Art. | Naam artikel | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | Geheel artikel? |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Volksgezondheid | Nee1 | |||||||
Gezondheidsbescherming | |||||||||
Ziektepreventie | |||||||||
Gezondheidsbevordering | |||||||||
Ethiek | |||||||||
2 | Curatieve zorg | Nee2 | |||||||
Kwaliteit en veiligheid | |||||||||
Toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg | |||||||||
Bevordering van de werking van het stelsel | |||||||||
3 | Langdurige zorg en ondersteuning | ||||||||
Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen | |||||||||
Zorgdragen voor goede en toegankelijke langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten | |||||||||
4 | Zorgbreed beleid | Nee3 | |||||||
Versterking van de positie van de cliënt | |||||||||
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | |||||||||
Kwaliteit , transparantie en kennisontwikkeling | |||||||||
Inrichting uitvoeringsactiviteiten | |||||||||
Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland | |||||||||
5 | Jeugd | ||||||||
6 | Sport en bewegen | Ja | |||||||
7 | Oorlogsgetroffenen en Herinnering WO II | ||||||||
8 | Tegemoetkoming specifieke kosten |
Voor artikel 1 is, gegeven de diversiteit van de beleidsonderwerpen en de omvang van het beleidsartikel, gekozen om het beleid per artikelonderdeel door te lichten.
Pilot Lerend evalueren
In 2018 is VWS gestart met de pilot Lerend evalueren en de Meerjarenprogramma VWS pilot 2018-2022 vervangt vanaf dat moment de bovenstaande artikelsgewijze beleidsdoorlichtingen. Het doel van de pilot is om werkende weg het inzicht in de kwaliteit van het beleid te verbeteren. De thema’s zijn complexe beleidsvraagstukken op het brede terrein van VWS. De inhoud staat centraal en wordt niet begrensd door de begrotingsindeling van VWS. Anders dan bij de eerdere beleidsdoorlichtingen worden naast de betreffende uitgaven op de VWS-begroting ook - waar dat aan de orde is - de betreffende uitgaven die vallen onder het Uitgavenplafond Zorg betrokken in de evaluatieonderzoeken. In onderstaande tabel wordt aangegeven welke evaluaties in 2018, 2019, 2020 en 2021 zijn afgerond. Niet alle onderstaande monitors en evaluatieonderzoeken zijn op een lerend evaluerende manier uitgevoerd. Deze die wel vallen onder de pilot Lerende evalueren en in 2021 zijn afgerond worden onder de tabel kort toegelicht.
Uitgevoerd onderzoek | |||||
---|---|---|---|---|---|
Beleidsthema voor evaluatie | Meest recent evaluatieonderzoek (synthese) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
Volksgezondheid | |||||
Monitor Staat van Volksgezondheid | x | x | x | x | |
Wet publieke gezondheid | x | ||||
RIVM | |||||
Gezondheidsbeleid | x | x | x | ||
Gezondheidsbevordering | Alles is gezondheid …2 | ||||
Sport en bewegen | x | ||||
Sport en bewegen | Topsport2 | ||||
NVWA | x | ||||
Jeugd en Maatschappelijke ondersteuning | |||||
Monitor jeugd | x | x | x | x | |
Jeugdwet | x | x | x | ||
Jeugdwet | x | ||||
Jeugdstelsel | x | ||||
Jeugdstelsel | x | ||||
Jeugdpreventie | x | ||||
Jeugd-GGZ | x | ||||
Monitor sociaal domein | x | x | x | x | |
Monitor sociaal domein | x | x | x | x | |
Maatschappelijke diensttijd | x | x | x | ||
Maatschappelijke ondersteuning | x | ||||
Maatschappelijke ondersteuning | x | x | x | ||
Maatschappelijke ondersteuning | x | x | |||
Sociaal domein | x | ||||
Wet maatschappelijke ondersteuning | x | ||||
Wet maatschappelijke ondersteuning | |||||
Wet maatschappelijke ondersteuning | x | ||||
Curatieve zorg | |||||
Monitors curatieve zorg | x | x | x | x | |
Governance | x | ||||
Governance | x | ||||
Geneesmiddelen | x | ||||
CAK | x | ||||
Zorgverzekeringswet | x | ||||
Zorgverzekeringswet | x | ||||
Persoonsgebonden budget | x | ||||
Langdurige zorg | |||||
Monitor langdurige zorg | x | x | x | x | |
Ouderenzorg | x | x | |||
Ouderenzorg | x | x | x | x | |
Ouderenzorg | x | ||||
Informatievoorziening zorg | x | ||||
Wet verplichte GGZ en Wet zorg en dwang | x | ||||
Wet langdurige zorg | x | ||||
Wet langdurige zorg | x | ||||
CIZ | x | ||||
VWS-breed | |||||
Monitor Nederlandse gezondheidszorg | x | x | x | x | |
E-health | x | ||||
Governance | x | ||||
Kwaliteit | x | x | x | ||
VWS als lerende organisatie | x | ||||
VWS als lerende organisatie | x | ||||
Arbeidsmarkt en opleiden | x | ||||
Arbeidsmarkt en opleiden | x | ||||
Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg | Evaluatie Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) | x | |||
Subsidies | x | ||||
NZa | x | ||||
CIBG | x | ||||
Zorginstituut Nederland | x | ||||
Brede Maatschappelijke heroverweging | x | ||||
Zorgkeuzes in Kaart | x | ||||
Visiedocument | x | ||||
Houdbare zorg | x | ||||
Betaalbaarheid zorg | x | ||||
n.a.v. coronacrisis | x | ||||
n.a.v. coronacrisis | x | ||||
Interdepartementaal en -nationaal | |||||
Monitor internationale zorgstelsels | x |
De opzet en resultaten van evaluaties gepubliceerd in 2021 in het kader van de pilot Lerend evalueren in het kort zijn:
Versterking van de publieke gezondheid78
De focus in dit onderzoek ligt op mogelijke verbeterpunten in (de governance en uitvoeringskracht van) de publieke gezondheid en specifiek de rol van de GGD’en. Zowel waar het de directe landelijke aansturing betreft van de GGD’en bij de bestrijding van categorie A-infectieziekten als de mogelijke rol van de GGD’en bij preventie/ gezondheidsbevordering. Kern van dit advies:
• Kom tot een integrale en langdurige, programmatische aanpak voor brede maatschappelijke en individuele gezondheidswinst. Health in all policies is het uitgangspunt.
• Stel gezamenlijke maatschappelijke doelstellingen op. Pas wetgeving waar nodig aan om deze doelstellingen te realiseren.
Versterk het (basis)niveau van publieke gezondheid – en de GGD’en in het bijzonder – door te investeren in kwantiteit, kwaliteit en de vorming van een stevige landelijke ondersteuning ten behoeve van crisis. Maak dit mogelijk door een aanvullende investering in structurele, gerichte (geoormerkte) financiering.
Voor de evaluatie en mogelijke bijsturing van het BSC/lokale sportbeleid is in 2018 een ex-ante evaluatie ingezet, wordt een ex-durante evaluatie ingericht vanaf mei 2019 tot 2022 en zal na 2022 een ex-post evaluatie plaatsvinden. De ex-durante evaluatie bestaat uit een periodieke enquête onder gemeenteambtenaren op het gebied van sport en een Community of Practice (CoP) met bij het BSC-beleid betrokken partijen als deelnemers. De CoP heeft als doel om gedurende de looptijd de impact van de buurtsportcoach en die van het lokale sportbeleid te vergroten én te komen met adviezen aan VWS. Deze adviezen zijn als volgt gekoppeld aan de dilemma’s die in de CoP-bijeenkomsten zijn opgemerkt over de Brede Regeling Combinatiefuncties:
• Richten: de spanning tussen een integrale opgave en sport-gestuurde regeling;
• Inrichten: de kramp van een ruimte gevende regeling versus de behoefte aan sturing;
• Verrichten: het dilemma tussen focus en verbreding.
De experimenteerfase voorbij: MDT voor de toekomst80
In het onderzoek van de tweede fase staat de doeltreffendheid van de maatschappelijke diensttijd (MDT) centraal. Er wordt gereflecteerd op de drie beleidsdoelen: het helpen van anderen in de samenleving, het ontwikkelen van talenten bij jongeren en het vergroten van het netwerk van jongeren. Uit de bevraging van jongeren blijkt dat zij vinden dat de MDT grotendeels heeft bijgedragen aan deze drie doelen. Ook is het doel van de tweede fase om tot een landelijk dekkend netwerk te komen onderzocht. Dit gebeurde in termen van aantallen betrokken organisaties en deelnemende jongeren. De conclusie is dat het aantal jongeren en maatschappelijke organisaties dat deelneemt aan de MDT en de diversiteit hierin toeneemt over de jaren. Er worden een aantal aanbevelingen geformuleerd met betrekking tot de verdere opschaling en inbedden van de MDT in de samenleving, het versterken van de kwaliteitsbeleving door jongeren en het benutten van de (potentiële) waarde van de MDT.
Evaluatie programma Onbeperkt meedoen! 2018 ‒ 202181
De lerende evaluatie had als doel om te onderzoeken in welke mate de ingezette strategie van het programma een beweging op gang brengt die ertoe leidt dat mensen met een beperking naar eigen wens en vermogen kunnen meedoen in de samenleving. De afgelopen jaren zijn op ieder van deze inhoudelijke thema’s betekenisvolle stappen gezet gericht op meer toegankelijkheid. Ondanks de vele maatregelen die in gang gezet zijn, blijven er volgens respondenten ook uitdagingen. Zo wordt aangegeven dat er bijvoorbeeld nog ontwikkeling nodig is op het thema openbare ruimte, het toegankelijk maken van sportgebouwen en het bevorderen van integraliteit binnen het Rijk. Het advies is om als programma de energie te benutten die bij betrokkenen in de samenleving aanwezig is om nieuwe en duurzame initiatieven te ontplooien gericht op inclusie en toegankelijkheid. Gezien de verbeterpunten uit het rapport wordt geadviseerd op basis van blijvend urgentiebesef, de lange tijdshorizon en aandacht voor coördinatie op verbinding – de samenwerking op een andere manier vorm te geven met de ‘coalition of the willing’. Met hierbij een ‘office’ die o.a. zorgt voor verbinding, monitoring en totstandkoming van voortgangsrapportages.
Rapportage derde fase ex durante evaluatie programma Eén tegen eenzaamheid82
Het programma wordt sinds september 2019 ex-durante geëvalueerd met de onderzoeksvraag of de opzet van het programma met de landelijke en lokale coalities bijdraagt aan de impact die we willen bereiken. Het doel van een ‘ex-durante’ beleidsevaluatie is om tijdens de looptijd het programma bij te kunnen sturen en te verbeteren met inzichten uit het onderzoek. De onderzoekers concluderen in het rapport uit 2021 dat de aanbevelingen uit de tweede evaluatie voortvarend zijn opgevolgd. De grootste uitdagingen voor het programma(management) zijn het verder versterken van de verbinding met de lokale coalities en het blijven stimuleren dat deelnemers individueel en samen acties ondernemen tegen eenzaamheid bij ouderen. Het programma Eén tegen eenzaamheid met VWS als initiatiefnemer zal komend jaar met behulp van de aanbevelingen uit deze evaluatie de verschillende programmaonderdelen verder ontwikkelen.
Tweede meting evaluatie Koploperproject onafhankelijke cliëntondersteuning83
Deze lerende evaluatie betreft een kwalitatief onderzoek en is gericht op de doelmatigheid en doeltreffendheid van het programma om op lokaal niveau onafhankelijke cliëntondersteuning te versterken. De hoofdvraag voor deze evaluatie luidt: Is het koploperproject een doelmatige en doeltreffende manier om cliëntondersteuning lokaal – en daarmee uiteindelijk landelijk – te versterken? Uit het onderzoek blijk dat als het gaat om doeltreffendheid dat het koploperproject in grote mate heeft bijgedragen aan de versterking van de onafhankelijke cliëntondersteuning in veel gemeenten in Nederland. Conclusies over de doelmatigheid van het programma is per onderdeel getrokken. Dit is als doelmatig beoordeeld voor de inzet van adviseurs, aanbieden van kennisinstrumenten en tool, organiseren van kennisuitwisseling en (leer)bijeenkomsten, bieden van communicatie, website en nieuwsbrieven. Voor het inzetten van de impulsgelden voor de ontwikkeling van onafhankelijke cliëntondersteuning binnen de gemeenten in Nederland zijn de onderzoekers ambigu over de doelmatigheid. Geadviseerd wordt om bij de voorbereiding van een toekomstig stimuleringsproject een aantal aanvullende verduidelijkende vragen te stellen. Daarnaast worden een aantal mogelijke onderdelen voor de invulling van een stimuleringsproject aangedragen.
Lerende evaluatie Juiste Zorg op de Juiste Plek (JZOJP)84
Het RIVM voert van 2019 tot en met 2023 een Lerende evaluatie JZOJP uit. Het doel hiervan is om landelijke, regionale en lokale organisaties te inspireren, ondersteunen en stimuleren door inzichten te geven in ontwikkelingen en ervaringen. En door hier samen van te leren. De vraag die daarbij centraal staat is: wat is er nodig om de beweging JZOJP verder te brengen? Om deze vraag te beantwoorden vindt er binnen de lerende evaluatie continue interactie plaats tussen onderzoek en praktijk. De beweging van JZOJP stond tot nu toe met name in het teken van zaken in gang zetten, enthousiasmeren en pionieren, alsook het versnellen van wat er al gebeurde.
Uit de evaluatie blijkt dat er niet één oplossing is om de beweging JZOJP verder te brengen. Daarvoor zijn verschillen per regio, en zelfs binnen regio’s, te groot. Het is in ieder geval belangrijk om per regio duidelijker te krijgen hoe deze kunnen worden ondersteund om JZOJP verder vorm te geven. Ook moet duidelijker worden welke behoeften aan zorg, ondersteuning en preventie inwoners hebben. Een belangrijk knelpunt is dat de interpretaties over de JZOJP en ‘hoe verder’ verschillen. Hierdoor verschilt de focus bij betrokken partijen en hebben zij verschillende doelen. Ook kunnen regio’s niet alle data delen, waardoor ze minder goed weten wat de problemen in hun regio zijn. Verder verschillen de opvattingen over het al dan niet betrekken van inwoners en de rol van de overheid.
Dit neemt niet weg dat er ook goede voorbeelden zijn en binnen regio’s een of meerdere knelpunten al samen worden opgelost. Over een aantal punten om de JZOJP te stimuleren zijn betrokken partijen het wel eens. Zo is het belangrijk om het concept JZOJP duidelijk te beschrijven, zodat iedereen dit hetzelfde interpreteert en dezelfde taal spreekt. Ook is kennisontwikkeling nodig, bijvoorbeeld over hoe samenwerkingsvormen goed kunnen worden ingezet, over nieuwe bekostigingsvormen en over het vormgeven van inwonerparticipatie. Ten slotte willen velen dat de regio’s tijd, geld en ruimte krijgen om samen te werken en gezamenlijk te leren.
Een vernieuwd akkoord - Een gewijzigde vorm van Hoofdlijnenakkoorden85
Het doel van de evaluatie is om lessen te trekken uit de ervaringen van betrokkenen met de huidige Hoofdlijnenakkoorden (HLA’s) voor eventuele volgende HLA’s. De conclusie is dat de meeste partijen het instrument HLA een goed bestuurlijk middel vinden om veranderingen in de zorg te bewerkstelligen. Vrijwel alle betrokken partijen staan open voor een of meerdere nieuwe HLA’s. HLA’s hebben bijgedragen aan het behalen van de financiële doelstellingen in het Regeerakkoord en aan inhoudelijke bewegingen in de zorg. Wel adviseren partijen om HLA’s en de totstandkoming daarvan effectiever te maken. Richting toekomst adviseren partijen om afgebakende maatschappelijke opgaven als uitgangspunt te nemen voor het sluiten van akkoorden. Daarnaast vragen partijen om een sterkere regierol van VWS in een HLA-cyclus. VWS is als stelselverantwoordelijke het beste in staat om de breedte van het veld en de lange termijn te overzien. Tevens adviseren betrokkenen om doelstellingen concreter te maken om alleen de partijen met een duidelijke veranderopgave te betrekken en daarnaast te zorgen voor betrokkenheid van patiënten en burgers.
Onderzoek Kwaliteit van leven (KvL) van thuiswonende 75-plussers86
De doelstelling van het onderzoek De Kwaliteit Van Leven Van Thuiswonende 75-plussers is om de factoren die samenhangen met de dimensies van de Kwaliteit van Leven in Nederland in beeld te brengen. De uitkomsten van deze eerste rapportage geven belangrijke inzichten in de staat van welzijn van thuiswonende ouderen in Nederland en daarmee belangrijke aanknopingspunten voor beleid. In het onderzoek is de Kwaliteit van Leven in vier verschillende modellen geanalyseerd: Gezondheid, Regie, Sociale Relaties en Welvaart. Uit deze modellen blijkt dat het grootste deel van de 75+ers voldoende tot goede kwaliteit van leven ervaart. Wanneer de dimensiescores worden opgesplitst in goed- en slecht-scorende klassen, blijkt dat circa 60% van de populatie niet voorkomt in een laagste klasse. De kans dat ouderen dat in een laagste klasse valt, neemt toe met leeftijd. Daarnaast houden leefstijlfactoren en leeftijd sterk verband met de kwaliteit van leven in de verschillende dimensies. De ervaren gezondheid neemt af met de jaren, is lager onder de groep ouderen die een groot beroep doen op zorg en mantelzorg, en hangt sterk samen met leefstijlfactoren zoals roken (-), bewegen (+) en zowel onder- als overgewicht (beide -). De ervaren regie is groter bij meerpersoonshuishoudens, wordt eveneens lager bij het ouder worden, maar hangt opvallend genoeg niet sterk samen met inkomen en vermogen. Het hebben van een wlz-indicatie of het gebruikmaken van een maatwerkarrangement hangt negatief samen met de dimensie sociale relaties. De ervaren welvaart hangt sterk samen met leeftijd en met het hebben van een koopwoning.
Het overgrote deel van de thuiswonende 75-plussers in Nederland ervaart hun kwaliteit van leven voldoende. De gezondheidsmonitor kan met name goed worden gebruikt voor het inschatten van de ervaren gezondheid, maar minder voor de andere dimensies. Aanvullende data is essentieel in vervolgonderzoek naar ervaren gezondheid.
Evaluatie functioneren CIZ 2015-202087
Deze evaluatie vloeit voort uit de verplichting in de Kaderwet zbo’s om vijfjaarlijks de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van een zbo te toetsen. Er is gekozen voor een lerende evaluatie, in lijn met de pilot Lerend evalueren. Het onderzoeksbureau concludeert dat het CIZ doeltreffend functioneert en daarin groeit. Het CIZ voert zijn wettelijke taak goed uit en draagt bij aan de beleidsdoelen. De sturing op en continue monitoring van prestaties door het CIZ hebben geleid tot succesvolle verbeterinitiatieven, zoals CIZ Versnelt. Zowel uit cijfers als de in het onderzoek opgetekende verhalen van cliënten en naasten, zorgaanbieders, medewerkers en andere stakeholders blijkt dat de CIZ-prestaties vanaf 2018 (zeer) goed zijn en verder verbeteren. De volgende leerpunten en suggesties voor de toekomst worden in de rapportages naar voren gebracht:
• Het CIZ is als onderdeel van een keten afhankelijk van goede werkrelaties, die dan ook investering verdienen.
• Het in gesprek blijven met de opdrachtgevers over resultaten en haalbaarheid.
• Het blijven investeren in doelmatigheid en daarbij behouden van het mensgerichte karakter.
• Aandacht houden voor de klantvriendelijkheid zoals bij de doorontwikkeling van het indicatieproces door zorg te dragen voor laagdrempelige informatievoorziening en goede bereikbaarheid van het CIZ.
Juist nu de prestaties goed zijn, kan het CIZ een bredere bijdrage leveren in de keten, beveelt het onderzoeksbureau aan. Twee voorbeelden die uit het onderzoek naar voren komen zijn het bijdragen aan ‘toegang tot toegang’ via relatiebeheer en voorlichting richting verwijzers en het analyseren van data en de opgedane inzichten delen met de keten om zo de werking van het stelsel te verbeteren.
Ex durante evaluatie 'Meer inzicht in uitkomsten', van het programma Uitkomstgerichte Zorg 2018-202288
Het doel van de tweede ex durante evaluatie van het programma Uitkomstgerichte Zorg is om werkende weg inzicht te verkrijgen in succesvolle en minder succesvolle beleidsmaatregelen van VWS. En geeft antwoord op de vraag: «Op welke manier kan VWS het realiseren van uitkomstinformatie voor 50% van de ziektelast het beste faciliteren?» Het onderzoek constateert dat de samenwerking tussen de partijen is versterkt en dat VWS daarin een belangrijke rol heeft gespeeld door de bijsturingsvoorstellen van vorig jaar op te pakken. Uit deze evaluatie komen de volgende aandachtspunten naar voren: partijen hebben behoefte aan een explicietere samenhang tussen de ontwikkellijn (1) uit het programma en een visie op uitkomstgerichte zorg die verder reikt dan de looptijd van het programma. Ook willen partijen graag een doorlopend gesprek over hoe de resultaten gaan passen in de praktijk en wat daar nog voor nodig is. Zij zien een rol voor VWS in het organiseren van deze gesprekken. Daarnaast is het belangrijk dat VWS haar inhoudelijke en procesmatige rollen in het programma en in ontwikkellijn 1 duidelijker maakt en explicieter op tafel legt. In 2022 volgt de volgende evaluatie.
Deze evaluatie heeft als inzet de ervaringen die de afgelopen paar jaar zijn opgedaan met de departementale kennisfunctie te bundelen en te benutten om de werking ervan te optimaliseren en te verbeteren. De drie doelstellingen van het onderliggende programma hebben de afgelopen periode richting gegeven aan een reeks van activiteiten. Voor de doorontwikkeling van de kennisfunctie zijn de volgende de volgende adviezen aangedragen:
1. strategische kennisfunctie (in de lijn) bekrachtigen
2. strategisch profiel en zichtbaarheid Chief Science Office (CSO) versterken
3. positie CSO organiek verhelderen
4. conditionerende opgave (beter) invullen en borgen; dit is het bepalen en beschikbaar stellen van voldoende middelen om de departementale kennisfunctie goed te kunnen uitvoeren
5. werken aan normstelling en benchmark
Evaluatie Actieprogramma «Werken in de Zorg»89
Het actieprogramma heeft als doel om nu en in de toekomst goede zorg en welzijn te kunnen blijven bieden, door voldoende medewerkers die goed zijn toegerust voor en tevreden zijn met het belangrijke werk dat zij doen. Dit evaluatieonderzoek richt zich met name op de bijdrage van de landelijke ondersteuning van het actieprogramma. Vanuit het onderzoek wordt het voornemen bekrachtigd om de regionale aanpak door te zetten en geadviseerd door te gaan met de effectief gebleken functies van de infrastructuur: aanjagen, stimuleren, actieleren en ondersteunen. Hiervoor worden kernthema’s en verwante bouwstenen aangedragen die van belang worden geacht voor de toekomst van de landelijke ondersteuning van een regionale aanpak.
Voor de realisatie van andere onderzoeken, zie de bijlage 2 Evaluatie en onderzoek.