2018 geleid tot een verlaging van de verplichtingen (€ 8,8 mln.). Daarnaast zijn de werkelijke kosten voor de belastingdienst middels een begrotingsmutaties verlopen. Hierdoor moest de verplichting van € 0,4 mln. worden afgeboekt.
Artikel 4: Woonomgeving en bouw
Dit artikel is overgeheveld van begrotingshoofdstuk 18. Bij overheveling is geconstateerd dat een verplichting € 1,0 mln. een verkeerde zakenpartner. Daarnaast zijn een aantal verplichtingen betreffende subsidies niet of gedeeltelijk tot betaling gekomen. De openstaande standen (€ 0,6 mln.) zijn in 2018 afgeboekt. De verplichting voor de projectmiddelen RVO 2016 zijn in 2018 betaald. Het resterende bedrag (€ 0,8 mln.) aan verplichtingen is afgeboekt.
Artikel 5: Ruimte en omgeving
Dit artikel is overgeheveld van begrotingshoofdstuk I&W. Na de overheveling van de verplichtingen zijn onterecht openstaande verplichtingen afgeboekt. Dit had onder andere te maken met instrumentkeuze (€ 2,3 mln.).
Artikel 6: Dienstverlenende en innovatieve overheid
De middelenbesteding voor de operatie BRP is naar beneden bijgesteld (€ 2,4 mln.) omdat de operatie is gestopt.
Artikel 9: Uitvoering Rijksvastgoedbeleid
Dit artikel is overgeheveld van begrotingshoofdstuk 18. Bij de definitieve afrekening zijn de openstaande verplichtingen (€ 0,7 mln.) voor het jaar 2016 en 2017 met betrekking tot de huisvestingskosten Hoge Colleges van Staat en AZ afgeboekt.
Artikel 11: Centraal apparaat
Op het personele vlak hebben er een aantal negatieve bijstelling plaatsgevonden naar aanleiding van wijzigingen in contracten door detacheringen of eerder uit dienst te treden (€ 2,1 mln.). Daarnaast heeft BZK een betaling namens NCDO aan Logicus gedaan waardoor de middelenbesteding van BZK aan het NCDO evenredig is verlaagd (€ 0,4 mln.).