Base description which applies to whole site

6.1 Uitzonderingsrapportage

Deze paragraaf bevat een uitzonderingsrapportage voor de volgende verplichte onderdelen:

  • 1. Rechtmatigheid

  • 2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

  • 3. Begrotings-, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

  • 4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

  • 5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

1. Rechtmatigheid

Er hebben zich geen overschrijdingen van de rapporteringstoleranties op de artikelen van de defensiebegroting voorgedaan.

Het totaal aan fouten en onzekerheden voor de rechtmatigheid van aangegane verplichtingen van hoofdstuk X bedraagt over 2022 € 59,4 miljoen. Het volledige bedrag van € 59,4 miljoen betreffen (Europese) aanbestedingsfouten veroorzaakt door het niet of niet juist toepassen van de aanbestedingsregels. De grootste onrechtmatigheden hebben betrekking op artikel 8 DOSCO (€ 23,8 miljoen) en artikel 10 Apparaat Kerndepartement (€ 14,0 miljoen).

Van de € 59,4 miljoen is Defensie in 2022 voor een totaalbedrag van € 35,1 miljoen onrechtmatige verplichtingen aangegaan voor inkopen onder categoriemanagement. Zo is het Ministerie van IenW categoriemanager voor een aantal rijksbrede raamovereenkomsten, waarvan er drie (Interim Management & Organisatieadvies, Inkoopadvies en Auditdiensten) in dit verslagjaar nog steeds waren verlengd middels een overbruggingsovereenkomst. Het ministerie van IenW heeft dit toegelicht in de Bedrijfsvoeringsparagraaf van haar jaarverslag. Als gevolg daarvan worden de verplichtingen die op nadere overeenkomsten onder deze overbruggingsovereenkomsten worden aangegaan als onrechtmatig bestempeld. De raamovereenkomsten «Inkoopadvies» en (deels) «Auditdiensten» zijn in 2022 gereedgekomen en hebben tot rechtmatige contracten geleid. De her-aanbestedingen voor de overige twee raamovereenkomsten zijn vertraagd, als gevolg van juridische bezwaren en rechtszaken door inschrijvers. Het ministerie van IenW verwacht dat daarvoor medio 2023 de nieuwe contracten beschikbaar komen. In het verslagjaar gaat het bij ons ministerie om € 32,9 miljoen euro.

In 10 gevallen is gebruik gemaakt van de escalatieprocedure met een totaalvolume van € 18,2 miljoen. In die procedure wordt expliciet vooraf afgewogen of sprake is van een onontkoombare noodzaak tot aanbesteding van een overheidsopdracht of verlenging van een overeenkomst om op basis daarvan af te wijken van de (Europese) aanbestedingsregelgeving. Het totaal aantal dossiers waarvoor de escalatieprocedure is ingeroepen is over beide begrotingen 21 stuks en is ten opzichte van 2021 (totaal 11 dossiers) weliswaar toegenomen maar over meerdere jaren gezien stabiel.

2. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

In 2022 heeft Defensie voortgang geboekt met het verbeteren van de managementinformatie. Defensie hanteert het Digitaal Dashboard Operationele Gereedheid (DDOG) als instrument om te toetsen of de operationele eenheden voldoen aan de generieke gereedstellingsopdrachten. De generieke gereedstellingsopdracht formuleert in kwantitatieve en kwalitatieve zin welke eenheden per hoofdtaak operationeel gereed moeten zijn. Een eenheid is operationeel gereed als de personele gereedheid, de materiele gereedheid en de geoefendheid aan de normen voldoen. DDOG combineert fact based data en appreciaties van de defensieonderdelen en de CDS tot één verantwoording, die onderdeel uitmaakt van de inzetbaarheidsrapportage aan de Tweede Kamer.

DDOG komt projectmatig tot stand en was gedurende 2022 nog in ontwikkeling. Desalniettemin dwingt DDOG nu al één standaard werkwijze af en maakt DDOG gebruik van een gemeenschappelijke set aan brongegevens en definities. Hierdoor ontstaat een gemeenschappelijke presentatie van de werkelijkheid. Door onderscheid in verschillende organisatorische niveaus in DDOG, zijn gegevens herleidbaar. Ook is het oordeel over de fact based operationele gereedheid herleidbaar door gebruik te maken van zogenaamde gedefinieerde ‘basisprofielen’ (normen voor personele gereedheid, materiele gereedheid en geoefendheid). Basisprofielen die tot een fact based oordeel leiden, kunnen een andere resultaat presenteren dan de appreciatie van de commandant. Dit verschil komt doordat niet alle factoren van operationele gereedheid in cijfers uitgedrukt kunnen worden en daarom ook niet opgenomen kunnen worden in een basisprofiel (bijvoorbeeld moreel). Omdat de basisprofielen nog niet volledig zijn afgerond, is de informatie in DDOG in 2022 nog niet volledig herleidbaar en controleerbaar.

KPI's

In de Kamerbrief Rapporteren voortgang bouwen aan een toekomstbestendige krijgsmacht (kamerstuk 33 763, nr. 155) is een voorstel voor nieuwe kritische prestatie indicatoren (kpi’s) gepresenteerd. Met deze kpi’s wordt beter inzicht gegeven in de voortgang van het bouwen aan een toekomstbestendige krijgsmacht. De bestaande set kpi’s in de begroting komt te vervallen, met uitzondering van Research & Technology (R&T) als onderdeel van Onderzoek en innovatie. De informatie van de huidige kpi’s verdwijnt niet en wordt elders in de begroting en het jaarverslag of de geïntegreerde rapportage ondergebracht.

De nieuwe kpi’s betreffen drie gereedheidsindicatoren: Personele Gereedheid, Materiële Gereedheid en Operationele Gereedheid. Daarnaast zijn indicatoren opgenomen die meer inzicht bieden in huidige uitdagingen: Basis op orde, Innovatie, Europese en internationale samenwerking, en Duurzaamheid. In dit jaarverslag is een eerste versie van de nieuwe kpi’s opgenomen.

3. Begrotings-, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Verplichtingenbeheer

Het verplichtingenbeheer bij Defensie heeft tot bevindingen in het auditrapport van de ADR en verantwoordingsonderzoek 2021 van de AR geleid. Kern van de bevindingen is dat de financiële verplichting voortvloeiend uit het contract met de leverancier niet in alle gevallen juist, tijdig en/of volledig in de financiële administratie (SAP) wordt vastgelegd. Ten tweede moet betere monitoring op de realisatie van verplichtingenbudgetten plaatsvinden. In 2022 is een plan van aanpak opgesteld en zijn diverse verbeteracties genomen die tot gerichte kwaliteitsverbeteringen moeten leiden.

In 2022 zijn diverse netwerkbijeenkomsten over het onderwerp verplichtingen georganiseerd voor diverse ketenspelers. Op deze dagen is zowel plenair als in kleinere groepen gesproken over knelpunten in het verplichtingenbeheer. Hierdoor ontstaat een beter begrip van de gevolgen van het eigen handelen op andere ketenspelers. Daarnaast zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het verplichtingenbeheer in kaart gebracht.

Defensie heeft ook de regelgeving begrijpelijker gemaakt en gewerkt aan een betere toelichting. Zo is in 2022 een handreiking met een toelichting op het verplichtingen-kasstelsel geschreven en een handreiking over de vastlegging van een financiële verplichting voor BTW, accijnzen en douanerechten. In aanvulling hierop is een tabel met de verschillende ordersoorten opgesteld voor inkopers, controllers en FABK. Deze tabel dient als hulpmiddel voor de wijze waarop een verplichting moet worden vastgelegd in de financiële administratie. Ook zijn werkinstructies voor verschillende SAP M&F ordersoorten opgesteld. Deze werkinstructies zijn afgestemd met de spelers in de keten en geven een stapsgewijze beschrijving van het proces van de ordersoort. Ook is een samenwerkingsruimte opgericht om de keten te ondersteunen bij de uitvoering van het verplichtingenbeheer. Hierop is regelgeving en informatie terug te vinden. Bij vragen kunnen ketenspelers advies inwinnen via de opgerichte helpdesk voor financiële verplichtingen.

Als laatste verbeteractie zijn defensiebreed stappen ondernomen om de monitorings- en bijsturingsfunctie voor verplichtingen te borgen in de processen. De defensieonderdelen stellen elk triaal een verplichtingenprognose op. Op basis daarvan wordt eventueel bijgestuurd met verplichtingenmutaties in de suppletoire begrotingen.

Voorschotten

De AR constateerde bij de controle over 2021 achterstanden in het afrekenen van openstaande voorschotten subsidies en het project F-35. De achterstand bij het verrekenen van subsidievoorschotten is ingelopen. Voor de verrekening van voorschotten F-35 moet veelal aanvullende informatie worden opgevraagd bij het JPO. Daardoor is in 2022 minder voortgang in de verrekening van voorschotten F-35 gerealiseerd dan gepland. De verrekenactiviteiten zullen in 2023 worden voortgezet.

Onvolkomenheid Inkoopbeheer

In 2022 zijn verbetermaatregelen die de interne controle en het vastleggen van resultaten binnen de inkooppunten versterken op dossierniveau doorgevoerd. Tevens is de verplichte inschakeling van een aanbestedingsdeskundige en/of -jurist bij aanbestedingen met gebruik van een niet-standaard aanbestedingsprocedure of bij een wijziging van een bestaande overeenkomst doorgevoerd. Een actie die een langere termijn vergt, is om de interne controle op organisatorisch en managementniveau beter in te richten. In 2023 wordt gewerkt aan een opzet voor de realisatie hiervan.

De analyse naar de oorzaken en achtergronden van het gebruik van de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging is door Defensie uitgevoerd met als uitkomst dat de procedure op zich op juiste gronden lijkt te worden toegepast maar dat de motivatie toereikend moet zijn en de dossiervorming verbetering behoeft. Hieraan zal in 2023 de nodige aandacht worden besteed.

Materiele Bedrijfsvoering

De norm voor het materieelbeheer bij Defensie is dat bij de eenheden op het derde niveau de kwaliteit van het beheer van alle materieelsoorten en opslagvormen minimaal 80 % dient te scoren. Bij ten minste 80% van al deze eenheden dient deze score gehaald te worden.

Over 2022 is voor de volgende categorieën materieel/opslagvormen niet voldaan aan deze norm (score tussen haakjes weergegeven):

  • Niet-gevoelig materieel – centrale voorraad (75%);

  • Niet-gevoelig materieel – inventaris (77%);

Oorzaken voor het niet voldoen aan de norm liggen in het niet of onvoldoende uitvoeren van voorgeschreven beheermaatregelen rondom geldige keurings- en calibratiebewijzen, tijdigheid binnen de logistiek en telplannen.

Bevindingen uit controles zijn opgenomen en gemonitord via de verbeterplannen van de defensieonderdelen en centraal besproken.

De ADR is in juni 2022 gestart met (ten opzichte van voorgaande jaren) grootschalige onderzoeken materieelbeheer in het kader van haar wettelijke taak. Hierbij zijn naast de reguliere Monitor Kwaliteit Materieelbeheer (MKM) controles ook bij diverse eenheden het wapen-, munitie- alsmede cryptobeheer onderzocht op de naleving van de voorgeschreven beheersmaatregelen. Daarbij wordt breder gekeken dan de vragen uit de MKM.

In 2022 heeft Defensie gewerkt aan de vervanging van het huidige MKM-platform door het Business Intelligence en Verbeterde Stuurinformatie (BIVEST)-platform, waarin de checklisten kunnen worden ingevuld. Via dit platform kunnen geautomatiseerde MKM-vragen real-time worden geraadpleegd en verbetermaatregel(en) gemonitord wat ook tot een aanzienlijke verbetering moet leiden.

Onvolkomenheid (de)centraal voorraadbeheer munitie

Ondanks de ingezette verbeteracties in de afgelopen jaren, constateert de AR in het verantwoordingsonderzoek 2021 nog steeds tekortkomingen bij het munitiebeheer. Daarnaast concludeert de AR dat het huidige munitieproces gedrag in de hand werkt waardoor veiligheidsrisico’s kunnen ontstaan. De AR heeft de volgende vier aanbevelingen gegeven:

  • 1. Één eindverantwoordelijke benoemen voor de verbeteracties van het gehele munitiedomein waarbij monitoring structureel wordt geborgd en verbeteracties gesynchroniseerd. Deze eindverantwoordelijke dient doorzettingsmacht te hebben om verbeteringen te bewerkstelligen;

  • 2. Het toezicht op het functioneren van de beheersmaatregelen, zoals toezicht op inventarisaties, niet over te laten aan de ADR maar daar zelf, vanuit de eigen verantwoordelijkheid voor een goede interne beheersing, invulling aan geven;

  • 3. Onderzoeken wat de impact van het personeelstekort is en welke keuzes er daarom gemaakt moeten worden in de werkzaamheden;

  • 4. Bezien of de administratieve lasten verminderd kunnen worden, bijvoorbeeld door toepassing van (nieuwe) technologie in het munitiebeheer en het doorlichten van de omvangrijke regelgeving op nut en noodzaak en tegenstrijdigheid. Tevens hierbij aandacht besteden aan bewustwording bij de medewerkers over de veiligheidsrisico’s die zij lopen; na te gaan of er manieren zijn om gevonden munitie gemakkelijker in te leveren en of hiermee ‘grijzevoorraad’-vorming kan worden voorkomen.

Sinds 2018 focust zich programma Obelix op structurele verbeteringen binnen het munitiedomein. De focus ligt daarbij op de aandachtsgebieden keteninrichting, regelgeving, kennis en opleidingen, personele capaciteit en infrastructuur. Het programma Obelix is overgegaan in de Monitor Munitiedomein (MMD) als vast organisatie-element binnen de Directie Aansturen Operationele Gereedstelling (DAOG) van de defensiestaf.

Met de inrichting van de MMD binnen DAOG wordt binnen de kaders van het besturingsmodel Defensie, invulling gegeven aan de eerste aanbeveling. Het positioneren van de MDD op het organisatieniveau DAOG zorgt voor doorzettingsmacht. Daarbij blijft het onderscheid in de verantwoordelijkheden voor de (aansturing van de) uitvoering en voor beleid. Verbeteractiviteiten worden actief gemonitord door zowel de DGB en de MMD.

Drie van de vijf hierboven vermelde aandachtsgebieden zijn op basis van de bevindingen van de AR actueel (kennis en opleidingen, personele capaciteit, regelgeving). De AR richt haar aanbevelingen namelijk op personeelstekorten (capaciteit) en in eerdere jaren op het volgen van regelgeving en procedures. De AR vraagt daarnaast nu ook specifiek aandacht voor de vermindering van administratieve lasten, complexe processen en bewustwording voor veiligheidsrisico’s.

Als concrete knelpunten zijn benoemd: tekorten bij het personeel (kwalitatief en kwantitatief), gedrag, complex proces, administratieve lasten en complexe regelgeving,

Op basis van de knelpunten zijn verbeterprojecten geïdentificeerd.Daarbij wordt voor een belangrijk deel bewust aangesloten bij de projecten die door Defensie zijn gestart door het programma Obelix/MMD omdat ze een goede invulling geven aan de aanbevelingen van de AR. Daarmee blijft het ingezette momentum bestaan en wordt effectief omgegaan met de capaciteit binnen de lopende trajecten. Voor alle trajecten geldt dat ze een structurele verbetering tot stand moeten brengen en dat daarmee de nodige tijd is gemoeid.

Voor wat betreft personele capaciteit is het project Personele Versterking Munitiedomein in uitvoering waarmee de capaciteit binnen het munitiedomein met 180 vte’n wordt uitgebreid. Dit reorganisatie traject zal mede afhankelijk van de snelheid van personele vulling in 2026 zijn afgerond. Geleidelijk zullen de effecten van de traject zichtbaar worden.

De kwalitatieve kant van munitiebeheer wordt versterkt door professionalisering. Dit is gebeurd door het vaststellen van een eenduidige kwalificatie voor functies binnen het munitiebeheer en een daarbij behorende verbeterde opleiding.

Het gedrag met betrekking tot veiligheid wordt verbeterd door het bewustzijn van veiligheidsrisco’s rond munitie te vergroten en door te voorkomen dat munitie onnodig in roulatie blijft.

De eenduidige toegang tot regelgeving is vergroot. Tevens wordt invulling gegeven aan het verminderen van de werklast door noodzakelijke audit aspecten te vereenvoudigen en geautomatiseerd te ondersteunen door middel van een verbeterde MKM.

Fraude

Defensie is als grote uitvoeringsorganisatie een belangrijke inkoopmacht die internationaal opereert en een omvangrijk arsenaal aan materieel, vastgoed en (deels gevoelige) voorraden beheert. Daarnaast is sprake van een groot personeelsbestand met, door haar onregelmatige, soms gevaarlijke en internationale operaties, een daarbij passende cao met vele toeslagsoorten en declaratie-mogelijkheden. Hierdoor bestaan inherent risico’s op aanbestedingsfraude, oneigenlijk gebruik en ontvreemding van materieel, vastgoed, voorraden, creditcards en contant geld. Daarnaast bestaat het risico op indiening en afhandeling van fictieve facturen of personeelsdeclaraties en het betalen van salarissen aan niet bestaande ambtenaren of onterechte toeslagen. Aandachtspunt dit jaar zijn de extra middelen die Defensie tot haar beschikking heeft gekregen. Hierdoor ontstaat extra druk op het aanbestedingsproces om budget te realiseren met het risico dat dit ten koste gaat van de zorgvuldigheid. Een tweede aandachtspunt zijn de leveringen van materieel aan Oekraïne.

Defensie heeft in haar bedrijfsprocessen een beheerraam­werk ingericht dat gebaseerd is op een integrale risico-afweging. Dit beheerraamwerk bevat onder andere functiescheidingen, goedkeuringsrollen in de administratie, monitoring, (jaarlijkse) tellingen en controles. Er is specifieke aandacht voor wapen- en munitieopslag en cryptomiddelen. Frauderisico’s zijn hierbij mede in beschouwing genomen, maar niet expliciet als zodanig benoemd.

Defensie beschikt over een Gedragscode Defensie, waarin de basiswaarden staan omschreven hoe met elkaar, anderen, middelen en bevoegdheden wordt omgegaan. De gedragscode geldt voor iedereen binnen de organisatie. Daarnaast leggen medewerkers van Defensie de eed of belofte af. Medewerkers die werkzaam is zijn op vertrouwensfuncties wordt extra gescreend door de MIVD. Er is een Centrale Organisatie Integriteit Defensie (COID) die als taak heeft de integriteit en het integriteitsbewustzijn voor organisatie en medewerker te bevorderen. Dit doen zij door advies, risicoanalyses, training en voorlichting en integriteitsonderzoeken.

Ter preventie van fraude bij declaraties en facturen worden controles uitgevoerd om onterechte of onjuiste betalingen te voorkomen. Het FABK en DCHR beschikken hiervoor over interne beheersingscapaciteit. Op basis van een risicoanalyse wordt de beschikbare interne controlecapaciteit ingezet. Momenteel bekijkt Defensie of de capaciteit voor interne beheersing kan worden uitgebreid. Bij een vermoeden van een integriteitsschending wordt melding gedaan bij het meldpunt Integriteit Defensie waarna de COID aanvullend onderzoek kan verrichten. In 2022 zijn geen fraudegevallen van materiële aard geconstateerd.

Om te voorkomen dat er onrechtmatige schenkingen aan Oekraïne worden gedaan dan wel dat Defensie onrechtmatig declaraties indient bij het Ministerie van Financiën wordt zoveel mogelijk de geëigende processen doorlopen en zijn er op een aantal gebieden aanvullende beheersmaatregelen getroffen.

De behoeftes van Oekraïne lopen via het International Donor Coordination Centre (IDCC). Zo wordt voorkomen dat via oneigenlijke wegen behoeftes rechtstreeks bij Defensie worden aangeboden. IDCC coördineert de totale behoeftes van Oekraïne en zet deze uit bij de lidstaten die tegemoet kunnen komen aan deze behoefte. Wanneer de behoefte in Nederland is aangekomen wordt intern nogmaals gecontroleerd of de gevraagde behoefte kan worden gehonoreerd en wordt er onder meer voor gezorgd dat export control en fiscale regelgeving wordt nagelopen conform vigerende processen van Defensie. Binnen de CDS Taskforce Oekraïne wordt in een database bijgehouden hoe de logistieke voortgang is van de schenking waarna de declaratielijst voor de claim bij het Ministerie van Financiën wordt opgesteld. Financiën krijgt naast de claim ook inzicht in de database van CDS Taskforce Oekraïne zodat zij kunnen monitoren wat er is geleverd en welke kosten hieraan zijn verbonden.

4. Misbruik en oneigenlijk gebruik

De AR constateerde in het verantwoordingsonderzoek 2021 dat niet alle belangrijke beheersmaatregelen waren ingeregeld. Ook gaf zij de aanbeveling om het review-, sanctie- en controlebeleid te actualiseren. Deze bevinding is ter harte genomen en in 2023 zal het inmiddels geactualiseerde review-, sanctie- en controlebeleid aan de regeling defensiesubsidies worden toegevoegd en geïmplementeerd. Ondanks de geformuleerde tekortkomingen wordt het risico op misbruik en oneigenlijk gebruik door Defensie ingeschat op laag. Daarnaast heeft Defensie zich aangesloten bij de centrale interdepartementale verwijsindex om misbruik en oneigenlijk gebruik van subsidies tegen te gaan. Door middel van deze interdepartementale verwijsindex wordt informatie over misbruik en oneigenlijk gebruik sinds 2020 tussen departementen uitgewisseld. Dit gebeurt op aanvraag en met inachtneming van relevante privacywetgeving.

5. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Ernstige onvolkomenheid vastgoedmanagement

Bij het verantwoordingsonderzoek 2021 van de AR is vastgoed voor de tweede keer op rij beoordeeld als een ernstige onvolkomenheid. In haar rapport beveelt de AR de Minister van Defensie nadrukkelijk aan om voortgang te blijven boeken in het oplossen van de structurele tekortkomingen in het vastgoedbeheer. Vooral door te werken aan integraal inzicht in de staat van het onderhoud van het defensievastgoed en aan het realiseren van een balans tussen de vastgoedportefeuille en de beschikbare middelen, via een financieel gedekt plan dat aansluit op de visie op de toekomst van de krijgsmacht. In 2022 zijn op alle aanbevelingen stappen gezet.

Inzicht in de staat van het vastgoed

Het OnderhoudsManagement Systeem (OMS), dat het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) rijksbreed implementeert, is een belangrijk systeem om toekomstbestendig invulling te kunnen geven aan de informatiebehoefte van Defensie en andere overheidsorganisaties. Eind 2021 heeft het RVB de opdracht gegund. De implementatie van het OMS gebeurt Rijksbreed onder leiding van het RVB. De verwachting is dat de implementatie niet eerder dan 1 januari 2025 gereed zal zijn. Om de periode tot volledige ingebruikname van het OMS te overbruggen, maakt Defensie gebruik van interim-oplossingen.

Defensie wil informatiegericht sturen op haar vastgoed. Om die reden is in 2022 gestart met het ontwikkelen van een informatieplan, dat inzicht moet geven in de informatie die nodig is om op portefeuille, object en gebouw niveau te kunnen sturen. Het OMS, als bron van informatie, zal een belangrijke plaats krijgen in dit informatieplan.

In de tussentijd werken het RVB en Defensie met interim-oplossingen om inzicht te hebben en te houden in het vastgoed. Dit heeft als voordeel dat geleerde lessen gebruikt kunnen worden bij de implementatie van het OMS. Daarnaast heeft de TaskForce Nova in 2022 periodiek rapportages opgeleverd, waardoor het inzicht in de bezetting en benutting van kazernes groeit. De rapportages leveren input voor het Programma Transformatie Vastgoed. Ook worden de rapportages gebruikt voor actualisatie van de gegevens in het vastgoedinformatiepresentatiesysteem (beheerd door het RVB), waarin alle gebouwen van Defensie zijn opgenomen. Momenteel zijn 36 rapporten opgeleverd (peildatum 1/1/23).

Balans budget en vastgoedportefeuille

Om te komen tot een balans tussen budget en vastgoedportefeuille heeft Defensie in 2022 de mogelijkheden verder verkend om de vastgoedportefeuille door middel van concentreren, verduurzamen en vernieuwen (Transformatie van de Vastgoedportefeuille) aan te passen. Het doel is een vastgoedportefeuille die de taakuitvoering optimaal ondersteunt, toekomstbestendig is, bijdraagt aan werkbeleving en trots, duurzaam is en die waar mogelijk nog meer met de samenleving en de regio verbonden is dan voorheen. De doelstelling en aanpak van de Transformatie Vastgoed zijn gebaseerd op diverse onderzoeken en aanbevelingen, zoals het Interdepartementaal Beleidsonderzoek naar een toekomstbestendige vastgoedportefeuille voor Defensie en de verantwoordingsonderzoeken 2020 en 2021.

Ambtelijke verkenningen hebben geleid tot een vertrekpunt, gebaseerd op de lange-termijndoelstellingen en financiële kaderstelling, gebaseerd op het eerder genoemde rekenmodel. Onderlinge afhankelijkheden en externe ontwikkelingen vragen om een gefaseerde realisatie van dit ambtelijke vertrekpunt, waarbij grote strategische stappen eerst worden gezet. Op het moment dat Defensie van plan is een object op te pakken, wordt dat als bestuurlijk voornemen gecommuniceerd. Voor het strategisch vastgoedplan heeft dit geleid tot zes projecten.

Onvolkomenheid Autorisatiebeheer

In 2022 is verder gewerkt aan maatregelen om de onvolkomenheid autorisatiebeheer weg te werken voor het materieel-logistieke domein. De activiteiten uit het plan van aanpak worden stapsgewijs gerealiseerd met beperkte personele capaciteit. Het aantal functiescheidingsconflicten is op een vergelijkbaar niveau als vorig jaar. Een aantal veel voorkomende conflicten is mogelijk vals door een te scherpe afstelling, het herijken van deze conflicten maakt onderdeel uit van het plan van aanpak. Aanpassing van de huidige autorisatieopzet vindt beperkt plaats, ingezet wordt op een geactualiseerde autorisatieopzet in verband met de transitie naar SAP4/HANA.

Risico's MIVD

In navolging van aanbevelingen van de AR wordt ingegaan op de risico’s in de bedrijfsvoering van de MIVD.

De MIVD onderkent als bedrijfsmatige risico's: operationele knelpunten als gevolg van de toepassing van de Wet Inlichtingen en Veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017), het realisatievermogen van de MIVD (in het bijzonder IT) en de tijdige realisatie van de huisvesting.

De Evaluatiecommissie Jones-Bos (Evaluatiecommissie Wiv) concludeerde dat de Wiv 2017 onvoldoende aansluit op de technologische complexiteit en dynamiek van de operationele praktijk van de diensten. De AR stelde dat de effectiviteit van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten onder druk staat door de effecten van de wet op de slagkracht. Zowel de evaluatiecommissie Wiv als de AR hebben in hun rapporten aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen worden meegenomen in een aanpassing van de Wiv 2017.

Naast het voorstel tot wijziging van de Wiv 2017 heeft het Kabinet gewerkt aan een tijdelijke wet om de meest urgente operationele knelpunten in het cyberdomein weg te nemen. De tijdelijke wet moet de diensten in staat stellen hun bestaande bevoegdheden effectiever in te zetten, zonder afschaling van waarborgen, om zo het zicht op landen met een offensief cyberprogramma gericht tegen Nederland te herstellen of op te bouwen. Bij de totstandkoming van de tijdelijke wet is doorlopend aandacht geweest voor de uitvoerbaarheid. Op 2 december 2022 is het wetsvoorstel voor de tijdelijke wet naar de Tweede Kamer gestuurd. De tijdelijke wet laat de noodzaak tot een bredere wijziging van de Wiv 2017 onverlet.

Bij de begroting 2022 investeerde de regering in de inlichtingen en veiligheidsdiensten. Met de motie Hermans zijn vervolgens additionele middelen aan de dienst toegekend. Deze budgetten voor het begrotingsjaar 2022 zette de MIVD in op een aantal gebieden die de slagkracht versterken en om de eerste stappen te kunnen maken in verbeteringen van dataverwerking. Tevens werd een deel besteed aan de verdere borging van compliance- en risicomanagement. Daarnaast zijn in 2022 stappen gezet om de IT basis op orde te krijgen. Voorts is in het coalitieakkoord 2022 een bedrag oplopend naar € 300 miljoen structureel opgenomen onder de noemer 'Inlichtingendiensten (AIVD, MIVD) en NCTV'. In de Defensienota 2022 zijn middelen toegekend aan de MIVD voor de verdere versterking van de IT-basis op orde en cyber, als ook voor informatiegestuurd optreden (IGO). Met de intensiveringen krijgt de MIVD op termijn meer vermogen om bestaande en toekomstige dreigingen beter in beeld te krijgen en te houden. Dit effect zal zich geleidelijk in een meerjarig traject realiseren. In 2022 lag de nadruk op het uitwerken van bestedingsplannen en organiseren van voorwaarden om de benodigde groei mogelijk te maken.

De formatie en de personele vulling van de MIVD zijn in 2022 gestegen. Ingezet wordt op behoud en verdere vulling, waarbij kwaliteit het uitgangspunt is. Moderne IT en informatiebeveiliging zijn voor de MIVD van vitaal belang. De MIVD werkt stapsgewijs en meerjarig naar het genereren van toekomstbestendig vermogen om dreigingen in een hoogtechnologische omgeving te kunnen onderkennen en pareren, terwijl voldaan kan worden aan de hoge eisen op het gebied van Wiv, compliance en verantwoording.

Met betrekking tot de huisvesting is in 2022 besloten, in relatie tot de groei van de MIVD en de AIVD, een derde locatie voor permanent gebruik toe te kennen. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de instandhouding van de bestaande locatie en de renovatie van interim locaties waarvan de tijdige oplevering van essentieel belang is voor een ongestoorde bedrijfsvoering en samenwerking van de beide diensten.

Licence