Artikel | Omschrijving | Uitstaande garanties 2020 | Verleend 2021 | Vervallen 2021 | Uitstaande garanties 2021 | Garantieplafond |
---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 7 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid1 | Rijkshypotheekgaranties | 11 | 0 | 2 | 9 | 9 |
Totaal | 11 | 0 | 2 | 9 | 9 |
Rijkshypotheekgaranties
De Rijkshypotheekgaranties is een aflopende regeling. Bij beschikking van 23 augustus 1974, nr. AB74/U1271, van de Minister van BZK, is de mogelijkheid gecreëerd om onder bepaalde voorwaarden een hypotheek garantie te verlenen voor tijdige betaling van rente en aflossing op een hypothecaire geldlening, die in verband met de aankoop van een woning is afgesloten. Er is nog één garantie geldig. Deze laatste garantie vervalt in 2024. Het theoretische risico bedraagt € 9.000. Voor deze garantie is geen begrotingsreserve aanwezig en wordt geen premie afgedragen als vergoeding voor de afgegeven garantie.
Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) zorgt dat de deelnemende woningcorporaties toegang hebben tot de kapitaalmarkt tegen zo optimaal mogelijke financieringskosten. Dit doet het WSW door borg te staan voor de rente- en aflossingsverplichting van door het WSW geborgde leningen van woningcorporaties. Op het moment dat een woningcorporatie niet aan de rente- en aflossingsverplichting voor een door WSW geborgde lening voldoet, kan een geldverstrekker aanspraak doen op het WSW.
Het Rijk en de gemeenten vormen de achtervang voor het WSW. Dit houdt in dat het Rijk en de gemeenten (beide voor 50%) een renteloze lening aan het WSW verstrekken, indien het WSW onvoldoende liquide middelen heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen.
WSW beschikt over een eigen risicovermogen/bufferkapitaal en kan daarnaast indien nodig een jaarlijkse obligoheffing van maximaal 0,25% van het uitstaande saldo van geborgde leningen in rekening brengen bij de deelnemende woningcorporaties, evenals gecommitteerd obligo opvragen tot 2,6% van het saldo geborgde leningen. Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus opgevangen door WSW en de corporatiesector zelf via bufferkapitaal en obligo. Pas daarna komen Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is tot op heden nog nooit aangesproken. De kans dat dit in de toekomst zal gebeuren, wordt klein geacht.
Per eind 2021 heeft WSW € 83,3 mld. aan leningen geborgd. Overeenkomstig de in 2021 ingevoerde systematiek uit het Strategisch Programma is het totale obligo ten opzichte van 2020 met € 685 mln. gedaald. Het bufferkapitaal nam in 2021 met € 22 mln. toe.
Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) is de uitvoerder van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Het Rijk is de achtervanger bij het WEW. Dit betekent dat, zodra het WEW onvoldoende risicovermogen heeft om aanspraken op de garantstelling te kunnen betalen, het Rijk zich verplicht heeft gesteld om achtergestelde renteloze leningen te verschaffen. Tot 2011 was het Rijk samen met de gemeenten achtervanger. Vanaf 1 januari 2011 is alleen het Rijk achtervanger, voor de oude gevallen blijven de gemeenten verantwoordelijk voor 50% van de achtervang.
Omschrijving1 | 2020 | 2021 |
---|---|---|
Achterborgstelling | 197.394 | 196.328 |
Risicodragend gegarandeerd vermogen | 6.200 | 4.412 |
Bufferkapitaal | 1.530 | 1.608 |
Obligo | n.v.t. | n.v.t. |
Stand risicovoorziening | 265 | 326 |
De omvang van de uitgekeerde verliesdeclaraties (op basis van de verkoopdatum van het onderpand) is verder gedaald van € 0,8 mln. in 2020 naar € 0,3 mln. in 2021. Deze afname is te verklaren door marktontwikkelingen en het beleid van het WEW. De achterborgstelling ultimo 2021 is circa € 196 mld. Tegelijkertijd is het garantievermogen van het waarborgfonds verder toegenomen tot € 1,6 mld. In het actuarieel onderzoek van het WEW uit het derde kwartaal van 2021 wordt voor de periode 2021 ‒ 2026 geen aanspraak op de achtervang van het Rijk voorzien.
Voor de achtervangfunctie van het Rijk draagt het WEW een vergoeding af aan het Rijk. Sinds 2020 bedraagt deze afdracht 0,3% van iedere nieuwe afgegeven hypotheekgarantie. Deze afdracht wordt doorberekend aan de consument. In 2021 heeft het Rijk een afdracht ter grootte van € 63,6 mln. ontvangen over 2020 en (vanwege correcties) van enkele eerdere jaren. Dit bedrag is in de daartoe bestemde risicovoorziening gestort.