Inleiding
De Russische invasie van Oekraïne en de problemen in de asielopvang domineerden het jaar 2022. In korte tijd slaagde Nederland erin om rond 90.000 Oekraïners een veilige haven te bieden. Tegelijkertijd nam na corona de instroom van asielzoekers flink toe én stokte de uitstroom. De crisis in de asielopvang werd schrijnend geïllustreerd door de situatie in het AZC-Ter Apel waar op het ergste moment 700 mensen buiten moesten slapen. De opvang van Oekraïnse ontheemden en asielopvang vergden enorme inspanningen en gingen gepaard met - ook ten opzichte van de ontwerpbegroting - zeer hoge kosten.
Een derde dominant gegeven was uiteraard het in december 2021 bereikte Coalitieakkoord 2021-2025 ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. De uitwerking van het akkoord in concrete plannen en acties vergde veel inzet van onze medewerkers.
Tegelijkertijd is er het tijdsbeeld van onvrede en protesten: boerenprotesten, anti-discriminatie/‘black-lives-matter’, het klimaat, ons slavernijverleden, de MeToo-beweging en sociale veiligheid.
En corona was nog niet voorbij: begin 2022 zorgden strenge coronamaatregelen nog voor protest in Penitentiaire Inrichtingen (PI's) en weigerden gedetineerden terug te keren naar hun cel.
Tegen deze achtergrond beschrijven we wat ons ministerie heeft bereikt en – indien van toepassing - waarom deze resultaten anders zijn dan voorzien. Dit doen we voor al onze voornemens zoals geformuleerd in de JenV-Beleidsagenda 2022.
1 Veiligheid: werken aan een weerbare samenleving
1.1 Ondermijnende criminaliteit
Preventie, repressie en financiële aanpak
De afgelopen jaren is de aanpak van ondermijning verbreed: van een regionale versterkingsbeweging naar een gezamenlijke samenhangende aanpak met als hoofdlijnen voorkomen, verstoren, bestraffen en beschermen. Om te voorkomen dat jongeren in kwetsbare wijken in de georganiseerde criminaliteit belanden, investeerden we in preventie. Ingezet is op het terugdringen van drugsgebruik. Dit onder andere door wetgeving gericht op het tegengaan van de productie van en handel in nieuwe psychoactieve stoffen en het beperken van het gebruik van lachgas als roesmiddel.
Georganiseerde criminaliteit gaat voorbij landsgrenzen. Om criminele netwerken en verdienmodellen te verstoren is daarom een internationaal offensief ingezet. Dit jaar zijn de eerste initiatieven gestart, te versterken door de Toekomstagenda. Ook investeerden we in de aanpak van logistieke knooppunten, bijvoorbeeld door extra camera’s, fysieke barrières en biometrische toegangscontrole bij smokkelroutes. En we verstoorden criminele geldstromen, o.a. door een meer intensieve aanpak van witwassen.
Om de strafrechtelijke aanpak te versterken investeerden we in integrale handhaving, opsporing, vervolging en berechting. Met de beschikbare middelen zijn partners in de strafrechtketen versterkt, waaronder politie, Openbaar Ministerie (OM), rechtspraak en reclassering. We investeerden in personeel en materiaal (zoals voor cameratoezicht) en versterkten de forensische opsporing.
In 2022 werd het Multidisciplinair Interventie Team versneld operationeel. Het ging verder onder de naam Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (NSOC). Tot april 2024 werkt het NSOC aan een actieplan, met de focus op witwassen, dienstverlening, corruptie en geweld. De moederorganisaties stellen capaciteit beschikbaar voor interventies.
Stelsel van bewaken en beveiligen
Onze frontlinie kan kwetsbaar zijn voor invloed vanuit de georganiseerde criminaliteit. Dit jaar is dan ook ingezet op het vergroten van weerbaarheid. We investeerden in het stelsel opdat personen in dienst van de rechtsorde hun functie veilig en zonder vrees kunnen uitoefenen.
In oktober 2021 bracht de adviescommissie Toekomstbestendig Stelsel Bewaken en Beveiligen (cie. Bos) haar rapport uit. De implementatie hiervan startte in 2022; periodiek rapporteren we hierover aan de Tweede Kamer (TK). Dit jaar werden de 10 politieteams Bewaken en Beveiligen operationeel, is de landelijke Monitorcentrale Bewaken en Beveiligen uitgebreid, stelden we domeinregisseurs en maatregelenadviseurs aan en zijn de Landelijke Eenheid en het Politiedienstencentrum uitgebreid. Bij de KMar vond in 2022 een personele uitbreiding plaats met 36 fte. De KMar heeft hiermee volledig operationele teams opgericht en het afgesproken aantal subjecten in de persoonsgerichte beveiliging genomen. Tevens heeft de KMar geheel 2022 bijstand geleverd op gebied van persoonsbeveiligingscapaciteit. De realisatie van de ondersteuning door Shared Service Organisaties is nog niet volledig voltooid. Het Kenniscentrum Bewaken en Beveiligen ontwikkelde trainingen en opleidingen, stelde een meerjarig wetenschappelijke onderzoeksprogramma in en investeerde in innovatieve (technologische) beveiligingsconcepten.
Off- en online onrust en wangedrag gezamenlijk adresseren
De afgelopen jaren werd het op internet oproepen tot geweld en rellen, digitaal afpersen, discrimineren en intimideren steeds zichtbaarder. In 2022 startte het Project Online Content Moderatie. Dat loopt tot 1 januari 2025. Hiermee werken we aan:
1. publiek-private samenwerking voor online content moderatie,
2. een laagdrempelige voorziening voor burgers om onrechtmatige online content te melden,
3. instrumentaria voor lokale bestuurders om openbare ordeproblemen die online worden aangejaagd te voorkomen of te beperken,
4. een advies over een voorziening om online content ontoegankelijk te maken op verzoek van het lokale bestuur ,
5. kennis en kunde over hoe het internet werkt, online fenomenen en content moderatie.
In 2022 organiseerden we leerkringen voor bestuurders, ambtenaren en online-specialisten gericht op best practices en kennisdeling. Ook ontwikkelden we een digitale wegenkaart. Die kaart biedt lokale overheden handelingsperspectieven als sprake is van online openbare ordeverstoringen of cybercrime, evenals een actueel jurisprudentieoverzicht. Tevens brachten we het wetsvoorstel ‘strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden’ in consultatie.
1.2 Politie: goed toegerust en voor iedereen
De politie werkte aan de Veiligheidsagenda op ondermijning, mensenhandel, cybercrime (incl. online seksueel kindermisbruik) en executie en ging verder met het ontwikkelen van meer moderne vormen van contact tussen burgers en politie. Najaar 2022 bestendigde de minister de prioriteiten voor de komende vier jaar. Dit in overleg met de gezagen en de politie. Gezien de grote druk op de politie-organisatie, het onrustige maatschappelijke klimaat is het zaak om continuiteit in de politie-organisatie in te bouwen.
Ondanks maatregelen was in 2022 opnieuw sprake van onderbezetting in de gebiedsgebonden politie; kwalitatief is dit werk wel versterkt. De Adviescommissie voor de Landelijke Eenheid (cie. Schneiders) meldt in het eindadvies: vorm de Landelijke Eenheid om naar twee separate landelijke eenheden. De korpschef diende daartoe eind 2022 een transitieplan in. Dit jaar besloot de minister het team Werken Onder Dekmantel af te bouwen en (her) op te bouwen.
In 2022 zijn verdere stappen gezet in de continue doorontwikkeling van de opsporing zodat die is toegerust op het werk van vandaag en morgen. In de eenheden is volop ervaring opgedaan met een manier van werken waarbij alle voor de aanpak van een incident of problematiek benodigde disciplines - zoals tactiek, intelligence, specialistische opsporing - worden samengebracht op het juiste moment en op de juiste plaats. Dit vergroot het actievermogen en het rendement van de politie-inzet. Ook het vakmanschap kreeg veel aandacht en er is een personele beweging ingezet met een accent op het binnenhalen van specifieke expertise, zoals data-analyse, die o.a. nodig is voor de steeds meer intelligence gestuurde opsporing.
Met Politie voor Iedereen werkt de politie aan een veilig en inclusief werkklimaat. Dit plan kent vijf prioriteiten: veilige inclusieve teams, diverse instroom, aanpak discriminatie, professioneel controleren, en het netwerk Divers Vakmanschap & Bondgenoten. De politie laat zich hierbij adviseren door een Externe Raad voor Advies en Inspiratie. Naar aanleiding van de documentaire De Blauwe Familie stelde de politie het plan Aanpak Uitsluiting, Discriminatie en Racisme op. Doel hiervan is meer sociale veiligheid binnen teams en duidelijke normen en sancties. Met het plan Daarom Blijven Ze probeert de politie (jong)afgestudeerde medewerkers te behouden. Dit jaar is ook het Arbeidsvoorwaarden-akkoord politie 2022-2024 ondertekend. Dit geeft uitdrukking aan onze waardering voor het intensieve werk van de politie.
1.3 Dreigingen opvangen en tegengaan
September 2022 publiceerden we de Rijksbrede Risicoanalyse, opgesteld door het Analistennetwerk Nationale Veiligheid. Die analyse is belangrijke input voor de Rijksbrede Veiligheidsstrategie (RbVs). Doordat deze vertraging opliep vindt de publicatie van de RbVs pas plaats in 2023. Ook het tweede Dreigingsbeeld Statelijke Actoren van eind november dient als input voor deze strategie. Dit Dreigingsbeeld is een gezamenlijk product van NCTV, AIVD en MIVD.
Brede aanpak terrorisme: robuust en wendbaar
De terroristische dreiging is veelzijdiger en veranderlijker dan voorheen. Dit jaar stelden we daarom een herijkte strategie vast: de Nationale Contraterrorisme Strategie 2022-2026. Daarin is extra aandacht voor de aansluiting tussen het zorg- en veiligheidsdomein, de groeiende rol van online (terroristische) content en veilige re-integratie tijdens en na detentie.
We continueerden de lokale aanpak van extremisme en terrorisme en investeerden in kennis en bewustwording, onder andere door trainingen van het Rijksopleidingsinstituut tegengaan Radicalisering en advies van het Landelijk Steunpunt Extremisme. Voor hun lokale aanpak zijn aan 19 gemeenten en regio’s Versterkingsgelden toegekend. Door herinrichting van de Versterkingsgelden konden gemeenten nu ook voor 2023 en 2024 geld aanvragen.
Nederland zet zich (inter)nationaal in om het online verspreiden van terroristisch materiaal tegen te gaan. Hiervoor is in 2022 o.a. de Internet Referral Unit ingericht en nam de Tweede Kamer de Uitvoeringswet aan van de verordening terroristische online-inhoud. Die wet biedt de toekomstige Autoriteit online Kinderpornografisch en Terroristisch Materiaal (ATKM) een wettige basis voor verwijderbevelen aan hosting serviceproviders.
Ook in 2022 is ingezet op een veilige en gecontroleerde vrijlating van terrorismeveroordeelden na detentie. Belangrijk onderdeel hiervan is dat we het zicht op personen versterken evenals de informatie-uitwisseling tussen ketenpartners, zowel tijdens als na detentie. Tevens rolden we het Werkmodel Veilige Re-integratie landelijk uit. Dit model biedt ketenpartners een handvat om re-integratiestappen te bepalen. Daarnaast verduidelijkten we de wet die gaat over langdurig toezicht, gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking met bepalingen over terroristische misdrijven.
Economische veiligheidsdreigingen
Eind november ontving de Tweede Kamer de kamerbrief Aanpak Statelijke Dreigingen. Die brief gaat o.a. over economische veiligheidsdreigingen en ongewenste strategische afhankelijkheden. We werkten aan de Wet veiligheidstoets investeringen fusies en overnames - in 2022 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen. Ook werkten we samen met het ministerie van OCW aan een pakket van maatregelen voor kennisveiligheid.
Het werk aan de vitale infrastructuur - telecommunicatie, energie- en drinkwatervoorziening – zette zich voort. We richten ons daarbij op de weerbaarheid van vitale processen en herziening van het vitaal beleid, de beleidscyclus en het vitaal stelsel. Ook droegen we bij aan de Critical Entities Resilience Directive en de Network- and Information Security 2 Directive. Beiden zijn eind 2022 aangenomen.
Eind 2022 ontving de Tweede Kamer het wetsvoorstel uitbreiding van de strafbaarheid van spionage. Hiermee gaven we invulling aan de afspraak uit het Coalitieakkoord om buitenlandse inmenging tegen te gaan. Daarnaast startte, met betrokkenheid van alle departementen, een pilot om het Rijksbreed Responskader verder uit te werken. Met dit kader kunnen we assertief optreden tegen een kwaadwillende statelijke actor. En we droegen bij aan initiatieven in EU- en NAVO-verband om hybride dreigingen aan te pakken, zoals een hybride toolbox en FIMI toolbox1.
1.4 Samen incidenten en crises beheersen
Eind 2022 was de contourennota Crisisbeheersing en Brandweerzorg klaar. Deze nota gaat in op vernieuwing van de organisatiestructuur en samenwerking en veranderingen in de brandweerzorg. Actuele praktijkervaringen met incidenten, rampen en crises komen daarin terug. De ambitie is: één landelijk dekkend stelsel voor crisisbeheersing en brandweerzorg. Om de verbinding en samenhang te versterken tussen de nationale en regionale crisisstructuur is het Instellingsbesluit Ministeriële Commissie Crisisbeheersing 2022 vernieuwd en verscheen er een nieuw Nationaal Handboek Crisisbeheersing.
Recente gebeurtenissen, zoals de bestrijding van de coronapandemie en de toestroom van ontheemden uit Oekraïne, lieten zien hoe belangrijk het is dat de overheid in tijden van nood kan terugvallen op het (staats)nood- en crisisrecht. Maar dit recht is op veel punten verouderd en het is de vraag of het nog wel goed aansluit bij huidige en toekomstige dreigingen. In december 2022 presenteerden we dan ook een kader voor het moderniseren van het (staats)nood- en crisisrecht.
Bij de brandweer is vrijwilligheid een belangrijke pijler. Om de huidige organisatie van de Nederlandse brandweer als principiële uitzondering in het (Europese) arbeidsrecht te behouden, is een onderzoek uitgezet. Daaruit blijkt2 de noodzaak om de rechtspositie van brandweervrijwilligers in het vrije-instroom-profiel meer expliciet te baseren op het concept van vrijwilligheid. Ook moet het contrast tussen vrijwillige brandweer en beroepsbrandweer worden verscherpt. Dit speelt vooral bij kazernering en consignering van brandweervrijwilligers.
Concrete stappen zijn gezet om Nederland weerbaarder te maken tegen digitale dreigingen en verstoring en uitval van systemen. Zo kwam de Nederlandse Cybersecuritystrategie gereed (incl. actieplan). Onderdeel hiervan is het samenvoegen van het Nationaal Cybersecurity Centrum (NCSC), het Digital Trust Center en het CSIRT voor digitale dienstverleners tot één nationale cyberautoriteit. Hiermee zijn we dit jaar gestart. Ook was er het eindrapport Cyclotron. Hierin staat het advies om een publiek-privaat samenwerking op te richten voor het sneller delen, analyseren en distribueren van informatie. Om het NCSC de mogelijkheid te bieden in ruimere zin informatie te delen over cyberdreigingen is de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen gewijzigd. De Europese Unie stelde de herziene netwerk- en informatiebeveiligingsrichtlijn vast. De Tweede Kamer ontving de beleidsreactie op het OVV-rapport Kwetsbaar door software - Lessen naar aanleiding van beveiligingslekken door software van Citrix, evenals de publicatie van het Landelijk Crisisplan Digitaal. Daarin staat de gezamenlijke aanpak bij een digitale crisis op landelijk niveau.
1.5 Sanctietoepassing: straf is straf, gedrag telt en veilige terugkeer
De Wet straffen en beschermen trad in werking en is grotendeels geïmplementeerd. Hiermee bieden we slachtoffers genoegdoening en werken organisaties samen aan het verminderen van recidive. De invoering van het laatste onderdeel van deze wet, namelijk het informeren en raadplegen van slachtoffers bij re-integratieverlof, is vertraagd. We besloten de implementatie van de overdracht van de huidige verantwoordelijkheid van het OM aan het CJIB voor het informeren van slachtoffers in de tenuitvoerleggingsfase te koppelen aan de implementatie van de laatste tranche van de Wet.
Voor veilige terugkeer van gedetineerden werkten we aan knelpunten in re-integratie. Om hun samenwerking in de PI’s te intensiveren kregen reclassering en DJI in 2022 tezamen € 4,5 mln. Om de samenwerking verder te verbeteren is de inzet van de reclassering in de PI’s geëvalueerd. Medio 2023 wordt de evaluatie opgeleverd.
Naar aanleiding van een onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid naar de terroristenafdelingen onderzoekt DJI of en hoe re-integratie verder te verbeteren is, bijvoorbeeld door meer opleiding en arbeid op de terroristenafdeling. Ook verkent DJI of het mogelijk is om gedetineerden ten behoeve van de re-integratie op een terroristenafdeling, waar veilig eerder te laten doorstromen naar een ander regime, door een verruiming van het daarvoor geldende strafrestant.3
DJI kent drie Afdelingen Intensief Toezicht (AIT). Dit is een nieuw concept. Voor inzicht in de werking en effecten hiervan is in 2022 een evaluatie gestart. Vooruitlopende op de wijzigingen van de Penitentiaire beginselenwet hebben we in 2022 de lagere regelgeving gewijzigd om voortgezet crimineel handelen tijdens detentie beter tegen te (kunnen) gaan.
PwC concludeerde in 2022 dat de taken en middelen van DJI niet met elkaar in evenwicht waren. Het tekort van 400 miljoen is voor het grootste deel opgelost door een extra investering van € 210 mln. structureel alsmede door vier maatregelen met een opbrengst van € 178 mln. structureel. De Tweede Kamer wordt bij Voorjaarsnota 2023 geïnformeerd op welke wijze het resterende tekort zal worden opgelost, in relatie tot de meest recente ramingen voor de behoefte aan sanctiecapaciteit (PMJ). De veiligheid van medewerkers, samenleving en de gedetineerden staat hierbij centraal.
In afwachting van een nieuw systeem voor afgifte van identiteitsbewijzen aan gedetineerden (medio 2023), zouden we een tussenoplossing verkennen. Maar dat ging niet door. Gemeenten wilden zich liever voorbereiden op de nieuwe werkwijze. Die werkwijze houdt in dat de (burgemeester van de) gemeente waarin de PI staat, bevoegd wordt om identiteitskaarten te verstrekken aan alle gedetineerden in de PI die in die gemeente is gevestigd.
1.6 Forensische zorg: professioneel en van hoge kwaliteit
Dit jaar zijn flinke stappen gezet door alle betrokkenen om de forensische zorg veiliger en beter te maken. DJI voerde een nieuwe inkoopstrategie in met ruimte voor zorgaanbieders om met DJI in gesprek te gaan over de inschrijving. DJI verwacht daardoor betere afspraken, contracten met een langere looptijd en meer stabiliteit in de sector te kunnen realiseren. Om tegemoet te komen aan de groeiende vraag naar forensische zorg kocht DJI meer capaciteit in en door aan de slag te gaan met nieuwe systemen voor stuurinformatie, is er meer zicht op in- door en uitstroom in de forensische keten.
De ketenpartners maakten afspraken over kwaliteitseisen in het Kwaliteitskader Forensische Zorg en – opdat ze bindend zijn - deponeerden deze afspraken bij het Zorginstituut Nederland. Voor de implementatie van de afspraken zijn middelen vrij gemaakt.
Ook werkten we aan het verminderen van administratieve lasten, zoals het niet meer schrijven van indirecte tijd. Door het plaatsingsbesluit te digitaliseren is ongeveer 16 % van de administratieve handelingen hieromtrent vervallen. Daarnaast beproefden we trajectindicaties en werkten we aan de Forensische Tijdlijn.4 Beide dragen bij aan doelmatigheid en doeltreffendheid van de forensische zorg.
1.7 Jeugdbescherming: aandacht voor de korte én langere termijn
In de loop van 2022 bleek de problematiek in de jeugdbescherming – en daarmee onze inzet - fors groter dan voorzien. Zo continueerden we tot medio 2022 het InterBestuurlijk Toezicht (IBT) dat in 2021 in vier jeugdbeschermingsregio’s startte. In de regio’s Rijnmond, Zuidwest en Brabant is het IBT in 2022 afgesloten. Daarnaast spraken JenV en VWS veelvuldig met o.a. de Gecertificeerde instellingen (GI’s), gemeenten, rechters, de Raad voor de Kinderbescherming en Stichting Kwaliteitsregister Jeugd en jeugdbeschermers. De zorgen werden gedeeld over de hoge werkdruk door o.a. toenemende complexe casuïstiek en personeelstekorten. We spraken maatregelen af om de kwaliteit en continuïteit van de jeugdbescherming de komende jaren beter te waarborgen.5 Dit maatregelenpakket geeft vooral verlichting op de korte termijn, o.a. met een financiële bijdrage vanuit het Rijk en een subsidieregeling om de zijinstroom te stimuleren. Dit is mede om de periode te overbruggen totdat het Toekomstscenario Kind- en Gezinsbescherming en de Hervormingsagenda Jeugd effect hebben.
Het Toekomstscenario voorziet in een fundamenteel andere manier van werken. Het jeugdbeschermingsstelsel wordt meer gezinsgericht, eenvoudiger, lerend en transparanter. In 2022 besloten we versneld vorm en inhoud te geven aan dit scenario. Het aantal proeftuinen daartoe is uitgebreid van 6 naar 11. Met de bestaande proeftuinen maakten we afspraken over vervolgstappen.
In de Hervormingsagenda Jeugd staan afspraken over het afbakenen van de reikwijdte van de jeugdhulpplicht. Daardoor komt meer hulp beschikbaar voor kinderen die deze het hardste nodig hebben, zoals jeugdigen met een beschermingsmaatregel. Ook is in 2022 extra hulp en ondersteuning beschikbaar gesteld voor de gedupeerden gezinnen van de toeslagenaffaire.
De Raad van State adviseerde over het wetsvoorstel Verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen. Eind 2022 presenteerden we een plan om de rechtsbescherming in de jeugdbescherming te verbeteren. Gestart is met concrete verbeteringen die zonder wetswijziging mogelijk zijn.
Over de toekomst van interlandelijke adopties besloot het kabinet dat interlandelijke adoptie mogelijk moet zijn. Dit zolang er in herkomstlanden geen alternatieven zijn die minder ingrijpend zijn, en het ontwikkelperspectief van een kind ermee is gediend. Het doel is dat landen van herkomst zelf passende opvang (kunnen) gaan bieden. Om deze verandering handen en voeten te geven is na een selectieprocedure het voorstel van Stichting Wereldkinderen geselecteerd voor de vorming van één centrale bemiddelingsorganisatie. Ook stelden we criteria vast voor het beoordelen van adoptierelaties met landen van herkomst. Hiermee selecteerden we landen van waaruit adoptie weer mogelijk wordt.
1.8 Jeugdcriminaliteit: zwaardere delicten door jonge daders
In 2022 werkten we aan de preventieparagraaf van het Coalitieakkoord. Onderdeel daarvan is de brede preventie aanpak van (georganiseerde en ondermijnende) jeugdcriminaliteit, met o.a. een domein overstijgende wijkaanpak en de inzet van kansrijke en effectief bewezen interventies. Uit de Monitor Jeugdcriminaliteit 2020 bleek dat er sprake is van een concentratie van jeugdcriminaliteit bij bepaalde risicojongeren in een beperkt aantal wijken. In 2022 deed het WODC hiernaar onderzoek. Dat gaf o.a. een beeld van hotspots van (geregistreerde) jeugdcriminaliteit. Dit beeld ondersteunt het belang van de (domeinoverstijgende gebiedsgerichte) preventieve aanpak van jeugdcriminaliteit. In 2022 is deze aanpak gestart in 15 gemeenten die geprioriteerd zijn in het kader van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV). Deze aanpak stimuleert de (door)ontwikkeling van kansrijke maatregelen en de uitrol van effectief bewezen interventies. Zo is de interventie Alleen Jij Bepaalt Wie Je Bent nu in ruim 30 gemeenten ingezet.
In 2022 is een verbeterde versie ingevoerd van de risicotaxatie door het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen. Ook is het actieplan Wapens en Jongeren geëvalueerd en is het interdepartementaal beleidsonderzoek jeugdcriminaliteit Werken aan een effectievere detentie van jeugdigen afgerond.
1.9 Passende en effectieve juridische instrumenten
Gewijzigde Wet Bibob
Op 1 oktober 2022 trad de gewijzigde wet Bibob6 in werking. Met deze wet kan een bestuursorgaan organisaties controleren die een vergunning of subsidie aanvragen, die gebouwen of grond willen (ver)kopen of op een andere manier zaken willen doen met het bestuursorgaan. De gewijzigde wet reikt verder en geeft meer mogelijkheden voor informatiedeling. Bovendien is er nu een register waarin bestuursorganen hun conclusies kunnen bijhouden en informatie kunnen opvragen via het Landelijke Bureau Bibob.
Nieuwe gegevenswet voor politie- en justitiedomein
In april 2022 informeerden we de Tweede Kamer dat de gegevenswet voor het politie- en justitiedomein niet doorgaat vanwege onvoldoende financiële middelen voor realisatie en implementatie. Om de meest prangende knelpunten op te lossen werkten we aan aanpassingen in de Wet politiegegevens. De stand van zaken daarvan is dat er overeenstemming is tussen politie, KMar, Bijzondere Opsporingsdiensten en rijksrecherche over welke knelpunten aan te pakken.
2 Effectief en toegankelijk recht
2.1 Een rechtsbestel dat werkt voor iedereen
In 2018 startte het programma om het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand meer toekomstbestendig te maken. In 2025 moet een stelsel staan waarin iedere rechtzoekende op een laagdrempelige, snelle en integrale manier een oplossing kan vinden. Deze vernieuwing bevindt zich nu middenin de pilotfase. Dit jaar werkten we aan een prototype voor een diagnose-instrument. Daarmee kunnen rechtzoekenden zelf of met hulp van een professional sneller en beter een oplossing vinden voor hun juridisch probleem. Ook is de dienstverlening aan rechtzoekenden verbeterd en laagdrempeliger gemaakt, met specifieke aandacht voor mensen die minder digitaal vaardig zijn.
In navolging van het rapport Ongekend Onrecht en op basis van casuïstiek en onderzoek (WODC) bekeken we of de zelfredzaamheidstoets onder de Wet op de rechtsbijstand nog bij de tijd is. Vooruitlopend hierop en om te voorkomen dat burgers tussen wal en schip raken ontwikkelden de Raad voor Rechtsbijstand, het Juridisch Loket en de Nederlandse Orde van Advocaten een gezamenlijke aanpak. Als deze organisaties signalen ontvangen die daartoe aanleiding geven, helpt het Juridisch Loket deze burgers snel of verwijst ze door. Voor zaken die te complex zijn om in de eerste lijn af te handelen, verstrekt de Raad (tijdelijk) een lichte adviestoevoeging aan advocaten op grond van de Regeling Adviestoevoeging Zelfredzaamheid.
Onnodige procedures in het bestuursrecht zijn verder teruggedrongen, bijvoorbeeld door voor gemeenten vanuit burgerperspectief een digitaal bezwaarplatform te ontwikkelen. Door wetgevingsdialogen met uitvoeringsorganisaties en gemeenten pakten we knellende wet- en regelgeving aan. Hierbij sloten we aan bij Ongekend Onrecht en Klem tussen Balie en Beleid. Deze rapporten benadrukken dat de burger en zijn of haar probleem centraal moeten staan en niet de procedure. In dit verband werken de ministeries van BZK en JenV aan enkele wijzigingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Ook is gewerkt aan de kwaliteit van beleid en wetgeving. Hiertoe namen we nieuwe initiatieven, maakten we beter gebruik van bestaande instrumenten en bouwden daarop voort. Zoals het (stimuleren van het gebruik van het) Integraal AfwegingsKader voor beleid en regelgeving (IAK), de versterking van de wetgevingstoetsing en beter waarnemen en benutten van signalen uit de praktijk. Ook investeerden we in een betere aansluiting van de rechtspraak op behoeften van burgers. Daarbij deden we ervaring op in (verplichte) experimenten met eenvoudigere procedures. Voorbeelden zijn de schuldenrechter en de wijkrechtbank in Oost-Brabant. De rechtspraak investeerde in experimenten met maatschappelijk effectieve rechtspraak, ook in het strafrecht. Openbare en toegankelijke rechtspraak is een groot goed. Daarom zette de rechtspraak ook in 2022 in op zoveel mogelijk online publiceren van uitspraken.
Belangrijke resultaat was de uitspraak in november 2022 van de rechtbank in de zaak tegen de verdachten van het neerhalen van vlucht MH17. In deze zaak zijn kosten noch moeite gespaard om verdachten voor de onafhankelijke rechter te brengen.
2.2 Kortere doorlooptijden
Kortere doorlooptijden stond ook in 2022 op de agenda als onderdeel van de meerjarige afspraken tussen de rechtspraak en JenV. In het programma Tijdige Rechtspraak (2020 ‒ 2023) zetten de gerechten de activiteiten voort. Het programma bestaat uit het deelprogramma Slimmer Roosteren en Plannen en het - door betere communicatie - vergroten van voorspelbaarheid voor rechtzoekenden. Onder dit deelprogramma ontwikkelt de rechtspraak een landelijk raamwerk voor het rooster- en planproces en werkt men aan IT-ondersteuning daarvan.
2.3 De digitale rechtsstaat en rechtsbescherming
In 2022 zette de rechtspraak belangrijke stappen met het programma Digitale Toegang Civiel recht en Bestuursrecht. De strafrechtsketen startte met de landelijke uitrol van het digitaal procesdossier. Daarnaast zijn de eerste multimediavoorzieningen in ontwikkeling voor het bestrijden van veelvoorkomende criminaliteit. Hiermee komt beeld- en audiomateriaal beschikbaar voor politie, OM en rechtspraak. Door het ketenbrede slachtofferportaal verbeterden we de dienstverlening, en het tijdelijke programma Digitalisering Strafrechtketen kreeg opvolging door het Duurzaam Digitaal Stelsel - het structurele samenwerkingsverband in de strafrechtketen waarmee de digitalisering van de keten verder gestalte krijgt.
2.4 Focus op preventie en bescherming van kwetsbare en hulpbehoevende burgers
Scheiden zonder schade
Voor vroegtijdige hulp en ondersteuning ontwikkelden we het DigiPlein. Daar kunnen ouders, kinderen en professionals laagdrempelig terecht voor informatie en ondersteuning en een Digitaal Maatje. Ook deden we ervaring op met de inzet van een gezinsvertegenwoordiger en een specialist contactverlies. Als coördinator van het scheidingsproces verbindt de gezinsvertegenwoordiger professionals uit zorg en recht. Daarnaast zijn de nieuwe procedures Gezamenlijke Toegang Ouders als pilot getoetst bij de rechtbank. In februari heeft het eindcongres van het programma Scheiden zonder Schade plaatsgevonden, waarna in maart de eindrapportage is opgeleverd.
Slachtofferzorg: een sterkere positie van slachtoffers
Per 1 juli 2022 trad het eerste deel van de Wet uitbreiding slachtofferrechten (WUS) in werking. Om de impact te kunnen bepalen van het privacy-onderdeel van de WUS zochten we o.a. naar helderheid over de (juridische) verdeling van verantwoordelijkheden en samenwerking tussen en met de betrokken ketenpartners. We spraken hierover met OM, politie en de rechtspraak. Naar aanleiding van een onderzoek van de Inspectie Justitie en Veiligheid stelde de politie een verbeterplan vast om de uitvoering van de Individuele Beoordeling te verbeteren. Daarnaast is de werkwijze van de Individuele Beoordeling bij de recherche en meldkamer geïmplementeerd. Bij deze implementatie betrok de politie ook het verbeterplan.
Samen tegen mensenhandel
Zomer 2022 startte het proces om samen met betrokken organisaties het programma Samen tegen Mensenhandel te herijken. Doel is te komen tot een gezamenlijke langetermijnvisie en strategie. De methodiek die we hiervoor gebruikten is Opgave Gericht Werken en sluit aan bij het Beleidskompas7. We organiseerden twee ronde tafels waaraan zo’n 80 deelnemers met elkaar in gesprek gingen over trends, (oorzaken van) problemen en oplossingen in de aanpak van mensenhandel. Dit leverde o.a. een bloemlezing op.
Seksuele misdrijven: preventie, repressie én publiek-private acties
In 2022 dienden we het Wetsvoorstel seksuele misdrijven in bij de Tweede Kamer. In lijn met internationale verplichtingen moderniseert dit voorstel de seksuele misdrijven in het Wetboek van Strafrecht. Het maakt meer seksueel overschrijdend gedrag strafbaar. Om de inwerkintreding van de wet (beoogd in 2024) goed voor te bereiden, zijn we een implementatietraject gestart. Het doel daarvan is de organisaties in de strafrechtketen en overige organisaties te faciliteren zodat zij in staat zijn om deze wet uit te voeren op het moment dat de wet in werking treedt.
2.5 Discriminatie en racisme: meer coördinatie en integratie noodzakelijk
Dit jaar publiceerde de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme het Nationaal Programma tegen Discriminatie en Racisme. Ook werkten dit jaar verschillende ministeries, waaronder JenV, aan een interdepartementale aanpak van online discriminatie.
3 Migratiebeleid: integraal, uitvoerbaar en rechtvaardig
Het jaar 2022 was een bewogen jaar met een crisis door de stroom van ontheemden veroorzaakt door de Russische invasie van Oekraïne en de crisis in de opvang. Dit vroeg extra inspanningen en forse opgaven. Vanaf het moment dat de eerste Oekraïners in Nederland arriveerden, schaalden we op naar een crisisstructuur. Ook de opvangcrisis vroeg de nodige extra inspanningen. Het totaalaantal asielaanvragen steeg fors ten opzichte van de afgelopen jaren.
Figuur 1 Cijfers opvang vluchtelingen uit Oekraïne in Nederland
Figuur 2 Cumulatief aantal asielzoekers uit de afgelopen jaren
Bron: IND (Asylum Trends Monthly Report on Asylum Applications in The Netherlands, december 2022)
3.1 Versterkte migratieketen
Ook in 2022 werkten we aan betere samenwerking in en sturing op de migratieketen. Dit deden we op basis van de adviezen van EY die begin 2021 de IND en de asielketen hebben doorgelicht, leidend tot een verbetertraject voor de IND en een veranderopgave voor de gehele migratieketen. De IND verandert aan de hand van de thema’s sturing op en binnen de IND, personeel en productiviteit, cultuur en informatievoorziening. De veranderopgave migratieketen richt zich op: bewuster werken vanuit de ketengedachte, verbeteren van de governance en sturing, optimaliseren keteninformatievoorziening, bekostiging passend bij de dynamiek van de asielketen.
3.2 Minder overlast, meer terugkeer
Overlast en criminaliteit van asielzoekers ondermijnt het draagvlak voor opvang. Asielzoekers die dat doen pakken we sneller en harder aan. Dat doen we door crimineel gedrag te bestraffen, overlastgevende asielzoekers sober op te vangen, snel over hun aanvraag te beslissen en als duidelijk is dat ze niet in Nederland mogen blijven, zorgen voor terugkeer.
In 2022 intensiveerden we de aanpak van overlast door € 45 mln. structureel beschikbaar te stellen, door sobere opvang voor asielzoekers met een kansarme asielaanvraag en door terugkeer te bevorderen.8 Om de aanpak te versterken is dit jaar een Coördinator Nationale Aanpak Overlast aangesteld.9 Door samen te werken in de vreemdelingenketen en met politie en OM, voorkomen we dat overlastgevers uit beeld verdwijnen en later elders opduiken. Om overlast in de publieke ruimte te beperken is een mobiel straatteam opgericht. In Ter Apel zetten ketenpartners zich in om procedures van overlastgevende asielzoekers snel en slagvaardig te behandelen. Als duidelijk is dat de asielzoeker geen rechtmatig verblijf heeft, zetten we in op (gedwongen) terugkeer of overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat.10
Om opvanglocaties veilig en leefbaar te houden blijft een gerichte aanpak noodzakelijk in de opvang van (overlastgevende) asielzoekers en het adequaat begeleiden van bewoners. In 2022 startte het COA een aantal pilots: Overlastgever (vroegtijdig) in beeld, Samenwerking met Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) en het Ambulant OndersteuningsTeam. Ook lopen er gesprekken met de gemeente Almere over de mogelijkheid de voormalige PI als locatie voor sobere opvang in gebruik te nemen.11 Daarnaast kijken we doorlopend of meer maatregelen noodzakelijk en mogelijk zijn.
Terugkeer realiseren heeft een stevige internationale component en is sterk afhankelijk van samenwerking met derde landen. In 2022 gingen we hiervoor migratiepartnerschappen aan met derde landen. Het doel van de partnerschappen is om terugkeer te bevorderen en instroom te beperken en daarmee overlast te voorkomen in prioritaire landen. Ook in Europees verband acteerden we door het gezamenlijke EU-terugkeerbeleid tussen EU-lidstaten te verbeteren.
3.3 Reguliere migratie
Vanuit de wens kennismigranten te ontvangen en aan te trekken hebben we in 2022 ingezet op de implementatie van de Europese Richtlijn Blauwe Kaart. Met een verblijfsvergunning Europese Blauwe Kaart kan een hoogopgeleide werknemer in Nederland wonen en werken. Daarnaast is de Start-Up regeling geëvalueerd en is in de beleidsreactie toegezegd om de duur van de verblijfsvergunning voor startende ondernemers naar twee jaar te verlengen. Ook is toegezegd de aanbeveling uit te werken om het goedkeuringsproces van facilitators los te koppelen van de verblijfsvergunning. Hiermee dragen we bij aan de afspraak uit het Coalitieakkoord om innovatieve start-ups en scala-ups te ondersteunen.
3.4 Inzet op grenzen
Een toekomst- en crisisbestendig Schengengebied is belangrijk. Prioriteiten in 2022 waren het versterken van de buitengrenzen, het verbeteren van analyse en risico-gestuurde monitoring en informatiegestuurde controles aan de binnengrenzen, en het versterken van de governance van het Schengengebied evenals van waarborgen in tijden van crisis. In 2022 leidde dit tot continue aandacht en inzet van autoriteiten (waaronder de KMar) in de grensregio’s.
Oktober 2022 werd de nieuwe verordening voor het Schengenevaluatiemechanisme van kracht. Dit mechanisme is bedoeld om periodiek en ad hoc lidstaten te toetsen in hoeverre zij het Schengenacquis goed toepassen. Dan gaat het o.a. om buitengrensbeheer, terugkeer, informatiesystemen, politiesamenwerking, visumbeleid en dataprotectie. Ook is ingezet op efficiënt en effectief grensbeheer in het kader van General Aviation. Daarbij gaat het om het al dan niet definitief aanwijzen van kleine luchthavens als grensdoorlaatpost.
Een interdepartementale visie is opgesteld voor integraal grensbeheer tot 2030. Hoofddoelen voor het Nederlandse grensbeheer zijn het beschermen en vergroten van de veiligheid, effectiever voorkomen en tegengaan van illegale grensoverschrijding en secundaire migratie, en efficiënter faciliteren van de grenspassages van bonafide reizigers. Voor geïntegreerd grensbeheer en terugkeer vergroot Nederland zijn bijdrage in personeel aan Frontex. Dit conform de EU afspraken.
Naast de implementatie van de 6 centrale Europese informatiesystemen in de veiligheids- en migratieketen12 zijn er ontwikkelingen waardoor de grensautoriteit voorafgaand aan de grenspassage steeds vaker beschikt over digitale passagiersdata. Om het grenstoezicht goed in te richten en uit te voeren is nauw samengewerkt met stakeholders: beleid, uitvoering, toezicht en private organisaties (maritiem- en luchtvaartsector). Samenwerking is essentieel omdat systemen en techniek steeds nauwer met elkaar zijn verbonden én vanwege Europese en nationale wetgeving. Aandachtspunten hierbij zijn de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer voor cybersecurity/ grenstoezicht.
3.5 Gemeenschappelijke aanpak migratie en asiel binnen Europa
Om het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS) verder te hervormen stelde de Europese Commissie in 2020 een nieuw Pact voor Migratie en Asiel voor. In 2022 zetten we de behandeling hiervan voort. Ook is dit jaar een Raadspositie bereikt op de ontwerp-Eurodacverordening en Screeningsverordening, alsook een gedeeltelijk akkoord op de Asielprocedureverordening.
4 Tot slot: opgaven voor de organisatie van JenV
JenV zet zich in voor een veilig en rechtvaardig Nederland. Met het meerjarig programma JenV-brede werkagenda volgden we in 2022 de maatregelen op uit de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) en Werkagenda voor de Uitvoering (WaU). Deze agenda zet in op het:
• versterken van de menselijke maat in de dienstverlening,
• maken van begrijpelijke en uitvoerbare wet- en regelgeving,
• actiever ophalen van signalen uit de samenleving en
• versterken van de samenwerking tussen politiek, beleid, uitvoering, toezicht en bedrijfsvoering.
In 2022 stond voor het thema Hybride Werken ‘leren en experimenteren’ centraal. Dit betekent: pilots, enquêtes en handreikingen. Hiermee zorgen we ervoor dat het hybride werken een plek heeft in huisvesting, personeel, organisatie, digitale voorzieningen en sociale relaties. In het kader van transparantie en informatievoorziening zijn we gestart met de opzet van een Centrale Eenheid WOO (Wet Open Overheid) en sturen we beslisnota’s mee met stukken aan het Parlement.
Op de prioriteiten van de Regeringscommissaris Open op Orde werken we aan archivering en duurzaam beschikbaar zijn van o.a. e-mail, chatberichten en websites en het versterken van de capaciteit voor informatiehuishouding. Ook is ingezet op JenV-brede thema’s, zoals ‘Papier uit de ketens’, ‘Digitalisering Werkprocessen’ en ‘Datakwaliteit’. Het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen (MVOI) is voor JenV in 2022 bekrachtigd. Partijen die het Manifest ondertekenen verklaren daarmee doelbewust hun inkoopkracht in te zetten voor een zo groot mogelijke impact op maatschappelijke (transitie)doelen. De duurzaamheidsopgave kenmerkte zich door de CO2-prestatieladder en 15% gasreductie rijksbreed.