Base description which applies to whole site

8. Saldibalans

Tabel 94 Saldibalans per 31 december 2019 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) (bedragen x € 1.000)1

Activa

31-12-2019

 

31-12-2018

 

Passiva

31-12-2019

 

31-12-2018

        

Intra-comptabele posten

        

1)

Uitgaven ten laste van de begroting

39.075.588

 

34.412.233

2)

Ontvangsten ten gunste van de begroting

1.896.175

 

1.845.335

3)

Liquide middelen

0

 

0

     

4)

Rekening-courant RHB2

0

 

0

4a)

Rekening-courant RHB

37.227.921

 

32.618.755

5)

Rekening-courant RHB Begrotingsreserve

0

 

0

5a)

Begrotingsreserves

0

 

0

6)

Vorderingen buiten begrotingsverband

51.747

 

65.820

7)

Schulden buiten begrotingsverband

3.239

 

13.963

8)

Kas-transverschillen

0

 

0

     

Subtotaal intra-comptabel

39.127.335

 

34.478.053

Subtotaal intra-comptabel

39.127.335

 

34.478.053

          

Extra-comptabele posten

        

9)

Openstaande rechten

0

 

0

9a)

Tegenrekening openstaande rechten

0

 

0

10)

Vorderingen

1.017.202

 

1.155.396

10a)

Tegenrekening vorderingen

1.017.202

 

1.155.396

11a)

Tegenrekening schulden

0

 

0

11)

Schulden

0

 

0

12)

Voorschotten

15.386.195

 

14.435.312

12a)

Tegenrekening voorschotten

15.386.195

 

14.435.312

13a)

Tegenrekening garantieverplichtingen

0

 

0

13)

Garantieverplichtingen

0

 

0

14a)

Tegenrekening andere verplichtingen

357.635

 

365.112

14)

Andere verplichtingen

357.635

 

365.112

15)

Deelnemingen

0

 

0

15a)

Tegenrekening deelnemingen

0

 

0

Subtotaal extra-comptabel

16.761.032

 

15.955.820

Subtotaal extra-comptabel

16.761.032

 

15.955.820

          

Totaal

55.888.367

 

50.433.873

Totaal

55.888.367

 

50.433.873

1

De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden. Er treden ook afrondingsverschillen op in vergelijking met de verantwoordingsstaat, waar de cijfers per artikel naar boven worden afgerond op duizendtallen.

2

Rijkshoofdboekhouding

Toelichting bij de Saldibalans

Het intracomptabele deel van de saldibalans (financiële posten 1 t/m 8) bevat het resultaat van de financiële transacties in de departementale administratie die een directe relatie hebben met de kasstromen. Deze kasstromen worden via de rekening-courant met het Ministerie van Financiën bijgehouden.

Het extracomptabele deel bevat het saldo van de overige rekeningen die met tegenrekeningen in evenwicht worden gehouden.

De cijfers in de saldibalans zijn vermeld in duizendtallen en afgerond naar boven. Hierdoor kunnen bij het subtotaal en het totaal afrondingsverschillen optreden.

Ad 1 en 2 Uitgaven ten laste en ontvangsten ten gunste van de begroting.

Onder de posten uitgaven en ontvangsten zijn de per saldo gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen.

De bedragen komen overeen met de bedragen uit de verantwoordingsstaat. Door een andere afrondingssystematiek is er een verschil met de verantwoordingsstaat waar per artikel naar boven wordt afgerond.

Ad 3 Liquide middelen

De post liquide middelen is opgebouwd uit het saldo van de banken en de contante gelden.Het Ministerie van SZW heeft geen contante gelden en geen saldo op haar bankrekeningen.

Ad 4 en 4a Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding

Deze post geeft per saldo de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag per 31 december 2019 is in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.

Ad 5 en 5a Begrotingsreserves

Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant bij het Ministerie van Financiën wordt aangehouden. Het Ministerie van SZW heeft geen begrotingsreserves.

Ad 6 Vorderingen buiten begrotingsverband

Deze post betreft het saldo van de uitgaven waarvan verrekening met derden nog zal plaatsvinden. Een uitgavensaldo op 31 december zal nog van derden ontvangen moeten worden (is dus een saldo van openstaande vorderingen).

Tabel 95 Vorderingen buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
     

Openstaand ultimo 2019

Europese gelden

    

49.257

RSO doorbelasting

    

2.412

Omzetbelasting

    

46

Diversen

    

32

Totaal vorderingen buiten begrotingsverband

    

51.747

Ad 7 Schulden buiten begrotingsverband

Deze post betreft het saldo van de ontvangsten waarvan verrekening met derden nog zal plaatsvinden. Een ontvangstensaldo op 31 december zal nog aan derden afgedragen moeten (is dus een saldo van openstaande schulden).

Tabel 96 Schulden buiten begrotingsverband (bedragen x € 1.000)
     

Openstaand ultimo 2019

Frictiekosten RWI

    

1.749

Europese gelden

    

1.391

Diversen

    

99

Totaal schulden buiten begrotingsverband

    

3.239

Ad 8 Kas-transverschillen

Op deze post worden bedragen opgenomen die zijn verantwoord in de uitgaven en ontvangsten, maar nog niet daadwerkelijk per kas zijn uitgegeven en ontvangen. Het Ministerie van SZW heeft geen kas-transverschillen. 

Ad 9 en 9a Openstaande rechten

Rechten ontstaan doordat op grond van wettelijke regelingen, in de toekomst aanspraak bestaat op gelden van derden (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of doordat het recht bestaat om bankbeslagen, cryptomunten, aandelen en andere geldelijke zaken te gelde te maken. Beiden doen zich bij het Ministerie van SZW niet voor.

Ad 10 en 10a Vorderingen

Onder de post vorderingen wordt het totaalbedrag van de saldi opgenomen van de betreffende rekening(en) uit de administratie. Het totaalsaldo betreft de per 31 december openstaande vorderingen.

Tabel 97 Vorderingen totaal (bedragen x € 1.000)
 

Ministerie

UVB

Inspectie SZW

S&I

RSO

Openstaandultimo 2019

Vorderingen

606.837

14.488

39.914

351.574

4.389

1.017.202

Tabel 98 Vorderingen naar opeisbaarheid (bedragen x € 1.000)
 

Ministerie

UVB

Inspectie SZW

S&I

RSO

Openstaandultimo 2019

Direct opeisbaar

606.389

14.488

39.914

816

4.389

665.996

Op termijn opeisbaar

448

0

0

0

0

448

Geconditioneerde vorderingen

0

0

0

350.758

0

350.758

Totaal

606.837

14.488

39.914

351.574

4.389

1.017.202

Van de opeisbare vorderingen (niet de geconditioneerde vorderingen) worden onderstaand specificaties gegeven naar ouderdom.

Tabel 99 Opeisbare vorderingen naar ouderdom (exclusief toeslagen) (bedragen x € 1.000)

Insteljaar

Ministerie

UVB

Inspectie SZW

S&I

RSO

Openstaandultimo 2019

t/m 2016

1.889

11.009

23.758

242

0

36.898

2017

75

3.059

3.160

112

0

6.406

2018

216

19

4.028

173

0

4.435

2019

870

401

8.968

289

4.389

14.918

Totaal

3.050

14.488

39.914

816

4.389

62.657

Tabel 100 Opeisbare vorderingen naar ouderdom (toeslagen) (bedragen x € 1.000)

Toeslagjaar

Openstaand1 januari 2019

Bijstelling

Ingesteldevorderingen

Ontvangsten

Afboekingen

Openstaandultimo 2019

t/m 2016

486.009

0

44.185

110.155

55.329

364.711

2017

108.806

0

103.254

122.332

4.577

85.151

2018

77.675

0

167.280

151.739

4.922

88.294

2019

0

0

132.110

64.659

1.819

65.631

Totaal

672.490

0

446.828

448.885

66.647

603.787

Deze toeslagen hebben betrekking op de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget.

Onderstaand wordt per onderdeel een toelichting gegeven.

Ministerie

Van de openstaande vorderingen is een bedrag van € 1,7 miljoen toe te wijzen aan niet-bestuurlijke boetes. In dit bedrag is een openstaande vordering van € 0,4 miljoen opgenomen ten name van de SVB Nederlandse Antillen met betrekking tot boedelscheiding.

De door de Inspectie SZW opgelegde openstaande bestuurlijke boetes in 2006 of eerdere jaren tellen op tot € 1,4 miljoen. Dit bedrag is inclusief de aan de debiteuren in rekening gebrachte invorderingskosten. De inning van de bestuurlijke boetes die na 2006 zijn opgelegd wordt door het CJIB verricht.

Vanaf verantwoordingsjaar 2017 zijn de vorderingen met betrekking tot de toeslagregelingen kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget niet meer opgenomen in de saldibalans van het Ministerie van Financiën maar verwerkt in de saldibalans van SZW (budgettair verantwoordelijke departement).

Het totaal aan openstaande vorderingen KOT bedraagt € 459,5 miljoen en WKB € 144,3 miljoen.

UVB

Alle openstaande vorderingen bij UVB hebben betrekking op subsidies, inclusief de vorderingen uit hoofde van Europese gelden.

Inspectie SZW

Deze vorderingen bestaan uit de door de Inspectie SZW opgelegde boetes vanaf 2007.

S&I

DUO voert de administratie uit voor de directie Samenleving en Integratie ten behoeve van de Wet Inburgering. Het openstaande bedrag van € 351,6 miljoen bestaat voor € 350,8 miljoen uit leningen en € 0,8 miljoen uit openstaande aflossingstermijnen. De vorderingen bij DUO betreffen de openstaande aflossingstermijnen die aan de leningen onttrokken zijn.

Rijksschoonmaakorganisatie (RSO)

Vanaf 2016 valt de RSO onder budgettaire verantwoordelijkheid van SZW. De administratie is uitbesteed aan de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR). De RSO is verantwoordelijk voor de schoonmaak van de Rijkspanden van de aangesloten departementen. Het totaalbedrag van de openstaande vorderingen ad € 4,4 miljoen bestaat uit in rekening gebrachte bedragen voor verrichte schoonmaakwerkzaamheden.

Ad 11 en 11a Schulden

Onder de post Schulden wordt het totaalbedrag van de saldi opgenomen van de betreffende grootboekrekening(en) uit de administratie. Het totaalsaldo betreft de per 31 december openstaande schulden. Het Ministerie van SZW heeft geen schulden.

Ad 12 en 12a Voorschotten

Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen. Onder de post Voorschotten wordt het totaalbedrag van de saldi opgenomen van de betreffende (grootboek)rekeningen uit de administratie. Het totaalsaldo betreft de per 31 december openstaande voorschotten.

Tabel 101 Voorschotten incl. UVB (bedragen x € 1.000)
   

Ministerie

UVB

Openstaand ultimo 2019

Voorschotten

  

15.291.371

94.824

15.386.195

Ministerie

In de onderstaande specificaties worden de openstaande voorschotten van het Ministerie verantwoord naar ouderdom en artikel. Hiervan is een totaalbedrag van € 6.528,9 miljoen toe te wijzen aan voorschotten toeslagregelingen. Vanaf verantwoordingsjaar 2017 worden de voorschotten met betrekking tot de toeslagregelingen kinderopvangtoeslag en kindgebonden budget niet meer opgenomen in de saldibalans van het Ministerie van Financiën maar verwerkt in de saldibalans van SZW (budgettair verantwoordelijke departement). De uitgaven die hiermee samenhangen zijn verantwoord onder de post uitgaven van artikel 7 en 10 met respectievelijk KOT ad € 4.064,1 miljoen en WKB € 2.464,8 miljoen.

Tabel 102 Voorschotten naar ouderdom (exclusief toeslagen) (bedragen x € 1.000)

Ontstaansjaar

 

Saldo 1-1-2019

Verstrekt

Afgerekend

Openstaand ultimo 2019

t/m 2016

 

33.122

0

11.183

21.939

2017

 

71.795

0

38.474

33.322

2018

 

8.281.374

0

8.225.289

56.085

2019

 

0

8.657.213

6.055

8.651.158

Totaal

 

8.386.291

8.657.213

8.281.001

8.762.504

Tabel 103 Voorschotten naar ouderdom (toeslagen) (bedragen x € 1.000)

Toeslagjaar

 

Saldo 1-1-2019

Verstrekt

Afgerekend

Openstaand ultimo 2019

t/m 2016

 

87.136

0

73.185

13.951

2017

 

815.198

0

748.631

66.567

2018

 

4.549.803

37.224

3.628.419

958.608

2019

 

434.843

4.558.895

0

4.993.737

2020

 

0

496.004

0

496.004

Totaal

 

5.886.980

5.092.124

4.450.235

6.528.869

De voorschotten van het toeslagjaar 2020 betreffen de eerste maandelijkse voorschottermijn, die in december 2019 is uitbetaald.

Tabel 104 Voorschotten naar artikel (bedragen x € 1.000)

Art

Omschrijving

    

Openstaand ultimo 2019

1

Arbeidsmarkt

    

11.009

2

Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

    

893.550

3

Arbeidsongeschiktheid

    

0

4

Jonggehandicapten

    

3.329.000

5

Werkloosheid

    

112.275

6

Ziekte en zwangerschap

    

4.252

7

Kinderopvang

    

4.083.581

8

Oudedagsvoorziening

    

3.422

9

Nabestaanden

    

0

10

Tegemoetkoming ouders

    

6.109.709

11

Uitvoering

    

411.480

12

Rijksbijdragen

    

229.900

13

Integratie en maatschappelijke samenhang

    

91.733

96

Apparaatsuitgaven kerndepartement

    

6.305

98

Algemeen

    

5.156

99

Nominaal en onvoorzien

    

0

 

Rekeningen buiten begrotingsverband

    

0

Totaal

     

15.291.371

Tabel 105 Voorschotten UVB (bedragen x € 1.000)
   

ESF/EGF/EUSF

Subsidies departement

Totaal 2019

Saldo 1 januari

  

128.700

33.341

162.041

Verstrekt

  

39.304

3.978

43.282

Subtotaal

  

168.004

37.319

205.323

Afgerekend

  

84.417

26.082

110.499

Saldo 31 december

  

83.587

11.237

94.824

Tabel 106 Voorschotten UVB naar ouderdom (bedragen x € 1.000)

Ontstaansjaar

 

Saldo 1-1

Verstrekt

Afgerekend

Openstaand

  

2019

  

ultimo 2019

t/m 2016

 

27.856

0

23.919

3.936

2017

 

51.135

0

41.412

9.723

2018

 

83.050

0

41.468

41.581

2019

 

0

43.282

3.699

39.583

Totaal

 

162.041

43.282

110.499

94.824

Ad 13 en 13a Garantieverplichtingen

Garantieverplichtingen zijn verplichtingen, waarvan betaling op een later moment afhankelijk is van een bepaalde omstandigheid (een bepaald risico of een bepaalde onzekere gebeurtenis) bij de partij die de garantie ontvangt. Garantieverplichtingen worden administratief volledig verwerkt als verplichting. Dit zijn dus voorwaardelijke financiële verplichtingen. In het algemeen leiden garantieverplichtingen niet of slechts voor een bepaald (meestal klein) percentage tot betaling. Het Ministerie van SZW heeft geen garantieverplichtingen.

Ad 14 en 14a Andere verplichtingen

Met andere verplichtingen worden alle verplichtingen exclusief de garantieverplichtingen, bedoeld. Het gaat om financiële verplichtingen, d.w.z. de verplichtingen ten opzichte van een wederpartij die op een later moment tot betaling (kasuitgaven) leiden; dit zijn onvoorwaardelijke financiële verplichtingen, die – als de wederpartij zijn verplichtingen is nagekomen- uiteindelijk volledig tot betaling zullen komen.

Tabel 107 Opbouw andere verplichtingen (bedragen x € 1.000)
   

Ministerie

UVB

Totaal 2019

Saldo 1 januari

  

149.714

215.398

365.112

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar inclusief negatieve bijstellingen

  

39.062.515

49.109

39.111.624

Subtotaal (A)

  

39.212.229

264.507

39.476.736

Tot betaling gekomen in het verslagjaar

  

39.075.588

43.513

39.119.101

Subtotaal (B)

  

39.075.588

43.513

39.119.101

Saldo 31 december (A - B)

  

136.641

220.994

357.635

Tabel 108 Andere verplichtingen Ministerie naar artikel (bedragen x € 1.000)

Art

Omschrijving

 

Openstaand 1 januari 2019

Aangegaan 2019 (incl. negatieve bijstelling)

Betaald 2019

Openstaand ultimo 2019

1

Arbeidsmarkt

 

10.798

816.502

813.555

13.745

2

Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

 

77.296

6.898.060

6.927.241

48.115

3

Arbeidsongeschiktheid

 

0

942

942

0

4

Jonggehandicapten

 

0

3.329.000

3.329.000

0

5

Werkloosheid

 

2.279

126.669

124.429

4.518

6

Ziekte en zwangerschap

 

0

7.894

7.652

242

7

Kinderopvang

 

7.020

3.366.288

3.366.184

7.124

8

Oudedagsvoorziening

 

0

25.215

25.215

0

9

Nabestaanden

 

0

1.193

1.193

0

10

Tegemoetkoming ouders

 

0

5.936.534

5.936.534

0

11

Uitvoering

 

249

519.086

519.221

114

12

Rijksbijdragen

 

0

17.426.872

17.426.872

0

13

Integratie en maatschappelijke samenhang

 

16.011

221.009

220.837

16.183

96

Apparaatsuitgaven kerndepartement

 

14.358

353.722

351.632

16.448

98

Algemeen

 

21.704

33.528

25.081

30.151

99

Nominaal en onvoorzien

 

0

0

0

0

Totaal

  

149.714

39.062.515

39.075.588

136.641

In 2019 hebben geen omvangrijke negatieve bijstellingen plaatsgevonden op een eerder aangegane verplichting. Hierbij hanteren we een ondergrens van € 25 miljoen. Op het apparaatsartikel zijn er geen omvangrijke bijstellingen geweest (uitgaande van een grens van 10% met een minimum van € 1 miljoen).

Tabel 109 Andere verplichtingen UVB (bedragen x € 1.000)
 

ESF 2

EGF

EFMB

EUSF

Totaal 2019

Saldo 1 januari

7.828

1.359

2.011

204.201

215.398

Aangegane verplichtingen in het verslagjaar inclusief negatieve bijstellingen

465

220

0

48.424

49.109

Subtotaal (A)

8.293

1.579

2.011

252.625

264.507

Tot betaling gekomen in verslagjaar

465

434

509

42.105

43.513

Subtotaal (B)

465

434

509

42.105

43.513

Saldo 31 december (A - B)

7.827

1.145

1.502

210.521

220.994

Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen

Met ingang van 2012 is de bekostiging van de rijksgefinancierde wetten en regelingen, waarvan de uitvoering is opgedragen aan de SVB en UWV, gewijzigd van kasbasis naar transactiebasis. Om budgettaire redenen is er voor gekozen de per 1 januari 2012 door SZW op transactiebasis nog verschuldigde bedragen niet aan de SVB en UWV uit te betalen. Deze permanente schulden bedragen ultimo 2019 € 848,3 miljoen aan de SVB en € 162,6 miljoen aan UWV. Deze schulden worden niet eerder door SZW voldaan dan dat het desbetreffende fonds, wet of regeling is opgeheven c.q. beëindigd. Daarnaast is er in dit verband sprake van een permanente vordering op de SVB ter grootte van € 1,3 miljoen. De genoemde bedragen hebben in 2019 geen wijzigingen ondergaan.

Verplichting WKB

Gebleken is dat de toekenning van de WKB door de Belastingdienst in het verleden niet goed is verlopen. De herstelactie van de Belastingdienst is in 2019 gestart en de afronding wordt in 2020 verwacht. Voor het herstellen is geen feitelijke verplichting aangegaan.

Ad 15 en 15a Deelnemingen

Onder de post Deelnemingen worden alle deelnemingen inclusief deelnemingspercentage opgenomen, zoals in een Besloten of Naamloze Vennootschap, internationale instellingen of C.V. Het Ministerie van SZW heeft geen deelnemingen.

Licence