Activa | 31-12-2022 | 31-12-2021 | Passiva | 31-12-2022 | 31-12-2021 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | Intra-comptabele posten | |||||||||
1 | Uitgaven ten laste van de begroting | 11.678.712 | 9.480.546 | 2 | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 185.985.683 | 172.147.480 | |||
3 | Liquide middelen | 58.948 | 59.271 | 3 | Liquide middelen | 0 | ||||
4 | Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding | 174.611.947 | 163.006.672 | 4a | Rekening-courant RHB | 0 | 0 | |||
5 | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 594.677 | 472.453 | 5a | Begrotingsreserves | 594.677 | 472.453 | |||
6 | Vorderingen buiten begrotingsverband | 21.067 | 7.518 | 7 | Schulden buiten begrotingsverband | 384.991 | 406.527 | |||
8 | Kas-transverschillen | 0 | 0 | |||||||
Subtotaal intra-comptabel | 186.965.351 | 173.026.460 | Subtotaal intra-comptabel | 186.965.351 | 173.026.460 | |||||
Extra-comptabele posten | Extra-comptabele posten | |||||||||
9 | Openstaande rechten | 55.592.322 | 50.018.823 | 9a | Tegenrekening openstaande rechten | 55.592.322 | 50.018.823 | |||
10 | Vorderingen | 3.843.981 | 4.045.868 | 10a | Tegenrekening vorderingen | 3.843.981 | 4.045.868 | |||
11a | Tegenrekening schulden | 0 | 0 | 11 | Schulden | 0 | 0 | |||
12 | Voorschotten | 323.761 | 191.564 | 12a | Tegenrekening voorschotten | 323.761 | 191.564 | |||
13a | Tegenrekening garantieverplichtingen | 205.303.302 | 198.004.449 | 13 | Garantieverplichtingen | 205.303.302 | 198.004.449 | |||
14a | Tegenrekening andere verplichtingen | 6.535.720 | 5.884.320 | 14 | Andere verplichtingen | 6.535.720 | 5.884.320 | |||
15 | Deelnemingen | 41.002.124 | 39.144.119 | 15a | Tegenrekening deelnemingen | 41.002.124 | 39.144.119 | |||
Subtotaal extra-comptabel | 312.601.210 | 297.289.143 | Subtotaal extra-comptabel | 312.601.210 | 297.289.143 | |||||
Totaal | 499.566.561 | 470.315.603 | Totaal | 499.566.561 | 470.315.603 |
Algemene toelichting
Alle bedragen zijn opgenomen tegen nominale waarden en vermeld in duizenden euro’s tenzij anders vermeld. Relevante posten worden hieronder nader toegelicht. Hierbij is de nummering van de saldibalans aangehouden. Door afronding van bedragen kan het voorkomen dat totaaltellingen niet aansluiten bij de som der delen.
1. Uitgaven ten laste van de begroting
Deze post bevat de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsuitgaven 2022. Verrekening van de begrotingsuitgaven zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
2. Ontvangsten ten gunste van de begroting
Deze post betreft de nog niet met de Rijkshoofdboekhouding verrekende begrotingsontvangsten 2022. Verrekening van de begrotingsontvangsten zal plaatsvinden nadat de Slotwet door de Staten-Generaal is vastgesteld.
3. Liquide middelen
De liquide middelen bestaan uit de saldi op bankrekeningen en de bij kasbeheerders aanwezige kasgelden.
4. Rekening-courant Rijkshoofdboekhouding
Deze post geeft de financiële verhouding met de Rijkshoofdboekhouding weer. Het bedrag is per 31 december 2022 in overeenstemming met de opgave van de Rijkshoofdboekhouding.
5. en 5a. Begrotingsreserves
In de praktijk worden dit ook wel interne begrotingsreserves oftewel risicovoorzieningen genoemd. Een begrotingsreserve is een meerjarige budgettaire voorziening die op een afzonderlijke rekening-courant wordt aangehouden. Het gaat om een interne budgettaire voorziening of reserve binnen de Rijksbegroting. De reserve blijft meerjarig beschikbaar voor het doen van uitgaven in latere jaren. Voor elke begrotingsreserve wordt in de administratie van de Rijkshoofdboekhouding een afzonderlijke rekening-courant aangehouden.
Naam Begrotingsreserve | Saldo | Toevoegingen 2022 | Onttrekkingen 2022 | Saldo | Verwijzing naar begrotings-artikel |
1-1-2022 | 31-12-2022 | ||||
Garantie BES | 5,0 | 1,0 | 6,0 | 2 | |
Ekv | 465,3 | 140,3 | 19,8 | 585,9 | 5 |
---|---|---|---|---|---|
NHT | 2,1 | 0,6 | 2,7 | 2 | |
Totaal | 472,4 | 141,9 | 19,8 | 594,6 |
Garantie BES
In 2017 heeft de Staat een garantie voor het DGS voor de BES-eilanden ingesteld. Jaarlijks wordt voor deze garantie € 1 mln. toegevoegd aan de begrotingsreserve.
Ekv
In overeenstemming met het garantiekader voor risicoregelingen is er een risicovoorziening voor de Exportkredietverzekering opgericht. Deze risicovoorziening werkt als een buffer om meerjarig grote budgettaire schommelingen in de uitgaven binnen het uitgavenplafond van de begroting van het ministerie van Financiën op te kunnen vangen. De opgehaalde, kostendekkende, premies in enig jaar vloeien in deze reserve en schades op afgesloten dossiers, uitvoeringskosten en overige structurele uitgaven vloeien uit de reserve.
NHT
De Staat heft een jaarlijkse premie (€ 625.000 over 2022) over het afgegeven garantiebedrag van € 50 mln. Deze middelen worden gestort in een per 1 juni 2018 opgerichte begrotingsreserve.
6. Vorderingen buiten begrotingsverband
Onder de vorderingen buiten begrotingsverband zijn posten opgenomen, die nog met derden moeten worden verrekend.
Vordering DNB a.g.v. winstafdracht
Somalië is vorig jaar schuldbehandeling gestart onder het Heavily Indebted Poor Countries (HIPC) initiatief, waarbij Nederland heeft toegezegd bij te dragen aan kwijtschelding van achterstallige betalingen van Somalië aan het IMF ('arrears clearance'). De Nederlandse bijdrage is € 4,3 mln. via DNB. Als gevolg van de tijdelijke stopzetting van de winstafdracht van DNB aan de Staat is dit als vordering opgenomen.
7. Schulden buiten begrotingsverband
Onder de schulden buiten begrotingsverband zijn de posten opgenomen, die nog aan derden moeten worden betaald. De stand ultimo 2022 van € 385 mln. heeft grotendeels betrekking op in december 2022 ontvangen provinciale opcenten die nog verrekend moeten worden met de provincies, op btw-ontvangsten uit het éénloketsysteem (OSS) die nog verrekend moeten worden met andere EU-lidstaten, en op de consignatiekas.
9. Openstaande rechten
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2022 | Ultimo 2021 | ||
---|---|---|---|
Belastingvorderingen | 55.375.257 | 49.766.954 | |
Vorderingen DRZ | 96.579 | 71.539 | |
Btw-compensatiefonds | 4.647 | 3.859 | |
Overige | 115.839 | 176.471 | |
Totaal openstaande rechten | 55.592.322 | 50.018.823 |
Belastingvorderingen (Belastingdienst en Douane)
De belangrijkste posten van de ultimo 2022 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen. De stand van de openstaande belastingvorderingen is in 2022 toegenomen met € 5,6 mld. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door hogere vorderingen vennootschapsbelasting en mijnbouwwet. De belangrijkste posten van de ultimo 2022 openstaande belastingvorderingen zijn in onderstaande tabel opgenomen.
Ultimo 2022 | Ultimo 2021 | |
---|---|---|
VpB | 17,1 | 13,8 |
Inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen | 11,1 | 10,9 |
Omzetbelasting | 9,5 | 9,5 |
Loonbelasting/premies volksverzekeringen | 11,7 | 11,6 |
Mijnbouwwet | 1,7 | 0,1 |
Erf- en schenkbelasting | 0,9 | 0,8 |
Douanerechten | 0,6 | 0,7 |
Overig | 2,8 | 2,4 |
Totaal | 55,4 | 49,8 |
Het volgende overzicht geeft aan in welk jaar de nog openstaande belastingvorderingen zijn ontstaan.
Figuur 8 - Ouderdom van de Belastingvorderingen (verdeling in procenten)
Van het totale te vorderen bedrag zal uiteindelijk een aanzienlijk gedeelte niet inbaar zijn. Bij 85% van de openstaande belastingvorderingen is de uiterste betaaldatum verstreken. Van deze achterstandsposten is 25% aan te merken als betwist, bijvoorbeeld omdat een bezwaarschrift is ingediend. Ook van de niet-betwiste rechten met een betalingsachterstand zal een gedeelte niet of moeilijk inbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van faillissementen.
Het verruimde uitstel van betaling in het kader van het corona-steun- en herstelpakket bedroeg ultimo 2022 voor de grootste belastingmiddelen in totaal € 17,9 mld. Bij de Voorjaarsnota 2022 is geraamd dat ruim € 6 mld. van deze belastingschuld uiteindelijk niet afgelost wordt. Het voornemen is deze raming jaarlijks in het voorjaar te actualiseren naar nieuwe inzichten.
De Belastingdienst en de Douane boeken vorderingen, die niet meer verhaald kunnen worden op de belastingplichtige, als oninbaar. Er worden dan geen invorderingsmaatregelen meer genomen. Een als oninbaar geboekte vordering blijft nog wel invorderbaar (tot het moment van verjaring). Als alsnog betaald wordt of verrekend kan worden, wordt dit bedrag afgeboekt op de vordering. In 2022 bedroeg het nettobedrag aan als oninbaar geboekte vorderingen (incl. alsnog gerealiseerde afboekingen) € 0,9 mld.
Ultimo 2022 | Ultimo 2021 | |
---|---|---|
Ultimo vorig jaar | 49.766.954 | 41.942.885 |
Ontstane rechten | 111.114.554 | 99.482.546 |
Vervallen rechten | ‒ 105.506.251 | ‒ 91.658.477 |
Totaal | 55.375.257 | 49.766.954 |
Ultimo 2022 | Ultimo 2021 | |
---|---|---|
Reguliere belastingvorderingen | 52.475.292 | 45.984.762 |
Rechten BCN | 70.701 | 61.547 |
Conserverende aanslagen Inkomstenbelasting/Premies volksverzekeringen (IB/PVV) | 2.791.726 | 3.691.370 |
Conserverende aanslagen Erf- en schenkbelasting | 37.538 | 29.276 |
Totaal | 55.375.257 | 49.766.954 |
Dit betreft het nominale bedrag van de in de debiteurenadministraties van de Belastingdienst en de Douane geregistreerde openstaande invorderingsopdrachten, gecorrigeerd voor de betalingen die ultimo 2022 waren ontvangen maar nog niet waren verwerkt in de debiteurenadministraties.
Van de totale € 55,4 mld. zijn de conserverende aanslagen, € 2,8 mld., niet direct invorderbaar.
Vorderingen DRZ
De vorderingen (rechten) van € 96,6 mln. ultimo 2022 hebben betrekking op de periode tot en met 2027. De vorderingen van DRZ bestaan voor 98,5% uit verkopen van militair strategische roerende zaken. In 2022 is door DRZ € 21,6 mln. aan betalingen ontvangen voor militair strategische goederen van Defensie.
De ouderdom (jaar van herkomst) van de vorderingen DRZ is als volgt:
Ontstaan vóór 2019 | 42.109 |
Ontstaan in 2019 | 3.600 |
Ontstaan in 2020 | 0 |
Ontstaan in 2021 | 948 |
Ontstaan in 2022 | 49.922 |
Totaal | 96.579 |
Overige
Financiën heeft nog een vordering van € 107,5 mln. openstaan op dividenden staatsdeelnemingen. Het gaat hier met name om nog terug te ontvangen dividendbelasting over 2022.
10. Vorderingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
31-12-2022 | 31-12-2021 | ||
---|---|---|---|
Lening Griekenland | 2.711.890 | 3.031.728 | |
Lening Oekraïne | 200.000 | 0 | |
Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering | 301.266 | 295.772 | |
Overige vorderingen exportkredietverzekering | 576.285 | 662.097 | |
Overige | 54.540 | 56.270 | |
Totaal | 3.843.980 | 4.045.866 |
Lening Griekenland
In 2010 had Griekenland als eerste land van de eurozone problemen om zichzelf te blijven financieren op de markt. Als gevolg daarvan is besloten de lidstaten van de eurozone samen met het IMF tot het verlenen van financiële steun door het verstrekken van bilaterale leningen. Deze zogenaamde Greek Loan Facility (GLF) bestond oorspronkelijk uit € 80 mld. aan bilaterale leningen van de landen van de eurozone en € 30 mld. van het IMF. In juli 2011 is besloten om de nog niet uitgekeerde leningen uit de GLF over te hevelen naar het EFSF. Vanuit de bilaterale leningen in het GLF is € 52,9 mld. uitgekeerd aan Griekenland. Het Nederlandse aandeel in de GLF was in totaal € 3,2 mld. Sinds 2012 zijn geen nieuwe leningen meer verstrekt en is Griekenland in 2020 gestart met het terugbetalen van de leningen. Eind 2022 bedraagt het Nederlandse aandeel in de GLF € 2,7 mld.
Lening Oekraïne
Nederland heeft in 2022 een bilaterale lening verstrekt van € 200 mln. aan Oekraïne via een speciale kredietlijn van het IMF. Deze begrotingssteun zal een bijdrage leveren aan Oekraïense inspanningen om de dagelijkse uitgaven te financieren en daarmee de economie draaiende te houden. De lening neemt na een respijtperiode van 4,5 jaar na uitgifte af middels halfjaarlijkse terugbetalingen. Het bedrag moet 10 jaar na uitgifte terug zijn betaald.
Geconsolideerde vorderingen exportkredietverzekering
Verreweg het grootste deel van de geconsolideerde vorderingen (excl. consolidatierente) van € 0,301 mld. is opgenomen in consolidatie-overeenkomsten in het kader van de Club van Parijs. Vorderingen begrepen in consolidatie-overeenkomsten zijn door landen erkende schulden waar een betalingsregeling voor geldt en kunnen derhalve worden beschouwd als recuperabel.
Niet uit de balans blijkende vordering
Tot de voorwaardelijke vorderingen kan het saldo van de Maintenance Of Value posities (MOV) worden gerekend (betreft internationale instellingen). Het betreft een statutaire verplichting voor de aandeelhouders om onder bepaalde voorwaarden de waarde van hun originele ingelegde kapitaalinleg in nationale valuta constant te houden. De stand van de MOV-posities bedroeg € 26,7 mln. Het saldo van de MOV-posities kan afhankelijk van wisselkoersfluctuaties een vordering dan wel een verplichting voorstellen. Door de aandeelhouders van de internationale instellingen is echter besloten dat er geen uitkering van de MOV-verplichtingen zal plaatsvinden. Zodoende zullen er geen financiële transacties op basis van de MOV plaatsvinden, tenzij de aandeelhouders besluiten deze bevriezing op te heffen.
Onderdeel van afspraken van de Eurogroep is dat de inkomsten van de ECB en de nationale centrale banken op de Griekse staatsobligaties worden doorgegeven aan Griekenland. Dit betreffen de inkomsten uit de SMP-portefeuille en de ANFA-portefeuille. Het ESM heeft een speciale rekening waarop lidstaten de inkomsten kunnen overmaken. Medio 2018 is besloten om conditioneel aan het honoreren van de afspraken de inkomsten in de toekomst weer uit te keren. De Eurogroep heeft daartoe in juni aan de Eurozone-lidstaten verzocht het betalen van de inkomsten van na 2014 aan de speciale ESM rekening te hervatten. In 2022 is er € 27,9 mln. overgemaakt.
Ouderdomsoverzicht van de vorderingen
De ouderdom van de vorderingen exclusief de geconsolideerde en overige vorderingen exportkredietverzekeringen, is als volgt:
Ontstaan voor 2019 | 2.765.021 | |
---|---|---|
Ontstaan in 2019 | 1 | |
Ontstaan in 2020 | 8 | |
Ontstaan in 2021 | 0 | |
Ontstaan in 2022 | 201.400 | |
Totaal | 2.966.430 |
Opeisbaarheid van de vorderingen
Het volgend overzicht geeft inzicht in de mate van opeisbaarheid van de vorderingen.
Direct opeisbare vorderingen | 897.419 | |
---|---|---|
Op termijn opeisbare vorderingen | 2.924.061 | |
Geconditioneerde vorderingen | 22.500 | |
Totaal | 3.843.980 |
11. Schulden
Onder schulden zijn posten opgenomen die zijn voortgekomen uit ontvangsten ten gunste van de begroting. De begroting IXB van het ministerie van Financiën heeft geen schulden.
12. Voorschotten
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Ultimo 2022 | Ultimo 2021 | |
Herverzekering leverancierskredieten | ‒ 136.986 | ‒ 138.305 |
Btw-compensatiefonds | 137.300 | 143.000 |
Overige | 323.446 | 186.869 |
Totaal | 323.760 | 191.564 |
Herverzekering leverancierskredieten
De in 2022 en eerdere jaren betaalde en ontvangen bedragen in het kader van de herverzekering leverancierskredieten hebben een voorlopig karakter. De bedragen worden vanaf 2023 definitief vastgesteld. Deze vaststelling betreft zowel de uitgaven als de ontvangsten. Daarom is het saldo van de betaalde en ontvangen bedragen als voorschot opgenomen. Aangezien er tot zover meer is ontvangen dan betaald, leidt dit tot een negatief voorschotbedrag van per saldo € 137 mln.
BTW-compensatiefonds
Dit zijn voorschotten die betrekking hebben op bijdragen aan gemeenten en regionale openbare lichamen.
Overige voorschotten
Voor € 130 mln. betreft het ambtshalve voorschotten uitbetaald op de evenredige bijdrage verdeling. Deze voorschotten zijn uitbetaald aan burgers bij wie meer dan het maximum aan inkomensafhankelijke bijdrage in het kader van de zorgverzekeringswet is ingehouden. Het gehele bedrag is ontstaan in 2022.
Daarnaast betreft dit voor € 160 mln. voorschotten programmakosten Toeslagen (UHT). Het grootste gedeelte daarvan zijn voorschotten voor de uitvoering en de betaling van de private schuldenregeling. Het volledige bedrag wordt als voorschot aangemerkt, totdat de besteding is gecontroleerd door de accountant van SBN. Deze controle vindt plaats na afsluiting van de jaarrekening van het ministerie van Financiën.
Het volgende overzicht geeft inzicht in de ouderdom van de voorschotten, waarvan de uitgaven reeds in het jaar van verstrekking ten laste van de begroting zijn gebracht. Tevens is aangeven welk deel in 2022 tot afrekening is gekomen.
Saldo | Verstrekt 2022 | Afgerekend 2022 | Saldo | |
1-1-2022 | 31-12-2022 | |||
vóór 2019 | 537 | 0 | 0 | 537 |
2019 | 518 | 0 | 163 | 355 |
2020 | 3.876 | 0 | 1.403 | 2.473 |
2021 | 186.633 | 0 | 175.740 | 10.893 |
2022 | 0 | 418.935 | 109.433 | 309.502 |
Totaal | 191.564 | 418.935 | 286.739 | 323.760 |
13. Garantieverplichting
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Saldo per01-01-2022 | Aangegaan in 2022 | Vrijgevallen garanties in 2022 | Betalingen in 2022 | Negatieve bijstellingen in 2022 | Saldo per31-12-2022 | |
DNB-IMF | 30.459.192 | 306.772 | 0 | 0 | 0 | 30.765.964 |
Ontwikkelings-banken/NWB | 18.181.915 | 458.702 | 0 | 0 | 0 | 18.640.617 |
Deelnemingen | 48.641.107 | 765.474 | 0 | 0 | 0 | 49.406.581 |
Kernongevallen (WAKO) | 9.768.901 | 931.099 | ‒ 1.500.000 | 0 | 0 | 9.200.000 |
Exportkrediet-verzekering | 21.854.407 | 4.477.941 | 0 | ‒ 68.970 | ‒ 7.408.283 | 18.855.096 |
Stabiliteits-mechanisme EFSM | 2.767.419 | 0 | 0 | 0 | ‒ 67.507 | 2.699.912 |
Stabiliteits-mechanisme EFSF | 34.154.159 | 0 | 0 | 0 | 0 | 34.154.159 |
Garantiestelling KLM | 2.160.000 | 0 | ‒ 598.500 | 0 | 0 | 1.561.500 |
Garantie ESM | 35.363.650 | 0 | 0 | 0 | 0 | 35.363.650 |
Garantie SRF | 4.163.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 4.163.500 |
Garantie NGEU | 27.655.157 | 10.727.400 | 0 | 0 | 0 | 38.382.557 |
Garantie SURE | 6.133.666 | 126.114 | 0 | 0 | ‒ 96.937 | 6.162.844 |
Garantie kredieten EU betalingsbalanssteun | 3.776.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 3.776.000 |
Garantie EIB | 1.301.328 | 0 | 0 | ‒ 338 | 0 | 1.300.990 |
Garantie Gasunie | 0 | 200.000 | ‒ 200.000 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 265.153 | 13.491 | ‒ 1.953 | ‒ 179 | 0 | 276.512 |
Totaal | 198.004.449 | 17.241.519 | ‒ 2.300.453 | ‒ 69.487 | ‒ 7.572.727 | 205.303.301 |
Bovenstaande tabel bevat interne garanties met betrekking tot schatkistbankieren door de AFM en alle externe garantieverplichtingen uit hoofdstuk 3.4 Overzicht risicoregelingen, met uitzondering van de overeenkomst met FMO, aangezien de garantieverplichting FMO in theorie ongelimiteerd is. De toelichting voor de bovenstaande garantieverplichtingen is opgenomen in hoofdstuk 3.4 Overzicht risicoregelingen, Toelichting per risicoregeling.
Niet in de balans opgenomen garantieverplichting
De garantie aan het FMO betreft een instandhoudingsverplichting en is in theorie onbeperkt. De letterlijke tekst van de overeenkomst is leidend voor de interpretatie.
14. Andere verplichtingen
Deze post kan als volgt worden gespecificeerd.
Saldo per01-01-2022 | Aangegaan in 2022 | Betalingen in 2022 | Saldo per31-12-2022 | |
---|---|---|---|---|
1. Belastingen | 890.342 | 2.998.894 | ‒ 3.021.242 | 867.994 |
2. Financiële Markten | 7.055 | 25.277 | ‒ 26.864 | 5.469 |
3. Financiering publiek private sector | 2.742.597 | 2.028.451 | ‒ 1.883.795 | 2.887.495 |
4. Internationale financiële betrekkingen | 1.319.809 | 1.025.911 | ‒ 506.108 | 1.839.612 |
5. Exportkredietverzekeing | 30.061 | 164.278 | ‒ 164.650 | 29.689 |
8. Apparaatsuitgaven | 33.287 | 402.649 | ‒ 365.254 | 70.440 |
9. Douane | 26.181 | 696.005 | ‒ 680.623 | 41.564 |
13. Toeslagen | 834.987 | 1.101.731 | ‒ 1.143.262 | 793.457 |
Totaal | 5.884.320 | 8.443.196 | ‒ 7.791.797 | 6.535.719 |
Artikel 4 - Internationale Financiële Betrekkingen
De wijzigingen van de openstaande verplichtingen op artikel 4 worden met name veroorzaakt door het ESM en IDA. De verplichting aan het ESM is met € 40,0 mln. bijgesteld. Dit is het gevolg van het aflopen van het vergoeden van de negatieve rentecompensatie door de staat aan het ESM. De verplichting aan IDA is met € 829,8 mln. verhoogd vanwege het IDA-20 programma. De betalingen voor IDA-20 vinden van 2024 t/m 2029 plaats. Daarnaast zijn er nog een aantal openstaande betalingsverplichtingen aan de Wereldbank-IDA voor andere IDA-programma's.
Niet in de balans opgenomen andere verplichtingen
Schadeloosstelling SRH
Sinds 2013 loopt een rechtszaak over het vaststellen van de schadeloosstelling naar aanleiding van de onteigening van effecten en vermogensbestanddelen van SNS Reaal N.V. en SNS Bank N.V. door de Staat. Op 11 februari 2021 heeft de Ondernemingskamer uitspraak gedaan en de hoogte van de schadeloosstelling vastgesteld op circa € 804 mln. exclusief wettelijke rente. Inclusief de wettelijke rente komt het totaalbedrag uit op circa € 1 mld. Verder heeft de Ondernemingskamer bepaald dat onteigende aandeelhouders geen schadeloosstelling krijgen. De Staat, maar ook andere belanghebbenden, zijn in cassatie gegaan. De advocaat-generaal bij de Hoge Raad heeft in juli 2022 geadviseerd tot verwerping van alle cassatieberoepen. De kans is reëel dat de Hoge Raad dit advies volgt. Indien dat gebeurt, wordt de door de Ondernemingskamer vastgestelde schadeloosstelling op 21 april 2023 definitief en zal de Staat over moeten gaan tot het uitbetalen van een schadeloosstelling aan rechthebbenden.
15. Deelnemingen
De post deelnemingen bestaat uit de aandelen in Nederlandse ondernemingen en de aandelen in internationale instellingen. De deelnemingen zijn als volgt gewaardeerd:
• Nederlandse ondernemingen: op basis van de historische aanschafwaarde. Voor TenneT, DNB en N.V. Luchthaven Schiphol zijn de historische aanschafwaarden onbekend. Deze zijn opgenomen tegen de nominale waarde.
• Internationale instellingen: op basis van de historische aanschafwaarde tegen de wisselkoers per 31 december 2022. Voor het restant dat niet als deelneming is opgenomen, is een garantieverplichting verstrekt (callable capital), die onder saldibalanspost 13 is opgenomen.
De deelnemingen kunnen als volgt gespecificeerd worden. In de tweede kolom van het overzicht is het deelnemingspercentage ultimo 2022 vermeld.
Aandeel in % | Ultimo 2022 | Ultimo 2021 | |
Nederlandse ondernemingen | |||
ABN AMRO GROUP N.V. | 56,30 | 12.186.590 | 12.186.590 |
N.V. Nederlandse Gasunie | 100,00 | 10.067.312 | 10.067.312 |
TenneT Holding N.V. | 100,00 | 3.120.000 | 1.890.000 |
Volksbank Holding B.V. | 100,00 | 2.700.000 | 2.700.000 |
SRH N.V. | 100,00 | 2.200.000 | 2.200.000 |
N.V. Nederlandse Spoorwegen | 100,00 | 1.012.265 | 1.012.265 |
Air France-KLM S.A. | 9,30 | 954.996 | 744.396 |
De Nederlandsche Bank N.V. | 100,00 | 500.000 | 500.000 |
Havenbedrijf Rotterdam N.V. | 29,20 | 462.667 | 462.667 |
Invest-NL | 100,00 | 350.000 | 175.000 |
Invest International | 51,00 | 209.163 | 69.163 |
Nederlandse Loterij B.V. | 99,00 | 78.273 | 78.273 |
BNG Bank N.V. | 50,00 | 69.613 | 69.613 |
Royal Schiphol Group N.V. | 69,80 | 58.937 | 58.937 |
Overige | div. | 73.209 | 73.209 |
Subtotaal Nederlandse ondernemingen | 34.043.025 | 32.287.425 | |
Internationale instellingen | |||
European Stability Mechanism (ESM) | 5,67 | 4.563.050 | 4.563.050 |
European Investment Bank (EIB) | 5,21 | 1.155.143 | 1.155.143 |
International Finance Corporation (IFC) | 2,17 | 466.445 | 420.749 |
Internat. Bank of Reconstr. and Development (IBRD) | 1,93 | 416.807 | 371.799 |
Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) | 1,07 | 193.418 | 182.147 |
European Bank for Reconstr. and Development (EBRD) | 2,50 | 155.250 | 155.250 |
Multilateral Investment Guarantee Agency (MIGA) | 1,84 | 7.360 | 6.931 |
European Financial Stability Facility (EFSF) | 5,70 | 1.625 | 1.625 |
Subtotaal internationale deelnemingen | 6.959.098 | 6.856.694 | |
Totaal deelnemingen | 41.002.123 | 39.144.119 |
Wereldbank (IBRD, IFC, MIGA)
Door de daling van de euro ten opzichte van de dollar is het uitstaande bedrag gestegen. Daarnaast zijn er kapitaalbijdrages geweest voor het IBRD en IFC, waardoor ook het aandeel in procenten is gewijzigd. Het aandeel in procenten van MIGA blijft ongewijzigd.
AIIB
Door de daling van de euro ten opzichte van de dollar is het uitstaande bedrag gestegen. Het aandeel in procenten is gelijk gebleven.
TenneT N.V., Invest International en InvestNL
De mutaties zijn het gevolg van kapitaalstortingen. In de zeggenschap hebben geen wijzigingen plaatsgevonden. Bij TenneT betreft dit een bedrag van € 1,23 mld. bij Invest International € 140 mln. en bij Invest-NL € 175 mln.
Air France-KLM
In 2022 heeft de Nederlandse staat deelgenomen aan een claimemissie van Air-France KLM. De uitgaven hieraan waren € 210,6 mln. Dit heeft ervoor gezorgd dat het aandeelhoudersbelang niet verder verwaterde en dit belang staat op dit moment op 9,3%.