Activa | Passiva | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
31-12-2019 | 31-12-2018 | 31-12-2019 | 31-12-2018 | ||||
Intra-comptabele posten | Intra-comptabele posten | ||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 42.022.189 | 48.781.992 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 33.212.724 | 43.286.212 |
3) | Liquide middelen | 0 | 0 | ||||
4) | Rekening-courant RHB | 1.448.064 | 3.744.518 | ||||
6) | Vorderingen buiten begrotingsverband | 1.287.258 | 1.708.702 | 7) | Schulden buiten begrotingsverband | 23.785.824 | 22.660.927 |
8) | Kas-transverschillen | 12.241.037 | 11.711.927 | ||||
Subtotaal intra-comptabel | 56.998.548 | 65.947.139 | Subtotaal intra-comptabel | 56.998.548 | 65.947.139 | ||
Extra-comptabele posten | Extra-comptabele posten | ||||||
10) | Vorderingen | 12.765.187 | 12.765.820 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | 12.765.187 | 12.765.820 |
11a) | Tegenrekening schulden | 328.105.921 | 332.575.729 | 11) | Schulden | 328.105.921 | 332.575.729 |
12) | Voorschotten | 0 | 0 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 0 | 0 |
Subtotaal extra-comptabel | 340.871.108 | 345.341.549 | Subtotaal extra-comptabel | 340.871.108 | 345.341.549 | ||
Overall Totaal | 397.869.656 | 411.288.687 | Overall Totaal | 397.869.656 | 411.288.688 |
Algemene toelichting
Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen kan het voorkomen dat totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.
1. Uitgaven ten laste van de begroting
Deze post bevat de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsuitgaven 2019. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
2. Ontvangsten ten gunste van de begroting
Deze post betreft de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsontvangsten 2019. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
3. Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij de kasbeheerders aanwezige kasgelden.
4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) weer. Er zijn twee rekening-courant verhoudingen: het Agentschap (artikel 11) en het geïntegreerd middelen beheer (GMB, artikel 12). De bedragen zijn per 31 december 2019 in overeenstemming met de opgaven van de Rijkshoofdboekhouding.
6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2019 | Ultimo 2018 | |
Te ontvangen rente op swaps | 1.259.866 | 1.679.291 |
Vooruitbetaalde disconto | ‒ 22.963 | ‒ 27.561 |
Te ontvangen rente vlottende schuld | 6.762 | 9.950 |
CO2-veiling | 0 | 0 |
Te ontvangen rente m.b.t. GMB | 43.593 | 47.022 |
Totaal | 1.287.258 | 1.708.702 |
Te ontvangen rente op swaps
Deze post betreft de opgelopen rente die de Staat nog tegoed heeft van de tegenpartijen. Als gevolg van de huidige samenstelling van de swapportefeuille en de lage rentestanden ontvangt de Staat per saldo rente op de swapportefeuille.
7. Schulden buiten begrotingsverband
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2019 | Ultimo 2018 | |
Te realiseren agio | 8.655.881 | 8.141.901 |
Te betalen rente onderhandse leningen | 6.487 | 8.193 |
Te betalen rente openbare schuld | 4.501.055 | 4.879.193 |
Te betalen rente op swaps | 589.602 | 955.690 |
Te betalen rente vlottende schuld | ‒ 10.184 | ‒ 41.990 |
Derden van het Agentschap | 10.036.487 | 8.711.180 |
Te betalen rente m.b.t. GMB | 6.496 | 6.760 |
Totaal | 23.785.824 | 22.660.927 |
Te realiseren agio
Het uitstaande saldo (€ 8,7 mld.) heeft betrekking op in het verleden gerealiseerde agio bij uitgifte vaste schuld. In 2019 lag bij het merendeel van de nieuwe uitgiftes het effectieve rendement onder de couponrente van leningen, waardoor de Staat agio heeft ontvangen en de post ‘Te realiseren agio’ verder is opgelopen.
Te betalen rente op swaps
De omvang van de totale hoeveelheid payerswaps is in 2019 afgenomen doordat van een deel van deze swaps de looptijd was verstreken en geen nieuwe payerswaps zijn afgesloten. Hierdoor hoeft minder rente betaald te worden op de resterende portefeuille.
Derden van het Agentschap
De post derden van het Agentschap bestaat voor het grootste deel uit het onderpand in contanten dat uit hoofde van derivatencontracten is gestald bij het Agentschap. Het gestalde onderpand is in 2019 toegenomen als gevolg van een daling van de rentestanden. Door de daling van de rentestanden is de marktwaarde van de swapportefeuille toegenomen waardoor er meer onderpand gestort is.
8. Kas-transverschillen
Op deze rekening zijn de bedragen opgenomen welke zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk in de kas zijn uitgegeven of ontvangen. Deze verschillen ontstaan doordat rentebaten en rentelasten worden verantwoord op transactiebasis. Hierdoor worden transacties administratief verwerkt op het moment dat ze zich voordoen. Bij het kasstelsel is het moment van betaling en ontvangst leidend. Het verschil dat ontstaat tussen beide verantwoordingsmethoden wordt op deze rekening opgenomen. Met de registratie van rente op transactiebasis wordt aangesloten bij Europese voorschriften van het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010. Sinds 2002 wordt deze werkwijze toegepast. Dit bedrag is het saldo van alle posten in de tabellen ‘Vorderingen buiten begrotingsverband’ en ‘Schulden buiten begrotingsverband’ van het voorgaande jaar, behalve het gestalde onderpand dat in de post Derden van het Agentschap is opgenomen. De onderpanden worden niet meegenomen in het kas-transverschil omdat voor deze post alle boekingen op kasbasis zijn waardoor geen kas-transverschillen ontstaan.
Vorderingen buiten begrotingsverband ultimo 2018 | 1.709 |
Te ontvangen op renteswaps | 1.679 |
Vooruitbetaalde disconto | ‒ 28 |
Te ontvangen rente vlottende schuld | 10 |
Te ontvangen rente m.b.t. GMB | 47 |
Schulden buiten begrotingsverband ultimo 2018 | 13.950 |
Te realiseren agio | 8.142 |
Te betalen rente onderhandse leningen | 8 |
Te betalen rente openbare schuld | 4.879 |
Te betalen rente op swaps | 956 |
Te betalen rente vlottende schuld | ‒ 42 |
Te betalen rente m.b.t. GMB | 7 |
Totaal kas-transverschillen 2019 | 12.241 |
10. Vorderingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2019 | Ultimo 2018 | |
Loans | 800.000 | 800.000 |
GCP Basket | 155.000 | 400.000 |
Deposit Lend | 375.000 | 450.000 |
Verstrekte leningen Agentschappen | 6.866.778 | 6.625.636 |
Verstrekte leningen RWT’s en derden | 4.568.409 | 4.490.182 |
Overige | 0 | 2 |
Totaal | 12.765.187 | 12.765.820 |
De grootste vorderingen zijn verstrekte leningen aan Agentschappen, RWT’s en derden: instellingen die deelnemen aan het geïntegreerd middelenbeheer. De afgesloten leningen zijn vorderingen van de Staat op de deelnemers. Deze vorderingen bedragen ultimo 2019 € 11,4 mld. Aan de Agentschappen is € 6,9 mld. uitgeleend, een stijging van € 0,2 mld. ten opzichte van de stand ultimo 2018. Aan RWT’s en derden is € 4,6 mld. uitgeleend, een stijging van € 0,1 mld. ten opzichte van 2018. De gewogen gemiddelde looptijd van de leningen bedraagt bij de Agentschappen circa 19,9 jaar en bij RWT’s circa 18,6 jaar. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere vorderingen van in totaal €1,3 mld. ‘Loans’ betreft de vordering die Nederlandse staat nog op ABN AMRO heeft. GCP Basket en Deposit Lend zijn geldmarktinstrumenten - dit betreft vorderingen met een zeer korte looptijd die op 31 december 2019 nog op de geldmarkt uitstonden.
Opeisbaarheid van de vorderingen
Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.
Opeisbaarheid | Bedrag |
Direct opeisbare vorderingen | 0 |
Op termijn opeisbare vorderingen | 12.765.187 |
Totaal | 12.765.187 |
11. Schulden
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2019 | Ultimo 2018 | |
Vaste schuld1 | ||
Staatsschuld | 289.518.521 | 297.912.447 |
Propertize MTN’s | 0 | 600.000 |
Vlottende schuld | ||
Dutch treasury certificates | 16.390.000 | 19.650.000 |
Deposit borrow | 150.000 | 950.000 |
Sell/Buy backtransacties | 0 | 0 |
Cash Depo USD in EUR | 805.217 | 418.728 |
CP foreign currency in EUR | 671.978 | 2.241.575 |
RC Agentschappen | 2.425.198 | 2.469.959 |
RC RWT’s en derden | 9.212.035 | 7.921.523 |
RC decentrale overheden | 9.240.343 | 7.748.689 |
RC sociale fondsen | ‒ 1.486.945 | ‒ 8.514.666 |
Deposito’s | ||
Deposito’s Agentschappen | 0 | 0 |
Deposito’s RWT’s en derden | 101.098 | 98.998 |
Deposito’s decentrale overheden | 1.078.476 | 1.078.476 |
Totaal | 328.105.921 | 332.575.729 |
De schulden hebben betrekking op in het verleden binnen begrotingsverband geboekte ontvangsten, waarvan op termijn nog verrekening met derden zal plaatsvinden. Deze post betreft voornamelijk de vaste staatsschuld (€ 289,5 mld.) en vlottende staatsschuld (€ 18,0 mld.) en daarnaast bevatten de schulden ook de schulden die betrekking hebben op de verhoudingen tussen het Rijk en de deelnemers aan geïntegreerd middelenbeheer.
Deelnemers aan het geïntegreerd middelenbeheer houden middelen aan op hun rekening-courant bij de Schatkist (rekening-courant = RC in bovenstaande tabel). Deze tegoeden vallen onder de vlottende schuld omdat ze direct opvraagbaar zijn. Deelnemers kunnen echter ook deposito’s plaatsen. De uitstaande deposito’s zijn voor het overgrote deel kortlopend. De Agentschappen hielden eind 2019 € 2,4 mld. aan op hun rekeningen-courant, ze hadden geen deposito’s. RWT’s en derden hielden € 9,2 mld. aan in rekening-courant en € 0,1 mld. in deposito’s. Het rekening-courantsaldo van de decentrale overheden nam in 2019 toe met € 1,5 mld. naar € 9,2 mld. Het bedrag aan uitstaande deposito’s bleef gelijk op € 1,1 mld. De gewogen gemiddelde looptijd van de eind 2019 uitstaande deposito’s van de RWT’s was circa 2,3 jaar en bij decentrale overheden 11,4 jaar.
Sociale Fondsen
De saldi van de sociale fondsen lopen sterk uiteen hetgeen met name toe te schrijven is aan de mate van onderdekking en overdekking van de desbetreffende premies. Het saldo van UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) bedraagt € 5,1 mld. positief, het saldo van SVB (Sociale Verzekeringsbank) € 3,5 mld. positief en het saldo van Zorginstituut Nederland € 10,1 mld. negatief. Gecumuleerd levert dit het saldo van € 1,5 mld. negatief op. Het saldo eind 2019 is € 7,0 mld. minder negatief dan de stand eind 2018.
Voor een specificatie naar uitgiftejaar van de stand van de vaste schuld per 31 december 2019 wordt verwezen naar het onderstaande overzicht.
Jaar van uitgifte | Openbaar | Onderhands | Totaal |
Vóór 1999 | 22.847,42 | 152,4 | 22.999,8 |
1999 / t/m 2004 | 0 | 0 | 0 |
2005 | 15.723,4 | 0 | 15.723,4 |
2006 | 4.263,0 | 0 | 4.263,0 |
2007 | 0 | 0 | 0 |
2008 | 0 | 0 | 0 |
2009 | 0 | 0 | 0 |
2010 | 30.813,5 | 221,23 | 31.034,7 |
2011 | 16.494,0 | 0 | 16.494,0 |
2012 | 28.808,0 | 0 | 28.808,0 |
2013 | 17.608,0 | 0 | 17.608,0 |
2014 | 45.537,5 | 0 | 45.537,5 |
2015 | 15.220,2 | 0 | 15.220,2 |
2016 | 30.493,2 | 0 | 30.493,2 |
2017 | 30.759,2 | 0 | 30.759,2 |
2018 | 12.376,9 | 0 | 12.376,9 |
2019 | 18.200,6 | 0 | 18.200,6 |
Totaal | 289.144,9 | 373,6 | 289.518,5 |
Propertize Medium Term Notes (MTN’s)
Op 27 september 2016 heeft de Nederlandse Staat de uitstaande staatsgegarandeerde schuld van Propertize overgenomen. Een met de Tweede Kamer gecommuniceerde voorwaarde voor de verkoop van Propertize was dat het risico op de door de Staat afgegeven garantie op de financiering van Propertize af moest nemen of tenminste gelijk moest blijven. Om aan deze voorwaarde te voldoen heeft de Staat de gehele uitstaande schuld van Propertize ter waarde van €2,35 mld. overgenomen. In 2017 is € 1,75 mld. afgelost, in 2018 heeft geen aflossing plaatsgevonden en in 2019 is het resterende deel van € 0,6 mld. afgelost, waardoor nu geen uitstaande schuld resteert.