Base description which applies to whole site

2. Leeswijzer

De leeswijzer gaat in op de volgende onderwerpen:

  • 1. Opbouw jaarverslag;

  • 2. Ondergrenzen toelichtingen;

  • 3. Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens;

  • 4. Groeiparagraaf;

  • 5. Grondslagen voor de vastlegging en de waardering;

  • 6. Motie Schouw en motie Hachchi c.s..

1. Opbouw jaarverslag

Dit jaarverslag bevat het beleidsverslag, een jaarrekening, en diverse bijlagen. Deze bevatten informatie over de in 2021 gerealiseerde beleidsresultaten en de budgettaire realisatiegegevens van EZK.

Het onderdeel beleidsprioriteiten van het beleidsverslag betreft de verantwoording over de beleidsagenda uit de EZK-begroting 2021. Naast het macro-economisch beeld worden in het beleidsverslag de behaalde resultaten op de prioriteiten van EZK voor 2021 toegelicht. Dit gebeurt via de volgende blokken:

  • 1. Economisch beeld en uitdagingen voor EZK, Nationaal Groeifonds;

  • 2. Duurzaam Nederland (o.a. vervolg Klimaatakkoord, Fit-for-55, Gaswinning Groningen en verduurzaming industrie);

  • 3. Ondernemend Nederland (o.a. Innovatie, mkb, Regionale ontwikkeling, Europese en internationale samenwerking, Economische veiligheid, Digitalisering en Mededinging en Consumentenbeleid).

De beleidsartikelen in dit jaarverslag hebben dezelfde opzet als de begroting 2021 (Kamerstuk 35 570 XIII, nrs. 1 en 2) en zijn conform de Rijksbegrotingsvoorschriften opgesteld (https://rbv.rijksfinancien.nl). Elk beleidsartikel bevat een paragraaf beleidsconclusies waarin voor de belangrijkste instrumenten een oordeel wordt gegeven over de uitvoering van het beleid in het afgelopen jaar. In beleidsartikel 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering) is net als in de begroting 2021 een totaaloverzicht opgenomen van alle maatregelen van alle ministeries ten behoeve van de uitvoering van het Klimaatakkoord. De bedrijfsvoeringparagraaf doet verslag van relevante aandachtspunten in de bedrijfsvoering van het Ministerie van EZK.

De jaarrekening bestaat uit de departementale verantwoordingsstaten, de samenvattende verantwoordingsstaten inzake de agentschappen, de jaarverantwoordingen van de agentschappen, de saldibalans en de WNT-verantwoording.

De volgende bijlagen zijn opgenomen: Toezichtrelaties en Zelfstandige Bestuursorganen (ZBO’s) en Rechtspersonen met een Wettelijke Taak (RWT’s), Afgerond evaluatie- en overig onderzoek, Inhuur externen, Focusonderwerp FJR 2021, Verantwoording EU-middelen in gedeeld beheer, NGF-Bijlage, Rapportage burgercorrespondentie en een lijst van afkortingen.

2. Ondergrenzen toelichtingen

Voor wat betreft het toelichten van significante verschillen in de uitgaven, ontvangsten en verplichtingen in de realisatie versus de vastgestelde begroting 2021 zijn de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

Het beleidsartikel 2 (Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei) is in de huidige vorm voor het eerst verschenen in de begroting 2017 (zie ook de toelichting in de leeswijzer van de begroting 2017). Er zijn daarom alleen realisatiegegevens opgenomen met ingang van 2017.

3. Controlenormen financiële en niet-financiële gegevens

Het jaarverslag bevat zowel financiële als niet-financiële gegevens (kengetallen en indicatoren). Deze gegevens zijn aan verschillende controlenormen onderhevig. De controle van financiële informatie is gebaseerd op normen zoals deze voortvloeien uit de Comptabiliteitswet 2016 en de Rijksbegrotingsvoorschriften 2022 (RBV). De controle van beleidsinformatie en informatie over de bedrijfsvoering is gebaseerd op normen zoals deze voortvloeien uit de RBV.

4. Groeiparagraaf

Nieuw voor het jaarverslag 2021 is de Openbaarheidsparagraaf (onder het onderdeel beleidsprioriteiten). Dit naar aanleiding van het besluit tot actieve openbaarmaking van informatie, verbetering van de informatiehuishouding bij de ministeries en artikel 3.5 van de Wet open overheid (Woo) dat bepaalt dat een bestuursorgaan in de jaarlijkse begroting en verantwoording aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens en uitvoering van de Woo.

Ingevolge het verzoek van de Tweede Kamer om bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2021 aandacht te besteden aan bekostigingssystemen van uitvoeringsorganisaties wordt eenmalig de bijlage Focusonderwerp opgenomen in het Jaarverslag 2021 (bijlage 4: Focusonderwerp FJR 2021).

EZK voert met ingang van 2021 een aantal projecten uit in het kader van het Nationaal Groeifonds (NGF). Om de informatie omtrent beschikbaar budget en gerealiseerde uitgaven van NGF-projecten voor het parlement inzichtelijk te presenteren, wordt aan het Jaarverslag van EZK een separate bijlage toegevoegd (bijlage 6: NGF-Bijlage), waarin de budgetten en uitgaven van alle NGF-projecten die via de EZK-begroting verlopen worden opgenomen. Naast de financiele informatie bevat de bijlage een toelichting op hoofdlijnen van de stand van zaken per project.

5. Grondslagen voor de vastlegging en de waardering

De verslaggevingsregels en waarderingsgrondslagen die van toepassing zijn op de in dit jaarverslag opgenomen financiële overzichten zijn ontleend aan de Comptabiliteitswet 2016 en de daaruit voortvloeiende regelgeving, waaronder de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften 2022 en de Regeling agentschappen. Voor de departementale begrotingsadministratie wordt het verplichtingen-kasstelsel toegepast en voor de baten-lasten agentschappen het baten-lastenstelsel.

6. Motie Schouw en motie Hachchi c.s.

Motie Schouw

In juni 2011 is de motie Schouw c.s. ingediend en aangenomen (Kamerstuk 2010-2011, 21 501-20, nr. 537). Deze motie zorgt er voor dat de landenspecifieke aanbevelingen van de Raad op grond van de nationale hervormingsprogramma's een eigenstandige plaats krijgen in de departementale begrotingen.

Het belangrijk om op te merken dat vanwege de komst van de faciliteit voor herstel- en veerkracht (Recovery and Resilience Facility, RRF) het Europees Semester tijdelijk was aangepast. EU-lidstaten hoefden in 2021 daarom geen nationaal hervormingsprogramma op te stellen om de voortgang op de aanbevelingen uit 2020 te presenteren.

De Europese Commissie heeft in 2020 een landenspecifieke aanbeveling gedaan om publieke investeringsprojecten te vervroegen en private investeringen aan te moedigen om het economisch herstel te bevorderen. Daarnaast heeft de Europese Commissie aanbevolen de investeringen toe te spitsen op de groene en digitale transitie, met name op de ontwikkeling van digitale vaardigheden, duurzame infrastructuur, het schoon en efficiënt opwekken en gebruiken van energie, en missiegedreven onderzoek en innovatie. In de beleidsartikelen 1 (Goed functionerende economie en markten), 2 (Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei) en 4 (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering) wordt op deze aanbeveling ingegaan.

De ambities in het missiegedreven topsectoren en innovatiebeleid sluiten aan bij de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie voor Nederland in 2020-2021. De Europese Commissie heeft daarin voorgesteld om - in het licht van de COVID-19 uitbraak – geplande publieke investeringsprojecten te vervroegen en private investeringen aan te moedigen om het economisch herstel te bevorderen. Daarbij werd aanbevolen om de investeringen toe te spitsen op de groene en digitale transities, onder meer met missiegedreven onderzoek en innovatie. Het kabinet heeft in zijn reactie onderschreven dat aandacht voor missiegedreven onderzoek en innovatie kan bijdragen aan het vinden van oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen, waaronder verduurzaming en digitalisering (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1558). Met de uitvoering van het Kennis en Innovatieconvenant (KIC) 2020-2023 wordt hier intensief aan gewerkt. Hierin hebben dertig private en publieke partijen samen hun voornemen vastgelegd om vanaf 2020 per jaar bijna € 5 mld in te zetten op de zes Kennis- en Innovatieagenda’s (KIA’s). De partners van het KIC hebben in 2020 circa € 4,9 mld ingezet, waarvan €2,05 mld aan private middelen en € 2,85 mld aan publieke middelen. Voor 2021 is de verwachte inzet ongeveer gelijk aan die in 2020 (Kamerstuk 33 009, nr. 102).

In januari 2021 is de subsidieregeling R&D Mobiliteitssectoren aangekondigd als onderdeel van het Coronasteunpakket (Kamerstuk 35 420, nr. 217). De regeling is in werking getreden in mei 2021, met een budget van € 150 mln (Stcrt. 2021, 24061). De regeling heeft als doel om een teruggang in investeringen in R&D in de Nederlandse automotive, luchtvaart- en maritieme industrie door de Coronacrisis te mitigeren door het stimuleren van R&D-projecten. Consortia van bedrijven (en kennisinstellingen) konden gedurende drie maanden een voorstel indienen. Projecten dienen bij te dagen aan verduurzaming en/of digitalisering van de mobiliteitssectoren. Er zijn 26 voorstellen ingediend. Een externe adviescommissie heeft de projecten beoordeeld. Na beoordeling is subsidie verleend aan acht projecten die kwalitatief als hoogste werden gerangschikt (Kamerstuk 35 420, nr. 460). Hierbij is er een evenredige verdeling van toegekende middelen over de drie sectoren.

In 2020 heeft het kabinet het Nationaal Groeifonds opgericht om daarmee in vijf jaar tijd € 20 mld aan (publieke) investeringen te doen die deels ook aan bovengenoemde terreinen raken. Het Groeifonds heeft daarbij als doel om via publieke investeringen op deze investeringsgebieden extra private investeringen aan te moedigen. Daarnaast investeert de Nederlandse overheid van 2020 tot en met 2025 meer dan € 27 mld in de schone en efficiënte productie van energie: onder andere via de SDE++, HER+ en ISDE draagt EZK al € 18,5 mld bij. Over dezelfde periode is meer dan € 500 mln opzij gezet voor investeringen in systeemintegratie en conversie. € 23 mld wordt geïnvesteerd in de energie-infrastructuur die noodzakelijk is voor duurzame energie. Meer dan € 48 mln wordt in geothermie geïnvesteerd tot en met 2025. Daarnaast worden, bijvoorbeeld om uitvoering te geven aan het Urgenda-vonnis, verschillende extra maatregelen genomen om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, onder andere door de komende jaren het aantal draaiuren van kolencentrales fors terug te dringen. In de komende jaren zullen de in het coalitieakkoord aangekondigde investeringen op het gebied van klimaat, energie, digitalisering, onderwijs, onderzoek en innovatie verder bijdragen aan het adresseren van de landspecifieke aanbevelingen uit 2020.

Motie Hachchi c.s.

Ter uitvoering van de motie Hachchi c.s. (Kamerstuk 33 000 IV, nr. 28) brengen departementen in kaart welke uitgaven zij doen in Caribisch Nederland, uitgesplitst per instrument. Voor het opnemen van deze uitgaven in de budgettaire tabellen geldt een ondergrens van € 1 mln. De totale uitgaven (realisatie) van EZK voor Caribisch Nederland in 2021 bedroegen € 62,2 mln. Deze uitgaven zijn verdeeld over de beleidsartikelen 1 (€ 3,5 mln), 2 (€ 26,3 mln) en 4 (€ 32,3 mln). 

Licence