Activa | 31-12-2019 | 31-12-2018 | Passiva | 31-12-2019 | 31-12-2018 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 196.440 | 625.079 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 55.740 | 53.814 | |||
3 | Liquide middelen | 88.935 | 94.024 | |||||||
4 | Rekening-courant RHB1 | 0 | 0 | 4a | Rekening-courant RHB | 228.613 | 666.261 | |||
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a | Begrotingsreserves | 0 | 0 | |||
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 759 | 1.620 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 1.781 | 648 | |||
8 | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||||
Subtotaal intra-comptabel | 286.134 | 720.723 | Subtotaal intra-comptabel | 286.134 | 720.723 | |||||
Extra-compatbele posten | ||||||||||
9 | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |||
10 | Vorderingen | 1.299.028 | 1.244.528 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 1.299.028 | 1.244.528 | |||
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11 | Schulden | 0 | 0 | |||
12 | Voorschotten | 389.921 | 347.328 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 389.921 | 347.328 | |||
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 1.877 | 2.106 | 13 | Garantieverplichtingen | 1.877 | 2.106 | |||
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 295.664 | 323.903 | 14 | Andere verplichtingen | 295.664 | 323.903 | |||
15 | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |||
Subtotaal extra-comptabel | 1.986.490 | 1.917.865 | Subtotaal extra-comptabel | 1.986.490 | 1.917.865 | |||||
Totaal | 2.272.624 | 2.638.588 | Totaal | 2.272.624 | 2.638.588 |
Toelichting op de Saldibalans per 31 december 2019 H IV
Ad 1. en 2. Uitgaven en ontvangsten
Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2019 waarvoor de Rijksrekening nog niet door de Tweede Kamer is goedgekeurd.
Ad 3. Liquide middelen
De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo bij de banken en de contante gelden aanwezig in de kluis van de kasbeheerders. Het bedrag is als volgt opgebouwd:
Liquide middelen | Saldo |
---|---|
a) Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten | 2.086.659 |
b) College financieel toezicht | 250.719 |
c) Shared Service Organisatie Caribisch Nederland | 12.840.957 |
d) Bank lopende inschrijving | 73.755.743 |
Totaal | 88.934.079 |
Ad d) bank lopende inschrijving
Deze post wordt bepaald door een storting op de Maduro Curiel’s Bank N.V. voor betalingen in de komende perioden voor deze kasbeheerder.
Ad 4a. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Op de rekening‑courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) is de financiële verhouding met het Ministerie van Financiën weergegeven. Opgenomen zijn de bedragen conform rekening-courant afschriften en het saldobiljet van genoemd departement. De volgende rekening-courantverhoudingen zijn opgenomen in de balans:
Rekening-courant | Saldo |
---|---|
a) Rekening-courant FIN/RHB | 217.267.872 |
b) Rekening-courant FIN/RHB bevoorschotting BES/ SSO-CN | 11.344.493 |
Totaal | 228.612.365 |
Ad 6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Het bedrag aan vorderingen buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
Type vorderingen | Saldo |
---|---|
a) Vorderingen kasbeheerders rijksdiensten | 457.871 |
b) Intra-comptabele voorschotten | 301.078 |
Totaal | 758.949 |
Ad a) Vorderingen kasbeheerders rijksdiensten
De vorderingen van de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten (VN-ACS), Colleges financieel toezicht (Cft) en de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO-CN) bestaan uit diverse vorderingen op ministeries en derden.
Ad b) Intra-comptabele voorschotten
Het saldo heeft betrekking op voorschotten salaris, verhuis- en studiekosten verstrekt aan personeel. De posten worden verrekend met het te betalen salaris voor zover dit nog mogelijk is.
De verrekening van een vordering ad € 0,23 mln. is onzeker. Hiervoor worden in 2020 nog maatregelen genomen voor inning.
Ad 7. Schulden buiten begrotingsverband
Het bedrag aan schulden buiten begrotingsverband is als volgt opgebouwd:
Type schulden | Saldo |
---|---|
a) Schulden kasbeheerders rijksdiensten | 1.757.151 |
b) Te betalen aan ministeries en derden | 23.424 |
Totaal | 1.780.575 |
Ad a) Schulden kasbeheerders rijksdiensten
De schulden van de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao en Sint Maarten en de SSO-CN bestaan voornamelijk uit nog te betalen pensioenpremies en diverse te verrekenen salarissen.
Ad 10. Vorderingen
Ad 10a. Tegenrekening vorderingen
Het saldo per 31 december 2019 kan als volgt worden gespecificeerd:
Art. | Omschrijving | Saldo |
---|---|---|
1 | Versterken rechtsstaat | 369.020 |
4 | Bevorderen sociaalecononomische structuur | 10.689 |
5 | Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen | 1.246.586.671 |
6 | Apparaat | 31.838 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 52.029.463 |
Totaal | 1.299.027.681 |
Ontstaansjaar | Saldo |
---|---|
t/m 2015 | 1.128.916.986 |
2016 | 29.712.214 |
2017 | 37.348.929 |
2018 | 38.974.111 |
2019 | 64.075.441 |
Totaal | 1.299.027.681 |
Type vordering | Direct opeisbaar | Op termijn opeisbaar | Totaalbedrag |
---|---|---|---|
a) Algemeen | 411.547 | 0 | 411.547 |
b) Leningen artikel 5 en Noodhulp artikel 8 | 0 | 1.298.616.134 | 1.298.616.134 |
Totaal | 411.547 | 1.298.616.134 | 1.299.027.681 |
Toelichting
Artikel 1: Versterken rechtsstaat
Dit betreft vorderingen voor waarborgsommen voor huur van appartementen en aansluitingen voor water en elektra (€ 0,3 mln.) van uitgezonden personeel. Daarnaast gaat het om facturen uit 2017 en 2019 die namens andere departementen bij BZK geboekt zijn, maar door derden betaald moeten worden. In 2020 wordt dit afgehandeld (€ 0,1 mln.).
Artikel 5: Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen
Type leningen | Gehanteerde valutakoersen1 | Valuta | Euro |
---|---|---|---|
a) Lening OBNA | in € | 1.340.105 | |
b) Maatregel Tussenbalans | in € | 3.510.917 | |
c) Water- en Energiebedrijf (akte 263-JZ/1995) | in AFL 0,48 | 9.199.147 | 4.415.590 |
d) Leningen lopende inschrijving Curaçao | in € | 1.008.507.048 | |
e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten | in € | 228.813.011 | |
Totaal | 1.246.586.671 |
Ad a) Lening OBNA
De Ontwikkelingsbank van de Nederlandse Antillen (OBNA) heeft in 2001 een aanvullende lening ontvangen ten behoeve van de financiering van een krediettranche inzake de ontwikkelingssamenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen. De lening heeft een looptijd van 30 jaar en eindigt op 31 december 2030.
Ad b) Maatregel Tussenbalans
In het kader van de maatregel Tussenbalans zijn gedurende de periode 1991 tot en met 1995 diverse begrotingsleningen verstrekt aan Aruba ter financiering van projecten, waarvan een bepaald rendement verwacht mag worden. De leningen hebben een looptijd van 30 jaar, waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%. In 2025 zullen de laatste aflossingen plaatsvinden.
Ad c) Water- en Energiebedrijf Aruba (akte 263-JZ/1995)
Het betreft een begrotingslening ten behoeve van het Water- en Energiebedrijf NV gevestigd te Aruba. De lening is in 2009 verstrekt voor het aldaar verrichten van een groot aantal investeringen voor de renovatie en uitbreiding van het Water- en Energiebedrijf. Deze leningsovereenkomst is opgesteld in Arubaanse valuta ad AFL 28 mln. (€ 10,9 mln.). De lening heeft een looptijd tot 30 juni 2026 waarvan de eerste acht jaar vrij van aflossing zijn. Het jaarlijkse rentepercentage is 2,5%.
Ad d) Leningen lopende inschrijving Curaçao
Nederland heeft twaalf leningen verstrekt aan Curaçao. In 2019 is één lening verstrekt voor een bedrag van ANG 69,1 mln. Deze lening loopt tot 2049 en heeft een jaarlijks rentepercentage van 0,92%. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op Hoofdstuk IV.
Ad e) Leningen lopende inschrijving Sint Maarten
Nederland heeft twaalf leningen verstrekt aan Sint Maarten. In 2019 is één lening verstrekt voor een bedrag van ANG 32,9 mln. Deze lening loopt tot 2049 en heeft een jaarlijks rentepercentage van 0,74%. De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op Hoofdstuk IV.
Artikel 8: Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Type leningen | Gehanteerde koersen | Valuta | Euro |
---|---|---|---|
f) Liquiditeitshulp Sint Maarten | in € | 52.029.463 | |
Totaal | 52.029.463 |
In het kader van de wederopbouw heeft de Nederlandse Staat in 2018 twee leningen verstrekt als liquiditeitssteun voor Sint Maarten. De eerste is op 16 februari 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 50,0 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossingen van ANG 2 mln. vanaf januari 2023. De tweede is op 27 september 2018 verstrekt voor een bedrag van ANG 32,6 mln. Deze renteloze lening heeft een looptijd van 30 jaar met jaarlijkse aflossing van ANG 1.304 mln. vanaf januari 2023. In 2019 is daarnaast nog een lening van $ 15 mln. verstrekt als overbruggingskrediet voor het herstel van de luchthaven.
De Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën voert het beheer over deze leningen, de belasting vindt evenwel plaats op Hoofdstuk IV.
Artikel | Euro |
---|---|
5. Schuldsanering/ lopende inschrijving/ leningen | 1.246.586.671 |
8. Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 52.029.463 |
Totaal leningen | 1.298.616.134 |
Ad 12. Voorschotten
Ad. 12a. Tegenrekening voorschotten
De saldi van de per 31 december 2019 openstaande voorschotten en van de in 2019 afgerekende voorschotten worden hieronder per jaar gespecificeerd:
Art. | Omschrijving artikel | Saldo |
---|---|---|
1 | Versterken rechtsstaat | 19.918.000 |
4 | Bevorderen sociaaleconomische structuur | 51.893.452 |
6 | Apparaat | 24.185.572 |
8 | Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden | 293.923.918 |
Totaal openstaande voorschotten | 389.920.942 |
Ontstaansjaar | Stand 01-01-2019 | verstrekt 2019 | afgerekend 2019 | stand 31-12-2019 |
---|---|---|---|---|
2015 | 6.585.300 | 2.869.206 | 3.716.094 | |
2016 | 7.488.244 | 3.635.643 | 3.852.601 | |
2017 | 15.650.796 | 1.787.453 | 13.863.343 | |
2018 | 317.602.835 | 33.882.361 | 283.720.474 | |
2019 | 0 | 84.826.430 | 58.000 | 84.768.430 |
Totaal | 347.327.175 | 84.826.430 | 42.232.663 | 389.920.942 |
Toelichting
Artikel 1: Versterken rechtsstaat
De openstaande voorschotten op dit artikel betreffen de voorschotten verstrekt aan het Korps Landelijke Politiediensten ten behoeve van de inzet van het Recherche samenwerkingsteam (€ 19,9 mln.). De voorschotten worden in 2020 en volgende jaren afgewikkeld na ontvangst van de in de Rijksministerraad goedgekeurde jaarrekening, jaarverslag en verklaring van de externe accountant.
Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur
Een deel van de openstaande voorschotten heeft betrekking op de bijdrage aan de openbare lichamen in het kader van regeling bijzonder uitkering integrale middelen BES (€ 22,3 mln.). Het betreft diverse projecten o.a. op het gebied van sociaalmaatschappelijk werk en sociaaleconomische ontwikkeling. De vaststelling vindt plaats op basis van jaarverslagen van de openbare lichamen over het laatste jaar van uitvoering. Daarnaast staat er nog een voorschot open (€ 0,6 mln.) met betrekking tot twee subsidies aan Saba en Sint Eustatius voor kinderrechten. Deze worden vastgesteld op basis van de jaarrekeningen 2020. Ook staat er nog een voorschot open (€ 2,3 mln.) met betrekking tot reorganisatiekosten en versterken financieel beheer in Sint Eustatius. Dit loopt nog tot december 2020. Voor de bestuurlijke ontwikkeling van Caribisch Nederland staan uit de jaren 2016 tot en met 2019 nog een totaal van € 6,7 mln. aan voorschotten open die na verantwoording in 2020 en verder worden afgehandeld. Daarnaast staan er nog een klein deel van de verstrekte voorschotten aan de Stichting Fondo Desaroyo Aruba (FDA) open (€ 4,4 mln.). In 2020 wordt deze volledig verantwoord. Ook staan er nog voorschotten open (€ 3,8 mln.) aan de Stichting Fonds voor sociale ontwikkeling en economische bedrijvigheid onder andere voor de bijdrage aan het riool van Bonaire. Ook staat er nog een voorschot (€ 1,9 mln.) open als onderdeel van een bijdragen aan het Openbaar Lichaam van Bonaire voor bevorderen goed bestuur en kinderrechten in Bonaire die in 2020 worden afgerekend.
Artikel 8: Noodhulp en wederopbouw Bovenwindse Eilanden
Dit betreft grotendeels een deel van de 1e tranche (€ 112 mln.) en de 2e tranche (€ 150 mln.) aan het Trustfonds van de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw van Sint Maarten. Verwachting afwikkeling in 2026 na afloop wederopbouwproject.
Ad 13. Garantieverplichtingen
Ad 13a. Tegenrekening garantieverplichtingen
De stand van de garantieverplichtingen is als volgt opgebouwd:
Verplichtingen per 1/1 | 2.105.974 | |
---|---|---|
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 0 | +/+ |
2.105.974 | ||
Tot betaling gekomen in 2019 | 0 | -/- |
Negatieve bijstellingen verplichtingen uit eerdere begrotingsjaren | 229.735 | -/- |
Totaal | 1.876.239 |
Toelichting
Alleen de garantie (€ 1,9 mln.) ten behoeve van de voorschotten verstrekt door de Europese Commissie voor het Bonaire riolerings- en waterzuiveringsprogramma staat nog open. Deze garantie vervalt wanneer het riolerings- en waterzuiveringsprogramma wordt afgerond. Het project wordt naar verwachting uiterlijk in 2021 afgerond.
Ad 14. Andere verplichtingen
Ad 14a. Tegenrekening andere verplichtingen
De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen BiBBV is als volgt opgebouwd:
Verplichtingen per 1/1 | 322.419.236 | |
---|---|---|
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar1 | 169.970.123 | +/+ |
492.389.359 | ||
Tot betaling gekomen in 2019 | 196.437.519 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | 1.196.496 | -/- |
Totaal | 294.755.344 |
Toelichting
De toelichting op de aangegane verplichtingen heeft betrekking op de negatieve bijstellingen die per saldo een omvang hebben van meer dan 10% en of meer dan € 0,1 mln. ten opzichte van de verplichtingenstand per 31-12-2018.
Artikel 1: Versterken rechtsstaat
Met betrekking tot kosten voor 3W is voor het Gemeenschappelijk Hof de verplichting in 2019 nogmaals in de boeken gezet. De verplichting uit 2018 is daarna ter correctie afgeboekt (€ 0,2 mln.).
Artikel 4: Bevorderen sociaaleconomische structuur
Vanwege een bijstelling van de integrale middelen is de bijdrage bijzondere uitkering integrale projecten voor Saba met € 0,6 mln. bijgesteld.
De opbouw van de stand van de openstaande verplichtingen BuBBV is als volgt opgebouwd:
Verplichtingen per 1/1 | 1.486.282 | |
---|---|---|
Aangegane verplichtingen in het verslagjaar | 4.714.933 | +/+ |
6.201.215 | ||
Tot betaling gekomen in 2019 | 5.332.762 | -/- |
Negatieve bijstellingen uit voorgaande jaren | ‒ 40.339 | -/- |
Totaal | 908.792 |
De openstaande verplichtingen BUBBV bestaan uit verplichtingen van de kasbeheerder SSO-CN.
Verplichtingen binnen begrotingsverband | 294.755.344 | |
---|---|---|
Verplichtingen buiten begrotingsverband | 908.792 | +/+ |
Totaal | 295.664.136 |
Niet uit de balans blijkende verplichting
Op 16 april 2018 is tussen de Staat der Nederlanden en de Wereldbank een Administration Agreement gesloten voor de oprichting van een Trustfonds bij de Wereldbank ten behoeve van de wederopbouw activiteiten op Sint Maarten als gevolg van orkaan Irma. Nederland stelt maximaal € 470 mln. beschikbaar voor dit Trustfonds, waarbij de Wereldbank als onafhankelijk expert Sint Maarten begeleidt bij het opstellen van het integraal herstelplan (National Recovery and Resilience Plan, NRRP). Het bedrag van € 470 mln. is een maximale (politieke) toezegging en komt in delen ter beschikking (Kamerstukken II 2017/18, 34773, nr.10). Dit wordt in een tripartite samenwerking vormgegeven tussen Sint Maarten, de Wereldbank en Nederland, die ieder een vertegenwoordiger in de stuurgroep hebben. Deelbetalingen worden toegekend, nadat de stuurgroep voorstellen van programma’s en projecten in het kader van NRRP heeft beoordeeld en goedgekeurd.
In 2019 heeft de Wereldbank de ontvangen middelen ingezet en nog geen nieuwe aanvraag gedaan voor de nog beschikbare middelen. Het resterende deel van de middelen, te weten € 177,7 mln., is als niet uit de balans blijkende verplichting opgenomen.
In opdracht van de directie Koninkrijksrelaties (KR) voert het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) een onderzoek uit op Sint Eustatius voor de nieuwbouw van het bestuurskantoor op Sint Eustatius. Indien de nieuwbouw en huisvesting daarna daadwerkelijk doorgaan worden deze kosten verrekend in de huurprijs door de RVB. Mocht KR besluiten om dit pand niet te bouwen of te betrekken dan worden de kosten die het RVB al heeft gemaakt middels een factuur verrekend. Dit levert een maximale verplichting op van € 1,3 mln. dit is inclusief de rente van de leenfaciliteit van de RVB.