De bedrijfsvoeringsparagraaf gaat in op de niet ordelijk en beheerst verlopen bedrijfsvoeringsprocessen van het ministerie van Financiën in 2021. Het betreft een uitzonderingsrapportage, wat inhoudt dat alleen majeure tekortkomingen en bijzonderheden in het financieel beheer, materieel beheer en de bedrijfsvoering worden genoemd en toegelicht.
Inleiding
In 2021 heeft de bedrijfsvoering van het ministerie van Financiën onder druk gestaan. De oorzaak is een samenloop van factoren die gevolgen hebben voor de werkzaamheden, de medewerkers en de organisatie. Het gaat dan onder meer over de impact van de coronacrisis, de ontvlechting van de Belastingdienst, Toeslagen en Douane en de problematiek en de politieke en publieke aandacht voor toeslagen, zoals beschreven in het beleidsverslag.
Belastingdienst
De Belastingdienst kampt nog steeds met een aantal hardnekkige problemen. Deze houden verband met het oplossen van eerder gemaakte fouten bij het uitvoeren van heffing en inning van belastingen en de sturing en beheersing van de organisatie. Daarnaast loopt in verband met het niet naleven van wet- en regelgeving een aantal herstelacties. Herstelacties vragen veel capaciteit wat ten koste gaat van andere primaire en ondersteunende processen.
Het opstarten van de inning na afloop van de coronamaatregelen leidt naar verwachting tot groei van het aantal betalingsregelingen, saneringsverzoeken en faillissementen. Dit zal ook een forse extra werklast met zich mee brengen. Verder kan de uitspraak van de Hoge Raad inzake box 3 van eind 2021 grote gevolgen voor de uitvoering hebben. De stapeling van (herstel)acties brengt risico's met zich mee voor de bedrijfsvoering van de Belastingdienst.
Toeslagen
De problemen bij de kinderopvangtoeslag hebben laten zien hoe de fraudeaanpak en de hardheid van het toeslagenstelsel in het verleden verwoestend hebben uitgewerkt. Toeslagen stelt alles in het werk om in de eerste plaats herstel te bieden aan alle gedupeerde ouders. De kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag89 benoemt de maatregelen die in gang zijn gezet. De belangrijkste zien op het herstellen van vertrouwen en het verbeteren van de dienstverlening aan burgers door de overheid, het inbouwen van waarborgen om discriminatie te voorkomen en wettelijke waarborgen voor het gebruik van nationaliteit, het belang van een open overheid en een betere aansluiting tussen beleid en uitvoering.
De opgave die met het herstel en het toepassen van de menselijke maat gepaard gaat is groot. In 2021 heeft Toeslagen te maken gehad met veel politieke en maatschappelijke belangstelling. De (terechte) verwachtingen zijn hoog maar kunnen niet op korte termijn volledig worden waargemaakt. Prioriteiten moeten voortdurend tegen elkaar worden afgewogen.
Parallel aan de eerste stap in het herstel van gedupeerde ouders door het uitkeren van € 30.000 zijn aanvullende herstelregelingen opgezet en in uitvoering genomen. Zo zijn schulden gepauzeerd en alle Rijksorganisaties zijn gestart met het kwijtschelden van publieke schulden. Als ouders in acute problemen verkeren, wordt direct hulp geboden. Naast een groot aantal ouders dat zich heeft aangemeld zijn nieuwe gedupeerden in beeld gekomen die in de oorspronkelijke herstelaanpak nog niet waren meegenomen. Dit geldt onder andere voor kinderen en ex-partners van gedupeerde ouders en gedupeerden van vergelijkbare fouten bij andere toeslagen.
Het afgelopen jaar heeft Toeslagen stappen gezet om als organisatie verder in control te komen. Interne beheersmaatregelen worden waar nodig aangescherpt en getoetst op de werking bij relevante processen zoals bezwaar en toezicht. Hierbij ligt de focus steeds meer op rechtmatigheid en een rechtvaardige toepassing van de wet- en regelgeving. Om de ketenprocessen en –systemen beter aan te kunnen sturen zijn in 2021 de koppelvlakken met de Belastingdienst in beeld gebracht. De risico's die daaruit naar voren zijn gekomen worden nog uitgewerkt.