De overheid beschermt werknemers tegen de inkomensgevolgen van arbeidsongeschiktheid en stimuleert hen te blijven werken of het werk te hervatten.
De overheid vindt dat werknemers die loon derven als gevolg van arbeidsongeschiktheid verzekerd moeten zijn van een redelijk inkomen. Daarom zijn werknemers verplicht verzekerd op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De WIA omvat twee uitkeringsregimes: de Inkomensvoorziening voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA) en de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). De Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) is bij de introductie van de WIA ingetrokken, maar geldt nog wel voor mensen die vóór 1 januari 2004 door ziekte of gebrek arbeidsongeschikt zijn geworden. Op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) waren ondernemers verplicht verzekerd tegen de inkomensgevolgen van arbeidsongeschiktheid. De WAZ is per 1 augustus 2004 ingetrokken, maar geldt nog wel voor zelfstandigen die op dat moment een uitkering ontvingen.
Als het totale inkomen van de uitkeringsgerechtigde WIA, WAO of WAZ en diens eventuele partner onder het sociaal minimum ligt, kan de uitkeringsgerechtigde een toeslag ontvangen tot het sociaal minimum op grond van de Toeslagenwet (TW), zie beleidsartikel 2.
De overheid stimuleert met behulp van financiële prikkels voor zowel uitkeringsgerechtigden als werkgevers dat uitkeringsgerechtigden aan het werk blijven of (op termijn) weer aan het werk gaan. Daarnaast biedt de overheid gerichte re-integratieondersteuning aan uitkeringsgerechtigden die ondersteuning nodig hebben. De overheid kent daarbij een groot belang toe aan de eigen verantwoordelijkheid en het meewerken aan re-integratie door de uitkeringsgerechtigde.
Aan werknemers in Caribisch Nederland wordt met de Ongevallenverzekering (OV) een inkomensvoorziening geboden in geval van arbeidsongeschiktheid door een bedrijfsongeval.
De Minister stimuleert aan het werk blijven of het werk hervatten met een bijdrage voor re-integratieinspanningen aan UWV. De Minister financiert de inkomensondersteuning met begrotingsgefinancierde uitkeringsregelingen. Bij de premiegefinancierde uitkeringsregelingen regisseert de Minister. Hij is in deze rollen verantwoordelijk voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving;
– de vaststelling van het niveau van de uitkeringen van de onderscheiden regelingen;
– de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV;
– de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de fiscale wet- en regelgeving. Wanneer fiscale instrumenten worden ingezet om doelstellingen in het kader van het arbeidsongeschiktheidsbeleid te realiseren, is de Minister van SZW hiervoor medeverantwoordelijk.
WIA-claimcriterium
Het wetsvoorstel waarmee het WIA-claimcriterium wordt aangepast voor mensen die met loonkostensubsidie werken in de Participatiewet zou in 2020 in werking treden, maar is uitgesteld. De budgettaire gevolgen van dit uitstel zijn gering.
Afspraken met sociale partners over de WIA
Het kabinet heeft overeenstemming bereikt met werknemers en werkgevers over het afzien van de bezuinigingen op de WIA die in het regeerakkoord zijn opgenomen (aanpassing van het schattingsbesluit en het invoeren van een inkomenseis voor (toekomstige) WGA-arbeidsongeschikten die tussen de 80 en 99 procent arbeidsongeschikt zijn bevonden). Om te stimuleren dat WGA-gerechtigden zoveel mogelijk deelnemen aan het arbeidsproces, gaan de andere maatregelen uit het regeerakkoord (niet herbeoordelen van een arbeidsongeschikte tot vijf jaar na werkhervatting en experiment met scholingsaanbod voor arbeidsongeschikten) wel door. Tevens is besloten een werkgroep in de Stichting van de Arbeid in te stellen om de arbeidsparticipatie van geheel- en gedeeltelijk arbeidsongeschikten te bevorderen.
Re-integratie WW
Conform het voornemen is met de Verzamelwet SZW 2019 geregeld dat UWV met het beschikbare budget ook re-integratie kan inkopen voor mensen die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn verklaard en in de WW terecht zijn gekomen (Tweede Kamer, 2017-2018, 34 977, nr. 3). Dit is inmiddels de praktijk en in 2019 in 1.232 gevallen gebeurd.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Verplichtingen | 703 | 682 | 804 | 813 | 943 | 799 | 144 |
Uitgaven | 703 | 682 | 804 | 813 | 943 | 799 | 144 |
Inkomensoverdrachten | 703 | 682 | 804 | 813 | 643 | 799 | ‒ 156 |
Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland) | 703 | 682 | 804 | 813 | 643 | 799 | ‒ 156 |
Bijdragen aan zbo's/rwt's | 0 | 0 | 0 | 0 | 300 | 0 | 300 |
Individuele plaatsing & steun CMD | 0 | 0 | 0 | 0 | 300 | 0 | 300 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 | 2019 | |
Uitgaven | 9.040.645 | 9.199.616 | 9.455.806 | 9.701.073 | 10.143.785 | 10.237.306 | ‒ 93.521 |
Inkomensoverdrachten | 8.967.297 | 9.138.683 | 9.394.789 | 9.625.415 | 10.064.310 | 9.864.234 | 200.076 |
IVA | 1.408.374 | 1.712.782 | 2.036.404 | 2.425.658 | 2.863.571 | 2.618.994 | 244.577 |
WGA | 2.076.296 | 2.327.604 | 2.492.840 | 2.646.644 | 2.838.210 | 2.891.579 | ‒ 53.369 |
WGA eigen-risicodragers | 334.781 | 327.861 | 360.864 | 310.932 | 313.001 | 387.172 | ‒ 74.171 |
WAO | 4.975.807 | 4.615.558 | 4.365.460 | 4.116.660 | 3.935.120 | 3.850.573 | 84.547 |
WAZ | 172.039 | 154.878 | 139.221 | 125.521 | 114.408 | 115.916 | ‒ 1.508 |
Bijdragen aan zbo's/rwt's | 73.348 | 60.933 | 61.017 | 75.658 | 79.475 | 104.543 | ‒ 25.068 |
Re-integratie WIA/WAO/WAZ/ZW | 73.348 | 60.933 | 61.017 | 75.658 | 79.475 | 104.543 | ‒ 25.068 |
Nominaal | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 268.529 | ‒ 268.529 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inkomensoverdrachten
Ongevallenverzekering (Caribisch Nederland)
Werknemers in Caribisch Nederland die door een bedrijfsongeval geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geraakt, krijgen op basis van de Ongevallenverzekering een uitkering (ongevallengeld). De uitkering is gekoppeld aan het laatstverdiende loon van de werknemer.
De realisatie van de uitgaven aan de ongevallenverzekering in Caribisch Nederland laat een onderuitputting zien ten opzichte van de begroting. De uitgaven op deze regeling kunnen fluctueren. Werkgevers kunnen aanvragen opsparen en ook in een volgend jaar indienen. Dit weerspiegelt zich mogelijk ook in het lagere volume aan uitkeringen voor de ongevallenverzekering.
Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Begroting 2019 | Verschil 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Volume uitkeringen Ongevallenverzekering (x 1.000, ultimo) | ‒1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,2 | ‒ 0,1 |
Bron: RCN-unit SZW
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
De WIA geeft werknemers die na een wachttijd van twee jaar ten minste 35% arbeidsongeschikt zijn recht op een uitkering, mits aan de voorwaarden daarvoor voldaan is. In de WIA staat werk voorop. Het accent ligt op wat mensen wel kunnen. Tegelijkertijd is er sprake van inkomensbescherming. De WIA wordt uitgevoerd door UWV.
De WIA bestaat uit twee uitkeringsregimes. De IVA verstrekt een loondervingsuitkering aan werknemers die duurzaam volledig arbeidsongeschikt zijn. Wie nog gedeeltelijk kan werken of van wie herstel op termijn nog mogelijk is, krijgt een uitkering op basis van de WGA. Werkgevers kunnen daarbij eigenrisicodrager worden voor de WGA-lasten van hun ex-werknemers. Dit betekent dat ze een lagere premie aan UWV betalen, omdat zij het gros van de verplichtingen van UWV met betrekking tot re-integratie en uitkeringsbetaling overnemen.
Inkomensvoorziening volledig en duurzaam arbeidsongeschikten (IVA)
De uitkeringslasten IVA komen € 245 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 67 miljoen, in tabel 29 onderdeel van de post nominaal) is de realisatie € 178 miljoen hoger dan begroot. De voornaamste oorzaak is een hoger aantal uitkeringen doordat de doorstroom vanuit de WGA en de instroom hoger zijn uitgevallen dan verwacht (€ 137 miljoen). Daarnaast lag ook de gemiddelde uitkering hoger dan verwacht (€ 41 miljoen).
Het aantal IVA-uitkeringen komt hoger uit dan verwacht. Dit komt ten eerste doordat het bestand over 2018 (het uitgangspunt van de raming voor 2019) hoger is uitgekomen dan bij het opstellen van de begroting werd verwacht. Daarnaast is de doorstroom vanuit de WGA hoger uitgevallen door extra herbeoordelingen in 2019.
Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) inclusief WGA eigenrisicodragers
De uitkeringslasten WGA komen € 128 miljoen lager uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 98 miljoen, in tabel 29 onderdeel van de post nominaal) is de realisatie € 226 miljoen lager dan begroot. Door de hogere doorstroom naar de IVA kwam het aantal uitkeringen lager uit dan verwacht (- € 85 miljoen). Daarnaast kwam de gemiddelde uitkering lager uit dan verwacht (- € 141 miljoen).
Het aantal WGA-uitkeringen komt lager uit dan verwacht. Dit komt ten eerste doordat het bestand over 2018 (het uitgangspunt van de raming voor 2019) lager is uitgekomen dan bij het opstellen van de begroting werd verwacht. Daarnaast is de doorstroom naar de IVA hoger uitgevallen door extra herbeoordelingen in 2019. Ook de uitstroom kwam licht hoger uit dan verwacht. Daar tegenin weegt dat de instroom ook hoger was dan verwacht.
Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
De WAO is per 29 december 2005 vervangen door de WIA. De WAO blijft gelden voor werknemers die op 1 januari 2004 een WAO-uitkering ontvingen. De WAO verstrekt uitkeringen tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd. Daarom zullen er nog decennialang mensen zijn die een beroep blijven doen op de WAO. De WAO wordt uitgevoerd door UWV.
De uitkeringslasten WAO komen € 85 miljoen hoger uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 99 miljoen, in tabel 29 onderdeel van de post nominaal) is de realisatie € 14 miljoen lager dan begroot. Het aantal uitkeringsjaren kwam lager uit dan verwacht doordat er meer mensen uitstroomden uit de uitkering en doordat er meer uitkeringen waren waar geen betaling tegenover stond (- € 23 miljoen). De gemiddelde uitkering kwam iets hoger uit dan verwacht (€ 9 miljoen).
Het aantal mensen met een WAO-uitkering is op het begrote aantal uitgekomen.
Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Begroting 2019 | Verschil 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
IVA, WGA en WAO | ||||||||
Bestand in uitkeringen (x 1.000, ultimo) | 545 | 546 | 550 | 556 | 564 | 561 | 3 | |
waarvan IVA | 72 | 85 | 98 | 113 | 127 | 120 | 7 | |
waarvan WGA | 158 | 168 | 179 | 190 | 200 | 204 | ‒ 4 | |
waarvan WAO | 315 | 293 | 273 | 254 | 237 | 237 | 0 | |
Bestand als percentage van de verzekerde populatie (%) | 8,1 | 8,1 | 7,9 | 7,8 | 7,7 | 7,8 | ‒ 0,1 | |
Instroom in uitkeringen (x 1.000) | 36 | 40 | 42 | 44 | 46,4 | 43 | 3,4 | |
waarvan IVA | 8,5 | 9,6 | 10,5 | 11,6 | 11,7 | 11 | 0,7 | |
waarvan WGA | 27 | 30 | 31 | 32 | 34 | 31 | 3 | |
waarvan WAO | 0,9 | 0,7 | 0,7 | 0,7 | 0,6 | 0,5 | 0,1 | |
Instroomkans (%) | 0,5 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0,6 | 0 | |
Uitstroom uit uitkeringen (x 1.000) | 45 | 40 | 39 | 39 | 37,5 | 36 | 1,5 | |
waarvan IVA | 6,2 | 6,5 | 7,2 | 8,6 | 8,9 | 9 | ‒ 0,1 | |
waarvan WGA | 9,9 | 10,1 | 11,2 | 10,2 | 11 | 10 | 1 | |
waarvan WAO | 29 | 23 | 21 | 20 | 17,6 | 17 | 0,6 | |
Doorstroom van WGA naar IVA (x 1.000) | 8,5 | 10,1 | 10,1 | 11,7 | 12,4 | 9 | 3,4 | |
Uitstroomkans WAO + WIA (%) | 7,6 | 6,7 | 6,7 | 6,5 | 6,2 | 6,5 | ‒ 0,3 | |
WGA | ||||||||
Aandeel werkende WGA'ers met resterende verdiencapaciteit (%) | 42 | 43 | 44 | 46 | 48 | ‒1 | ‒ |
Bron: UWV, jaarverslag.
De methodiek voor de bepaling van de incassoratio is vanaf 2018 verbeterd en is nu gebaseerd op de complete set aan gegevens, waar voorheen de berekening werd gemaakt op basis van een representatieve steekproef. De cijfers over preventie laten een stabiel beeld zien ten opzichte van 2017 en 2018.
Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Preventie1 | ||||||
Gepercipieerde detectiekans (%) | 83 | 79 | 79 | 74 | 71 | |
Kennis van de verplichtingen (%) | 91 | 88 | 89 | 88 | 90 | |
Opsporing2 | ||||||
Aantal geconstateerde overtredingen met financiële benadeling (x 1.000) | 2,0 | 1,1 | 1,2 | 1,2 | 1,7 | |
Totaal benadelingsbedrag (x € 1 mln) | 9,4 | 6,0 | 7,4 | 7,2 | 7,0 | |
Terugvordering2 | ||||||
Incassoratio cohort 2013 | 57 | 64 | 71 | 72 | 75 | |
Incassoratio cohort 2014 | 49 | 56 | 61 | 64 | 67 | |
Incassoratio cohort 2015 | 22 | 45 | 57 | 63 | 66 | |
Incassoratio cohort 2016 | ‒3 | 24 | 44 | 52 | 58 | |
Incassoratio cohort 2017 | ‒3 | ‒3 | 19 | 43 | 50 | |
Incassoratio cohort 2018 | ‒3 | ‒3 | ‒3 | 29 | 38 | |
Incassoratio cohort 2019 | ‒3 | ‒3 | ‒3 | ‒3 | 23 |
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ)
De WAZ is een verplichte verzekering voor zelfstandigen, beroepsbeoefenaren, directeuren-grootaandeelhouders en meewerkende echtgenoten tegen de inkomensgevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. De WAZ is op 1 augustus 2004 ingetrokken. Sindsdien kunnen ondernemers zelf bepalen of zij de inkomensrisico’s al dan niet willen afdekken, bijvoorbeeld via een particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering. De WAZ blijft gelden voor zelfstandigen die op 1 augustus 2004 een uitkering ontvingen. De WAZ wordt uitgevoerd door UWV.
De uitkeringslasten WAZ komen € 2 miljoen lager uit dan begroot. Indien rekening wordt gehouden met de ten tijde van de begrotingsopstelling geraamde loon- en prijsbijstelling (€ 3 miljoen, in tabel 29 onderdeel van de post nominaal) is de realisatie € 5 miljoen lager dan begroot. Het aantal uitkeringsjaren is iets lager uitgekomen en daarnaast viel de gemiddelde uitkering iets lager uit.
Het aantal uitkeringen in de WAZ is uitgekomen op het begrote aantal.
Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Begroting 2019 | Verschil 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bestand in aantal uitkeringen (x 1.000, ultimo) | 15 | 14 | 12 | 11 | 9,7 | 9,7 | 0 |
Bron: UWV, jaarverslag.
Bijdragen aan zbo's/rwt's
Voor de re-integratie van uitkeringsgerechtigden in de WIA, WAO, WAZ, ZW en WW zet UWV middelen in om hen zo nodig te begeleiden op weg naar werk en te ondersteunen zodra zij werk hebben. UWV zet deze middelen in voor de inkoop van trajecten en diensten gericht op het vinden van werk. Daarnaast koopt UWV voorzieningen (waaronder jobcoaching en vervoersvoorzieningen) in voor het ondersteunen van werkenden met een structureel functionele beperking. UWV beschikt vanaf 2015 over een geïntegreerd taakstellend re-integratiebudget voor de inzet van trajecten en van voorzieningen voor de re-integratieondersteuning van gedeeltelijk arbeidsgeschikten (inclusief Wajongers). Dit budget wordt jaarlijks aan UWV beschikbaar gesteld en door UWV verantwoord via de reguliere rapportages. Het begrotingsgefinancierde deel van het re-integratiebudget heeft betrekking op de Wajong en wordt verantwoord in artikel 4.
De totale uitgaven voor re-integratie (WIA/WAO/WAZ/ZW/WW en Wajong) in 2019 zijn op basis van realisatiecijfers van UWV € 41 miljoen lager uitgevallen dan met de SZW-begroting beschikbaar gesteld. In 2019 zijn voor de WIA/WAO/WAZ/ZW/WW-doelgroep met het re-integratiebudget meer re-integratietrajecten en werkvoorzieningen ingekocht. In 2019 zijn 19.936 re-integratietrajecten en 11.390 werkvoorzieningen ingekocht. In 2018 waren dit er respectievelijk 18.372 en 10.806. De lasten voor ingekochte trajecten lopen gedeeltelijk door in 2020. Een deel van deze toename werkt derhalve door in de realisatie van 2020.
De vaste commissie SZW van de Tweede Kamer heeft de Minister tijdens het wetgevingsoverleg over het Jaarverslag 2017 verzocht om inzicht te geven in de verhouding tussen premie- en begrotingsgefinancierde middelen van het re-integratiebudget. In tabel 34 zijn daarom de totale uitgaven van UWV aan de inkoop van re-integratietrajecten en werkvoorzieningen te zien, voor zowel WIA/WAO/WAZ/ZW/WW als Wajong. Aandachtspunt is dat een deel van het begrotingsgefinancierde budget gericht is op de subsidieregeling voor scholing en re-integratie van personen met arbeidsbeperkingen en ernstige scholingsbelemmeringen (ESB-regeling). Het overige begrotingsgefinancierde deel is samen met het premiegefinancierde deel beschikbaar voor inkoop van trajecten en diensten (inclusief de financiering van IPS-trajecten).
Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Begroting 2019 | Verschil 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Premiegefinancierd (WIA/WAO/WAZ/ZW/WW) | 73.348 | 60.933 | 61.017 | 75.658 | 79.475 | 104.543 | ‒ 25.068 | |
Begrotingsgefinancierd (Wajong) | 108.500 | 160.058 | 27.800 | 99.500 | 91.100 | 107.312 | ‒ 16.212 | |
waarvan ESB | 12.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 13.000 | 14.000 | ‒ 1.000 | |
Totaal beschikbaar budget voor inkoop | 167.848 | 206.991 | 75.8171 | 162.158 | 157.575 | 197.855 | ‒ 40.280 |