Base description which applies to whole site

12. Beleidsverslag Diergezondheidsfonds

Beleidsartikel 01 Bewaking en bestrijding van dierziekten en voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Algemene doelstelling

Bewaking en bestrijding van ernstige infectieuze dierziekten en/of zoönosen en verminderen van welzijnsproblemen.

Het Diergezondheidsfond (DGF) is opgericht in 1998. De directe aanleiding was een grote en kostbare uitbraak van klassieke varkenspest in 1997. Vanuit het DGF betalen de landbouwsectoren, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Europese Unie mee aan het vroegtijdig detecteren en effectief bestrijden van ernstige infectieuze dierziekten en/of zoönosen.

Nederland is door de Europese Unie officieel vrij verklaard van bepaalde dierziekten. Deze vrij-status wordt gehandhaafd door uitvoering van monitoringsprogramma’s en wordt bewaakt door een meldplicht voor verdachte situaties zoals verhoogde sterfte of verminderde productie. Als een bestrijdingsplichtige ziekte wordt aangetoond, moet een effectieve bestrijding voorkomen dat de ziekte verder verspreid. Uit het DGF worden de kosten betaald voor monitoring en bewaking (bewaking dierziekten), crisisparaatheid (voorzieningen), diagnostiek van verdachte dieren (verdenkingen), bestrijding van de ziekte (bestrijding). Ook de kosten voor onderzoek naar onbekende of niet-endemische dierziekten (de basismonitoring) en de kosten voor het monitoren van het antibioticagebruik in de veehouderij door de autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa) worden betaald uit het DGF.

Rol en verantwoordelijkheid

De bepalingen rond het Diergezondheidsfonds zijn vastgelegd in de Wet Dieren.

De Minister van LNV is verantwoordelijk voor:

  • Bewaking van dierziekten: het tijdig signaleren en afhandelen van verdenkingen en besmettingen van bepaalde dierziekten door monitoring en bewaking.

  • Bestrijding van dierziekten die op basis van wetgeving verplicht moeten worden bestreden .

  • Bestrijding van dierziekten die in verband met bescherming van de volksgezondheid moeten worden bestreden en

  • De welzijnsaspecten bij de bestrijding (indirect).

  • Crisisparaatheid: effectieve en doelmatige crisisorganisatie bij dierziektenuitbraken.

Telkens na een uitbraak van een besmettelijke dierziekte vindt een evaluatie plaats op alle onderdelen van bestrijdingsmaatregelen, welzijnsmaatregelen en de crisisorganisatie.

Beleidsconclusies

Beleidsconclusies op het terrein van het diergezondheid worden opgenomen onder artikel 21 Land- en Tuinbouw . Ook de evaluatie van het beleid dat aan de basis ligt van het Diergezondheidsfonds (DGF), is weergegeven in de evaluatiebijlage onder artikel 21.

Ontvangsten DGF

De ontvangsten van het DGF bestaan uit bijdragen van veehouders (de diergezondheidsheffing), bijdragen van het ministerie van LNV en de EU. Deze ontvangsten zijn afgestemd op de uitgaven uit het DGF. In het Convenant Financiering bestrijding besmettelijke dierziekten (2020-2024) zijn afspraken gemaakt over de verdeling van de kosten van het DGF tussen betrokken sectoren en de overheid. De jaarlijkse kosten voor bewaking dierziekten, basismonitoring, voorzieningen worden in principe 50/50 gefinancierd door overheid en sector. Uitzonderingen daarop zijn ziekten waarvoor de sector zelf een monitoringsprogramma heeft geïnitieerd en die volledig door de sector worden gedragen. De kosten voor de Autoriteit Diergeneesmiddelen worden betaald door de overheid (50%), veehouders en dierenartsen2 (50%). De kosten voor incidentele uitgaven (verdenkingen en bestrijding) worden betaald door de betreffende sectoren. De totale sectorbijdrage is gemaximaliseerd. Boven deze zogenoemde plafondbedragen draagt de overheid de resterende kosten. De hoogte van de plafondbedragen zijn vastgelegd in het Besluit diergezondheid. De hoogte van de deelplafonds zijn afgesproken in het convenant.

Uitgaven DGF 2021

Deelplafondbedragen per sector (bedragen in € en percentage van deelplafond)
 

Deelplafond voor 5-jaarlijkse kosten

Uitgaven aan 5-jaarlijkse kosten (2020 en 2021)

Deelplafond voor bestrijdingskosten (incl. verdenkingen)

Uitgaven aan bestrijdingskosten (2020 en 2021)

Rundveesector

34.220.000

12.208.432 (36%)

9.000.000

245.887 (3%)

Varkenssector

16.947.300

6.228.963 (37%)

  

AVP

  

22.000.000

21.742 (0%)

Overige dierziekten

  

19.000.000

48.215 (0%)

Schapen- en geitensector

 

490.000

55.501 (11%)

Schapensector

4.699.860

1.641.184 (35%)

  

Geitensector

3.905.580

1.758.328   (45%)

  

Pluimveesector

46.000.000

13.526.866 (29%)

  

NCD

  

2.000.000

0 (0%)

Overige dierziekten

  

30.000.000

10.489.246 (35%)

Toelichting tabel: deelplafondbedragen (2020-2024) en uitgaven in 2020 en 2021 binnen deze deelplafonds. Boven deze plafondbedragen draagt de overheid de resterende kosten. De vermelde uitgaven in deze tabel zijn ook opgenomen als percentage ten opzichte van de deelplafondbedragen.

De overheid draagt 100% van bestrijdingskosten die betrekking hebben op dieren in dierentuinen, huishoudens en in het wild levende dieren, de kosten van toezicht en opsporing door de NVWA, kosten voor douane en handhaving van de openbare orde. Waar mogelijk, op basis van Europese verordeningen, zullen de kosten van dierziektebestrijding bij de EU worden gedeclareerd (ontvangsten van EU).

De uitgaven uit het DGF waren in 2021 in lijn met de begroting. Uitzonderingen waren de uitbraken van COVID-19 bij nertsen en de uitbraak van vogelgriep onder pluimvee.

COVID-19 bij nertsen

Tussen 6 juni en 21 november 2020 werden de nertsen op 70 (van de 126) Nederlandse nertsenbedrijven vanwege een COVID-19 besmetting gedood en vernietigd. De kosten voor onderzoek, ruimingen en tegemoetkoming in schade werden geraamd op € 68,6 mln.. Het grootste deel van deze kosten zijn in 2020 betaald. In 2021 is € 6,2 mln. ten laste van het DGF gebracht. In 2022 zal nog een incidentele nabetaling worden gedaan. De verwachting is dat de totale realisatie zeer dicht in de buurt van het eerder genoemde totaalbudget komt. Omdat het een nieuwe ziekte betreft en voor nertsen geen diergezondheidsheffing werd geheven, komen de kosten voor rekening van de rijksoverheid. Hoewel de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren de mogelijkheid biedt om de kosten (deels) te verhalen op de sector, is hier vanwege het houdverbod per 8 januari 2021 en de daarmee gepaard gaande stoppersregeling niet voor gekozen.

Vogelgriep

Van oktober 2020 en tot en met 31 december 2020 werden vogels op 12 verschillende locaties in Nederland gedood en vernietigd vanwege een uitbraak met hoog-pathogene vogelgriep (H5N8). Deze epidemie continueerde tot eind augustus 2021 waarbij vele in het wild levende vogels aan dit virus dood gingen en 5 verschillende locaties met gehouden vogels werden geruimd. Na een korte periode waarin de beperkende maatregelen (ophok- en afschermplicht) voor pluimvee werden opgeheven, startte op 26 oktober een nieuwe uitbraakgolf met vogelgriep (H5N1). Van oktober tot en met 31 december 2021 werden 11 besmette locaties geruimd. Vier andere locaties preventief geruimd omdat er contact was geweest met besmette locaties.

De totale uitgaven in 2021 (inclusief verdenkingen) bedroegen € 6,5 mln. Dit betreft een groot deel van de uitbraken in 2020 en 2021. De uitgaven die samenhangen met de uitbraken eind 2021 worden in 2022 gedaan.

Saldo DGF

Het saldo van het Diergezondheidsfonds bestaat deels uit de wettelijk vastgelegde crisisreserves van de varkens-, schapen-, geiten- en pluimveesector. Verder bestaat het saldo uit werkkapitaal waaruit de lopende kosten voor bewaking, voorzieningen, verdenkingen en bestrijding worden betaald. Via het saldo kunnen genoemde gelden jaar op jaar worden meegenomen. Het beginsaldo van het nieuwe jaar is de resultante van het beginsaldo van het afgelopen jaar en het saldo van specifieke uitgaven en ontvangsten in dat afgelopen jaar. Jaarlijks wordt hiertoe bij voorjaarsnota het eindsaldo van het voorgaande jaar (thans 2021) toegevoegd aan het lopende begrotingsjaar (thans 2022).

Budgettaire gevolgen van beleid Diergezondheidsfonds (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

VERPLICHTINGEN

38.600

32.997

63.156

93.698

61.786

34.329

27.457

        

UITGAVEN

38.600

31.584

63.156

93.698

48.323

34.329

13.994

Beginsaldo

11.696

19.396

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

 

Correctie beginsaldo

344

      
        

Programma-uitgaven

38.600

31.584

30.401

93.698

48.323

34.329

13.994

Opdrachten

38.600

31.584

30.401

93.698

48.323

34.329

13.994

1. Bewaking van dierziekten

20.255

19.416

19.436

17.067

22.253

21.915

338

2. Bestrijding van dierziekten

15.088

9.972

8.521

73.785

23.546

9.685

13.861

3. Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

       

4. Overig

3.257

2.196

2.444

2.846

2.524

2.729

‒ 205

5. DGF-saldo1

  

25.866

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

 

6. Crisisreserve2

  

6.889

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

 
        

ONTVANGSTEN

45.957

35.305

63.156

142.911

89.510

33.964

55.546

Ontvangsten van LNV (voorheen EZ)

21.263

4.387

4.287

82.321

8.163

5.387

2.794

Ontvangsten van EU3

5.076

566

5.205

2.509

2.156

3.500

‒ 1.344

Ontvangsten van sector

19.618

30.352

23.658

16.808

24.214

20.177

4.037

Ontvangsten van sector

       

Bijdrage sector crisisreserve

  

6.889

8.352

5.764

4.900

864

Ontvangsten saldo DGF4

  

23.117

32.921

49.213

0

49.213

Eindsaldo

19.396

23.117

  

n.v.t.

  
1

De uitgavenpost DGF-saldo wordt m.i.v. 2020 niet meer opgenomen. De post ontvangsten saldo DGF (inclusief crisisreserve) blijft wel gehandhaafd.

2

De uitgavenpost crisisreserve wordt m.i.v. 2020 niet meer opgenomen onder de uitgaven. De post ontvangsten saldo DGF (inclusief crisisreserve) blijft wel gehandhaafd.

3

De realisatie ontvangsten van EU in 2021 is inclusief overige ontvangsten ad € 74.000,-. Deze zijn onder ontvangsten verder toegelicht.

4

De realisatie ontvangsten saldo DGF 2020 is inclusief correctie op de ontvangsten saldo DGF ad € 166.000,- die in de saldibalans van het jaarverslag 2020 nader is toegelicht onder 2b.

Tot 2021 heeft het Diergezondheidsfonds het zogenoemde kas=verplichtingen principe gehanteerd. In de administratie zijn de uitgaven (kas) dan leidend en de verplichtingen worden hieraan gelijk gemaakt. In 2021 is het verplichtingen-kasstelsel ingevoerd waarbij alle vaststaande verplichtingen met derden zijn vastgelegd. Door deze stelselwijziging is een inhaalslag gemaakt met als gevolg een hogere realisatie van de aangegane verplichtingen dan was begroot.

In de Wet Dieren is vastgelegd dat er in het DGF een reserve moet worden aangelegd. De hoogte van deze crisisreserve is vastgelegd in het Besluit Diergezondheid. De crisisreserve wordt aangesproken voor kosten van verdenking en bestrijding voor zover die niet zijn meegenomen in de begroting. De crisisreserve is sectorspecifiek en wordt niet gebruikt voor betaling van tekorten in andere sectoren. De crisisreserve voor de rundveesector wordt beheert door vereniging ZuivelNL en de Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK). De crisisreserve voor de ziekte van Aujeszky wordt beheert door de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV).

In 2020 en 2021 is een deel van de opgebouwde crisisreserve bij pluimvee ingezet voor de uitgaven die voortkwamen uit de bestrijding van de hoog pathogene aviaire influenza. Er wordt nog op een bijdrage uit de EU gewacht voor de uitgaven die in 2020 en 2021 zijn gedaan. Deze komen ten gunste van de crisisreserve.

Crisisreserve

Crisisreserve in het DGF (bedragen x €1.000)
 

Beoogde crisisreserve1

Crisisreserve op 31-12-2021

Runderen

1.800

Niet opgenomen in DGF2

Varkens

7.400

7.400

Kippen, kalkoenen, eenden en broedeieren

7.423

‒ 514

Schapen en geiten

98

119

Totaal

16.721

7.005

1

Beoogde hoogte van de crisisreserve zoals vastgelegd in het Besluit diergezondheid

2

De rundveesector beheert zijn eigen crisisreserve

Toelichting op de uitgaven

Bewaking van dierziekten

Streefwaarden

Behoud van de huidige, officieel door de EU en door de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE) verleende, status vrij te zijn van een aantal dierziekten.

Beleidsinstrumenten

De EU en OIE verlenen onder voorwaarden aan lidstaten officiële erkenningen voor het vrij zijn van besmettelijke dierziekten. Deze erkende statussen «vrij van dierziekten» of «verwaarloosbaar risico» worden bewaakt door laboratoriumonderzoek op basis van monitoringsprogramma’s. Naast deze monitoring op basis van internationale regelgeving, heeft Nederland ook een nationale monitoring zoals op de zoönose Q-koorts. Deelname aan monitoring is verplicht voor alle professionele dierhouders.

De basismonitoring kent een vrijwillige basis en wordt uitgevoerd door de Gezondheidsdienst voor Dieren. Dit programma is bedoeld om niet-endemische, nieuwe, onbekende of opkomende ziekten tijdig op te sporen en trends in de diergezondheid te volgen. Het programma bestaat onder andere uit laboratoriumonderzoek, postmortaal onderzoek, een telefonische helpdesk, bedrijfsbezoek en monitoring van data uit slachthuizen.

Tevens is er een bewakingsprogramma voor ziekten bij in het wild levende dieren. Zo wordt een deel van de gedode wilde zwijnen onderzocht op klassieke varkenspest (KVP), Afrikaanse varkenspest (AVP) en Ziekte van Aujeszky (ZvA) en worden wilde vogels onderzocht op vogelgriep.

De kosten voor bewaking van dierziekten vallen onder het deelplafond voor 5-jaarlijkse kosten.

Realisatie uitgaven bewaking van dierziekten in 2021 (bedragen x € 1.000)

Bewaking van dierziekten

 

Begroot 2021

Realisatie 2021

Verschil 2021

Basismonitoring (incl. effectiviteitsonderzoek)

 

8.974

9.047

73

Brucella melitensis (schaap, geit)

 

385

445

60

Blauwtong (rund, schaap, geit)

 

40

192

152

BSE (rund)

 

2.700

3.573

873

TSE (schaap, geit)

 

220

200

‒ 20

KVP (varkens, wilde zwijnen)

 

578

334

‒ 244

AI (pluimvee)

 

202

489

287

Q-koorts (schaap, geit)

 

612

797

185

Leukose (rund)

 

367

423

56

Salmonella (zoönotisch, pluimvee)

 

5.800

4.681

‒ 1.119

AI, NCD, Mycoplasma en Salmonella (niet-zoönotisch)

 

1.122

1.048

‒ 74

Vogelgrieptesten

 

915

1.024

109

Totaal bewaking van dierziekten

 

21.915

22.253

338

Toelichting op realisatie bewaking dierziekten in 2021

De realisatie van bewaking dierziekten was in 2021 € 0,3 mln. hoger dan begroot. Dit heeft deels een organisatorische en/of administratieve oorzaak. Voor de monitoring op klassieke varkenspest (KVP) is de eindafrekening van 2019 en 2020 nog niet betaald. Voor de monitoring 2021 van zoönotische Salmonella is in de realisatie alleen de nationale bijdrage gerapporteerd, terwijl in de begroting de EU bijdrage nog wel was meegenomen. De monitoringskosten voor BSE zijn hoger dan begroot door een hoge overloop uit 2020. Daarnaast worden door een verandering van het contract een deel van de kosten van monitoring voortaan vooraf betaald, waardoor de meeste programma’s een gering hogere realisatie kennen dan begroot. De monitoringskosten van vogelgriep (AI) vallen hoger uit door het grote aantal wilde vogels dat is getest. De kosten opgebracht in de post eenmalige programma’s in het kader van hoogpathogene vogelgriep (HPAI) betreft onderzoek naar insleeproutes. De toegenomen kosten voor bewaking tegen blauwtong zijn veroorzaakt door een frequenter testen op deze ziekte vanwege blauwtong infecties in België.

2. Bestrijding van dierziekten

Streefwaarden

Zo snel en effectief mogelijk bestrijden van dierziekten.

Meldings- en aangifteplicht

In de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s zijn ziekten aangewezen die aangifteplichtig zijn. Als een veehouder of dierenarts dieren verdenkt van een aangifteplichtige ziekte, moet hij dit direct melden bij de NVWA. Ook een positieve test vanuit de bewaking moet direct worden gemeld bij de NVWA.

Verdenking en bestrijding

Nadat de NVWA een verdenking heeft ontvangen, gaat een deskundigenteam naar het betreffende bedrijf voor inspectie en monstername. Het monster wordt in het laboratorium van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) onderzocht. Deze High Containment Unit (HCU) is zodanig ontworpen dat ziekteverwekkers niet kunnen ontsnappen naar de buitenwereld. Er wordt een vervoersverbod ingesteld.

Zodra een verdenking wordt bevestigd, start de bestrijding van deze ziekte. Door snel en accuraat in te grijpen wordt de kans dat de ziekte zich verder verspreid verkleind. Bij bepaalde ziekten worden de dieren op besmette bedrijven gedood en gedestrueerd. Het bedrijf wordt aansluitend gereinigd en ontsmet. Ook worden buurt- en contactbedrijven onderzocht. Om verspreiding te voorkomen worden dieren op deze bedrijven soms preventief gedood of gevaccineerd. Bestrijding vindt plaats volgens Europese bestrijdingsrichtlijnen welke verder zijn uitgewerkt in draaiboeken van de NVWA en het ministerie van LNV. De bestrijding wordt aangestuurd vanuit het ministerie. In de post bestrijding zijn zowel de kosten die nodig zijn om de ziekte te bestrijden opgenomen, als ook een tegemoetkoming in de schade aan de houder van de dieren.

De posten verdenking en bestrijding vallen onder het deelplafond voor bestrijdingskosten. Uitzondering op deze regel is de post Brucellose (rund). Deze werd voorheen onder ‘verdenkingen’ geschaard, maar past feitelijk beter bij bewaking aangezien de runderen die verwerpen onderzocht worden om de vrijstatus van Nederland aan te tonen. Deze post is daarom ondergebracht bij het deelplafond voor 5-jaarlijkse kosten.

Voorzieningen

Om in tijden van een crisis direct te kunnen reageren, heeft het ministerie van LNV waakvlamcontracten afgesloten met bedrijven die apparatuur en mensen kunnen leveren die nodig zijn bij de bestrijding. Ook worden de kosten voor een calamiteitenreserve bij de destructor betaalt uit het DGF. Tevens zijn er vaccins op voorraad om de gevoelige dieren op nabijgelegen bedrijven van een besmet bedrijf te kunnen vaccineren tegen mond en klauwzeer (MKZ), klassieke varkenspest (KVP) en ziekte van Aujeszky (ZvA) (voorzieningen vaccinatie).

De post voorzieningen valt onder het deelplafond voor 5-jaarlijkse kosten.

Realisatie uitgaven bestrijding van dierziekten 2021 (bedragen x € 1.000)

Bestrijding van dierziekten

 

Begroot 2021

Realisatie 2021

Verschil 2021

Voorzieningen:

    

Middelenbeheer

 

107

80

‒ 27

Calamiteitenreserve destructie

 

1.550

3.664

2.114

Waakvlamcontracten

 

753

680

‒ 73

Vaccinatie ZvA, MKZ en KVP

 

2.029

1.851

‒ 178

HCU

 

1.452

1.452

0

Subtotaal Voorzieningen

 

5.891

7.727

1.836

     

Verdenkingen:

    

Brucellose (rund)

 

1.082

1.154

72

AI

 

327

709

382

Salmonella

 

250

56

‒ 194

Covid-19

  

787

787

Overige verdenkingen

 

611

290

‒ 321

Subtotaal Verdenkingen

 

2.270

2.996

726

     

Bestrijding:

    

LPAI

  

49

49

HPAI

  

5.712

5.712

Salmonella

 

1.414

1.606

192

Mycoplasma Gallisepticum

 

60

0

‒ 60

Covid-19

  

5.456

5.456

Overige ziekten

 

50

 

‒ 50

Subtotaal Bestrijding

 

1.524

12.823

11.299

     

Totaal

 

9.685

23.546

13.861

Toelichting op realisatie bestrijding van dierziekten in 2021

De grootste bestrijdingsposten in 2021 werden gevormd door de afwikkeling van de bestrijding van COVID-19 bij nertsen in 2020 (€ 6,2 mln.). Daarnaast wordt de pluimveesector nog steeds geconfronteerd met de uitbraken van vogelgriep in 2020 en 2021 (€ 6,5 mln.). De calamiteitenreserve destructie betreft uitgaven van zowel 2020 als 2021 en valt daardoor hoger uit. De kosten voor verdenkingen voor Salmonella zijn afgenomen omdat Nederland op aangeven van de EU de procedure heeft aangepast: de uitslag van de monitoringstest is sinds 2020 doorslaggevend bij de bestrijding van salmonella.

Toezicht en opsporing door de NVWA

Onderstaand overzicht geeft het aantal dierziektenverdenkingen weer die gemeld zijn bij het Nederlands Veterinair Incident- en Crisiscentrum (NVIC) van de NVWA. In de kolom Totaal staan het totaal aantal meldingen. De NVWA kan besluiten dat er naar aanleiding van de melding geen verdere actie nodig is (kolom Geen actie). In de kolommen Positief, Negatief en Volgt staan het aantal casussen waarbij laboratoriumonderzoek is gedaan en waarbij de ziekte is aangetoond (Positief), niet is aangetoond (Negatief) of waarbij de uitslag bij het samenstellen van dit verslag nog niet bekend was (Volgt). De kosten van dit onderzoek zijn opgenomen als verdenkingen in de tabel Realisatie bestrijding van dierziekten.

Aangifteplicht dierziekten

Casussoort

Diersoort

Totaal

Positief

Negatief

Volgt

Geen Actie

Aviaire Influenza

Pluimvee / Wilde Vogels

623

268

169

0

186

Salmonella Zoönotisch Pluimvee

Pluimvee

368

271

19

0

78

Brucellose Abortus Bang

Alpaca/Herten/Runderen

44

0

36

0

8

Brucellose Suis

Varkens

44

0

44

0

0

Rabies Geen Contact Humaan

Vleermuis

31

1

10

0

20

Bluetongue

Alpaca/Geiten/Runderen/Schapen

31

0

16

1

14

Tuberculose

Apen/Chimpansee/Gazelle/Herten/Katten/Paarden/Runderen/Zeekoe

29

1

22

0

6

Brucellose Melitensis

Geiten/Schapen

25

0

25

0

0

Psittacose Dier

Duiven/Kippen/Vogels

20

15

5

0

0

Afrikaanse / Klassieke Varkens Pest

Varkens

19

0

15

0

4

Leucose

Runderen

17

0

17

0

0

Brucellose Canis

Honden

16

2

8

0

6

Tularemie

Bevers/Hazen

9

5

4

0

0

New Castle Disease

Duiven/Kippen/Vogels

6

0

3

0

3

Aujeszky

Varkens

4

0

1

0

3

Swine Vesiculair Disease

Varkens

4

0

0

0

4

Amerikaans Vuilbroed

Bijen

2

2

0

0

0

Brucellose Ceti

Tuimelaar

1

1

0

0

0

Mycoplasma Gallisepticum

Kippen

1

1

0

0

0

Miltvuur

Runderen

1

0

1

0

0

Mond- en Klauwzeer

Runderen

1

0

0

0

1

Mycoplasma mycoides

Runderen

1

0

1

0

0

Pest du Petit Ruminant

Schapen

1

0

0

0

1

Q-Koorts Dier

Runderen

1

0

0

0

1

Q-Koorts Tankmelk

Geiten

1

0

1

0

0

West Nile Virus (Zoogdier)

Nandoe

1

0

1

0

0

  

1301

567

398

1

335

Zoönose/ bronopsporing

Casussoort

Diersoort

Totaal

Positief

Negatief

Volgt

Geen Actie

Psittacose Humaan

Cavia/Duiven/Kippen/Vogels/ Wilde Vogels

71

15

10

0

46

Salmonellose

Geiten/Paarden/Runderen/Schapen/Vogels

38

38

0

0

0

Rabies Vleermuis Contact Humaan

Apen/Chimpansee/Honden/Katten

13

0

10

0

3

Rabies Zoogdier Contact Humaan

Honden/Katten/Vossen

9

0

2

0

7

Leptospirose

Honden/Ratten/Runderen

8

6

0

0

2

Listeriose

Alpaca/Runderen

6

6

0

0

0

Yersiniose

Cavia/Geiten/Hazen/Honden/Katten/Runderen

6

6

0

0

0

Campylobacter

Honden/Runderen

2

2

0

0

0

Chlamydia Abortus

Geiten/Schapen

2

0

0

0

2

Q-Koorts Humaan

Geiten

2

0

0

0

2

Babeseosis

Runderen

1

0

0

0

1

Hantavirus

Muizen

1

0

0

0

1

Toxoplasmose

Konijnen

1

0

0

0

1

  

160

73

22

0

65

Paardenziekten

Casussoort

Diersoort

Totaal

Positief

Negatief

Volgt

Geen Actie

Equine Virale Arteritis

Paarden

11

11

0

0

0

Equine Infectieuze Anemie

Paarden

3

1

2

0

0

West Nile Virus (Paard)

Paarden

3

0

1

0

2

Trypanosoma evansi (Surra)

Paarden

2

0

2

0

0

Vesiculaire Stomatitis

Paarden

1

0

1

0

0

  

20

12

6

0

2

Overige gemelde dierziekten

Casussoort

Diersoort

Totaal

Positief

Negatief

Volgt

Geen Actie

Covid-19

Fretten/Honden/Katten

30

5

12

0

13

PRRS

Varkens

7

4

2

0

1

Trichinella Spiralis

Varkens

2

0

2

0

0

Ovine Herpes Virus

Runderen

1

0

0

0

1

  

40

9

16

0

15

Visziekten

Casussoort

Diersoort

Totaal

Positief

Negatief

Volgt

Geen Actie

Infectieuze Haematopoietïsche Necrose

Vissen

10

0

2

0

8

Koi Herpes Virus

Vissen

3

1

1

0

1

Marteillia Refringens

Mosselen

1

0

1

0

0

  

14

1

4

0

9

Screening Aviaire Influenza

Casussoort

Diersoort

Totaal

Positief

Negatief

Volgt

Geen Actie

  

104

2

80

0

22

3. Voorkomen en verminderen van welzijnsproblemen

Streefwaarden

Beperken van de welzijnsproblemen bij dieren in geval van een dierziekte uitbraak.

Bij uitbraken van wettelijk te bestrijden dierziekten neemt de minister van LNV maatregelen. Zo kan een vervoersverbod/-beperking worden ingesteld. Hierdoor kunnen veehouders te maken krijgen met capaciteitsproblemen (te veel of te grote dieren op een te klein oppervlak) die kunnen leiden tot welzijns- (stress, agressiviteit) en gezondheidsproblemen.

Veehouders dienen voorbereidingen te treffen voor noodopvang. De NVWA en de Welzijnscommissie Dierziekten zien toe op dierenwelzijn tijdens de bestrijding van dierziekten. De Welzijnscommissie Dierziekten informeert de minister over de eventuele gevolgen voor het dierenwelzijn die zich als gevolg van de ruimingsactiviteiten voordoen en adviseert zo nodig de minister over mogelijkheden om het welzijn van de betrokken dieren te verbeteren. Indien de uitbraak lang duurt en er ondanks de maatregelen van de veehouder welzijnsproblemen ontstaan, wordt gekeken of het verantwoord is dieren op gecontroleerde wijze af te voeren.

4. Overig

Onder de post Overig vallen de uitgaven voor de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa), de uitvoeringskosten van RVO en een post overig voor de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD). De uitvoeringskosten RVO waren in 2021 € 1,5 mln. en waren daarmee € 0,3 mln. lager dan begroot. Deze lagere realisatie is vooral veroorzaakt door een efficiëntere werkwijze. De uitgaven voor de SDa waren € 0,4 mln. in 2021. De uitgaven zijn daarmee € 0,2 mln. hoger dan begroot. Dit ligt in het feit dat de LNV bijdrage aan dit programma vanaf 2021 ook via het DGF loopt. De uitgaven in 2021 voor de ophaaldienst, opleidingsplan en consignatiedienst van de Gezondheidsdienst bedroegen € 0,7 mln. Dit is € 0,2 mln. lager dan voorzien.

Toelichting op de ontvangsten.

De ontvangsten binnen het Diergezondheidsfonds worden grotendeels door LNV en de sectoren bijeen gebracht. Hiervoor betalen veehouders een diergezondheidsheffing per dier of ei een bedrag dat is vastgelegd in het Besluit diergezondheid. De heffing bestaat uit een dekking ten behoeve van de reguliere uitgaven (ontvangsten met betrekking tot uitgaven), eventueel aangevuld met een bijdrage aan de crisisreserve en een verrekening van tekorten/overschotten uit voorgaande jaren welke zijn voorgeschoten door het rijk.

Bij de rundersector is in 2021 voor het eerst een diergezondheidsheffing opgelegd. Tot op heden werden de uitgaven gedekt uit de aanwezige reserves. Begin 2021 is dit volledig afgerond en is de eindbetaling ontvangen ad € 3,7 mln. Deze ontvangst was niet meegenomen in de begroting.

In 2021 heeft de Europese Commissie een sanctie opgelegd op het salmonella 2020 programma. Hierdoor is een gat in de financiering van het DGF ontstaan ad € 2,3 mln. Dit is gedekt vanuit LNV en aanvullend bijgestort. De bijdrage van LNV aan het DGF is hierdoor hoger uitgevallen dan oorspronkelijk begroot.

Voor een aantal monitorings- en bestrijdingsprogramma’s ontvangt het DGF een bijdrage vanuit de Europese Unie. In 2021 hebben de toegerekende EU ontvangsten betrekking op het TSE monitoringsprogramma (rund, schaap en geit), het salmonella programma en het monitoringsprogramma AI (pluimvee). De ontvangsten zijn lager dan begroot. Dit is veroorzaakt door bovengenoemde korting op het salmonella 2020 programma.

De overige ontvangsten worden gevormd door een positieve eindafrekening van de Autoriteit diergeneesmiddelen (SDa) over 2020. Daarnaast ontvangt het DGF een bijdrage van de eierverwerkende industrie voor de verkoop van met salmonella besmette eieren. Aan LNV is tenslotte een bedrag toegerekend dat is terugontvangen uit de afwikkeling van met corona besmette nertsen.

Ontvangsten sectoren en LNV in 2021 (x € 1.000)
 

Runderen

Varkens

Schaap/geit

Pluimvee

LNV

Totaal

       

Ontvangsten mbt uitgaven

9.617

2.690

1.622

10.186

8.163

32.278

Crisisreserve

0

4.301

2

1.461

0

5.764

Verrekening voorfinanciering door LNV

0

0

2

97

0

99

Subtotaal

9.617

6.991

1.626

11.744

8.163

38.141

Toegerekende EU ontvangsten

316

0

22

1.263

481

2.082

Overige ontvangsten

23

11

0

22

18

74

Subtotaal

339

11

22

1.285

499

2.156

Totaal ontvangen in 2021

9.956

7.002

1.648

13.029

8.662

40.297

2

De bijdrage van dierenartsen aan de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa) loopt niet via het diergezondheidsfonds.

Licence