Base description which applies to whole site

3.1 Beleidsverslag

In 2021 had corona nog altijd een grote impact op de Nederlandse samenleving. Waar in 2020 nog steun was voor het coronabeleid, nam die steun in 2021 sterk af. Hoewel veel demonstraties rond coronamaatregelen goed verliepen, gingen sommige gepaard met openbare ordeverstoringen en confrontaties met de politie, o.a. op locatie van het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV).

Los van de coronacrisis zagen we ook andere ontwikkelingen. Zo was er spanning tussen efficiëntie en maatwerk in het openbaar bestuur en leidde het rapport van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) tot nieuwe aandacht voor transparantie, voor informatie-huishouding, voor rechtsgelijkheid en voor rechtsbescherming van kwetsbaren. Ook groeide het belang van een duurzamer en digitaal weerbaarder ministerie alsook van een optimale informatievoorziening en -technologie.

De moord op Peter R. de Vries en bedreigingen van journalisten, advocaten, politici en andere hoeders van de rechtsstaat lieten zien dat de rechtsstaat nog altijd onder druk staat van de georganiseerde criminaliteit. Ook vroegen Rijksbrede beveiligingsincidenten onze aandacht en riep de situatie aan de EU-buitengrenzen vragen op over het ‘terugduwen’ van migranten, het waarborgen van mensenrechten en het gebruik van migratie als geopolitiek drukmiddel.

Binnen al deze ontwikkelingen leverde JenV ook in 2021 een enorme inzet. Vaak nog steeds vanuit de huiskamers werkten onze medewerkers hard aan de maatschappelijke opgaven op het gebied van recht, veiligheid en migratie. Bovendien heeft de POK geleid tot reflectie binnen onderdelen van ons rechtsbestel, zoals de Raad van State en de Raad voor de Rechtspraak. En ook binnen andere JenV-organisaties leidde de POK tot gesprekken over ons eigen functioneren.

Tegen deze achtergrond beschrijven we wat ons ministerie heeft bereikt en – indien van toepassing - waarom deze resultaten anders zijn dan voorzien. Dit doen we voor al onze voornemens zoals geformuleerd in de JenV-Beleidsagenda 2021.

1. Koesteren van de rechtsstaat

De rechtsstaat staat onder druk. Rechters, advocaten, journalisten en bestuurders worden steeds vaker bedreigd en geïntimideerd terwijl zij fundamenteel zijn voor ons stelsel en onze veiligheid. Het aantal personen dat we moeten beveiligen neemt dan ook toe. Daardoor komt het stelsel Bewaken en Beveiligen onder druk te staan. Om die druk het hoofd te kunnen bieden concludeerde de commissie Bos dan ook dat het stelsel verder moet worden versterkt.

Nationale Veiligheidsstrategie

Maart 2021 brachten we de midterm-review uit bij de Nationale Veiligheid Strategie. De conclusie daarin is dat Nederland kwetsbaar is door zijn open samenleving in combinatie met verslechterde geopolitieke verhoudingen.

Veiligheidsregio’s

Op 3 februari 2021 bood het kabinet een standpunt aan op het rapport van de Commissie evaluatie Wet veiligheidsregio’s1. Hierin staat dat de aard en complexiteit van risico’s, dreigingen en crises door de jaren heen veranderen, net als de organisatie die hierop een antwoord moet vinden. Het rapport maakt duidelijk dat we verdergaande stappen moeten zetten om te komen tot - wat de Commissie noemt - grenzeloze samenwerking met álle betrokken crisispartners. Het kabinet kondigde een integraal wettelijk kader aan betreffende crisisbeheersing en brandweerzorg, toeberust op crises van toenemende complexiteit inclusief de ambitie van een structurele voorziening voor landelijke en bovenregionale coördinatie.

In 2021 informeerden we de Tweede Kamer (TK) over de uitvoering van de agenda Risico- en Crisisbeheersing 2018-20212. Hierbij deelden we ook de landelijke crisisplannen Hoogwater en Overstroming en Straling. Dit jaar actualiseerden we de gezamenlijke voorbereiding en planvorming van de nationale overheid, veiligheidsregio’s en vitale partners op het gebied van gas, elektriciteit en luchtvaartongevallen. Gestart is met het actualiseren en doorontwikkelen van het landelijk crisisplan digitaal. Ook maakten we afspraken met het veiligheidsberaad over de vertegenwoordiging van de veiligheidsregio’s in de nationale crisisstructuur.

Meldkamers en brandweer

Acht van de beoogde tien meldkamers zijn ingericht cf. de Wijzigingswet meldkamers. We brachten het beheer door de Landelijke Meldkamer Samenwerking verder op orde. Ook ronden we een ICT-verbetertraject af naar aanleiding van verstoringen in een aantal meldkamers.

Op verzoek van de TK keken juristen opnieuw naar mogelijkheden om de huidige rechtspositie van brandweervrijwilligers maximaal te behouden binnen de geldende Europeesrechtelijke en internationaalrechtelijke kaders. Hieruit bleek de noodzaak om bouwsteen 1, namelijk verplicht en niet-verplicht als cruciaal onderscheid tussen vrijwillige en beroepsbrandweer, te implementeren in de veiligheidsregio’s. In samenwerking met het Veiligheidsberaad geven we hieraan gevolg met een implementatieplan en vervolgonderzoek. Zoals ook toegezegd3 zijn in 2021 geen onomkeerbare stappen gezet in het onderscheid tussen beroepsbrandweer en vrijwillige brandweer.

2. Effectieve organisaties van de rechtsstaat

Capaciteit op orde: structurele gelden voor de justitiële keten

Op basis van het Prognosemodel Justitiële ketens (PMJ) is de justitiële keten versterkt. Tijdens de Voorjaarsnota (2021) voegde het kabinet ruim 208 mln. toe aan de begroting. Dit geld is verdeeld over de organisaties in de justitiële keten. Uiteraard had corona effect op de feitelijke productie in de keten.

Modernisering van de rechtspraak

Digitalisering

Het jaar 2021 was belangrijk voor de digitalisering van het civiele- en bestuursrecht. De eerste zaakstromen verliepen digitaal. Vanaf 15 november 2021 kunnen advocaten digitaal een beslagrekest indienen bij alle rechtbanken. In EU-verband is aandacht besteed aan digitalisering van de justitiesector. Zo is op 1 december 2021 een concept-verordening en -richtlijn gepubliceerd over de digitalisering van de justitiële samenwerking en toegang tot het recht.

De organisaties binnen de strafrechtketen werkten gezamenlijk aan verschillende digitaliseringsprojecten. Met het in werking treden van het slachtofferportaal is de doelstelling dienstverlening aan de burger tijdig bereikt. Helaas is ook duidelijk dat de twee andere doelstellingen - papier uit de keten en multimedia - niet tijdig zijn bereikt. De rechtspraak nam al wel een voorziening in gebruik waarmee rechtbanken multimedia relatief eenvoudig en betrouwbaar kunnen inzetten.

Tijdelijke Experimentenwet Rechtspleging in werking

De tijdelijke Experimentenwet rechtspleging is dit jaar door beide Kamers aangenomen en in het Staatsblad gepubliceerd.

Rechtspraak: maatschappelijk effectievere procedure

De Rechtspraak ging door met experimenten voor een meer toegankelijke rechtspraak die beter aansluit bij maatschappelijke behoeften. De ambitie is succesvolle projecten binnen de Rechtspraak breed te implementeren. 

Bevorderen duurzame geschiloplossing door mediation

Uit rondetafelbijeenkomsten blijkt geen draagvlak voor het concept wetsvoorstel inzake mediation. Daarom brachten we dit voorstel niet in consultatie. In plaats daarvan stimuleren we mediation en onderzoeken we mogelijkheden voor het invoeren van een startbijdrage voor partijen die deelnemen aan een mediation-traject in hun rechtszaak.

Merkbaar versterkte politieorganisatie

Operationele bezetting en formatie

De komende jaren kampt de politie met onderbezetting. De bezetting en formatie komen vanaf 2024-2025 weer in balans. Dit betekent dat de politiechefs en gezagen de komende jaren nog voor moeilijke keuzes over de inzet van agenten zullen blijven staan, en dat politiemensen onder grote druk hun belangrijke werk doen. Daarom investeerde het kabinet ook dit jaar in de politie, vooral in meer operationeel politiepersoneel.

Vanaf 2021 wenden we de gelden voor de politie (€ 1,6 mln.) aan voor het werven van fte’s voor het Expertisecentrum Mensenhandel en Mensensmokkel, het verstevigen van de Domeinoverstijgende Informatiegestuurde werkwijze, de bestendiging van het Landelijk Coördinatie Centrum en het verder verstevigen van de landelijke aanpak.

Daarnaast hebben we extra capaciteit geworven voor de Afdeling Vreemdelingenpolitie, Identificatie en Mensenhandel (AVIM). Voor 2021 streefden we ernaar het onderdeel mensenhandel binnen AVIM te versterken met ongeveer 46 fte. Hiervan zijn tot nu toe 39 fte geworven. De geplande 23 fte voor het Identificatie- en Registratieproces zijn eveneens geworven. Tegelijkertijd is sprake van uitstroom bij AVIM, alsook binnen de gehele politieorganisatie. Omdat de gemiddelde leeftijd binnen AVIM hoger ligt is de uitstroom nog groter.

Vernieuwde basisopleiding

Het sneller beschikbaar komen van extra agenten is mede het gevolg van de nieuwe, verkorte, toekomstbestendige basispolitieopleiding op mbo-niveau 4. Deze opleiding startte dit jaar. Door de kortere opleidingsduur kan de politie aspiranten sneller aanstellen als volwaardig politieagent. Daarnaast verhoogden we dit jaar het aantal instroommomenten bij de Politie Academie van drie naar vier.

Nabijheid centraal: versterkte oriëntatie op wijk en web

Dit jaar zette de politie stappen om de Gebiedsgebonden Politiezorg en dienstverlening toekomstbestendig te maken én de nabijheid bij burgers te borgen. Het versterken van de digitale vakbekwaamheid van medewerkers richtte zich vooral op de rol van de digitale wijkagent en de digitale vakbekwaamheid van medewerkers. Wat betreft dienstverlening: door het virtueel samengaan van de Regionale Service Centra kunnen politieeenheden nu elkaars werk overnemen. Daardoor kan de politie burgers sneller (fysiek) helpen.

Bewaken en beveiligen

De in 2020 gestarte versterking van het stelsel bewaken en beveiligen is in 2021 voortgezet. Belangrijke uitbreidingen in capaciteit zijn gerealiseerd. De eerste vier Bewaken en Beveiligen teams van de politie zijn operationeel, en de werving en selectie van extra personeel voor de overige teams worden voorbereid. Het omzetten van deze middelen in meer capaciteit is niet van vandaag op morgen bewerkstelligd. De werving, selectie en opleiding van personeel kost tijd. Ook de capaciteit voor 24-uurs cameratoezicht bij de politie is gerealiseerd. Daarnaast maakte de Koninklijke Marechaussee een deel van de bestaande capaciteit geschikt voor objectbeveiliging om ook persoonsbewaking uit te voeren.

Robuuste migratieketen

Analyses en doorlichtingen migratieketen

In 2021 zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar de robuustheid van de keten. Het doorlichten van de migratieketen en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) lieten ontwikkelkansen zien. Sturing, wendbaarheid, stabiliteit, informatievoorziening en bekostiging zijn belangrijke aandachtspunten uit deze doorlichtingen.

Inzet subsidies

In 2021 zijn substantiële subsidies aan partners in de migratieketen onderzocht. Met de aanbevelingen uit dat onderzoek kunnen we de effectiviteit en wenselijkheid verbeteren bij de inzet van subsidies.

Taskforce verkleinen wachtlijsten IND

Om de opgelopen achterstanden weg te werken stelde de IND een Taskforce in. Hun opdracht was alle 15.350 zaken van voor 1 april 2020 af te handelen. In de zomer van 2021 is dit gelukt, uitgezonderd een klein deel waarbij sprake is van langdurige beslisbelemmering. De Taskforce is hiermee afgerond. Om toekomstige fluctuaties in de asielinstroom het hoofd te bieden nam de IND een deel van de Taskforce-medewerkers in dienst.

Uitvoering maatregelen flexibilisering asielketen

We voerden verschillende maatregelen uit gericht op flexibilisering van de asielketen. Zo implementeerden we het vernieuwde identificatie- en registratieproces en gaven we de Algemene Asielprocedure flexibeler vorm. Tevens namen we het simulatiemodel in beheer. Daarmee brengen we de gevolgen van voorgenomen beleidskeuzes en ketenbrede effecten in kaart, zoals fluctuaties in de instroom.

3. Rechtsbescherming

Toekomstscenario effectievere jeugdbeschermingsketen

In opdracht van het Rijk (JenV en VWS) en de VNG is het toekomstscenario kind- en gezinsbescherming ontwikkeld. Het scenario is op 30 maart 2021 naar de TK gestuurd. Daarna volgde een brede consultatie. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) bracht op 14 september een advies uit. Daarin onderschrijft de Raad het belang van herijking en formuleert enkele aandachtspunten, o.a. om de verantwoordelijkheid voor het gedwongen kader uitsluitend bij het Rijk te beleggen en rechtsbescherming beter te regelen. Uit de consultatie blijkt dat we het scenario verder moeten uitwerken en de consequenties beter in beeld moeten brengen. Eind 2021 zijn zes proeftuinen gestart die het scenario binnen de huidige wettelijke kaders beproeven.

Jeugdstrafrecht aangepast

Het WODC voerde een meerjarig onderzoeksprogramma uit waarin het adolescentenstrafrecht is gemonitord en geëvalueerd. De focus lag op het toepassen van het jeugdstrafrecht bij jongvolwassen (18- tot 23-jarigen). Het sluitstuk van dit in 2021 opgeleverde programma is de overkoepelende studie ‘Evaluatie van het adolescentenstrafrecht’. Uit deze evaluatie blijkt dat het nog te vroeg is voor definitieve conclusies over de effectiviteit van toepassing van het jeugdstrafrecht bij jongvolwassenen. De potentie van het adolescentenstrafrecht kan toenemen door toeleiding4 en tenuitvoerlegging aan te passen. Het WODC deed hiertoe aanbevelingen. In het najaar van 2021 vond een expertmeeting plaats met vertegenwoordigers uit de wetenschap en de keten. Daar zijn de uitkomsten van het WODC-onderzoek voorgelegd.

Huiselijk geweld en kindermishandeling

Het in 2018 gestarte programma ‘Geweld hoort nergens Thuis’ is met een jaar verlengd en zal tot eind 2022 doorgaan. Politie en Veilig Thuis werkten dit jaar aan snellere actie na melding van een crisissituatie. Dit leverde o.a. een landelijk in te zetten toolkit op. Ook is in alle arrondissementen de samenwerking beproefd tussen Veilig Thuis en ZSM5. Daarnaast implementeerden we het landelijk handelingskader voor de inzet van forensisch-medische expertise voor kinderen. Dit droeg in zeven van de tien regio’s bij aan voldoende beschikbaarheid van forensische artsen. Door de coronacrisis liep de implementatie ervan wel vertraging op.

Scheidingsaanpak: escalatie voorkomen en zorg en rechtspraak verbinden

De nieuwe scheidingsaanpak moedigt ouders aan in het belang van hun kind blijvend samen te werken. Met de nieuwe procedure voor gezamenlijke toegang kunnen ouders zich met een gezamenlijk verzoek tot de rechter wenden. In april 2021 zijn hiervoor pilots gestart in de arrondissementen Den Haag en Oost-Brabant. De pilots lopen twee jaar. Ook werkten we aan een digitaal scheidingsplein en een virtuele scheidingsbegeleider. Eind 2021 zijn de prototypes opgeleverd, vergezeld van een advies hoe deze producten verder te ontwikkelen. Daarnaast spraken we met ketenpartners over de noodzaak van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) die regelt dat een gezinsvertegenwoordiger kan optreden zonder tussenkomst van advocaten. Samen met ketenpartners, waaronder de Raad voor Rechtsbijstand, concluderen we dat een verplichte inzet van een gezinsadvocaat niet noodzakelijk is.

Verbeterde toegang tot het recht: rechtspositie en rechtsbijstand

Door de rechtsbijstand verder te intensiveren verstevigden we de rechtspositie van verdachten binnen het ZSM-proces. Vanwege het bijzondere karakter van de ZSM-werkwijze krijgt de verdachte in korte tijd met een aantal organisaties en beslissingen te maken. Dan moet de verdachte goed geïnformeerd zijn over zijn rechten en plichten, vooral als het Openbaar Ministerie (OM) beslist om de zaak met een OM-strafbeschikking af te handelen. Daarom is dit jaar geregeld dat alle verdachten in het ZSM-proces rechtsbijstand kunnen krijgen als het OM een strafbeschikking uitvaardigt. Aangehouden verdachten krijgen rechtsbijstand als het OM binnen de ophoudtermijn een strafbeschikking oplegt. Bij een voornemen tot OM-strafbeschikking kunnen verdachten op vrije voeten kosteloos een advocaat raadplegen zodat zij bewust kunnen besluiten of zij hiermee akkoord gaan.

In 2021 gaven we verder vorm aan de contouren van het vernieuwde stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Bij de uitwerking staan drie pijlers centraal. Voor de eerstelijns rechtshulp (pijler 1) versterkten we de online dienstverlening van het Juridisch Loket. Ook ontwikkelden we een diagnose-instrument (prototype) om sneller te verwijzen naar de juiste (rechts)hulpverlener. Om de kwaliteit van tweedelijns rechtshulp (pijler 2) te versterken namen we initiatieven rond het thema zelfredzaamheid, waaronder de invoering van een Regeling adviestoevoeging zelfredzaamheid. Ook troffen we voorbereidingen voor betere vergoedingen voor sociaal advocaten en mediators per 1 januari 2022. Onder de vlag van Burgergerichte overheid (pijler 3) verhoogden we de proceskostenvergoeding als prikkel voor overheden om onnodige geschillen met burgers te voorkomen. Om knellende wetgeving in kaart te brengen zijn we gestart met wet- en regelgeving-dialogen met gemeenten en overheidsorganisaties.

Betere bescherming van slachtoffers

De in 2018 gestarte Meerjarenagenda (MJA) Slachtofferbeleid is in 2021 afgerond. Langs de drie sporen van het MJA verstevigde JenV de rechtspositie van slachtoffers als procesdeelnemer in strafzaken.6 Een belangrijk spoor hierin was het ondersteunen van slachtoffers bij het verhalen van schade. Hiertoe bracht commissie Donner haar advies uit.7

In 2021 namen de Eerste en Tweede Kamer de Wet uitbreiding slachtofferrechten aan en startte de implementatiefase. Deze wet regelt o.a. dat verdachten van zware gewelds- en zedenmisdrijven verplicht ter zitting moeten verschijnen

Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

Ondermijning en de rol van DJI

DJI heeft een belangrijke rol en positie in de aanpak van ondermijning en voorgezet crimineel handelen in detentie (VCHD). Als het gaat om het signaleren en acteren op risico's is binnen DJI een toenemende groep «hoog risico» gedetineerden. Daarom stelden we in 2021 een meerjarenaanpak op gericht op een sluitende ketenaanpak van VCHD tijdens detentie en zitting, met o.a. de bureaus inlichtingen en veiligheid, een verscherpte GVM-systematiek (Gedetineerden met een Vlucht- en Maatschappelijk risico) en afdelingen intensief toezicht.

Corona – impact op DJI

Het coronavirus was van grote invloed op de dagelijkse werkzaamheden van DJI. Maatregelen zijn genomen om verspreiding van het virus te voorkomen en de leefbaarheid in de justitiële inrichtingen in stand te houden, zonder dat daarbij de zorg en veiligheid in het geding kwamen. Zo hebben we zelftesten en persoonlijke beschermingsmiddelen aangeschaft, is telehoren ingezet en vervoerden we justitiabelen gescheiden. Ook beïnvloedde het virus de personele bezetting. Vanwege hoger ziekteverzuim, is extra personeel ingezet. Dit heeft tot circa € 57 mln. aan extra DJI-uitgaven geleid.

Inspectierapport Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI’s)

De Inspectie Justitie en Veiligheid, Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Inspectie van het Onderwijs uitten begin juli 2021 zorgen over het capaciteits- en personeelstekort in de JJI’s. In reactie hierop namen we een aantal maatregelen - zoals een derde mbo-groepsleider op de groep en de structurele inzet van basispsychologen - om de personele krapte op korte termijn op te lossen.

Forensische zorg

Ook in 2021 zetten alle betrokkenen flinke stappen om de veiligheid en kwaliteit van de forensische zorg te vergroten. Zo zorgt de aanpak van «de weigerende observandi» ervoor dat verdachten niet de tbs-maatregel kunnen ontlopen door medewerking aan observatieonderzoek te weigeren. Daarnaast ontwikkelden we een kwaliteitskader waarin we duidelijke normen voor de forensische zorg vastlegden; hiermee is de balans tussen veiligheid en zorg beter geborgd en de beoogde kwaliteit sectorbreed geëxpliciteerd. Ook is er een nieuwe inkoopstrategie. Daarmee kunnen we gerichte afspraken maken, passend bij het type zorgaanbieder mét de mogelijkheid van langer lopende contracten. Daarnaast voerden we trajectindicaties in in de forensische zorg. Om hiermee meer ervaring op te doen is besloten de pilotfase te verlengen.

4. Prioriteiten in het veiligheidsbeleid

Georganiseerde, ondermijnende criminaliteit

De invloed van georganiseerde, ondermijnende criminaliteit op de samenleving is funest. Ook in 2021 zagen we dat het gebruik van geweld tegen burgers of personen die een belangrijke rol spelen in onze rechtsstaat niet wordt geschuwd. Door preventie en repressie, zowel lokaal als (inter)nationaal, is dit jaar hard gewerkt aan de aanpak van deze vorm van criminaliteit.

Georganiseerde, ondermijnende criminaliteit is zichtbaar in straten en wijken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ondernemers die onder druk worden gezet om mee te werken aan criminele praktijken, minderjarigen die worden geronseld om drugs te dealen of boeren die worden bedreigd als zij hun schuur niet ter beschikking stellen voor een drugslab. Door gelden in te zetten lukte het de structurele samenwerking tussen publieke en private partners te versterken. Er is geld gestoken in preventieprojecten. Acht gemeenten hebben daarmee hun preventieve aanpak in de meest kwetsbare wijken een extra impuls gegeven. De kennis en ervaring die hiermee zijn opgedaan, zetten we in om de structurele preventieve aanpak vorm te geven. Daarnaast hebben we de afgelopen jaren geïnvesteerd in het stelsel van bewaken en beveiligen.

Ook in de internationale ondermijningsaanpak hebben we stappen gezet. Om Europa minder aantrekkelijk te maken voor de georganiseerde criminaliteit werken we met (inter)nationale partners aan initiatieven en verstevigen we de EU-wet- en regelgeving. De focus ligt hierbij op het weerbaarder maken van logistieke knooppunten en processen, samenwerking met bron- en transitlanden en het inzetten op technologie en innovatie om operationele samenwerking te versterken. De beleidsmatige verbetering van de aanpak van criminele geldstromen vindt o.a. plaats door wetgeving, projecten en internationale samenwerking. Zo zijn in Dubai op 29 augustus 2021 twee bilaterale verdragen ondertekend over wederzijdse rechtshulp in strafzaken en uitlevering.

Het Brede Offensief is hiermee realiteit geworden. Met het structurele geld kunnen we verder toewerken naar een langdurige aanpak die werkt. In 2021 zijn daarvoor drie initiatieven ontwikkeld: het Strategisch Kennis Centrum (SKC), de Landelijke Fenomeentafels ondermijning (LFT’s) en de Kennisagenda Ondermijning (KO).

Cybercrime

Cybercrime groeide de afgelopen jaren gestaag door én we boekten successen op dit dossier. Een voorbeeld hiervan is het uit de lucht halen van het complexe netwerk van servers achter de agressieve malware Emotet. Hiertoe werkten politiemensen en officieren van justitie uit acht landen samen.

Ook was er aandacht voor preventie: de City Deal ‘Lokale weerbaarheid cybercrime’ had aandacht voor lokale en regionale preventie van cybercrime door gemeenten, Platforms Veilig Ondernemen en regionale samenwerkingsverbanden. De preventie van cybercrime in het MKB is een prioriteit in de City Deal evenals in het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing. In het kader van het Convenant Preventie Cybercrime zetten publieke en private partners in op het frequenter gebruik en breder toepassen van twee-factor authenticatie.

Online fraude

Het kabinet heeft het initiatief genomen om fraude via het internet integraal aan te pakken. Private partijen zoals banken en telecomaanbieders doen hieraan mee. Het doel is de groei van online fraude tegen te gaan.

Ook op Europees niveau zijn afspraken gemaakt om online fraude en cybercriminaliteit door operationele samenwerking gezamenlijk te bestrijden (EMPACT). Het Europees OM is sinds 1 januari 2021 operationeel. Het zette inmiddels ruim 400 onderzoeken naar EU-fraude in gang, waarvan er in Slowakije al één leidde tot een veroordeling.

Terroristische dreiging en radicalisering

Inzet op preventie: maatwerk en lokale interventies

Ook in 2021 ging er een reële dreiging uit van radicalisering en extremisme. We continueerden de lokale aanpak gericht op het voorkomen en bestrijden ervan. De meest betrokken gemeenten ontvingen Versterkingsgelden om gericht te investeren in hun lokale aanpak. Ook maakten gemeenten gebruik van het ondersteuningsaanbod van de Toolkit Evidence Based Werken. Deze toolkit richt zich op de preventieve aanpak van radicalisering en extremisme. Aanvullend is een ‘advies op maat’-traject aangeboden aan gemeenten.

Om de deskundigheid van lokale professionals te bevorderen benutten gemeenten ook het opleidingsaanbod van het Rijksopleidingsinstituut tegengaan radicalisering (ROR). Het ROR trekt hierin op met het Landelijk Steunpunt Extremisme. Dit steunpunt biedt gemeenten familieondersteuning aan.

Informatie-uitwisseling en detectie van jihadistische reisbewegingen

Om detectie van reisbewegingen van terroristen te verbeteren ontwikkelden we dit jaar het Passenger Name Records-instrument verder. Alle bevoegde instanties maakten daarbij gebruik van reisgegevens als instrument in de bestrijding van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit. Het Europese en nationale wettelijk kader is geëvalueerd en de bevindingen worden geïmplementeerd.

Re-integratie na detentie

Uit recent onderzoek naar re-integratie en recidive blijkt dat aan terrorisme gerelateerde recidive na een terroristisch misdrijf 5% is. Toch blijft men zich zorgen maken over terugkeer naar extremistische netwerken na detentie. Omdat de komende periode waarschijnlijk meer terrorismeveroordeelden vrijkomen neemt die zorg toe. Daarom hebben we ook dit jaar onverminderd ingezet op het bevorderen van een veilige en gecontroleerde vrijlating van terrorismeveroordeelden na detentie. Een belangrijk onderdeel hiervan is het zicht te versterken op personen tijdens en na detentie, waaronder personen zonder rechtmatig verblijf. Daarnaast wisselen ketenpartners al tijdens de detentie cruciale informatie uit. Na detentie zetten we deze samenwerking voort onder regie van gemeenten.

Ongewenste buitenlandse financiering

Om Europese samenwerking op Ongewenste buitenlandse financiering (OBF) te zoeken, voerde Nederland eerste gesprekken met België, Zweden, Noorwegen, Frankrijk en Duitsland. Samen met Frankrijk en het Radicalisation Awareness Network bood Nederland de EU-Commissie een opzet aan om de problematiek van OBF te inventariseren in alle EU-lidstaten.

Mensenhandel

Sinds de presentatie van het interdepartementale programma ‘Samen tegen mensenhandel’ (2018) investeerden alle betrokkenen in de uitvoering van dit programma, leidend tot concrete resultaten8. Dit jaar verkenden we de mogelijkheid en wenselijkheid om artikel 273f Wetboek van Strafrecht (Mensenhandel) aan te passen. De conclusie is dat het mogelijk en wenselijk is de strafbaarstelling van mensenhandel aan te passen.

Samen met het Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel werkten we aan een nationaal actieplan om de digitale bescherming van minderjarigen en adolescenten te verbeteren. Ook werkten we aan maatregelen waardoor klanten van sekswerk zich bewust zijn van hun rol en verantwoordelijkheid. Hierdoor ontstaat meer zicht op (strafbare) klant-daders en stellen we een heldere norm voor klanten die gebruik maken van betaalde seks.

Met de publicatie van ‘Kader mensenhandel voor gemeenten’ (1 februari 2021) is een belangrijke stap gezet in het verder verankeren van de gemeentelijke aanpak. Dit jaar is op verschillende manieren hiervoor aandacht gevraagd opdat zoveel mogelijk gemeenten het daadwerkelijk implementeren.

Online seksueel kindermisbruik

In de Veiligheidsagenda 2019–2022 staan afspraken over het bestrijden van online seksueel kindermisbruik. De strafrechtelijke aanpak richt zich op het identificeren van slachtoffers, misbruikers, vervaardigers en keyplayers binnen (online) netwerken. Meer dan in voorgaande jaren ligt de focus op zwaardere en arbeidsintensievere onderzoeken gericht op vervaardigers en keyplayers binnen (online) netwerken.

Samen met de internetsector werken we aan het opschonen van het internet. Zo legde de sector zichzelf richtlijnen op om binnen 24 uur na melding beeldmateriaal te verwijderen van online seksueel kindermisbruik. Verder verlengden we het project van de TU-Delft-monitor met twee jaar tot 2022. De monitor maakt inzichtelijk wie (welke bedrijven), waar, hoelang en hoeveel kinderpornografische content online heeft staan.

Het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) speelt een belangrijke rol in de aanpak. Het bureau ontvangt meldingen van de aanwezigheid van beeldmateriaal en kan hostingproviders en/of websites verzoeken dit materiaal binnen 24 uur te verwijderen. Voor de financiering van het EOKM is structurele dekking gewaarborgd op grond van de motie-Hermans (september 2021).

Sluitstuk van de aanpak is de bestuursrechtelijke handhaving. Daarin gaat de in 2022 te starten Autoriteit Online Terroristisch en Kinderpornografisch Materiaal voorzien. In 2021 is deze oprichting voorbereid.

Overige: doelstellingen en inzet

Veiligheidsagenda

In het Landelijk Overleg Veiligheid en Politie van november 2020 is gesproken over de herijking van de Veiligheidsagenda. De minister van JenV besloot de beleidsdoelstellingen uit 2019 ook in 2021 te handhaven. Dit o.a. in verband met de effecten van de coronacrisis op de politiecapaciteit. Voor de reslutaten over 2021 met betrekking tot de veiligheidsagenda wordt verwezen naar paragaaf 3.2 Veiligheidsagenda.

Multidisciplinair Interventieteam (MIT)

In 2021 bouwden we verder aan het MIT. Het programmateam startte op 1 januari 2021. Het MIT is in 2021 gegroeid naar bijna 100 fte. Eind 2021 is het instellingsbesluit MIT in de Staatscourant gepubliceerd en daarmee in werking getreden. Hiermee zijn de operationele governance en beheersmatige governance juridisch geformaliseerd en heeft het MIT een juridisch fundament.

Publiek-private samenwerking

Samen met brancheorganisaties zijn campagnes uitgevoerd om ondernemers in de horeca en in het MKB bewust te maken van criminele inmenging. Op basis van onderzoek naar criminaliteit in de transport- en logistieksector, de vastgoedsector en de agrarische sector hebben we maatregelen betroffen om criminele inmenging in deze sectoren te voorkomen. Ook zijn stappen gezet in de mobiliteitssector, zoals een uitvoeringstoets van een systeem dat huurders koppelt aan het kentekenregister.

Agenda Burgemeester

Als onderdeel van de uitwerking van de Agenda Burgemeester9, is het onderzoek naar het burgemeestersambt afgerond. Het onderzoek werpt de vraag op of het ambt in zijn huidige vorm teveel van het goede is en of dit in de toekomst houdbaar is10. Over de uitkomsten van het rapport zijn op initiatief van Binnenlandse Zaken themabijeenkomsten georganiseerd met burgemeesters.

5. Een menswaardig en effectief migratiebeleid

Grenzen en Schengen

De implementatie van de verplichtingen uit de Europese grens- en kustwacht-verordening (2019/1896) omvat onder meer:

  • De centrale autoriteit in Nederland voor de vergoedingen vanuit Frontex. Dit is binnen de termijn (Jaarplan 2021) succesvol opgezet.

  • Het versterkte Europese grenssurveillancesysteem (Eurosur). De Europese Commissie heeft de implementatie hiervan uitgesteld. Een speciale werkgroep is hierop ingezet (voorlopige deadline september 2022).

  • De nieuwe beleidscyclus voor Integrated Border Management. De ontwikkelingen hieromtrent lopen nog.

Het duurt langer dan voorzien om de aanbevelingen te implementeren van de Algemene Rekenkamer gericht op het verbeteren van de cybersecurity van het Self Service Passport System. Juni 2021 informeerden we de TK over de vertraagde voortgang hiervan en schetsten we verschillende tijdslijnen. November 2021 is de TK vertrouwelijk geïnformeerd dat deze tijdslijnen achterhaald zijn en de implementatie vertraagd is van de cybersecurity verbetermaatregelen. We verwachten nu dat het op zijn vroegst in 2024 mogelijk is de accreditatie aan te vragen conform het Defensie Beveiligingsbeleid. De vertraging is o.a. het gevolg van complexe vraagstukken, waaronder technische en eigenaarschapsvraagstukken, gebrek aan specialistische capaciteit en afhankelijkheid van sub-leveranciers.

De doelstelling van het invoeren van de Wet Biometrie in de vreemdelingenketen is behaald. Daardoor kunnen ketenpartners biometrie afnemen, verwerken en opslaan. We verkennen nog de Known Traveller Digital Identity-pilot met Canada en World Economic Forum. Daarnaast verkennen wij en overige stakeholders binnen het consortium, of we met behulp van de Europese Commissie een pilot voor een digitaal reisdocument kunnen implementeren in samenwerking met andere EU-lidstaten en Canada. We behaalden geen resultaat in de herziening van de Advance Passenger Information EU-richtlijn. De reden is dat de besprekingen ervan in de Europese Commissie zijn uitgesteld.

Gemeenschappelijk Europees Asiel Stelsel

In 2021 zijn de onderhandelingen gestart van een aantal door de Commissie voorgestelde ontwerpverordeningen. Deze leidden nog niet tot overeenstemming tussen de EU-lidstaten. Zij verschillen o.a. van mening over het voeren van een verplichte asielgrensprocedure en de mate van solidariteit met EU-lidstaten die de zwaarste lasten dragen. Meerdere lidstaten houden vast aan een pakketbenadering. Dan is pas overeenstemming mogelijk als overeenstemming is bereikt over alle losse wetgevingsvoorstellen. Dit jaar is wel de zogenoemde EUAA-verordening aangenomen. Deze verordening zet het Europese asiel- en ondersteuningsbureau om in een volwaardig agentschap.

Minder overlast en illegaliteit, meer terugkeer

In 2021 hebben o.a. de migratieketen, ketenmariniers, strafrechtketen en het lokale bestuur de integrale aanpak van overlastgevende asielzoekers voortgezet en waar mogelijk geïntensiveerd. Hierbij keken zij of aanvullende maatregelen noodzakelijk en mogelijk zijn. We continueerden de Top-X-aanpak en de specifieke uitkering. Daarmee kunnen gemeenten maatregelen financieren tegen overlast buiten de opvanglocatie. Ook hebben we maatregelen getroffen tegen overlast in het openbaar vervoer.11 Daarnaast besloten we dat incidenten met (grote) impact buiten de opvanglocatie kunnen leiden tot plaatsing in de Handhaving- en Toezichtlocatie in Hoogeveen.12 Ook hadden we aandacht voor de aanbevelingen van de Inspectie JenV in haar vervolgonderzoek naar de aanpak van overlastgevende asielzoekers.13 Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers zette haar zoektocht voort naar versoberde opvanglocaties voor personen van wie de IND de asielaanvraag behandelt in spoor 2.14 Helaas is het niet gelukt om deze locatie(s) te vinden voor de einddatum van de pilot in Ter Apel en Budel-Cranendonck (31-12-2021).15

In het kader van het programma Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LLV) is in 2021 een tussenevaluatie opgeleverd van de vijf pilot-LVV’s. Mede als gevolg van de coronacrisis en daaraan gerelateerde vertraging binnen het programma was een volledige evaluatie nog niet mogelijk.

Ook versterkten we de migratiesamenwerking met belangrijkste herkomst- en transitlanden. De inzet hierbij is om de dialoog te voeren over de gehele breedte van het migratiedomein. Zo is dit najaar met Egypte een gezamenlijke intentieverklaring ondertekend die ziet op de versterking van de migratiesamenwerking tussen Egypte en Nederland. In EU-verband heeft Nederland consequent ingezet op vergelijkbare migratiedialogen tussen de EU en de belangrijkste migratielanden.

Nederland zette zich ook in voor effectief gebruik van artikel 25bis van de EU-visumcode om landen aan te spreken als de terugkeersamenwerking structureel tekort schiet. Afgelopen jaar zijn als gevolg hiervan visummaatregelen genomen tegen Gambia. De doelstelling om het taalniveau voor naturalisatie op B1 te stellen is in 2021 niet gehaald. Wel is de doelstelling behaald om kennismigratie te blijven stimuleren. De verblijfsregeling voor essentieel startup-personeel startte in de vorm van een pilot voor een periode van drie jaar. Daarnaast is de Europese onderhandeling afgerond over de herziening van de Richtlijn blauwe kaart en startte het nationale implementatietraject.

1

Kamerstukken II 2020/21, 29 517, nr. 198

2

Kamerstukken II 2020/21, 30 821, nr. 129

3

Kamerstukken II 2021/22, 29 517, nr. 209

4

‘Toeleiding’ staat voor de begeleiding van de casus naar de keten van de adolescentenstrafrecht.

5

ZSM is de naam van de werkwijze van het openbaar ministerie met haar ketenpartners uit het strafrecht. Het staat voor Zorgvuldig, Snel en Maatwerk. Tegelijkertijd is het een samenwerkingsorgaan en een bekende term die JenV regelmatig in brieven gebruikt.

8

Kamerstukken 2021/22, 28638, nr. 205 en 200

9

Kamerstukken 2019/20, 35 300, nr.108)

10

Kamerstukken 2020/21, 35 570I, nr. 89

11

De aanpak van overlast in het openbaar vervoer rondom Ter Apel, Zwolle en Emmen (Kamerstukken II 2021/22, 28 642 nr. 109)

12

(Nieuwe) maatregelen tegen overlast veroorzaakt van asielzoekers, waaronder htl-plaatsing n.a.v. extreme overlast buiten de opvanglocatie en maatregelen tegen overlast in het openbaar vervoer (Kamerstukken 2021/22, 30 573 nr. 188)

13

Beleidsreactie op het Inspectierapport Vervolgonderzoek aanpak overlastgevende asielzoekers (Kamerstukken 2020/21, 19 637 nr. 2744)

14

Spoor 2 van het IND-sporenbeleid ziet op de versnelde afdoening van zowel aanvragen van asielzoekers die in een andere lidstaat van de Europese Unie internationale bescherming kunnen genieten (Dublinzaken), als op aanvragen van asielzoekers afkomstig uit een veilig land van herkomst (veiligelander).

15

Reactie op Actieplan Veilige Landers van JA21 (Kamerstukken 2021/22, 19 637 nr. 2812)

Licence