Investeren in nieuw materieel en vastgoed
De beleidsagenda van de ontwerpbegroting 2018 bevatte nog weinig nieuwe informatie over investeringen in materieel. Het verschijnen van de Defensienota van eind maart vormde echter het startsein voor een omvangrijk investeringsprogramma. Een groot deel daarvan is inmiddels in gang gezet. Dit blijkt onder andere uit een stijging van de investeringsquote van 17,3% naar 18,9% in 2018. Dit investeringsprogramma is tevens duidelijk zichtbaar in de aanzienlijke stijging van de aangegane verplichtingen bij de investeringen, namelijk ruim € 1,4 miljard meer dan begroot. Omdat verplichtingen niet direct tot uitgaven leiden, is € 1,2 miljard met een kasschuif doorgeschoven naar de jaren 2020 en 2021. Een deel van deze onderrealisatie is de € 475 miljoen die in het Regeerakkoord beschikbaar is gesteld voor investeringen in modernisering krijgsmacht. Deze middelen blijven nodig voor de vervanging en vernieuwing van ons materieel, met deze kasschuif sluit het kasbudget beter aan bij de investeringsplanning.
In 2018 is informatie over de voortgang van de investeringsprojecten in materieel, vastgoed en IT voor het eerst gezamenlijk ondergebracht in één Materieel Projecten Overzicht. Het Materieel Projecten Overzicht wordt omgevormd tot een Defensie Projecten Overzicht dat jaarlijks in september zal verschijnen; in mei verschijnt de bijbehorende afwijkingsrapportage.
Defensie heeft in 2018 onder andere hard gewerkt aan:
-
• het zetten van belangrijke stappen om de M-fregatten en de mijnenbestrijdingscapaciteit samen met België te gaan vervangen;
-
• het verwerven van een nieuw bevoorradingsschip (Combat Support Ship);
-
• het verwerven van uiteenlopende systemen en munitie voor nieuwe en bestaande oppervlakteschepen, zoals:
-
○ raketten voor luchtverdediging;
-
○ raketten voor de bestrijding van oppervlaktedoelen op zee;
-
○ luchtverdedigingssystemen;
-
○ een torpedo defensiesysteem en kanons voor de LC-fregatten.
-
-
• de behoeftestelling van een midlife update voor enkele schepen, waaronder het Landing Platform Dock Zr.Ms. Johan de Witt;
-
• de voorbereiding van de vervanging van de Walrusklasse-onderzeeboten door bemande onderzeeboten;
-
• de behoeftestelling van een midlife update van de Pantserhouwitsers en de Fennek-voertuigen;
-
• de behoeftestelling van het vervangen van de voertuigen voor het optreden bij chemische, biologische, radiologische en nucleaire besmetting (CBRN);
-
• het oprichten van een kleine eenheid om te experimenteren met onbemande systemen, waarbij de eerste concepten zijn ontwikkeld en experimenten hebben plaatsgevonden;
-
• een grondige modernisering van de Apache-gevechtshelikopters;
-
• het aanschaffen van onbemande vliegtuigen voor de lange afstand (MALE UAV);
-
• de bestelling van de resterende drie F-35 toestellen van de 37 waartoe in 2013 is besloten. Dit is eind 2018 bij het Joint Program Office (JPO) bevestigd;
-
• het tekenen van contracten voor al langer lopende projecten zoals multifunctionele containers en operationele voertuigen voor de luchtmobiele brigade;
-
• de ontvangst van de eerste van een serie zware transportvoertuigen in december;
-
• het investeren in goede kleding en gevechtsuitrusting zoals helmen en andere persoonlijke bescherming;
-
• de levering van Excalibur-granaten voor de Pantserhouwitsers;
-
• het in gebruik nemen van de eerste BV206 voertuigen die de midlife update hebben gehad bij het Korps Mariniers;
-
• de modernisering van het grootste deel van de PC-7 lesvliegtuigen;
-
• de behoeftestelling voor het moderniseren van de trainingsapparatuur voor grondgebonden eenheden.
In november 2018 heeft het kabinet de Defensie Industrie Strategie (DIS) uitgebracht (Kamerstuk 31 125, nr. 92). Op basis van het nationaal veiligheidsbelang is beoordeeld over welke kennis, technologie en industriële capaciteiten Nederland moet beschikken. Dit geeft een belangrijke basis voor de toepassing van artikel 346 van het Verdrag betreffende de werking van het Europese Unie bij verwervingstrajecten. Met de DIS geeft Defensie invulling aan het regeerakkoord, waarbij een balans moet worden gevonden tussen het belang van internationale samenwerking en een level playing field op de defensiemarkt enerzijds en het borgen van de wezenlijke belangen van nationale veiligheid anderzijds.
Cyber, Inlichtingen, Informatiegestuurd optreden en IT
Om het optreden in het cyberdomein en het informatiegestuurd optreden te versterken heeft Defensie de volgende maatregelen genomen:
-
• Het ontwikkelen van de Defensie Cyber Commando richting een volwaardig inzetbaar militair commando onder gezag van de Commandant der Strijdkrachten. Dit heeft niet alleen organisatorische voordelen en effectiviteitswinst, maar brengt beter tot uitdrukking dat het cyberdomein zich bij alle defensieorganisaties en operationele commando’s manifesteert.
-
• Het toepassen van attributie (het publiekelijk aanwijzen van een actor achter cyberaanvallen), met de persconferentie van 4 oktober 2018, waarin de Russische militaire inlichtingendienst GRU werd aangewezen als dader van een ontoelaatbare hackpoging op de organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) in Den Haag.
-
• Het uitbrengen van de nieuwe Defensie Cyber Strategie in november 2018. De strategie stelt dat in de sterk verslechterende digitale veiligheidscontext een puur defensieve houding niet langer voldoet. Nederland dient ook in het digitale domein te beschikken over een passend arsenaal aan responsopties bij cyberaanvallen. Dit berust vooral op twee pijlers: het versterken van de offensieve cybercapaciteiten van de krijgsmacht en van onze attributiecapaciteit.
-
• In het kader van de verbetering van het internet op de legering (IODL) is in de gebouwen waar dat nodig was apparatuur vervangen. Daarmee zijn alle locaties met legering uitgerust met vernieuwde apparatuur en is de bandbreedte vergroot. Defensie biedt hiermee medewerkers op de legering de mogelijkheden om gebruik te maken van video en toepassingen als mail, web en filesharing.
Door een actiever attributiebeleid maken we Nederland een minder aantrekkelijk doelwit voor cyberaanvallen. De MIVD levert door technisch zeer complex inlichtingenonderzoek een onmisbare bijdrage aan onze attributiecapaciteiten.
Met het programma Grensverleggende IT is in 2018 verder gewerkt aan de vervanging van de IT-infrastructuur. De aanbesteding moet leiden tot de vervanging van onze datacenters, netwerken, beveiliging en werkplekken voor toepassingen in Nederland en tijdens inzet. In oktober 2018 heeft Defensie de Tweede Kamer laten weten dat een van de twee marktpartijen zich heeft teruggetrokken uit de aanbesteding. Met de overgebleven marktpartij is Defensie in gesprek om tot contractvorming te komen.
Oprichting SOCOM
Op 5 december 2018 is het Special Operations Command (SOCOM) formeel opgericht. Het SOCOM valt rechtstreeks onder de CDS en is verantwoordelijk voor de coördinatie van de gereedstelling voor inzet en de inzet zelf van de Special Operations Forces (SOF). De SOF bestaan uit het Korps Commandotroepen (KCT) van het CLAS en van de Maritime Special Operations Forces (MARSOF) van het CZSK.
Het SOCOM is op dit moment nog Initial Operational Capable en zal zich de komende jaren doorontwikkelen naar Full Operational Capable.
Vastgoed
In de Defensienota is besloten om verschillende Defensielocaties, die zouden worden afgestoten, toch open te houden, zoals de Korporaal van Oudheusdenkazerne, de Joost Dourleinkazerne, de Koningin Wilhelminakazerne en Kamp Nieuw Milligen. Dit is nodig om onze uitbreiding te kunnen huisvesten en onze zichtbaarheid in de samenleving te vergroten. Ook heeft Defensie in 2018 besloten een groter deel van het Marine Etablissement Amsterdam (MEA) aan te houden en zijn afspraken gemaakt met de gemeente Amsterdam om dit terrein samen te ontwikkelen.
Defensie heeft bijna 11.000 gebouwen en circa 35.000 hectare aan terreinen in de vastgoedportefeuille. Het vastgoed van Defensie dient de inzet van de krijgsmacht in binnen- en buitenland én de bedrijfsvoering van Defensie te ondersteunen. De afgelopen jaren zijn onderhoudsbudgetten gebruikt voor het voldoen aan wet- en regelgeving, het herstellen van storingen en defecten en het voorkomen van onveilige situaties, maar niet gebruikt voor de instandhouding. De opgelopen achterstand heeft directe gevolgen gehad voor de materiële gereedheid, zoals bij de tijdelijke sluiting van de Afdeling Techniek van CLAS in het voorjaar van 2018. Ook moesten in 2018 keukens in Amersfoort en Assen en gezondheidscentra in Stroe en Ermelo (tijdelijk) sluiten. Als vastgoed jarenlang niet op een bepaald niveau wordt onderhouden, dan is dat direct tastbaar en zichtbaar voor personeel. Vastgoed van onvoldoende niveau heeft ook impact op de productiviteit en tevredenheid van onze mensen. Zoals gemeld in Kamerbrief met voortgangsrapportage vastgoed Defensie dd. 31-01-2018 hebben we actie ondernomen om de achterstand op (vervangings)investeringen en instandhouding weg te werken.
Verder zijn in 2018 de volgende zaken opgepakt:
-
• Er is hard gewerkt aan het verbeteren van de brandveiligheid, zowel voor legeringslocaties als voor de overige gebouwen. Defensie had de taak om 225 gebouwen die onder toezicht van IL&T vallen, per 1 januari te laten voldoen aan de verscherpte brandveiligheidseisen. Door een intensiveringsslag van het RVB is voor 135 gebouwen deze deadline gehaald. Voor de overige legeringsgebouwen heeft Defensie met IL&T afspraken gemaakt over interimmaatregelen in 2019 die voldoende zijn om de risico’s tot een acceptabel niveau te beperken. Brandveiligheidsmaatregelen ten behoeve van de 105 gebouwen die onder gezag van de gemeenten zijn in 2018 aanbesteed. Voor alle andere gebouwen loopt sinds april 2018 een project waarbij gescand wordt op brandveiligheid. Urgente problemen worden direct verholpen, overige manco’s worden in het reguliere onderhoudsprogramma opgelost.
-
• Ook ging Defensie in overleg met de Inspectie SZW (ISZW) aan de slag om alle munitie-opslagen volgens de strengste normen te controleren en waar nodig aan te passen, bijvoorbeeld op het gebied van bliksembeveiliging. De door ISZW geconstateerde tekortkomingen van de kleine bunkers op Veenhuizen en de zuidelijke munitieopslagen zijn in 2018 zo grotendeels verholpen. Ook is een plan, inclusief aanvullend onderzoek door de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurlijkwetenschappelijk onderzoek (TNO) opgesteld om de tekortkomingen van de grote bunkers op Veenhuizen in 2019 en 2020 op te lossen.
-
• Het schrijven van het Strategisch Vastgoedplan (SVP). Dit plan maakt inzichtelijk wat de staat van onze totale vastgoedportefeuille is en wat er moet gebeuren om het vastgoed kwalitatief en kwantitatief weer op orde te krijgen en welke middelen daarvoor nodig zijn. Hierbij wordt rekening gehouden met (nieuwe) vereisten vanuit wet- en regelgeving en de benodigde ontwikkelruimte om uitbreiding van mensen en materieel te kunnen opvangen. Het uitgangspunt voor de vervanging van vastgoed is dat in elk geval wordt voldaan aan energielabel C. Defensie hanteert daarbij als uitgangspunt dat de extra investeringen die daarvoor nodig zijn binnen 10 jaar worden terugverdiend door lagere energiekosten. In het SVP zijn daarmee de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer om in het plan achterstallig onderhoud, de veranderende behoeften, aangescherpte energie-eisen aan rijksgebouwen, brandveiligheidseisen en de financiële gevolgen hiervan, op te nemen, ter harte genomen. Het op systematische wijze meten en monitoren van de bezetting en het gebruik van vastgoed erkent Defensie als randvoorwaarde om het SVP uiteindelijk te kunnen uitvoeren. Het SVP zal uiterlijk 1 juni 2019 aan de Kamer worden aangeboden.
-
• Vooruitlopend op het SVP is in 2018 besloten tot een inventarisatie van legeringsgebouwen, om direct noodzakelijke verbeteringen op het gebied van veiligheid inzichtelijk te maken. Het wegwerken van onderhoudsachterstanden en verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid krijgen daarbij prioriteit.