Activa | 31-12-2019 | 01-01-2019 | Passiva | 31-12-2019 | 01-01-2019 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | ||||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 1.534.190 | 0 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 124.064 | 0 | |||
3 | Liquide middelen | 38.566 | 44.132 | |||||||
4 | Rekening-courant RHB1 | 0 | 0 | 4a | Rekening-courant RHB | 2.046.020 | 0 | |||
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 704.366 | 155.210 | 5a | Begrotingsreserves | 704.366 | 155.210 | |||
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 688.863 | 690.053 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 91.535 | 734.185 | |||
8 | Kas-transverschillen | |||||||||
Subtotaal intra-comptabel | 2.965.985 | 889.395 | Subtotaal intra-comptabel | 2.965.985 | 889.395 | |||||
Extra-comptabele posten | ||||||||||
9 | Openstaande rechten | 0 | 0 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | 0 | |||
10 | Vorderingen | 2.636.456 | 963.271 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 2.636.456 | 963.271 | |||
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11 | Schulden | 0 | 0 | |||
12 | Voorschotten | 888.419 | 815.705 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 888.419 | 815.705 | |||
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 657.355 | 679.548 | 13 | Garantieverplichtingen | 657.355 | 679.548 | |||
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 418.137 | 343.047 | 14 | Andere verplichtingen | 418.137 | 343.047 | |||
15 | Deelnemingen | 0 | 0 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 0 | 0 | |||
Subtotaal extra-comptabel | 4.600.367 | 2.801.571 | Subtotaal extra-comptabel | 4.600.367 | 2.801.571 | |||||
Totaal | 7.566.352 | 3.690.966 | Totaal | 7.566.352 | 3.690.966 |
Toelichting op de saldibalans
Algemeen
De balansposten zijn bepaald en gewaardeerd overeenkomstig de geldende voorschriften van de Comptabiliteitswet. Indien van de geldende voorschriften is afgeweken is dit nader toegelicht.
Alle bedragen zijn opgenomen in duizenden euro's tenzij anders vermeld. In de tabel van de saldibalans zijn de bedragen overeenkomstig de voorschriften naar boven afgerond. In de tabellen van de toelichting zijn de bedragen op de standaard wijze afgerond en opgeteld. Door de verschillende wijze van afronden kan de som van de overige tabellen afwijken van de bedragen van de tabel van de saldibalans.
De vergelijkende cijfers in de saldibalans zijn anders gepresenteerd dan de rijksbegrotingsvoorschriften voorschrijven. In plaats van de standen per 31 december voorgaand jaar toont de saldibalans de standen per 1 januari van het lopende jaar. Dit komt voort uit de besluiten genomen in oktober 2017 met betrekking tot het instellen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de naamswijziging van het Ministerie van Economische Zaken in het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het verslagjaar 2019 is het eerste jaar dat beide departementen een eigen begrotingsadministratie voeren met de daarbij behorende saldibalans- posten. Met betrekking tot de vergelijkende cijfers is er voor gekozen om de beginbalansen van beide departementen te presenteren zodat de informatiewaarde van de saldibalans per departement beter is. De beginbalansen van beide departementen sluiten aan op de eindbalans 2018 van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Bij het samenstellen van de beginbalansen van beide departementen ontstaat er een financiële verhouding. Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verkrijgt immers balansposten uit de balans van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De hierdoor ontstane schuld van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aan het Ministerie van Economische Zaken en Kwaliteit is in de loop van 2019 verrekend en bedroeg € 635,5 mln. In de saldibalans is dit bedrag bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit opgenomen onder de schulden buiten begrotingsverband en bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat onder de vorderingen buiten begrotingsverband. De balanspost Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding is nihil in de openingsbalans omdat per 01-01-2019 het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nog geen mutaties op de schatkistrekening had.
Saldibalanspost 8, kas-transverschillen, is niet van toepassing voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Uitgaven ten laste van de begroting 2019 | 1.534.190 |
---|
De uitgaven over 2019 zijn gespecificeerd in het jaarverslag van LNV (hoofdstuk XIV) onderdeel uitgaven, artikelen 11,12 en 50.
Ontvangsten ten gunste van de begroting 2019 | 124.064 |
---|
De ontvangsten over 2019 zijn gespecificeerd in het jaarverslag van LNV (hoofdstuk XIV) onderdeel ontvangsten, artikelen 11,12 en 50.
Liquide Middelen | 38.566 |
---|---|
De post liquide middelen is opgebouwd uit de saldi van banken en contante gelden. |
De post liquide middelen bestaat uit:
• De banksaldi van de opgeheven bedrijfslichamen die onder verantwoordelijkheid van LNV door de Vereffeningsorganisatie Product- en Bedrijfschappen (PBO) worden afgewikkeld (€ 36,2 mln.).
• Aanwezige banksaldi bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) voor de uitvoering van de regeling Borgstelling MKB Landbouwkredieten (BL) (€ 2,3 mln.).
Rekening-Courant Rijkshoofdboekhouding | 2.046.020 |
---|---|
Op de rekening-courant Rijkshoofdboekhouding is de financiële verhouding tussen LNV en de Rijksschatkist van het Ministerie van Financiën geadministreerd. |
Het bedrag op de saldibalans is overeenkomstig de saldo opgave per 31 december 2019 van het Ministerie van Financiën.
Begrotingsreserves | 704.366 |
---|---|
Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening binnen de begroting die LNV aanhoudt op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. |
LNV maakt gebruik van de mogelijkheid om begrotingsreserves aan te houden. In het jaarverslag is bij de betreffende begrotingsartikelen informatie over deze reserves opgenomen eventueel aangevuld met relevante ontwikkelingen. De toevoegingen en onttrekkingen die respectievelijk ten laste of ten gunste van de begroting hebben plaatsgevonden worden in het jaarverslag toegelicht.
Specificatie begrotingsreserves: | Saldo 01-01-2019 | Toevoegingen | Onttrekkingen | Saldo 31-12-2019 | Artikel |
---|---|---|---|---|---|
Landbouw | 25.367 | 1.211 | 24.156 | 11 | |
Visserij | 20.777 | 3.788 | 24.564 | 11 | |
Borgstellingsfaciliteit | 16.759 | 4.149 | 20.908 | 11 | |
Apurement | 92.307 | 9.184 | 12.754 | 88.737 | 11 |
Risicovoorziening jonge boeren | 0 | 46.000 | 46.000 | 11 | |
Stikstof | 0 | 500.000 | 500.000 | 12 | |
Totaal | 155.210 | 563.121 | 13.965 | 704.366 |
Vorderingen buiten begrotingsverband | 688.863 |
---|---|
Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn bedragen opgenomen die nog van derden moeten worden ontvangen. |
De vorderingen buiten begrotingsverband zijn als volgt te specificeren: | Bedrag |
---|---|
Vordering EU uitgaven ELGF | 638.856 |
Vordering op provincies inzake POP | 19.612 |
Vordering EU uitgaven ELFPO (POP3) | 16.123 |
Superheffing | 4.155 |
Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij | 3.749 |
Opdrachten derden | 3.474 |
Samenwerkingsconvenant Voedselzekerheid LNV en BuZa | 1.001 |
Salarisvorderingen | 429 |
Te verrekenen met Baten-Lasten dienst | 382 |
Overige vorderingen | 1.082 |
Totaal | 688.863 |
Vordering EU uitgaven ELGF
De gelden die LNV voor het Europese fonds ELGF voorfinanciert betreffen de declaraties van de maanden november (16/10 ‒ 30/11) en december. De gedeclareerde bedragen van deze maanden zijn in 2020 ontvangen respectievelijk in de maanden januari en februari. De navolgende tabel geeft inzicht in de totaalbedragen van uitgaven en ontvangsten met betrekking tot het ELGF van de jaren waarvan de jaaraangiften nog niet door de Europese Commissie zijn vastgesteld.
De vordering EU uitgaven ELGF is als volgt te specificeren: | Bedrag |
---|---|
Te veel ontvangen ELGF voorgaand dienstjaar | ‒ 6 |
ELGF boekjaar 2019, in 2018 gerealiseerde uitgaven | 626.462 |
Vordering 31 december 2018 | 626.456 |
ELGF boekjaar 2019, in 2019 gerealiseerde uitgaven | 74.686 |
Ontvangsten uit ELGF boekjaar 2019 | ‒ 701.343 |
Afrekeningen 2018 | ‒ 55 |
Te veel ontvangen ELGF boekjaar 2019 | ‒ 256 |
ELGF boekjaar 2020, in 2019 gerealiseerde uitgaven | 639.112 |
Vordering 31 december 2019 | 638.856 |
De jaaraangifte is lager vastgesteld dan de maandelijkse gedeclareerde bedragen. Naar verwachting zal de Europese Commissie de jaaraangifte 2019 in 2020 definitief vaststellen en het te veel ontvangen bedrag verrekenen.
* Het boekjaar voor het ELGF loopt van 16 oktober tot en met 15 oktober van het volgende jaar.
Vorderingen op provincies inzake POP
De provincies zijn betrokken bij de uitvoering van de projecten en regelingen van het Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP). Het gaat hier om uitgaven die door RVO.nl zijn gerealiseerd waarvan de provincies een deel van de financiering voor hun rekening nemen volgens het afgesloten convenant voor de uitvoering. De gerealiseerde uitgaven worden per kwartaal door RVO.nl bij de provincies in rekening gebracht. Het huidige POP3 loopt van 2014 tot en met 2020.
Vordering EU uitgaven ELFPO (POP3)
De gelden die LNV voor het Europese fonds ELFPO voorfinanciert inzake het Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 betreffen de declaraties van de maanden november (16/10 ‒ 30/11) en december. De gedeclareerde bedragen van deze maanden zijn in 2020 ontvangen respectievelijk in de maanden januari en februari. De navolgende tabel geeft inzicht in de totaalbedragen van uitgaven en ontvangsten met betrekking tot het ELFPO van de jaren waarvan de jaaraangiften nog niet door de Europese Commissie zijn vastgesteld.
De vordering EU uitgaven ELFPO is als volgt te specificeren: | Bedrag |
---|---|
Te veel ontvangen ELFPO voorgaand dienstjaar | ‒ 417 |
ELFPO boekjaar 2019, in 2018 gerealiseerde uitgaven | 13.721 |
Vordering 31 december 2018 | 13.304 |
ELFPO boekjaar 2019, in 2019 gerealiseerde uitgaven | 77.080 |
Ontvangsten uit ELFPO boekjaar 2019 | ‒ 88.499 |
Afrekeningen 2018 | ‒ 1.898 |
Te veel ontvangen ELFPO boekjaar 2019 | ‒ 13 |
ELFPO boekjaar 2020, in 2019 gerealiseerde uitgaven | 16.136 |
Vordering 31 december 2019 | 16.123 |
De jaaraangifte is lager vastgesteld dan de maandelijkse gedeclareerde bedragen. Naar verwachting zal de Europese Commissie de jaaraangifte 2019 in 2020 definitief vaststellen en het te veel ontvangen bedrag verrekenen.
* Het boekjaar van ELFPO loopt van 16 oktober tot en met 15 oktober van het volgende jaar.
Superheffing
RVO.nl heeft van 1 januari 2014 tot 1 april 2015 de melkquoteringsregeling uitgevoerd. Op grond van de Europese regelgeving was bij overschrijding van het landenquotum superheffing verschuldigd aan Brussel. De verschuldigde heffing is vervolgens doorberekend aan kopers en veehouders. In verband met recente uitspraken van het hof in een procedure en een door RVO gestarte bestuurdersaansprakelijkheidsprocedure zal de afwikkeling nog enige tijd vergen.
Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij
Het betreft de door LNV gedane uitgaven voor de uitvoering van projecten en regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij.
Opdrachten derden
RVO.nl voert opdrachten uit voor derden. De opdrachten worden verstrekt door publieke, particuliere en Europese organisaties. Het openstaande bedrag zal RVO.nl in rekening brengen bij de betreffende opdrachtgevers.
Samenwerkingsconvenant Voedselzekerheid LNV en BuZa
Op 1 april 2014 is het samenwerkingsconvenant voedselzekerheid tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Economische Zaken (nu LNV) afgesloten. In het kader van het beleidsterrein voedselzekerheid voert LNV diverse projecten uit. Volgens het afgesloten convenant zal LNV bij de afloop van het convenant de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten bij BuZa in rekening brengen.
Salarisvorderingen
Dit betreft betalingen aan personeel inzake salarissen en diverse vergoedingen in afwachting van definitieve verrekening.
Te verrekenen met Baten-Lasten dienst
De nog door te berekenen kosten aan het NVWA zijn in 2020 met het dienstonderdeel verrekend.
Schulden buiten begrotingsverband | 91.535 |
---|---|
Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de bedragen opgenomen die nog ten gunste van derden moeten worden gebracht. |
De schulden buiten begrotingsverband zijn als volgt te specificeren: | Bedrag |
---|---|
Vereffeningsorganisatie Product- en Bedrijfschappen | 36.236 |
ELFPO werkkapitaal | 24.759 |
Te verrekenen bedragen inzake ELGF en ELFPO | 10.161 |
Te betalen loonheffingen, pensioenpremies en IPAP premies | 10.114 |
Contante waarborgen RVO.nl | 5.031 |
Nog te betalen aan EZK | 3.118 |
Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij | 550 |
Opdrachten derden | 433 |
Overige schulden | 1.133 |
Totaal | 91.535 |
Vereffeningsorganisatie Product- en Bedrijfschappen
Per 1 januari 2015 is de vereffening van de Product- en Bedrijfschappen onder verantwoordelijkheid van EZK gebracht. Als gevolg van het besluit tot het instellen van LNV is per 1 januari 2019 dit ministerie belast met de vereffening van de Product- en Bedrijfschappen. Voor de uitvoering van de vereffeningstaken is de vereffeningsorganisatie PBO opgericht. Deze organisatie voert de administraties van de voormalige schappen en beheert daarbij ook de bankrekeningen.
ELFPO werkkapitaal
Het Plattelandsontwikkelingsprogramma 3 van 2014-2020 heeft de Europese Commissie in 2014 goedgekeurd. Als gevolg van deze goedkeuring heeft de Europese Commissie aan LNV werkkapitaal voor de uitvoering van POP3 beschikbaar gesteld overeenkomstig verordening (EU) Nr. 1306/2013. Bij de afsluiting van POP3 zal deze voorfinanciering door de commissie worden verrekend.
Te verrekenen bedragen inzake ELGF en ELFPO
In 2019 heeft er in de financiële administratie een foutieve verwerking van uitgaven plaatsgevonden naar aanleiding van verschuldigde bedragen aan het ELGF en ELFPO. De besluitvorming met betrekking tot onttrekkingen uit de begrotingsreserve apurement waren mede gebaseerd op die verwerking. Uiteindelijk is de fout in de uitgaven vastgesteld maar op dat moment was een correctie naar de begrotingsreserve apurement niet meer uitvoerbaar. Voor een juist budgettair beeld is besloten om niet alleen de uitgaven te corrigeren. Ook de bedragen die voor deze uitgaven zijn onttrokken uit de begrotingsreserve apurement en op de ontvangsten zijn verantwoord worden meegenomen in deze correctie. In 2020 zal LNV de verrekening van bovenstaande bedragen binnen begrotingsverband verantwoorden.
Te betalen loonheffingen, pensioenpremies en IPAP premies
De verschuldigde loonheffing aan de Belastingdienst en de pensioenpremies en IPAP premies aan het ABP over de maand december 2019 zijn in 2020 betaald.
Contante waarborgen RVO.nl
RVO.nl ontvangt per bank gelden van het bedrijfsleven als zekerheidsstelling voor in- en uitvoercertificaten. Als aan de voorwaarden van de regeling inzake certificaten is voldaan dan betaalt RVO.nl op verzoek van de belanghebbende de bedragen terug.
Nog te betalen aan EZK
In de loop van 2019 zijn diverse uitgaven en ontvangsten van EZK en LNV niet op de juiste Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding afgewikkeld. Het saldo van deze bedragen tussen beide ministeries is verrekend in 2020.
Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij
Dit betreft door RVO.nl van de EU ontvangen bedragen voor de financiering van projecten en regelingen van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij. Dit zijn met name de regelingen Innovatie Aquacultuur, Innovatie Aanlandplicht en Samenwerkingsprojecten Wetenschap en Visserij.
Opdrachten derden
RVO.nl voert opdrachten uit voor derden. De opdrachten worden verstrekt door publieke, particuliere en Europese organisaties. RVO.nl zal de betreffende gelden overeenkomstig opdracht of overeenkomst aan begunstigden verstrekken.
Rechten | 0 |
---|---|
Rechten onstaan doordat op grond van wettelijke regelingen, in de toekomst aanspraak bestaat op gelden van derden. |
Vorderingen | 2.636.456 |
---|---|
De vorderingen hebben betrekking op te ontvangen bedragen voor de begroting van LNV. |
De vorderingen zijn als volgt te specificeren: | Bedrag |
---|---|
Direct opeisbare vorderingen | 83.831 |
Op termijn opeisbare vorderingen | 53.523 |
Geconditioneerde vorderingen | 2.499.102 |
Totaal | 2.636.456 |
De direct opeisbare vorderingen zijn als volgt te specificeren: | Bedrag |
---|---|
Vorderingen inzake beleid | 77.535 |
Vordering agentschapsbijdrage NVWA | 3.404 |
Vorderingen NVWA door CJIB te innen | 1.774 |
Diversen | 1.118 |
Totaal | 83.831 |
Vorderingen inzake uitvoering beleid
LNV heeft vorderingen opgelegd voortkomend uit subsidie vaststellingen van diverse regelingen.
Vordering agentschapsbijdrage NVWA
LNV financiert de bedrijfsvoering van het agentschap NVWA. Doordat een deel van de agentschapsbijdrage 2019 niet door de NVWA is gerealiseerd, bestaat er een vordering van het moederdepartement op het agentschap.
Vorderingen NVWA door CJIB te innen
Het betreft de door het CJIB ten behoeve van de NVWA te innen bedragen voor de boetebeschikkingen en dwangsommen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren/de Wet dieren (LNVGWD) en de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (LVWGB).
De op termijn opeisbare vorderingen zijn als volgt te specificeren: | Bedrag |
---|---|
Lening Stichting DLO | 44.723 |
Stichting Nationaal Groenfonds | 8.800 |
Totaal | 53.523 |
Stichting Nationaal Groenfonds
Inzake het versterken van het investeringsvermogen van de Stichting Nationaal Groenfonds heeft LNV middelen ter beschikking gesteld.
De geconditioneerde vorderingen zijn als volgt te specificeren: | Bedrag |
---|---|
Gestelde zekerheden | 2.210.106 |
Landinrichtingsrente | 238.466 |
Bureau Beheer Landbouwgronden | 33.791 |
Borgstelling MKB Landbouwkredieten (BL) | 16.739 |
Totaal | 2.499.102 |
Gestelde zekerheden
Dit betreffen zekerheden die bij de uitvoering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU worden gevraagd. De uitvoering hiervan vindt plaats bij RVO.nl.
Landinrichtingsrente
Het gaat hier om door grondeigenaren te betalen landinrichtingsrente die voortkomt uit afgesloten landinrichtingsprojecten. De inning van de verschuldigde landinrichtingsrente vindt plaats door de Belastingdienst. Naar verwachting zal in 2043 de laatste afwikkeling van deze regeling plaatsvinden.
Bureau Beheer Landbouwgronden
Het Bureau Beheer Landbouwgronden beschikt over financiële middelen die in voorgaande jaren door LNV zijn verstrekt. Een deel van deze middelen is bestemd voor het afwikkelen door BBL van een tweetal projecten. Het resterende deel is het aandeel van LNV in het eigen vermogen van BBL. Overige financiële verplichtingen en/of afwikkelingen zullen onder verantwoordelijkheid van LNV plaatsvinden.
Borgstelling MKB Landbouwkredieten (BL)
Op basis van de regeling Borgstelling MKB Landbouwkredieten (BL) verstrekken deelnemende banken krediet aan land- en tuinbouwondernemers onder garantie (borgstelling) van de Staat. De regeling Borgstelling MKB landbouwkredieten is geharmoniseerd met de regeling Borgstelling MKB kredieten (BMKB). Op het moment dat de bank de garantie aanspreekt betaalt RVO.nl de claim uit aan de bank. Hierdoor ontstaat er voor RVO.nl een vordering op de onderneming die wordt opgenomen in de debiteurenadministratie. De bank heeft conform de regeling een volgplicht. Wanneer een ondernemer een voorstel tot afkoop bij de bank indient legt de bank dit ter beoordeling voor aan RVO.nl. Na instemming van RVO.nl zorgt de bank voor afwikkeling van de overeengekomen regeling en maakt het aan RVO.nl toekomende bedrag over.
Schulden | 0 |
---|---|
De schulden hebben betrekking op bedragen die ten gunste van de begroting van LNV zijn ontvangen. |
Voorschotten | 888.419 |
---|---|
Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen. |
Beleidsartikelen | 2015 en eerder | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | Totaal |
---|---|---|---|---|---|---|
11. Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens | 56.217 | 9.406 | 13.446 | 207.206 | 249.743 | 536.017 |
12. Natuur en biodiversiteit | 164.850 | 12.856 | 17.119 | 16.808 | 116.451 | 328.083 |
Buiten begrotingsverband | 816 | 1.456 | 3.442 | 11.648 | 6.956 | 24.318 |
Totaal | 221.882 | 23.718 | 34.006 | 235.662 | 373.150 | 888.418 |
Verloop van voorschotten gedurende het dienstjaar 2019 | Bedrag |
---|---|
Beginstand 1 januari 2019 | 815.705 |
Verstrekte voorschotten | 407.720 |
Eindafgerekende voorschotten | ‒ 335.006 |
Eindstand 31 december 2019 | 888.418 |
Garantieverplichtingen | 657.355 |
---|---|
De garantieverplichtingen zijn voorwaardelijke financiële verplichtingen. Deze verplichtingen komen op een later moment tot uitbetaling als bij de werderpartij die de garantie heeft ontvangen zich bepaalde omstandigheden voordoen, bijvoorbeeld een bepaald risico of een onzekere gebeurtenis. |
Beleidsartikelen | Stand per 01-01-2019 | In 2019 aangegaan + | Bijstellingen -/- | Uitgaven -/- | Stand per 31-12-2019 |
---|---|---|---|---|---|
11. Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens | 333.008 | 36.776 | 37.599 | 2.332 | 329.853 |
12. Natuur en biodiversiteit | 346.540 | 0 | 19.039 | 0 | 327.501 |
Totaal | 679.548 | 36.776 | 56.638 | 2.332 | 657.354 |
Andere verplichtingen | 418.137 |
---|---|
Het gaat hier om financiële verplichtingen ten opzichte van een wederpartij die op een later moment tot betaling zal leiden. Indien de wederpartij alle gestelde voorwaarden nakomt zal de verplichting volledig tot betaling komen. |
Beleidsartikelen | Stand per 01-01-2019 | In 2019 aangegaan + | Bijstellingen -/- | Uitgaven -/- | Stand per 31-12-2019 |
---|---|---|---|---|---|
11. Concurrerende, duurzame, veilige agro-, visserij- en voedselketens | 241.831 | 774.131 | 7.924 | 743.298 | 264.741 |
12. Natuur en biodiversiteit | 69.982 | 697.135 | 487 | 649.719 | 116.911 |
50. Apparaat LNV | 138.840 | 0 | 138.840 | 0 | |
Buiten begrotingsverband | 31.233 | 752.496 | 5.550 | 741.695 | 36.484 |
Totaal | 343.046 | 2.362.602 | 13.961 | 2.273.552 | 418.136 |
Voor het verantwoorden van de verplichtingen van apparaatsuitgaven op artikel 50 in bovenstaande tabel wordt het principe verplichtingen is gelijk aan kas toegepast. Het verplichtingensaldo wordt gelijk gesteld aan het uitgavensaldo waardoor er per saldo op 31 december geen openstaande verplichtingen worden verantwoord.
Niet uit de balans blijkende bestuurlijke verplichtingen |
Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen zijn onder meer bestuursovereenkomsten of bestuursconvenanten die afgesloten worden tussen het Rijk en derden, bijvoorbeeld decentrale overheden, functionele overheden of belangenorganisaties. Dergelijke bestuurlijke verplichtingen worden alleen voor het deel waarvoor een juridische verplichting is aangegaan opgenomen in de saldibalans. Tot het moment waarop een juridische verplichting wordt aangegaan, zijn deze bestuurlijke verplichtingen nog niet administratief vastgelegd. Interne procedures borgen dat de financiële gevolgen bekend zijn voordat een bestuurlijke overeenkomst wordt ondertekend. De uitgaven die het gevolg zijn van deze bestuurlijke verplichtingen kunnen op dat moment worden geraamd, en afhankelijk van het bedrag, toegelicht bij het betreffende begrotingsartikel en in kamerbrieven over het betreffende onderwerp. Op deze wijze wordt geborgd dat de financiële gevolgen van bestuurlijke afspraken niet alleen beleidsmatig, maar ook budgettair, door de Tweede Kamer kunnen worden geautoriseerd, ook al vindt de vastlegging van de verplichting pas op een later moment plaats. |
Regio Deals, Klimaatakkoord en Noordzee Akkoord
Regio Deals richten zich op een integrale aanpak van meervoudige regionale opgaven en brede welvaart. Zo zijn door het kabinet verschillende Regio Deals gesloten en in uitvoering genomen. Daarnaast komen ook verplichtingen voor uit het Klimaatakkoord (inclusief Urgenda) en het Noordzeeakkoord. Deze toezeggingen zullen in de komende jaren, waar relevant, in de financiële administratie worden vastgelegd.
Convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten
In dit kader is ook het «Convenant financiering bestrijding besmettelijke dierziekten 2020–2024» relevant. Hierin zijn plafondbedragen afgesproken tot waaraan een sector bijdraagt aan de preventie- en bestrijdingskosten van dierziekten. De bestrijdings- en preventiekosten die uitstijgen boven deze plafondbedragen worden gedragen door de overheid. Omdat er in het convenant geen maximale bijdrage voor de overheid is afgesproken, kan er geen totaalbedrag genoemd worden voor deze niet uit de balans blijkende verplichtingen.