Inleiding
De maatschappelijke dynamiek en de veelal complexe departement overstijgende maatschappelijke opgaves, vragen om een wendbare overheid met een interdepartementale aanpak en innovatiekracht. De organisatieonderdelen van Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) zijn niet in overeenstemming met elkaar en bevinden zich in verschillende levensfasen. Daarnaast is het dienstverleningsprofiel van UBR erg diffuus.
Om de uitvoeringskracht van de rijksbrede bedrijfsvoering te versterken is het noodzakelijk om het versnipperde landschap aan organisaties te herpositioneren in dezelfde, voor opdrachtgevers heldere bedrijfsvoeringdomeinen:
– Organisatie en Personeel
– Digitalisering, informatisering
– Inkopen, huisvesting, facilitaire zaken en integrale beveiliging
Als gevolg hiervan is het jaar 2022 het laatste jaar dat het agentschap UBR in deze hoedanigheid verantwoording aflegt. Sinds 2007 draagt UBR bij aan een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van de rijksdienst. UBR levert (kennisintensieve) dienstverlening op het gebied van ICT, personeel, organisatie, inkoop, overheidspublicaties, beveiliging en logistiek. In het Ontwikkelbedrijf (OW) wordt sinds enige jaren vormgegeven aan programma’s waarbinnen in opdracht van bestuurders nieuwe dienstverleningsconcepten worden ontwikkeld.
De dienstverlening van UBR wordt aangeboden vanuit onderstaande organisatieonderdelen:
– Rijks beveiligingsorganisatie (RBO) verzorgt de beveiliging van(Rijks)locaties;
– Interdepartementale Post- en Koeriersdienst (IPKD) is de rijks leverancier voor rijks vertrouwelijke, gerubriceerde koeriers- en transportdiensten;
– Personeel levert HR-expertise op het gebied van Bedrijfszorg, Advocaten/ adviseurs arbeidsrecht, Loopbaan- en Talentontwikkeling, Organisatie-inrichting, Arbeidsmarktcommunicatie en wervingsadvies en Advies op instroom/doorstroom en inclusiviteit;
– Binnenwerk (BW) is opgericht voor het rijksbreed creëren, invullen en begeleiden van banen voor arbeidsparticipanten;
– Onder de paraplu van Organisatie worden advisering door Rijksconsultants, Gateway-reviews, Deltareviews en de coachtrajecten en coaching programma’s aangeboden;
– Binnen het Ontwikkelbedrijf (OW) worden programma’s zoals innovatie, Rijks I-trainees, het ICT gilde en Rijks I-stage vormgegeven;
– I-Interim Rijk (IIR)vult interim opdrachten op het gebied van strategisch project- en programma management;
– Kennis- en Exploitatiecentrum OfficiëleOverheidspublicaties (KOOP) heeft als
– primairetaak het rechtsgeldig bekendmaken en beschikbaar stellen van wet- en regelgeving voor alle overheden van Nederland;
– Haagsche Inkoop Samenwerking (HIS) biedt ondersteuning bij de inkoop van 6 departementen op het gebied van advisering en uitvoering.
De herpositionering van bedrijfsvoeringsdomeinen heeft geleid tot het Voorgenomen Organisatiebesluit UBR (VOB UBR) waarop in januari 2022 een besluit is genomen. Als gevolg van dit besluit zijn per 1 januari 2023 vijf nieuwe organisaties ontstaan en houdt UBR op te bestaan. De nieuwe organisaties zijn:
1. Organisatie en Personeel Rijk (O&P Rijk): voorheen: Personeel, Binnenwerk en P-Direkt
2. Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie (Rijksorganisatie ODI): voorheen: IIR, OW en Organisatie
3. Rijksorganisatie voor Beveiliging en Logistiek (RBL): voorheen: RBO en IPKD
4. Rijksinkoopsamenwerking (RIS): voorheen HIS
5. Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF): voorheen Bv&F
Staat van baten en lasten
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil | Realisatie 2021 | |
---|---|---|---|---|
(1) | (2) | (3)=(2)-(1) | (4) | |
Baten | ||||
- Omzet | 317.896 | 352.178 | 34.282 | 330.324 |
waarvan omzet moederdepartement | 124.558 | 157.287 | 32.729 | 102.800 |
waarvan omzet overige departementen | 182.685 | 186.511 | 3.826 | 224.325 |
waarvan omzet derden | 10.653 | 8.380 | ‒ 2.273 | 3.199 |
Rentebaten | 0 | 109 | 109 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 2.193 | 2.193 | 1.613 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 317.896 | 354.480 | 36.584 | 331.937 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 316.494 | 354.949 | 38.455 | 330.799 |
- Personele kosten | 208.114 | 242.955 | 34.841 | 219.401 |
waarvan eigen personeel | 178.091 | 178.604 | 513 | 167.855 |
waarvan inhuur externen | 22.358 | 56.069 | 33.711 | 47.649 |
waarvan overige personele kosten | 7.666 | 8.282 | 616 | 3.897 |
- Materiële kosten | 108.363 | 111.994 | 3.631 | 111.398 |
waarvan apparaat ICT | 4.714 | 6.528 | 1.814 | 3.876 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 21.294 | 21.553 | 259 | 20.280 |
waarvan overige materiele kosten | 81.402 | 83.913 | 2.511 | 87.242 |
Rentelasten | 2 | 0 | ‒ 2 | 0 |
Afschrijvingskosten | 1.419 | 579 | ‒ 840 | 484 |
- Materieel | 323 | 240 | ‒ 83 | 140 |
waarvan apparaat ICT | 23 | 127 | 104 | 83 |
waarvan overige materiele afschrijvingskosten | 300 | 113 | ‒ 187 | 57 |
- Immaterieel | 1.096 | 339 | ‒ 757 | 344 |
Overige lasten | 0 | 1.861 | 1.861 | 1.014 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 1.861 | 1.861 | 1.014 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | ‒ | 0 | 0 |
Totaal lasten | 317.896 | 357.389 | 39.493 | 332.297 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | ‒ 2.909 | ‒ 2.909 | ‒ 360 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | ‒ 18 | ‒ 18 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | ‒ 2.891 | ‒ 2.891 | ‒ 360 |
Toelichting
Baten
Omzet
De realisatie van de omzet per departement wijkt aanzienlijk af van de begroting. Derhalve is in onderstaande tabel een nadere uitsplitsing gemaakt van de begrote versus gerealiseerde omzet per departement:
x € 1.000 | Vastgestelde begroting 2022 | Realisatie 2022 | Verschil 2022 |
---|---|---|---|
Moederdepartement | |||
waarvan: | |||
Direct gerelateerd aan geleverde produkten/ diensten: | 124.559 | 157.287 | 32.728 |
Overige ontvangsten/ bijdragen: | 0 | 0 | 0 |
Overige departementen | |||
Economische Zaken en Klimaat | 14.822 | 13.968 | ‒ 854 |
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 1.747 | 4.819 | 3.072 |
Justitie en Veiligheid | 49.849 | 51.597 | 1.748 |
Buitenlandse Zaken | 12.614 | 5.867 | ‒ 6.747 |
Defensie | 13.892 | 4.875 | ‒ 9.017 |
Financiën | 26.994 | 27.757 | 763 |
Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 8.427 | 12.696 | 4.269 |
Infrastructuur en Waterstaat | 23.335 | 26.756 | 3.421 |
Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 19.224 | 17.761 | ‒ 1.463 |
Algemene Zaken | 4.353 | 2.456 | ‒ 1.897 |
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 7.427 | 17.959 | 10.532 |
182.684 | 186.511 | 3.827 | |
Derden | 10.653 | 8.380 | ‒ 2.273 |
Totaal | 317.896 | 352.178 | 34.282 |
De grootste afwijkingen in de begrote versus gerealiseerde omzet per departement is waar te nemen bij:
Afwijking omzet BZK (+ € 32,7 mln.)
– KOOP + € 9,3 mln.: als gevolg van vertraagde werkzaamheden uit 2021 en aanvullende financiering van ontwikkelopdrachten (zoals Omgevingswet, Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI), het interne verdrageninformatiesysteem (PACTA) en Bekendmakingswet.
– RBO: + € 24 mln.: sinds 2021 is er een toename in de structurele dienstverlening van RBO. De gerealiseerde omzet RBO is € 10,2 mln. hoger dan begroot. Daarnaast is er een verschuiving in de verdeling van de gerealiseerde omzet over de departementen ten opzichte van de begroting.
Afwijking LNV (+ € 3,1 mln.)
– Voornamelijk te herleiden naar Personeel. Bedrijfszorg + € 1,5 mln., Arbeidsmarktcommunicatie + € 1 mln. en Loopbaan en Talentontwikkeling + € 0,5 mln.
Afwijking BZ (- € 6,7 mln.)
– Personeel: De afname van Bedrijfszorg is € 7 mln. lager dan begroot. Er is een verschuiving zichtbaar van de gerealiseerde omzet ten opzichte van de begrote omzet van BZ naar I&W.
Afwijking Defensie (- € 9 mln.)
– Defensie laat wat betreft de afname van diensten van UBR over de hele linie een achterstand zien ten opzichte van de begroting.
Afwijking SZW (+ € 4,3 mln.)
– Personeel: + € 3,5 mln. door een hogere afname van de diensten van Bedrijfszorg (€ 2,4 mln.) en Arbeidsmarktcommunicatie (€ 1,1 mln.).
– IIR heeft een hogere omzet van € 1,1 mln. gerealiseerd bij SZW.
Afwijking I&W (+ € 3,4 mln.)
– Personeel: + € 4,8 mln. door hogere afname van Bedrijfszorg dan begroot.
– Organisatie: ‒ € 1,1 mln. doordat Rijksconsultants minder capaciteit beschikbaar heeft om in te zetten op opdrachten.
Afwijking omzet OCW (+ € 10,5 mln.)
– IPKD: + € 5,2 mln. als gevolg van de opdracht Zelftesten
– Personeel: + € 2,1 mln. is voornamelijk het gevolg van een grotere afname van de diensten van Bedrijfszorg
– OW: + € 3,2 mln. te herleiden naar: Rijks ICT Gilde (RIG) + € 2,1 mln., door groter aantal ingevulde opdrachten dan begroot, het project Informatiehuishouding, + 0,4 mln., een grotere toename van het aantal Rijkstrainees + € 0,7 mln. en programma’s met betrekking tot innovaties + € 0,2 mln.
Omdat UBR bestaat uit 10 organisatieonderdelen met een grote diversiteit in dienstverlening is in de onderstaande tabel de afwijking van de gerealiseerde omzet ten opzichte van de begroting 2022 per organisatieonderdeel weergegeven:
x € 1.000 | Oorspronkelijk vastgestelde begroting 2022 | Realisatie 2022 | Verschil |
---|---|---|---|
UBR Concern | |||
BV&F | 14.327 | 6.482 | ‒ 7.845 |
OW | 25.073 | 36.080 | 11.007 |
39.400 | 42.562 | 3.162 | |
Dienstverleningsbedrijf | |||
Personeel | 59.119 | 70.269 | 11.150 |
IIR | 34.270 | 28.827 | ‒ 5.443 |
Organisatie | 14.590 | 13.274 | ‒ 1.316 |
HIS | 19.345 | 17.527 | ‒ 1.818 |
KOOP | 18.398 | 42.035 | 23.637 |
Binnenwerk | 30.674 | 19.155 | ‒ 11.519 |
IPKD | 16.176 | 22.345 | 6.169 |
RBO | 85.924 | 96.118 | 10.194 |
278.496 | 309.551 | 31.055 | |
subtotaal | 317.896 | 352.112 | 34.216 |
Nagekomen baten voorgaande jaren | 0 | 65 | 65 |
UitvoeringsorganisatieBedrijfsvoering Rijk | 317.896 | 352.178 | 34.282 |
De gerealiseerde omzet 2022 ten opzichte van de begroting vertoont bij elk organisatieonderdeel van UBR een afwijking:
Bv&F
Bv&F levert het grootste deel van haar diensten binnen UBR (omzet: € 10,3 mln.). Deze omzet is niet verantwoord in bovenstaande geconsolideerde cijfers.
OW
De totaal gerealiseerde omzet van OW is € 11,0 mln. hoger dan begroot. Dit komt voornamelijk door het programma HR-ICT dat extra middelen (€ 3,8 mln.) heeft ontvangen en het starten van het programma Informatiehuishouding waarvoor een budget van € 4,3 mln. ter beschikking is gesteld.
Personeel
De omzet van Personeel vertoont een positieve afwijking ten opzichte van de begroting van € 11,2 mln. Dit is met name te herleiden naar:
Arbeidsmarktcommunicatie (AMC) € 7,4 mln.
Als gevolg van de huidige arbeidsmarktsituatie zijn er in 2022 20.000 vacatureplaatsingen geweest waardoor de omzet op vacatureplaatsingen bij AMC € 5,2 mln. hoger is dan begroot. De omzet op AMC Maatwerk vertoont een positieve afwijking ten opzichte van de begroting van € 2,2 mln. waarvan € 1,5 mln. is gerealiseerd op programma’s van het OW binnen UBR en € 0.8 mln. op Wervingsaanpak AMC HRM Inkoop.
Bedrijfszorg + € 4,9 mln.
De hogere omzet dan begroot bij Bedrijfszorg wordt grotendeels verklaard door Bedrijfsgeneeskundige dienst (+ € 2,3 mln.) en Uitbestede productie en maatwerk (+ € 1,2 mln.). Daarnaast vertonen Re-integratie advies en Arbeids- en organisatieadvies een positieve afwijking ten opzichte van de omzet van respectievelijk € 0,6 mln. en € 0,5 mln.
Loopbaan en Talentontwikkeling (L&T) + € 1 mln.
Gerelateerd aan het stijgend aantal vacatureplaatsingen is de vraag naar Assessments toegenomen wat bij L&T leidt tot een hogere omzet van € 1 mln.
Advocaten en Adviseurs Arbeidsrecht (AAA) ‒ € 1 mln.
AAA heeft te maken met een verschuiving van reguliere dienstverlening naar specifieke dienstverlening. AAA heeft tijd nodig om haar capaciteit toe te spitsen op de veranderende vraag.
De vraag naar diensten van AAA is in 2022 achtergebleven bij de begroting waardoor de omzet van AAA met € 1 mln. lager is dan begroot.
IIR
De afwijking in de gerealiseerde omzet IIR wordt grotendeels verklaard doordat de binnen UBR gerealiseerde omzet € 4,3 mln. bedraagt. Deze omzet is in de geconsolideerde cijfers geëlimineerd. Daarnaast heeft IIR minder medewerkers in de flexibele schil kunnen inzetten wat de afwijking van ‒ € 1 mln. ten opzichte van de begrote omzet verklaart.
Organisatie
De omzet van Organisatie blijft met € 1,3 mln. achter bij de begroting doordat Rijksconsultants (RC) minder capaciteit beschikbaar heeft om in te zetten op opdrachten.
HIS
In bovenstaande tabel vertoont HIS een negatieve afwijking ten opzichte van de begroting. Dit wordt grotendeels verklaard door de eliminatie voor één op één doorbelasting van € 0,8 mln. welke niet is begroot. En door de binnen UBR gerealiseerde omzet hoger dan begroot (+ € 0,5 mln.). Deze omzet is in de geconsolideerde cijfers geëlimineerd.
KOOP
Zoals ook toegelicht onder omzet per departement wordt de hogere omzet van KOOP verklaard door vertraagde werkzaamheden uit 2021, welke niet in de begroting van 2022 zijn opgenomen. Aanvullend wordt dit veroorzaakt door financiering van ontwikkelopdrachten, die ten tijde van de begroting nog niet (volledig) voorzien dan wel geformaliseerd waren, zoals bijvoorbeeld de ontwikkelgelden voor Omgevingswet, PLOOI, PACTA en Bekendmakingswet.
Binnenwerk
Binnenwerk vertoont ultimo december 2022 een achterstand ten opzichte van de begroting van € 11,5 mln. De begroting is gebaseerd op gemiddeld 713,6 ingevulde banen in 2022 terwijl er gemiddeld 591,4 zijn gerealiseerd. Oorzaak hiervan is dat de besluitvorming rond de opdracht van de ICBR om tot 1-1-2024 maximaal 900 banen te creëren met een bijbehorende centrale financieringsconstructie pas in het najaar van 2022 rondgekomen is. Dit heeft ertoe geleid dat het overgrote deel van de banen pas in de laatste twee maanden van 2022 is gerealiseerd. Daarnaast heeft Binnenwerk ultimo 2021 minder banen gerealiseerd dan in de begroting 2022 als beginstand is gehanteerd.
IPKD
In de begroting van IPKD is geen rekening gehouden met het project Zelftesten. Dit verklaart grotendeels de afwijking van de gerealiseerde omzet ten opzichte van de begroting. Ten tijde van het opstellen van de begroting
RBO
Ten tijde van het opstellen van de begroting van RBO was de toename van de structurele dienstverlening nog niet in beeld. Deze trend is in 2021 ingezet en heeft zich in 2022 doorgezet. Wat tot een hogere gerealiseerde omzet van € 10,2 mln. leidt bij RBO.
Rentebaten
Als gevolg van de positieve ontwikkeling van de rekening courant verhouding van UBR met Ministerie van Financiën heeft UBR een rentebate van € 0,1 mln.
Vrijval en dotatie voorzieningen
De toelichting op de vrijval en dotatie voorziening is weergegeven bij de toelichting op de balanspost voorzieningen.
Lasten
Apparaatskosten
Personele kosten + € 34,8 mln.
De hogere personele kosten worden verklaard door:
– Externe inhuur (+ € 33,7 mln.). De externe inhuur is hoger dan begroot bij KOOP, Personeel, OW en Bv&F. Bij KOOP is er sprake van inhuur ten behoeve van projecten (€ 23,4 mln.), waarbij de kosten één op één worden doorbelast naar de klanten. Bij Personeel en OW ligt de hogere externe inhuur in lijn met de hogere gerealiseerde omzet. Bij Bv&F is meer externe inhuur ingezet op het project Programma Vernieuwing ICT Landschap dan begroot.
– De personele kosten eigen personeel zijn € 0,5 mln. hoger dan begroot. Dit wordt verklaard door de reservering vakantie uren van € 2 mln. welke niet is begroot.
– De overige personele kosten zijn € 0,6 mln. hoger dan begroot als gevolg van het niet volledig inzetten van de begrote opleidingskosten ad € -1,4 mln. en frictiekosten bij Bv&F ad € 2 mln. voortkomend uit de transitie.
Materiele kosten + € 3.6 mln.
De materiele kosten zijn € 3,6 mln. hoger dan begroot. Dit wordt verklaard door:
– Apparaat ICT: + € 1,8 mln. door hogere kosten voor Programma Vernieuwing ICT landschap en het besluit de nog te activeren posten voor een applicatie ontwikkel platform en een Talent Management Assessment tool bij Bv&F in het resultaat te laten vallen. Hiertoe is besloten omdat de ontwikkeling van de applicaties niet is afgerond in 2022 en Bv&F in 2023 overgaat van een baten lasten stelsel naar een kasverplichtingen stelsel.
– Bijdrage aan SSO’s is € 0,2 mln. Dit wordt verklaard door nagekomen huurkosten bij de HIS.
– De overige materiele kosten zijn € 2,5 mln. hoger. Dit wordt verklaard door hogere kosten voor uitbesteding transport bij IPKD wat in lijn ligt met de hogere gerealiseerde omzet bij IPKD.
Rentelasten
De rentelasten zijn in lijn met de begroting.
Afschrijvingskosten
De ontwikkeling van het nieuwe orderadministratie en planningssysteem bij IPKD is nog niet afgerond waardoor de applicatie nog niet is geactiveerd. Er heeft derhalve geen afschrijving op plaatsgevonden. Het applicatie ontwikkel platform en de Talent Management Assessment tool bij BV&F zijn in 2022 niet geactiveerd. De ontwikkeling van de applicaties is in 2022 niet afgerond en ze zijn nog niet geactiveerd. Er heeft daarom geen afschrijving op plaatsgevonden. Naar aanleiding van het Programma Vernieuwing ICT landschap is voor 2022 een hoge afschrijving begroot. De keuzes die in het programma zijn gemaakt leiden tot een lagere activering van immateriële activa en daardoor tot een lagere afschrijving hierop dan begroot.
Overige lasten
De overige lasten bestaan volledig uit dotaties aan de voorzieningen. Deze worden toegelicht onder het hoofdstuk voorzieningen.
Saldo van baten en lasten
Het negatief saldo van baten en lasten 2022 van € 2,9 mln. is ten laste van de balanspost ‘onverdeeld resultaat’ gebracht.
Balans
Balans 2022 | Balans 2021 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 1.100 | 1.517 |
Materiële vaste activa | 286 | 390 |
waavan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 40 | 45 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 246 | 345 |
Immateriële vaste activa | 814 | 1.127 |
Vlottende activa | 91.998 | 107.653 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 29.538 | 18.078 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 21.321 | 18.946 |
Liquide middelen | 41.139 | 70.629 |
Totaal activa | 93.098 | 109.170 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 10.546 | 13.437 |
Exploitatiereserve | 13.437 | 13.797 |
Onverdeeld resultaat | ‒ 2.891 | ‒ 360 |
Voorzieningen | 3.217 | 4.094 |
Langlopende schulden | 0 | 0 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Kortlopende schulden | 79.335 | 91.639 |
Crediteuren | 2.127 | 3.040 |
Belastingen en premies sociale lasten | 313 | 401 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Overige schulden en overlopende passiva | 76.895 | 88.198 |
Totaal passiva | 93.098 | 109.170 |
Toelichting
Activa
Vaste activa
Materiële vaste activa
In 2022 is er bij IPKD, Bv&F en KOOP geïnvesteerd in hardware (€ 0,1 mln.). De afschrijvingslasten bedragen € 0,2 mln. Dit verklaart de daling van de waardedaling ten opzichte van 2021.
Immateriële vaste activa
De investering betreft kosten ten behoeve van het nieuwe orderadministratie en planningssysteem (TMS) bij IPKD (€ 0,4 mln.). Dit systeem is nog niet geactiveerd in 2022. De desinvesteringen betreft de afwaardering van een applicatie ontwikkel platform en een Talent Management Assessment tool bij Bv&F (immateriële vaste activa ‒ € 0,3 mln.). De gerealiseerde afschrijvingslasten bedragen € 0,4 mln. Dit verklaart de daling van de waardedaling ten opzichte van 2021.
Vlottende activa
Debiteuren
De post debiteuren bestaat voor € 14,5 mln. uit het moederdepartement ministerie van BZK, € 14,4 mln. uit overige departementen en € 0,6 mln. uit overige debiteuren. De totale post debiteuren bedraagt circa 0,7 maand omzet (2021: 0,7 maand).
Overige vorderingen en overlopende activa
De vorderingen bestaan voornamelijk uit € 20,4 mln. nog te factureren termijnen en € 0,8 mln. vooruitbetaalde kosten. Het aandeel van het moederdepartement ministerie van BZK bedraagt € 8,4 mln., het aandeel overige departementen € 11,9 mln. en het aandeel derden € 1,0 mln.
Liquide middelen
De negatieve operationele kasstroom is een gevolg van een toename in het openstaande debiteurensaldo.
Passiva
Eigen vermogen
Na verwerking van het resultaat 2022 resteert een positief eigen vermogen van € 10,5 mln. Het eigen vermogen van UBR bedraagt 3,2% van de driejaarsgemiddelde omzet en blijft daarbij onder de norm van het in de regeling agentschappen voorgeschreven maximum eigen vermogen van 5%.
Voorzieningen
Stand | Dotatie | Onttrekking | Vrijval | Stand | |
---|---|---|---|---|---|
01/01/2022 | 2022 | 2022 | 2022 | 31/12/2022 | |
x € 1.000 | € | € | € | € | € |
Voorziening: | |||||
Sanering | 1.651 | 819 | 772 | 879 | 819 |
Afbouw grafische sector | 2.136 | 0 | 273 | 0 | 1.863 |
Verliesgevende projecten | 10 | 0 | 0 | 10 | 0 |
Juridische geschillen | 297 | 535 | 0 | 297 | 535 |
Subtotaal | 4.094 | 1.354 | 1.045 | 1.186 | 3.217 |
Dubieuze debiteuren | 921 | 507 | 209 | 1.006 | 213 |
Totaal | 5.015 | 1.861 | 1.254 | 2.192 | 3.430 |
In het kader van de sanering bij een aantal organisatieonderdelen van UBR hebben in 2014 20 medewerkers de Van Werk naar Werk (VWNW)-status gekregen en zijn met 19 medewerkers nadere afspraken (vaststellingsovereenkomsten) gemaakt over een aanstaande beëindiging van het dienstverband. De stand van de voorziening sanering UBR bedraagt begin 2022 € 1,7 mln. In 2022 is € 0,8 mln. gedoteerd aan voorziening sanering. Deze dotatie is als volgt opgebouwd. OW heeft € 41.000 gedoteerd voor een medewerker waarvoor een rechtszaak loopt en Personeel heeft € 0,8 mln. gedoteerd voor Van Werk naar Werk (VWNW) kandidaten. De vrijval voorziening sanering betreft vrijval van een voorziening van € 0,9 mln. voor VWNW- kandidaten van OW welke inmiddels uit dienst zijn getreden of een andere baan hebben gevonden binnen de Rijksoverheid. In verband met gemaakte kosten voor de VWNW-kandidaten heeft een onttrekking van de voorziening sanering plaatsgevonden van € 0,7 mln. bij Personeel en € 0,1 bij OW.
Voor de afwikkeling van de grafische dienstverlening is eind 2014 een voorziening gevormd van € 12,1 mln. Na de onttrekkingen in 2014 tot en met 2022 (€ 9,3 mln.) en de gerealiseerde vrijval van € 1,0 mln. in 2020 resteert eind 2022 een voorziening van afgerond € 1,9 mln.
Aan de voorziening verliesgevende projecten heeft de afgelopen jaren geen onttrekking meer plaatsgevonden en er wordt ook geen onttrekking meer verwacht. De resterende voorziening van € 10.000 is derhalve vrijgevallen ten gunste van het resultaat.
De voorziening juridische geschillen bestaat uit de volgende componenten:
– Inzake een juridisch geschil over de kostenontwikkeling van een ICT- applicatie is een voorziening opgenomen van € 0,3 mln. In 2022 is overeenstemming bereikt over de doorbelasting van de kosten waardoor er geen noodzaak meer is voor het aanhouden van de voorziening. Deze is in 2022 vrijgevallen.
– Voor het ingeschatte fiscale risico voortvloeiend uit de wet DBA heeft Personeel in 2022 € 0,5 mln. gedoteerd aan de voorziening juridische geschillen.
De dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren betreft oninbare vorderingen bij OW (€ 0,4 mln.) en Personeel (€ 0,1 mln.). De voorziening oninbaarheid debiteuren is gevormd voor facturen die langer dan 365 dagen openstaan en voor dispuutfacturen. Van de als oninbaar aangemerkte debiteuren in de jaarrekening 2021 is bij OW € 0,8 mln. en bij Personeel € 0,2 mln. aan openstaande facturen geïnd. Dit heeft geresulteerd in een vrijval van de voorziening dubieuze debiteuren van € 1 mln. In 2022 is € 0,2 mln. aan dubieuze debiteuren definitief oninbaar gebleken. Voor deze posten heeft een onttrekking van de voorziening plaatsgevonden. Het betrof met name dubieuze debiteuren van OW.
Langlopende schulden
Leningen bij het Ministerie van Financiën
In 2022 heeft UBR geen beroep gedaan op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën.
Kortlopende schulden
Crediteuren
Van het crediteuren bedrag heeft € 0,1 mln. betrekking op moederdepartement inclusief de rijksbreed opererende agentschappen, € 0,1 mln. op overige departementen en € 1,9 mln. op derden.
Belastingen en premies sociale lasten
De belastingen en premies sociale lasten bestaan uit af te dragen BTW € 0,3 mln.
Overige schulden en overlopende passiva
De overige schulden en overlopende passiva bestaan uit € 32,7 mln. nog te betalen kosten, € 4,5 mln. vooruitgefactureerde bedragen, € 15,9 mln. voor personeelsgerelateerde verplichtingen, € 9,8 mln. nog te besteden gelden en € 14,0 mln. overige schulden.
Kasstroomoverzicht
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1) | |
Rekening courant RHB per 1 januari + depositorekeningen | 47.890 | 70.629 | 22.739 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 317.895 | 372.616 | 54.721 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 317.895 | ‒ 401.965 | ‒ 84.070 |
Totaal operationele kasstroom | 0 | ‒ 29.349 | ‒ 29.349 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 1.000 | ‒ 484 | 516 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 343 | 343 |
Totaal investeringskasstroom | ‒ 1.000 | ‒ 141 | 859 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 |
Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 |
Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 |
Rekening courant RHB per 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 46.890 | 41.139 | ‒ 5.751 |
Toelichting
Operationele Kasstroom
De negatieve operationele kasstroom is een gevolg van een toename in openstaande debiteurensaldo.
Investeringen
De investering in 2022 bestaat voornamelijk uit de investering in een orderadministratie en planningssysteem bij IPKD (immateriële activa € 0,4 mln.).
Desinvesteringen
De desinvesteringen in 2022 bestaan uit de afwaardering van een applicatie ontwikkel platform en een Talent Management Assessment tool bij Bv&F (immateriële vaste activa ‒ € 0,3 mln.).
Doelmatigheidsindicatoren
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | |
Omschrijving Generiek Deel | |||||
Saldo van baten en lasten (%) | 2,6% | 2,8% | ‒ 0,1% | ‒ 0,1% | 0,0% |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 1.657 | 1.934 | 1.986 | 2.258 | 2.265 |
Kwaliteitsindicator 1 - MTO | n.v.t. | n.v.t. | 6,6 | ‒ | >7 |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||
UBR|Personeel | |||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 122,4 | 125,3 | 120,9 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 122,4 | 125,3 | 120,9 |
Omzet per fte | n.b. | n.b. | 216 | 203 | 174 |
Tevredenheid dienstverlening | n.b. | n.b. | ‒ | ‒ | >7 |
UBR|HIS | |||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 122,0 | 122,1 | 124,4 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 122,0 | 122,1 | 124,4 |
Omzet per fte | n.b. | n.b. | 163 | 149 | 149 |
Tevredenheid dienstverlening | 8,2 | 8,3 | 8,39 | 8,4 | >8 |
UBR|Organisatie | |||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 118,6 | 121,5 | 120,9 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 118,6 | 121,5 | 120,9 |
Omzet per fte | n.b. | n.b. | 184 | 148 | 171 |
Tevredenheid dienstverlening | n.b. | n.b. | 8,6 | ‒ | >7 |
UBR|IIR | |||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 120,5 | 123,5 | 122,9 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 120,5 | 123,5 | 122,9 |
Omzet per fte | n.b. | n.b. | 160 | 139 | 162 |
Tevredenheid dienstverlening | 8,1 | 8,3 | ‒ | ‒ | >7 |
UBR|KOOP | |||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 118,6 | 121,5 | 120,9 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 118,6 | 121,5 | 120,9 |
Omzet per fte | n.b. | n.b. | 196 | 502 | 193 |
Tevredenheid dienstverlening | 7,9 | 7,9 | ‒ | ‒ | >7,5 |
Beschikbaarheid over alle diensten (url's) | n.b. | n.b. | 99,90% | 99,97% | 1,0 |
UBR|IPKD | |||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 122,1 | 125,0 | 124,5 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 122,1 | 125,0 | 124,5 |
Omzet per fte | n.b. | n.b. | 115 | 108 | 89 |
Tevredenheid dienstverlening | n.b. | n.t.b. | 7,7 | ‒ | >7 |
UBR|RBO | |||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 121,0 | 123,4 | 122,0 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 121,0 | 123,4 | 122,0 |
Omzet per fte | n.b. | n.b. | 56 | 63 | 89 |
Tevredenheid dienstverlening | n.b. | n.t.b. | ‒ | ‒ | >7 |
UBR|Binnenwerk | |||||
Kostprijzen per product (groep) (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 122,8 | 118,6 | 120,9 |
Tarieven/uur (indexcijfer) | n.b. | n.b. | 122,8 | 118,6 | 120,9 |
Omzet per fte (bedragen x €1.000) | n.b. | n.b. | 38 | 43 | 43 |
Tevredenheid dienstverlening | n.b. | n.b. | ‒ | ‒ | >7 |
Toelichting
% Saldo baten en lasten
UBR komt ultimo 2022 op een % saldo baten en lasten van ‒ 0,1%. Wat wordt veroorzaakt door het verlies van € 2.9 mln. terwijl er € 354 mln. aan totale baten is gerealiseerd.
Aantal FTE UBR
Het aantal gemiddelde FTE van UBR ligt met 2.258 in lijn met de begroting.
Kwaliteitsindicator I - MO
UBR voert haar Medewerker Onderzoek één keer in de twee jaar uit. In 2022 heeft dit onderzoek niet plaatsgevonden.
Ontwikkeling indexcijfers
De realisatie van de indexcijfers voor de kostprijzen per product en uurtarieven van Personeel, Organisatie, KOOP en IPKD wijken met 0,5% af van de voor de begroting vastgestelde UBR-norm van 1,9%. De tarieven voor 2022 zijn voor deze organisatieonderdelen bepaald op basis van de loonvoet sector overheid voor de loongevoelige componenten en de Prijsindex Materiële Overheidsconsumptie (IMOC) voor de materiële componenten van juni 2021. Daarnaast is bij de vaststelling van de tarieven 2022 rekening gehouden met een aanvullende indexatie op de PIOFACH last van UBR als gevolg van een verwachte indexatie van 4% door SSC-ICT. Dit heeft geleid tot een indexatie van 2,4% in plaats van de begrote 1,9%. IIR heeft op basis van deze ontwikkelingen en een tariefstijging doorgevoerd van 2,5%.
Bij Personeel valt op dat het indexcijfer realisatie 2021 hoger is dan het begrote indexcijfer 2022. Dit wordt verklaard doordat in Personeel in 2021 een prijsaanpassing heeft doorgevoerd voor bedrijfsartsen om de prijsstijging in de markt te kunnen compenseren. Dit heeft plaatsgevonden na vaststelling van de begroting 2022.
HIS daarentegen heeft haar tarieven 2022 gelijk gehouden aan 2021 terwijl een stijging met 1,9% was begroot. Uit de nacalculatie over 2021 bleek dat de tarieven van HIS ruimte boden tot verlaging van de tarieven. Dit is in de tariefstelling voor 2022 doorgevoerd door de tarieven niet te verhogen ondanks een stijging in de loonvoet sector overheid, de IMOC en de indexatie van 4% bij SSC-ICT.
RBO heeft haar tarief voor beveiligers met 4,4% moeten verhogen om deze dienst kostendekkend te kunnen leveren. Het inzetten van beveiligers omvat 76% van de omzet van RBO. De herijking van het tarief voor beveiligers leidt tot een prijsstijging van 3,1% voor RBO.
Het prijsindexcijfer van Binnenwerk is 1,9% lager dan begroot. Als gevolg van schaalvergroting heeft Binnenwerk de opslag voor overhead per baan kunnen verlagen.
Omzet per fte
De gerealiseerde gemiddelde omzet per fte van Binnenwerk, HIS en IIR is in lijn met de begroting. Voor die organisatieonderdelen waar de omzet per fte significant afwijkt wordt hieronder een toelichting gegeven:
– De gerealiseerde omzet per fte bij Personeel is € 15.000 hoger dan begroot. Dit is het gevolg van de hogere gerealiseerde omzet bij een aantal fte dat in lijn ligt met de begroting.
– Bij Organisatie blijft de gemiddelde omzet per fte achter met € 23.000 Dit wordt verklaard door een lagere gerealiseerde omzet terwijl het aantal fte hoger is dan begroot.
– De gerealiseerde omzet bij IPKD is € 6,2 mln. hoger dan begroot wat resulteert in een positieve afwijking in de gerealiseerde gemiddelde omzet per fte van € 19.000.
– Als gevolg van de aanzienlijk hogere gerealiseerde omzet bij KOOP laat de gemiddelde omzet per fte een positieve afwijking van € 60.000 zien.
– Ondanks de positieve afwijking van de gerealiseerde omzet RBO ten opzichte van de begroting blijft de gemiddelde omzet per fte bij RBO met € 27.000 onder de begroting. Dit wordt verklaard door de verambtelijking bij RBO. Het aantal fte is 44 hoger dan begroot. Daarnaast is een groot deel van de omzet (€ 64 mln.) gerealiseerd door uitbesteding. Deze omzet telt niet mee in de gemiddelde omzet per fte.
Tevredenheid dienstverlening
De tevredenheid over de dienstverlening is slechts bij twee organisatieonderdelen gemeten. De norm voor de klanttevredenheid is voor 2021 gesteld op > 7. De onderdelen waar de meting is uitgevoerd scoren op deze indicator boven de norm.
– Organisatie: 8,2
– HIS: 8,4
Binnenwerk heeft geen indicator voor tevredenheid van de dienstverlening in de vorm van een objectief gemeten cijfers. Wel stuurt Binnenwerk op de klanttevredenheid middels onderstaande acties:
– Het tijdig afhandelen van klachten, beantwoorden van vragen of meedenken in wensen welke bestaan bij de opdrachtgevers/partners.
– Voor klanttevredenheid lift Binnenwerk mee op de metingen van partnerorganisaties. Tevens voert Binnenwerk met regelmaat gesprekken met de partnerorganisaties over de tevredenheid van de verrichtte werkzaamheden.
– Binnenwerk heeft een eigen klachtenprocedure en register; het aantal klachten in 2022 = 0.
– De directeur Binnenwerk heeft periodiek overleg met de contactpersonen Banenafspraak bij het Rijk om af te stemmen over de ICBR-opgave en wensen met betrekking tot Binnenwerk-banen.