Base description which applies to whole site

12. Jaarverantwoording agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) per 31 december 2022

Inleiding

De maatschappelijke dynamiek en de veelal complexe departement overstijgende maatschappelijke opgaves, vragen om een wendbare overheid met een interdepartementale aanpak en innovatiekracht. De organisatieonderdelen van Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) zijn niet in overeenstemming met elkaar en bevinden zich in verschillende levensfasen. Daarnaast is het dienstverleningsprofiel van UBR erg diffuus.

Om de uitvoeringskracht van de rijksbrede bedrijfsvoering te versterken is het noodzakelijk om het versnipperde landschap aan organisaties te herpositioneren in dezelfde, voor opdrachtgevers heldere bedrijfsvoeringdomeinen:

  • Organisatie en Personeel

  • Digitalisering, informatisering

  • Inkopen, huisvesting, facilitaire zaken en integrale beveiliging

Als gevolg hiervan is het jaar 2022 het laatste jaar dat het agentschap UBR in deze hoedanigheid verantwoording aflegt. Sinds 2007 draagt UBR bij aan een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van de rijksdienst. UBR levert (kennisintensieve) dienstverlening op het gebied van ICT, personeel, organisatie, inkoop, overheidspublicaties, beveiliging en logistiek. In het Ontwikkelbedrijf (OW) wordt sinds enige jaren vormgegeven aan programma’s waarbinnen in opdracht van bestuurders nieuwe dienstverleningsconcepten worden ontwikkeld.

De dienstverlening van UBR wordt aangeboden vanuit onderstaande organisatieonderdelen:

  • Rijks beveiligingsorganisatie (RBO) verzorgt de beveiliging van(Rijks)locaties;

  • Interdepartementale Post- en Koeriersdienst (IPKD) is de rijks leverancier voor rijks vertrouwelijke, gerubriceerde koeriers- en transportdiensten;

  • Personeel levert HR-expertise op het gebied van Bedrijfszorg, Advocaten/ adviseurs arbeidsrecht, Loopbaan- en Talentontwikkeling, Organisatie-inrichting, Arbeidsmarktcommunicatie en wervingsadvies en Advies op instroom/doorstroom en inclusiviteit;

  • Binnenwerk (BW) is opgericht voor het rijksbreed creëren, invullen en begeleiden van banen voor arbeidsparticipanten;

  • Onder de paraplu van Organisatie worden advisering door Rijksconsultants, Gateway-reviews, Deltareviews en de coachtrajecten en coaching programma’s aangeboden;

  • Binnen het Ontwikkelbedrijf (OW) worden programma’s zoals innovatie, Rijks I-trainees, het ICT gilde en Rijks I-stage vormgegeven;

  • I-Interim Rijk (IIR)vult interim opdrachten op het gebied van strategisch project- en programma management;

  • Kennis- en Exploitatiecentrum OfficiëleOverheidspublicaties (KOOP) heeft als 

  • primairetaak het rechtsgeldig bekendmaken en beschikbaar stellen van wet- en regelgeving voor alle overheden van Nederland;

  • Haagsche Inkoop Samenwerking (HIS) biedt ondersteuning bij de inkoop van 6 departementen op het gebied van advisering en uitvoering.

De herpositionering van bedrijfsvoeringsdomeinen heeft geleid tot het Voorgenomen Organisatiebesluit UBR (VOB UBR) waarop in januari 2022 een besluit is genomen. Als gevolg van dit besluit zijn per 1 januari 2023 vijf nieuwe organisaties ontstaan en houdt UBR op te bestaan. De nieuwe organisaties zijn:

  • 1. Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk): voorheen: Personeel, Binnenwerk en P-Direkt

  • 2. Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (Rijksorganisatie ODI): voorheen: IIR, OW en Organisatie

  • 3. Rijksorganisatie voor Beveiliging en Logistiek (RBL): voorheen: RBO en IPKD

  • 4. Rijksinkoopsamenwerking (RIS): voorheen HIS

  • 5. Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF): voorheen Bv&F

Staat van baten en lasten

Tabel 49 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap UBR 2022 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

Realisatie 2021

 

(1)

(2)

(3)=(2)-(1)

(4)

Baten

    

- Omzet

317.896

352.178

34.282

330.324

waarvan omzet moederdepartement

124.558

157.287

32.729

102.800

waarvan omzet overige departementen

182.685

186.511

3.826

224.325

waarvan omzet derden

10.653

8.380

‒ 2.273

3.199

Rentebaten

0

109

109

0

Vrijval voorzieningen

0

2.193

2.193

1.613

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

317.896

354.480

36.584

331.937

     

Lasten

    

Apparaatskosten

316.494

354.949

38.455

330.799

- Personele kosten

208.114

242.955

34.841

219.401

waarvan eigen personeel

178.091

178.604

513

167.855

waarvan inhuur externen

22.358

56.069

33.711

47.649

waarvan overige personele kosten

7.666

8.282

616

3.897

- Materiële kosten

108.363

111.994

3.631

111.398

waarvan apparaat ICT

4.714

6.528

1.814

3.876

waarvan bijdrage aan SSO's

21.294

21.553

259

20.280

waarvan overige materiele kosten

81.402

83.913

2.511

87.242

Rentelasten

2

0

‒ 2

0

Afschrijvingskosten

1.419

579

‒ 840

484

- Materieel

323

240

‒ 83

140

waarvan apparaat ICT

23

127

104

83

waarvan overige materiele afschrijvingskosten

300

113

‒ 187

57

- Immaterieel

1.096

339

‒ 757

344

Overige lasten

0

1.861

1.861

1.014

waarvan dotaties voorzieningen

0

1.861

1.861

1.014

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

Totaal lasten

317.896

357.389

39.493

332.297

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

‒ 2.909

‒ 2.909

‒ 360

     

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

‒ 18

‒ 18

0

Saldo van baten en lasten

0

‒ 2.891

‒ 2.891

‒ 360

Toelichting

Baten

Omzet

De realisatie van de omzet per departement wijkt aanzienlijk af van de begroting. Derhalve is in onderstaande tabel een nadere uitsplitsing gemaakt van de begrote versus gerealiseerde omzet per departement:

Tabel 50 Omzet per departement (bedragen x € 1000)

x € 1.000

Vastgestelde begroting 2022

Realisatie 2022

Verschil 2022

Moederdepartement

   

waarvan:

   

Direct gerelateerd aan geleverde produkten/ diensten:

124.559

157.287

32.728

Overige ontvangsten/ bijdragen:

0

0

0

    

Overige departementen

   

Economische Zaken en Klimaat

14.822

13.968

‒ 854

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

1.747

4.819

3.072

Justitie en Veiligheid

49.849

51.597

1.748

Buitenlandse Zaken

12.614

5.867

‒ 6.747

Defensie

13.892

4.875

‒ 9.017

Financiën

26.994

27.757

763

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

8.427

12.696

4.269

Infrastructuur en Waterstaat

23.335

26.756

3.421

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

19.224

17.761

‒ 1.463

Algemene Zaken

4.353

2.456

‒ 1.897

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

7.427

17.959

10.532

 

182.684

186.511

3.827

Derden

10.653

8.380

‒ 2.273

Totaal

317.896

352.178

34.282

De grootste afwijkingen in de begrote versus gerealiseerde omzet per departement is waar te nemen bij:

Afwijking omzet BZK (+ € 32,7 mln.)

  • KOOP + € 9,3 mln.: als gevolg van vertraagde werkzaamheden uit 2021 en aanvullende financiering van ontwikkelopdrachten (zoals Omgevingswet, Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI), het interne verdrageninformatiesysteem (PACTA) en Bekendmakingswet.

  • RBO: + € 24 mln.: sinds 2021 is er een toename in de structurele dienstverlening van RBO. De gerealiseerde omzet RBO is € 10,2 mln. hoger dan begroot. Daarnaast is er een verschuiving in de verdeling van de gerealiseerde omzet over de departementen ten opzichte van de begroting.

Afwijking LNV (+ € 3,1 mln.)

  • Voornamelijk te herleiden naar Personeel. Bedrijfszorg + € 1,5 mln., Arbeidsmarktcommunicatie + € 1 mln. en Loopbaan en Talentontwikkeling + € 0,5 mln.

Afwijking BZ (- € 6,7 mln.)

  • Personeel: De afname van Bedrijfszorg is € 7 mln. lager dan begroot. Er is een verschuiving zichtbaar van de gerealiseerde omzet ten opzichte van de begrote omzet van BZ naar I&W.

Afwijking Defensie (- € 9 mln.)

  • Defensie laat wat betreft de afname van diensten van UBR over de hele linie een achterstand zien ten opzichte van de begroting.

Afwijking SZW (+ € 4,3 mln.)

  • Personeel: + € 3,5 mln. door een hogere afname van de diensten van Bedrijfszorg (€ 2,4 mln.) en Arbeidsmarktcommunicatie (€ 1,1 mln.).

  • IIR heeft een hogere omzet van € 1,1 mln. gerealiseerd bij SZW.

Afwijking I&W (+ € 3,4 mln.)

  • Personeel: + € 4,8 mln. door hogere afname van Bedrijfszorg dan begroot.

  • Organisatie: ‒ € 1,1 mln. doordat Rijksconsultants minder capaciteit beschikbaar heeft om in te zetten op opdrachten.

Afwijking omzet OCW (+ € 10,5 mln.)

  • IPKD: + € 5,2 mln. als gevolg van de opdracht Zelftesten

  • Personeel: + € 2,1 mln. is voornamelijk het gevolg van een grotere afname van de diensten van Bedrijfszorg

  • OW: + € 3,2 mln. te herleiden naar: Rijks ICT Gilde (RIG) + € 2,1 mln., door groter aantal ingevulde opdrachten dan begroot, het project Informatiehuishouding, + 0,4 mln., een grotere toename van het aantal Rijkstrainees + € 0,7 mln. en programma’s met betrekking tot innovaties + € 0,2 mln.

Omdat UBR bestaat uit 10 organisatieonderdelen met een grote diversiteit in dienstverlening is in de onderstaande tabel de afwijking van de gerealiseerde omzet ten opzichte van de begroting 2022 per organisatieonderdeel weergegeven:

Tabel 51 Omzet per organisatie onderdeel

x € 1.000

Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2022

Realisatie 2022

Verschil

UBR Concern

   

BV&F

14.327

6.482

‒ 7.845

OW

25.073

36.080

11.007

 

39.400

42.562

3.162

    

Dienstverleningsbedrijf

   

Personeel

59.119

70.269

11.150

IIR

34.270

28.827

‒ 5.443

Organisatie

14.590

13.274

‒ 1.316

HIS

19.345

17.527

‒ 1.818

KOOP

18.398

42.035

23.637

Binnenwerk

30.674

19.155

‒ 11.519

IPKD

16.176

22.345

6.169

RBO

85.924

96.118

10.194

 

278.496

309.551

31.055

subtotaal

317.896

352.112

34.216

    

Nagekomen baten voorgaande jaren

0

65

65

UitvoeringsorganisatieBedrijfsvoering Rijk

317.896

352.178

34.282

De gerealiseerde omzet 2022 ten opzichte van de begroting vertoont bij elk organisatieonderdeel van UBR een afwijking:

Bv&F

Bv&F levert het grootste deel van haar diensten binnen UBR (omzet: € 10,3 mln.). Deze omzet is niet verantwoord in bovenstaande geconsolideerde cijfers.

OW

De totaal gerealiseerde omzet van OW is € 11,0 mln. hoger dan begroot. Dit komt voornamelijk door het programma HR-ICT dat extra middelen (€ 3,8 mln.) heeft ontvangen en het starten van het programma Informatiehuishouding waarvoor een budget van € 4,3 mln. ter beschikking is gesteld.

Personeel

De omzet van Personeel vertoont een positieve afwijking ten opzichte van de begroting van € 11,2 mln. Dit is met name te herleiden naar:

Arbeidsmarktcommunicatie (AMC) € 7,4 mln.

Als gevolg van de huidige arbeidsmarktsituatie zijn er in 2022 20.000 vacatureplaatsingen geweest waardoor de omzet op vacatureplaatsingen bij AMC € 5,2 mln. hoger is dan begroot. De omzet op AMC Maatwerk vertoont een positieve afwijking ten opzichte van de begroting van € 2,2 mln. waarvan € 1,5 mln. is gerealiseerd op programma’s van het OW binnen UBR en € 0.8 mln. op Wervingsaanpak AMC HRM Inkoop.

Bedrijfszorg + € 4,9 mln.

De hogere omzet dan begroot bij Bedrijfszorg wordt grotendeels verklaard door Bedrijfsgeneeskundige dienst (+ € 2,3 mln.) en Uitbestede productie en maatwerk (+ € 1,2 mln.). Daarnaast vertonen Re-integratie advies en Arbeids- en organisatieadvies een positieve afwijking ten opzichte van de omzet van respectievelijk € 0,6 mln. en € 0,5 mln.

Loopbaan en Talentontwikkeling (L&T) + € 1 mln.

Gerelateerd aan het stijgend aantal vacatureplaatsingen is de vraag naar Assessments toegenomen wat bij L&T leidt tot een hogere omzet van € 1 mln.

Advocaten en Adviseurs Arbeidsrecht (AAA) ‒ € 1 mln.

AAA heeft te maken met een verschuiving van reguliere dienstverlening naar specifieke dienstverlening. AAA heeft tijd nodig om haar capaciteit toe te spitsen op de veranderende vraag.

De vraag naar diensten van AAA is in 2022 achtergebleven bij de begroting waardoor de omzet van AAA met € 1 mln. lager is dan begroot.

IIR

De afwijking in de gerealiseerde omzet IIR wordt grotendeels verklaard doordat de binnen UBR gerealiseerde omzet € 4,3 mln. bedraagt. Deze omzet is in de geconsolideerde cijfers geëlimineerd. Daarnaast heeft IIR minder medewerkers in de flexibele schil kunnen inzetten wat de afwijking van ‒ € 1 mln. ten opzichte van de begrote omzet verklaart.

Organisatie

De omzet van Organisatie blijft met € 1,3 mln. achter bij de begroting doordat Rijksconsultants (RC) minder capaciteit beschikbaar heeft om in te zetten op opdrachten.

HIS

In bovenstaande tabel vertoont HIS een negatieve afwijking ten opzichte van de begroting. Dit wordt grotendeels verklaard door de eliminatie voor één op één doorbelasting van € 0,8 mln. welke niet is begroot. En door de binnen UBR gerealiseerde omzet hoger dan begroot (+ € 0,5 mln.). Deze omzet is in de geconsolideerde cijfers geëlimineerd.

KOOP

Zoals ook toegelicht onder omzet per departement wordt de hogere omzet van KOOP verklaard door vertraagde werkzaamheden uit 2021, welke niet in de begroting van 2022 zijn opgenomen. Aanvullend wordt dit veroorzaakt door financiering van ontwikkelopdrachten, die ten tijde van de begroting nog niet (volledig) voorzien dan wel geformaliseerd waren, zoals bijvoorbeeld de ontwikkelgelden voor Omgevingswet, PLOOI, PACTA en Bekendmakingswet.

Binnenwerk

Binnenwerk vertoont ultimo december 2022 een achterstand ten opzichte van de begroting van € 11,5 mln. De begroting is gebaseerd op gemiddeld 713,6 ingevulde banen in 2022 terwijl er gemiddeld 591,4 zijn gerealiseerd. Oorzaak hiervan is dat de besluitvorming rond de opdracht van de ICBR om tot 1-1-2024 maximaal 900 banen te creëren met een bijbehorende centrale financieringsconstructie pas in het najaar van 2022 rondgekomen is. Dit heeft ertoe geleid dat het overgrote deel van de banen pas in de laatste twee maanden van 2022 is gerealiseerd. Daarnaast heeft Binnenwerk ultimo 2021 minder banen gerealiseerd dan in de begroting 2022 als beginstand is gehanteerd.

IPKD

In de begroting van IPKD is geen rekening gehouden met het project Zelftesten. Dit verklaart grotendeels de afwijking van de gerealiseerde omzet ten opzichte van de begroting. Ten tijde van het opstellen van de begroting

RBO

Ten tijde van het opstellen van de begroting van RBO was de toename van de structurele dienstverlening nog niet in beeld. Deze trend is in 2021 ingezet en heeft zich in 2022 doorgezet. Wat tot een hogere gerealiseerde omzet van € 10,2 mln. leidt bij RBO.

Rentebaten

Als gevolg van de positieve ontwikkeling van de rekening courant verhouding van UBR met Ministerie van Financiën heeft UBR een rentebate van € 0,1 mln.

Vrijval en dotatie voorzieningen

De toelichting op de vrijval en dotatie voorziening is weergegeven bij de toelichting op de balanspost voorzieningen.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten + € 34,8 mln.

De hogere personele kosten worden verklaard door:

  • Externe inhuur (+ € 33,7 mln.). De externe inhuur is hoger dan begroot bij KOOP, Personeel, OW en Bv&F. Bij KOOP is er sprake van inhuur ten behoeve van projecten (€ 23,4 mln.), waarbij de kosten één op één worden doorbelast naar de klanten. Bij Personeel en OW ligt de hogere externe inhuur in lijn met de hogere gerealiseerde omzet. Bij Bv&F is meer externe inhuur ingezet op het project Programma Vernieuwing ICT Landschap dan begroot.

  • De personele kosten eigen personeel zijn € 0,5 mln. hoger dan begroot. Dit wordt verklaard door de reservering vakantie uren van € 2 mln. welke niet is begroot.

  • De overige personele kosten zijn € 0,6 mln. hoger dan begroot als gevolg van het niet volledig inzetten van de begrote opleidingskosten ad € -1,4 mln. en frictiekosten bij Bv&F ad € 2 mln. voortkomend uit de transitie.

Materiele kosten + € 3.6 mln.

De materiele kosten zijn € 3,6 mln. hoger dan begroot. Dit wordt verklaard door:

  • Apparaat ICT: + € 1,8 mln. door hogere kosten voor Programma Vernieuwing ICT landschap en het besluit de nog te activeren posten voor een applicatie ontwikkel platform en een Talent Management Assessment tool bij Bv&F in het resultaat te laten vallen. Hiertoe is besloten omdat de ontwikkeling van de applicaties niet is afgerond in 2022 en Bv&F in 2023 overgaat van een baten lasten stelsel naar een kasverplichtingen stelsel.

  • Bijdrage aan SSO’s is € 0,2 mln. Dit wordt verklaard door nagekomen huurkosten bij de HIS.

  • De overige materiele kosten zijn € 2,5 mln. hoger. Dit wordt verklaard door hogere kosten voor uitbesteding transport bij IPKD wat in lijn ligt met de hogere gerealiseerde omzet bij IPKD.

Rentelasten

De rentelasten zijn in lijn met de begroting.

Afschrijvingskosten

De ontwikkeling van het nieuwe orderadministratie en planningssysteem bij IPKD is nog niet afgerond waardoor de applicatie nog niet is geactiveerd. Er heeft derhalve geen afschrijving op plaatsgevonden. Het applicatie ontwikkel platform en de Talent Management Assessment tool bij BV&F zijn in 2022 niet geactiveerd. De ontwikkeling van de applicaties is in 2022 niet afgerond en ze zijn nog niet geactiveerd. Er heeft daarom geen afschrijving op plaatsgevonden. Naar aanleiding van het Programma Vernieuwing ICT landschap is voor 2022 een hoge afschrijving begroot. De keuzes die in het programma zijn gemaakt leiden tot een lagere activering van immateriële activa en daardoor tot een lagere afschrijving hierop dan begroot.

Overige lasten

De overige lasten bestaan volledig uit dotaties aan de voorzieningen. Deze worden toegelicht onder het hoofdstuk voorzieningen.

Saldo van baten en lasten

Het negatief saldo van baten en lasten 2022 van € 2,9 mln. is ten laste van de balanspost ‘onverdeeld resultaat’ gebracht.

Balans

Tabel 52 Balans per 31 december 2022 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2022

Balans 2021

Activa

  

Vaste activa

1.100

1.517

Materiële vaste activa

286

390

waavan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

40

45

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

246

345

Immateriële vaste activa

814

1.127

Vlottende activa

91.998

107.653

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

29.538

18.078

Overige vorderingen en overlopende activa

21.321

18.946

Liquide middelen

41.139

70.629

Totaal activa

93.098

109.170

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

10.546

13.437

Exploitatiereserve

13.437

13.797

Onverdeeld resultaat

‒ 2.891

‒ 360

Voorzieningen

3.217

4.094

Langlopende schulden

0

0

Leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Kortlopende schulden

79.335

91.639

Crediteuren

2.127

3.040

Belastingen en premies sociale lasten

313

401

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Overige schulden en overlopende passiva

76.895

88.198

Totaal passiva

93.098

109.170

Toelichting

Activa

Vaste activa

Materiële vaste activa

In 2022 is er bij IPKD, Bv&F en KOOP geïnvesteerd in hardware (€ 0,1 mln.). De afschrijvingslasten bedragen € 0,2 mln. Dit verklaart de daling van de waardedaling ten opzichte van 2021.

Immateriële vaste activa

De investering betreft kosten ten behoeve van het nieuwe orderadministratie en planningssysteem (TMS) bij IPKD (€ 0,4 mln.). Dit systeem is nog niet geactiveerd in 2022. De desinvesteringen betreft de afwaardering van een applicatie ontwikkel platform en een Talent Management Assessment tool bij Bv&F (immateriële vaste activa ‒ € 0,3 mln.). De gerealiseerde afschrijvingslasten bedragen € 0,4 mln. Dit verklaart de daling van de waardedaling ten opzichte van 2021.

Vlottende activa

Debiteuren

De post debiteuren bestaat voor € 14,5 mln. uit het moederdepartement ministerie van BZK, € 14,4 mln. uit overige departementen en € 0,6 mln. uit overige debiteuren. De totale post debiteuren bedraagt circa 0,7 maand omzet (2021: 0,7 maand).

Overige vorderingen en overlopende activa

De vorderingen bestaan voornamelijk uit € 20,4 mln. nog te factureren termijnen en € 0,8 mln. vooruitbetaalde kosten. Het aandeel van het moederdepartement ministerie van BZK bedraagt € 8,4 mln., het aandeel overige departementen € 11,9 mln. en het aandeel derden € 1,0 mln.

Liquide middelen

De negatieve operationele kasstroom is een gevolg van een toename in het openstaande debiteurensaldo.

Passiva

Eigen vermogen

Na verwerking van het resultaat 2022 resteert een positief eigen vermogen van € 10,5 mln. Het eigen vermogen van UBR bedraagt 3,2% van de driejaarsgemiddelde omzet en blijft daarbij onder de norm van het in de regeling agentschappen voorgeschreven maximum eigen vermogen van 5%.

Voorzieningen

Tabel 53 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

Stand

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

Stand

 

01/01/2022

2022

2022

2022

31/12/2022

x € 1.000

Voorziening:

     

Sanering

1.651

819

772

879

819

Afbouw grafische sector

2.136

0

273

0

1.863

Verliesgevende projecten

10

0

0

10

0

Juridische geschillen

297

535

0

297

535

Subtotaal

4.094

1.354

1.045

1.186

3.217

      

Dubieuze debiteuren

921

507

209

1.006

213

Totaal

5.015

1.861

1.254

2.192

3.430

In het kader van de sanering bij een aantal organisatieonderdelen van UBR hebben in 2014 20 medewerkers de Van Werk naar Werk (VWNW)-status gekregen en zijn met 19 medewerkers nadere afspraken (vaststellingsovereenkomsten) gemaakt over een aanstaande beëindiging van het dienstverband. De stand van de voorziening sanering UBR bedraagt begin 2022 € 1,7 mln. In 2022 is € 0,8 mln. gedoteerd aan voorziening sanering. Deze dotatie is als volgt opgebouwd. OW heeft € 41.000 gedoteerd voor een medewerker waarvoor een rechtszaak loopt en Personeel heeft € 0,8 mln. gedoteerd voor Van Werk naar Werk (VWNW) kandidaten. De vrijval voorziening sanering betreft vrijval van een voorziening van € 0,9 mln. voor VWNW- kandidaten van OW welke inmiddels uit dienst zijn getreden of een andere baan hebben gevonden binnen de Rijksoverheid. In verband met gemaakte kosten voor de VWNW-kandidaten heeft een onttrekking van de voorziening sanering plaatsgevonden van € 0,7 mln. bij Personeel en € 0,1 bij OW.

Voor de afwikkeling van de grafische dienstverlening is eind 2014 een voorziening gevormd van € 12,1 mln. Na de onttrekkingen in 2014 tot en met 2022 (€ 9,3 mln.) en de gerealiseerde vrijval van € 1,0 mln. in 2020 resteert eind 2022 een voorziening van afgerond € 1,9 mln.

Aan de voorziening verliesgevende projecten heeft de afgelopen jaren geen onttrekking meer plaatsgevonden en er wordt ook geen onttrekking meer verwacht. De resterende voorziening van € 10.000 is derhalve vrijgevallen ten gunste van het resultaat.

De voorziening juridische geschillen bestaat uit de volgende componenten:

  • Inzake een juridisch geschil over de kostenontwikkeling van een ICT- applicatie is een voorziening opgenomen van € 0,3 mln. In 2022 is overeenstemming bereikt over de doorbelasting van de kosten waardoor er geen noodzaak meer is voor het aanhouden van de voorziening. Deze is in 2022 vrijgevallen.

  • Voor het ingeschatte fiscale risico voortvloeiend uit de wet DBA heeft Personeel in 2022 € 0,5 mln. gedoteerd aan de voorziening juridische geschillen.

De dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren betreft oninbare vorderingen bij OW (€ 0,4 mln.) en Personeel (€ 0,1 mln.). De voorziening oninbaarheid debiteuren is gevormd voor facturen die langer dan 365 dagen openstaan en voor dispuutfacturen. Van de als oninbaar aangemerkte debiteuren in de jaarrekening 2021 is bij OW € 0,8 mln. en bij Personeel € 0,2 mln. aan openstaande facturen geïnd. Dit heeft geresulteerd in een vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren van € 1 mln. In 2022 is € 0,2 mln. aan dubieuze debiteuren definitief oninbaar gebleken. Voor deze posten heeft een onttrekking van de voorziening plaatsgevonden. Het betrof met name dubieuze debiteuren van OW.

Langlopende schulden

Leningen bij het Ministerie van Financiën

In 2022 heeft UBR geen beroep gedaan op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën.

Kortlopende schulden

Crediteuren

Van het crediteuren bedrag heeft € 0,1 mln. betrekking op moederdepartement inclusief de rijksbreed opererende agentschappen, € 0,1 mln. op overige departementen en € 1,9 mln. op derden.

Belastingen en premies sociale lasten

De belastingen en premies sociale lasten bestaan uit af te dragen BTW € 0,3 mln.

Overige schulden en overlopende passiva

De overige schulden en overlopende passiva bestaan uit € 32,7 mln. nog te betalen kosten, € 4,5 mln. vooruitgefactureerde bedragen, € 15,9 mln. voor personeelsgerelateerde verplichtingen, € 9,8 mln. nog te besteden gelden en € 14,0 mln. overige schulden.

Kasstroomoverzicht

Tabel 54 Kasstroomoverzicht over 2022 (bedragen x € 1.000)
    
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

Rekening courant RHB per 1 januari + depositorekeningen

47.890

70.629

22.739

    

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

317.895

372.616

54.721

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 317.895

‒ 401.965

‒ 84.070

Totaal operationele kasstroom

0

‒ 29.349

‒ 29.349

Totaal investeringen (-/-)

‒ 1.000

‒ 484

516

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

343

343

Totaal investeringskasstroom

‒ 1.000

‒ 141

859

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

Totaal financieringskasstroom

0

0

0

    

Rekening courant RHB per 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

46.890

41.139

‒ 5.751

Toelichting

Operationele Kasstroom

De negatieve operationele kasstroom is een gevolg van een toename in openstaande debiteurensaldo.

Investeringen

De investering in 2022 bestaat voornamelijk uit de investering in een orderadministratie en planningssysteem bij IPKD (immateriële activa € 0,4 mln.).

Desinvesteringen

De desinvesteringen in 2022 bestaan uit de afwaardering van een applicatie ontwikkel platform en een Talent Management Assessment tool bij Bv&F (immateriële vaste activa ‒ € 0,3 mln.).

Doelmatigheidsindicatoren

Tabel 55 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2022
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

 

2019

2020

2021

2022

2022

Omschrijving Generiek Deel

     

Saldo van baten en lasten (%)

2,6%

2,8%

‒ 0,1%

‒ 0,1%

0,0%

Fte-totaal (excl. externe inhuur)

1.657

1.934

1.986

2.258

2.265

Kwaliteitsindicator 1 - MTO

n.v.t.

n.v.t.

6,6

>7

      

Omschrijving Specifiek Deel

     

UBR|Personeel

     

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

n.b.

n.b.

122,4

125,3

120,9

Tarieven/uur (indexcijfer)

n.b.

n.b.

122,4

125,3

120,9

Omzet per fte

n.b.

n.b.

216

203

174

Tevredenheid dienstverlening

n.b.

n.b.

>7

      

UBR|HIS

     

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

n.b.

n.b.

122,0

122,1

124,4

Tarieven/uur (indexcijfer)

n.b.

n.b.

122,0

122,1

124,4

Omzet per fte

n.b.

n.b.

163

149

149

Tevredenheid dienstverlening

8,2

8,3

8,39

8,4

>8

      

UBR|Organisatie

     

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

n.b.

n.b.

118,6

121,5

120,9

Tarieven/uur (indexcijfer)

n.b.

n.b.

118,6

121,5

120,9

Omzet per fte

n.b.

n.b.

184

148

171

Tevredenheid dienstverlening

n.b.

n.b.

8,6

>7

      

UBR|IIR

     

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

n.b.

n.b.

120,5

123,5

122,9

Tarieven/uur (indexcijfer)

n.b.

n.b.

120,5

123,5

122,9

Omzet per fte

n.b.

n.b.

160

139

162

Tevredenheid dienstverlening

8,1

8,3

>7

      

UBR|KOOP

     

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

n.b.

n.b.

118,6

121,5

120,9

Tarieven/uur (indexcijfer)

n.b.

n.b.

118,6

121,5

120,9

Omzet per fte

n.b.

n.b.

196

502

193

Tevredenheid dienstverlening

7,9

7,9

>7,5

Beschikbaarheid over alle diensten (url's)

n.b.

n.b.

99,90%

99,97%

1,0

      

UBR|IPKD

     

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

n.b.

n.b.

122,1

125,0

124,5

Tarieven/uur (indexcijfer)

n.b.

n.b.

122,1

125,0

124,5

Omzet per fte

n.b.

n.b.

115

108

89

Tevredenheid dienstverlening

n.b.

n.t.b.

7,7

>7

      

UBR|RBO

     

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

n.b.

n.b.

121,0

123,4

122,0

Tarieven/uur (indexcijfer)

n.b.

n.b.

121,0

123,4

122,0

Omzet per fte

n.b.

n.b.

56

63

89

Tevredenheid dienstverlening

n.b.

n.t.b.

>7

      

UBR|Binnenwerk

     

Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer)

n.b.

n.b.

122,8

118,6

120,9

Tarieven/uur (indexcijfer)

n.b.

n.b.

122,8

118,6

120,9

Omzet per fte (bedragen x €1.000)

n.b.

n.b.

38

43

43

Tevredenheid dienstverlening

n.b.

n.b.

>7

Toelichting

% Saldo baten en lasten

UBR komt ultimo 2022 op een % saldo baten en lasten van ‒ 0,1%. Wat wordt veroorzaakt door het verlies van € 2.9 mln. terwijl er € 354 mln. aan totale baten is gerealiseerd.

Aantal FTE UBR

Het aantal gemiddelde FTE van UBR ligt met 2.258 in lijn met de begroting.

Kwaliteitsindicator I - MO

UBR voert haar Medewerker Onderzoek één keer in de twee jaar uit. In 2022 heeft dit onderzoek niet plaatsgevonden.

Ontwikkeling indexcijfers

De realisatie van de indexcijfers voor de kostprijzen per product en uurtarieven van Personeel, Organisatie, KOOP en IPKD wijken met 0,5% af van de voor de begroting vastgestelde UBR-norm van 1,9%. De tarieven voor 2022 zijn voor deze organisatieonderdelen bepaald op basis van de loonvoet sector overheid voor de loongevoelige componenten en de Prijsindex Materiële Overheidsconsumptie (IMOC) voor de materiële componenten van juni 2021. Daarnaast is bij de vaststelling van de tarieven 2022 rekening gehouden met een aanvullende indexatie op de PIOFACH last van UBR als gevolg van een verwachte indexatie van 4% door SSC-ICT. Dit heeft geleid tot een indexatie van 2,4% in plaats van de begrote 1,9%. IIR heeft op basis van deze ontwikkelingen en een tariefstijging doorgevoerd van 2,5%.

Bij Personeel valt op dat het indexcijfer realisatie 2021 hoger is dan het begrote indexcijfer 2022. Dit wordt verklaard doordat in Personeel in 2021 een prijsaanpassing heeft doorgevoerd voor bedrijfsartsen om de prijsstijging in de markt te kunnen compenseren. Dit heeft plaatsgevonden na vaststelling van de begroting 2022.

HIS daarentegen heeft haar tarieven 2022 gelijk gehouden aan 2021 terwijl een stijging met 1,9% was begroot. Uit de nacalculatie over 2021 bleek dat de tarieven van HIS ruimte boden tot verlaging van de tarieven. Dit is in de tariefstelling voor 2022 doorgevoerd door de tarieven niet te verhogen ondanks een stijging in de loonvoet sector overheid, de IMOC en de indexatie van 4% bij SSC-ICT.

RBO heeft haar tarief voor beveiligers met 4,4% moeten verhogen om deze dienst kostendekkend te kunnen leveren. Het inzetten van beveiligers omvat 76% van de omzet van RBO. De herijking van het tarief voor beveiligers leidt tot een prijsstijging van 3,1% voor RBO.

Het prijsindexcijfer van Binnenwerk is 1,9% lager dan begroot. Als gevolg van schaalvergroting heeft Binnenwerk de opslag voor overhead per baan kunnen verlagen.

Omzet per fte

De gerealiseerde gemiddelde omzet per fte van Binnenwerk, HIS en IIR is in lijn met de begroting. Voor die organisatieonderdelen waar de omzet per fte significant afwijkt wordt hieronder een toelichting gegeven:

  • De gerealiseerde omzet per fte bij Personeel is € 15.000 hoger dan begroot. Dit is het gevolg van de hogere gerealiseerde omzet bij een aantal fte dat in lijn ligt met de begroting.

  • Bij Organisatie blijft de gemiddelde omzet per fte achter met € 23.000 Dit wordt verklaard door een lagere gerealiseerde omzet terwijl het aantal fte hoger is dan begroot.

  • De gerealiseerde omzet bij IPKD is € 6,2 mln. hoger dan begroot wat resulteert in een positieve afwijking in de gerealiseerde gemiddelde omzet per fte van € 19.000.

  • Als gevolg van de aanzienlijk hogere gerealiseerde omzet bij KOOP laat de gemiddelde omzet per fte een positieve afwijking van € 60.000 zien.

  • Ondanks de positieve afwijking van de gerealiseerde omzet RBO ten opzichte van de begroting blijft de gemiddelde omzet per fte bij RBO met € 27.000 onder de begroting. Dit wordt verklaard door de verambtelijking bij RBO. Het aantal fte is 44 hoger dan begroot. Daarnaast is een groot deel van de omzet (€ 64 mln.) gerealiseerd door uitbesteding. Deze omzet telt niet mee in de gemiddelde omzet per fte.

Tevredenheid dienstverlening

De tevredenheid over de dienstverlening is slechts bij twee organisatieonderdelen gemeten. De norm voor de klanttevredenheid is voor 2021 gesteld op > 7. De onderdelen waar de meting is uitgevoerd scoren op deze indicator boven de norm.

  • Organisatie: 8,2

  • HIS: 8,4

Binnenwerk heeft geen indicator voor tevredenheid van de dienstverlening in de vorm van een objectief gemeten cijfers. Wel stuurt Binnenwerk op de klanttevredenheid middels onderstaande acties:

  • Het tijdig afhandelen van klachten, beantwoorden van vragen of meedenken in wensen welke bestaan bij de opdrachtgevers/partners.

  • Voor klanttevredenheid lift Binnenwerk mee op de metingen van partnerorganisaties. Tevens voert Binnenwerk met regelmaat gesprekken met de partnerorganisaties over de tevredenheid van de verrichtte werkzaamheden.

  • Binnenwerk heeft een eigen klachtenprocedure en register; het aantal klachten in 2022 = 0.

  • De directeur Binnenwerk heeft periodiek overleg met de contactpersonen Banenafspraak bij het Rijk om af te stemmen over de ICBR-opgave en wensen met betrekking tot Binnenwerk-banen.

Licence