Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Evaluatie Programma preventie beroepsziekten | Ex-post evaluatie | 20231 | Lopend | 1 | |
Tussenevaluatie Meerjarenprogramma Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) | Tussenevaluatie | Afgerond | De onderzoekers concluderen dat het meerjarenprogramma RI&E een stevig fundament kent om de naleving van de RI&E te vergroten. De inhoudelijke aanpak is samenhangend en volledig, en de drie programmalijnen adresseren de aspecten die relevant zijn voor verbetering van de naleving. De effectiviteit van het meerjarenprogramma kan echter nog niet worden beoordeeld, omdat hierover nog onvoldoende gegevens beschikbaar zijn. Aandachtspunten hebben betrekking op de gekozen fasering en het perspectief van de werknemer dat nadrukkelijker naar voren kan komen. | 1 |
Het programma preventie beroepsziekten is verlengd tot en met 31 december 2022. Om ook de laatste activiteiten vanuit het programma te kunnen evalueren, is de startdatum van de evaluatie naar achteren verschoven. Naar verwachting wordt de evaluatie programma preventie beroepsziekten in de eerste helft van 2023 opgeleverd en openbaar gemaakt.
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Evaluatie loonkostenvoordelen | Ex-post evaluatie | Afgerond | De evaluatie geeft een gemengd beeld over de doeltreffendheid van de loonkostenvoordelen. Uit de evaluatie blijkt dat de loonkostenvoordelen ervoor zorgen dat werkgevers hun werknemers uit de doelgroepen langer in dienst houden. Tegelijkertijd laat de evaluatie ook zien dat het LKV ouderen geen significant effect heeft op de werkgelegenheid van de doelgroep. Voor andere loonkostenvoordelen kon een dergelijke inschatting niet worden gemaakt. De onderzoekers bevelen aan het LKV ouderen gerichter te maken. Ten slotte laat het onderzoek zien dat de maximale duur van drie jaar logisch is. | 1 |
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Nulmeting Compensatie transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging | Nulmeting | 20231 | Lopend | 1 | |
Evaluatie Meldingsplicht Wet Arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU) | Ex-post evaluatie | Afgerond | Uit de evaluatie Meldingsplicht WagwEU komt naar voren dat het noodzakelijk is om de bekendheid van de meldingsplicht te verbeteren om naleving te verhogen. Verder toont de evaluatie aan dat de datakwaliteit van de meldingen zelf een knelpunt is. Dit belemmert het gebruik van de meldingsgegevens voor inspectiediensten. Naar aanleiding van het onderzoek worden verschillende concrete acties uitgevoerd, die staan beschreven in de brief waarmee het rapport aan de Tweede Kamer is aangeboden. | 1 | |
Evaluatie maatregelen uitvoering tewerkstellingsvergunning (TWV) Saba | Ex-post evaluatie | Afgerond | In de eerste tussenevaluatie over de maatregelen om het TWV-proces op Saba te verbeteren is geconcludeerd dat de afspraken tot verbetering hebben geleid. Aanvullend daarop is in de eindevaluatie geconstateerd dat er nog steeds signalen zijn dat het totale proces van afhandeling van de TWV-aanvragen en verblijfsvergunning te lang duurt en dat tegelijkertijd niet duidelijk is waar in de keten het proces vertraging oploopt. Daarom is afgesproken dat er met betrokken ketenpartners een aantal casussen worden geanalyseerd en dat er suggesties komen voor functies die toegevoegd kunnen worden aan de lijst met uitzonderingen op de verplichte wachttijd van vijf weken voordat de aanvraag voor een TWV in behandeling wordt genomen. Bij voldoende onderbouwing zullen de betreffende beleidsregels hierop worden aangepast. | 1 | |
Inventariseren onderliggende problemen bij niet effectueren arbeidsrechten door werknemers3 | Overig onderzoek | Afgerond | Uit het onderzoek blijkt dat 35% van de ondervraagde werknemers een arbeidsconflict heeft ervaren in de afgelopen 5 jaar. Een groot deel (83%) van de werknemers onderneemt actie om het conflict op te lossen, bijvoorbeeld door in gesprek te gaan met hun werkgever, op zoek te gaan naar informatie, of ook professionele ondersteuning te zoeken en een formele procedure te starten. Dit gaat vaak goed, maar er worden ook knelpunten ervaren. Deze komen vaker voor bij werkenden in een kwetsbaardere positie. De onderzoekers concluderen dat het belangrijk is dat formele stappen passen bij de aard en impact van het conflict. Daarnaast is het belangrijk de kennisdiscrepantie tussen rechtzoekende en werkgever te verkleinen bij het gesprek. | 1 |
Door vertraging in de uitvoering van de Nulmeting Compensatie transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging is de oplevering uitgesteld naar 2023.
De evaluatie maatregelen uitvoering TWV Saba betrof een informele evaluatie op ambtelijk niveau waarvan geen rapport is opgesteld. In bijlage 1 van de Kamerbrief Voortgangsrapportage ijkpunt sociaal minimum Caribisch Nederland 2022 (d.d. 14-10-2022) wordt verslag gedaan van de uitkomsten van de evaluatie.
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Evaluatie Wet Invoering Geboorteverlof (WIEG) | Effectevaluatie | Afgerond | De evaluatie Wet Invoering Geboorteverlof (WIEG) geeft een eerste beeld van het gebruik van het aanvullend geboorteverlof ruim een jaar na de invoering. Uit het rapport blijkt dat bijna driekwart (74%) van de partners gebruik maakt van het aanvullend geboorteverlof. Een veelgenoemde reden voor de opname van het verlof is om meer tijd met het kind door te brengen. Van degenen die geen aanvullend geboorteverlof opnamen, gaf bijna de helft aan dat zij het aanvullend geboorteverlof niet nodig hadden. Hiernaast gaf ruim 40% van deze groep aan dat zij wel gebruik van geboorteverlof hadden willen maken, maar dat dit voor hen (vanwege financiële redenen) niet mogelijk was. De evaluatie vormt geen aanleiding tot wijziging van de WIEG. | 6 | |
Effectonderzoek toezicht en handhaving kinderopvang1 | Ex-post evaluatie | Afgerond | Vanwege een te lage respons op de enquête bleek het helaas niet goed mogelijk om de effectiviteit en doelmatigheid van toezicht en handhaving in de kinderopvang te bepalen. Hoewel het rapport niet de vooraf gewenste mate van duidelijkheid verschaft, geeft het een nuttig inzicht in ervaringen van betrokkenen in het stelsel. Ook beschrijft het rapport kwantitatieve relaties tussen onder meer gemeentekenmerken en de mate van naleving. De onderzoekers concluderen dat het stelsel van toezicht en handhaving over het algemeen functioneert. Na herstelaanbod door de GGD en/of handhavingsacties door de gemeenten worden de meeste tekortkomingen opgelost. Recidive – herhaalde vergelijkbare overtredingen – komt voor bij 8% van de locaties waar een overtreding is geconstateerd. De onderzoekers zien ook ruimte voor verbeteringen en doen hiervoor verschillende voorstellen. | 7 | |
Programma Kwaliteit kinderopvang | Overig onderzoek | Afgerond | De evaluatie van het programma Kwaliteit kinderopvang kijkt terug op de programmering, de werkwijze en de verspreiding en impact van resultaten van het programma. Het programma heeft geleid tot een grote diversiteit aan resultaten die inspirerend zijn voor de kinderopvang en bijdragen aan de professionalisering. De kennisverspreiding van de resultaten op grotere schaal zou kunnen verbeterd door een centrale plek waar kennis verzameld wordt.Verder is geconcludeerd dat het onderzoeksveld kinderopvang divers en complex is: er zijn veel partijen betrokken (kinderopvangorganisaties, medewerkers, kinderen, ouders, scholen, gemeenten, consultatiebureaus), de praktijk is minder gewend aan het doen van onderzoek (anders dan bij onderwijs) en er is door personeelskrapte en werkdruk weinig ruimte voor het toepassen van nieuwe kennis. Het verdient daarom aanbeveling dat een toekomstig programma de complexiteit van het onderzoeksveld erkent en stimuleert dat alle relevante partijen op een goede manier betrokken zijn bij de ontwikkeling en implementatie van kennis. | 7 | |
Monitor Bestuurlijke afspraken bereik peuters en inspanning gemeenten | Monitoring | Afgerond | De monitor biedt geen directe aanleiding om de gemeentelijke peutermiddelen op een andere manier in te richten. Vrijwel alle gemeenten in Nederland hebben een gesubsidieerd aanbod voor peuters zonder toeslag-aanspraak, die niet onder andere gemeentelijke programma’s vallen (voorschoolse educatie, sociaal-medische indicatie). Dat aanbod varieert en is gestegen van circa 5 naar circa 8 uur per week gedurende circa 40 weken per jaar. Uit de inventarisatie van Jeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus) blijkt dat in 2021 10,8% van alle peuters geen gebruik maakt van een voorschoolse voorziening. Dit is vergelijkbaar met de resultaten uit 2019, maar is een substantiële verbetering ten opzichte van de eerste meting in 2017 (13,6%). Ten aanzien van het non-bereik is gevraagd naar de redenen van ouders om geen gebruik maken van formele kinderopvang, dit is vooral vanwege ‘principe/geen belangstelling’ en ‘overige redenen’. | 7 | |
Experiment meertalige dagopvang en meertalig peuterspeelzaalwerk | Experiment | Afgerond | De belangrijkste bevinding van het experiment is dat er geen negatieve effecten gevonden zijn van het meertalige (Engelse) taalaanbod op de ontwikkeling van de Nederlandse taal. De taalvaardigheid van kinderen neemt toe in beide aangeboden talen. In geen enkel geval hing meer aanbod in de ene taal samen met een minder sterke groei in de andere taal. Het taalaanbod op de opvang doet ertoe, maar speelt bij de taalontwikkeling van het jonge kind een minder grote rol dan het taalaanbod thuis. De onderzoekers bevelen aan om meertalige dagopvang wettelijk mogelijk te maken. | 7 | |
Kostprijsonderzoek Kinderopvang Caribisch Nederland | Kostprijsonderzoek | 20232 | Lopend | 7 |
Dit onderzoek is opgenomen op de SEA in de begroting 2023 onder thema 4: arbeid, zorg en de ontwikkeling van het kind.
Het kostprijsonderzoek Kinderopvang Caribisch Nederland bestaat uit 3 fasen. Fase 1 en fase 2 zijn afgerond. Omdat het streven is om met de uitkomsten van het onderzoek zo dicht mogelijk bij de inwerkingtreding van het wetsvoorstel kinderopvang BES aan te sluiten, vindt de uitvoering van fase 3 in 2023 plaats.
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Monitor AOW-leeftijdsverhoging1 | Monitoring | Afgerond | Het onderzoek bevestigt dat de verhoging van de AOW-leeftijd leidt tot een stijging van de arbeidsparticipatie van ouderen. Tegelijkertijd wordt er geen toename geobserveerd in het percentage mensen dat een uitkering ontvangt en heeft de verhoging van de AOW-leeftijd geen significant effect op de gezondheid van mensen. Deze uitkomsten komen overeen met de bevindingen uit een eerder onderzoek van het RIVM dat laat zien dat de gezondheid van ouderen redelijk stabiel is en op de lange termijn zelfs nog iets kan verbeteren. | 8 | |
Omvang witte vlek op pensioengebied | Overig onderzoek | Afgerond | Werknemers die geen pensioenaanspraken opbouwen in de tweede pijler worden in dit onderzoek van CBS als witte werknemers aangeduid, de zogenoemde witte vlek. De omvang van de witte vlek is in 2019 ongeveer gelijk aan de omvang in 2016, namelijk om en nabij de 13%. De sociale partners en het kabinet hebben afgesproken om het aantal werknemers dat geen pensioen opbouwt in de tweede pijler te halveren. Hiertoe dienen de genoemde partijen de acties uit het aangescherpte aanvalsplan verder op te pakken, te stimuleren en te implementeren. Met de cijfers van het CBS wordt de ontwikkeling van het aantal werknemers dat (geen) pensioen opbouwt in de tweede pijler gemonitord. | 8 |
De monitor wordt jaarlijks rond december afgerond en in het eerste kwartaal van jaar t + 1 openbaar gemaakt en naar de Tweede Kamer verstuurd. De derde editie van de monitor is in december 2021 afgerond en in Q1 2022 naar de Tweede Kamer gestuurd. De vierde editie zal in Q1 2023 naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
De monitor wordt jaarlijks rond december afgerond en in het eerste kwartaal van jaar t + 1 openbaar gemaakt en naar de Tweede Kamer verstuurd. De derde editie van de monitor is in december 2021 afgerond en in Q1 2022 naar de Tweede Kamer gestuurd. De vierde editie zal in Q1 2023 naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Huishoudens in de rode cijfers: schuldenproblematiek in beeld sinds corona | Monitoring | Afgerond | Het aandeel particuliere huishoudens in Nederland dat te maken heeft met geregistreerde problematische schulden is in de periode tussen 1 januari 2018 en 1 januari 2021 afgenomen van respectievelijk 8,3% (650 700 huishoudens) naar 7,4% (599 160 huishoudens). Ook tijdens de periode 1 januari 2020 ‒ 1 januari 2021, die grotendeels samenviel met de eerste periode van de coronacrisis, is een lichte daling in het aandeel huishoudens met problematische schulden te zien (van 7,9% naar 7,4%). | 2 | |
Evaluatie intensivering armoede- en schuldenaanpak1 | Ex-post onderzoek | 20232 | Lopend | 2 | |
Evaluatie Besluit breed moratorium Wet gemeentelijke schuldhulpverlening | Ex-post onderzoek | Afgerond | Het instrument wordt zeer beperkt ingezet, als laatste redmiddel. De huidige invulling sluit niet goed aan bij de praktijk van mensen met problematische schulden en de wensen van het werkveld, omdat er aan erg strikte voorwaarden voldaan moet worden. Ook zijn specifieke kenmerken van het instrument in de praktijk niet passend. Er is echter wel duidelijk behoefte aan een wettelijk instrument. De wens vanuit het werkveld is wel dat het instrument eenvoudig toepasbaar is. Hierbij blijkt dat een dergelijk instrument het beste kan aansluiten bij de Faillissementswet, en hierbij is het advies om hem zoveel mogelijk aan te laten sluiten bij het onder deze wet ondergebrachte Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA). | 2 |
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Analyse Bijverdienregeling onderstand Caribisch Nederland | Overig onderzoek | Afgerond | De onderstand is een sociaal vangnet voor inwoners van Caribisch Nederland die niet met eigen inkomen of vermogen kunnen voorzien in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud. Onderstandsgerechtigden mogen naast de uitkering bijverdienen tot het minimumloon zonder dat de onderstand wordt gekort of beëindigd. Het onderzoeksbureau heeft onderzocht wat de effecten van de bijverdienregeling zijn vanuit verschillende invalshoeken en welke beleidsopties er zijn om de bijverdienregeling in de onderstand aan te passen naar een alternatief systeem. Bijverdienen heeft een positief effect op de uitstroom uit de onderstand. Kanttekening is dat dit effect in belangrijke mate afhankelijk is van persoonskenmerken. Niet iedereen kan zelfstandig met arbeid een inkomen voor zichzelf verwerven. Ondersteuning naar werk en informatievoorziening in combinatie met controle en handhaving zijn essentieel bij een alternatief systeem van de bijverdienregeling dat ook eenvoudig uitvoerbaar is. | 2 | |
Meerjarige tekorten en overschotten Gebundelde uitkering (BUIG) | Ex-post onderzoek | 20231 | Lopend | 2 | |
Verdiepend onderzoek naar de financiering van beschut werk2 | Overig onderzoek | 20233 | Lopend | 2 | |
Prestaties overheidswerkgevers en inkoop van diensten2 | Overig onderzoek | Afgerond | Het onderzoek bevat twee delen. Het eerste deel is een kwalitatief onderzoek naar de succes- en faalfactoren van de overheidssectoren. De belangrijkste conclusie uit dit deel van het onderzoek is dat er verbeteringen mogelijk zijn in de werkagenda’s die jaarlijks door alle overheidssectoren worden opgesteld. Het tweede deel betreft een onderzoek naar de omvang van inkoop van diensten en SROI. De onderzoekers concluderen dat er tussen de 15.000-17.000 banen gerealiseerd worden in de marktsector voor mensen uit de doelgroep banenafspraak, vanwege inkoop door de overheid en/of de SROI-eis. Dit aantal is substantieel en laat zien dat er veel banen kunnen worden gerealiseerd als de sectoren markt en overheid samenwerken. | 2 | |
Monitor Uitvoering uniforme loonwaardebepaling | Monitoring | 20235 | Lopend | 2 | |
Evaluatie Leerwerkloketten6 | Ex-post evaluatie | Afgerond | Leerwerkloketten leveren een belangrijke bijdrage aan Leven Lang Ontwikkelen (LLO). Ze zijn onderscheidend in hun onafhankelijkheid, verbindende functie in de regio en hun kennis van het onderwijsveld en de financieringsmogelijkheden voor activiteiten op het gebied van leren en werken. Er is een spanningsveld tussen opgave en capaciteit; meer capaciteit/opschaling helpt maar is geen volledige oplossing. Ten slotte is evenwichtigere sturing op landelijk niveau in lijn met LLO-agenda gewenst. | 2 en 11 | |
Kennistraject Sociaal Domein: stapelingsmonitor & sociale impact corona | Monitoring & Ex-post onderzoek | ntb7 | Lopend | Als reactie op het rapport van de tijdelijke werkgroep ‘Sociale Impact Coronacrisis’ zijn de VNG en de ministeries VWS, OCW, BZK, J&V en SZW samen met tal van onderzoekspartners een kennistraject gestart om de sociaaleconomische en maatschappelijke impact van corona te volgen en te duiden. Het dashboard Dashboard Maatschappelijke en economische veerkracht van de VNG geeft een actueel en grofmazig beeld aan de hand van enkele thema’s. Een onderzoeksbureau begeleidt bijeenkomsten met diverse experts en gemeentelijke onderzoekers, waarin de ontwikkelingen aan de hand van de gegevens in het dashboard worden geduid. Daarnaast is ook een CBS-dashboard ontwikkeld waarin stapeling van voorzieningen inzichtelijk is op gemeenteniveau. De volgende onderzoeksfase zal focussen op veerkracht, een cruciaal mechanisme om negatieve effecten in het sociaal domein te beperken. | 2 en 13 |
Dit onderzoek is vertraagd omdat er meer tijd nodig was voor de dataverzameling dan vooraf gepland. Naar verwachting wordt dit onderzoek in mei 2023 afgerond.
Het onderzoek is vertraagd omdat er meer tijd nodig was om tot voldoende respondenten te komen en de respondenten meer tijd nodig hadden om te voorzien in de gevraagde informatie dan vooraf verwacht. Daarnaast had de vertraging verband met onvoorziene extra afstemming met stakeholders, en viel de oorspronkelijke oplevering van het onderzoek vlak voor het kerstreces.
Het onderzoek was licht vertraagd in verband met vertraging in de gegevenslevering. Het onderzoek is inmiddels afgerond en naar de Tweede Kamer verzonden.
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Onderzoek Instroomrisico vrouwen | Ex-post onderzoek | Niet gestart1 | 3 | ||
Onderzoek Effectiviteit hybride markt | Ex-post onderzoek | 20242 | Lopend | 3 | |
Willen, kunnen en doen. Gedragsbeïnvloeding van mensen met een AG-uitkering | Ex-durante onderzoek | 20233 | Lopend | 3, 4 en 6 |
Het UWV heeft in 2021 onderzoek verricht naar het verschil in WGA-risico tussen mannen en vrouwen. Het kennisverslag dat het UWV hierover heeft opgeleverd gaf onvoldoende aanknopingspunten dat een aanvullend onderzoek naar het instroomrisico van vrouwen een verrijking zou zijn t.o.v. het UWV kennisverslag.
De effectevaluatie Wajong-dienstverlening is een synthese van meerdere onderzoeken. Een aantal onderzoeken die cruciaal zijn voor deze synthese zijn vertraagd. De effectevaluatie wordt naar verwachting opgeleverd in 2023, zoals opgenomen in de SEA in de SZW begroting 2023 onder thema 8: Jonggehandicapten.
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Syntheseonderzoek Werkloosheid werknemers | Periodieke rapportage | 20231 | Lopend | 5 | |
Analyse Vereenvoudiging WW vanuit perspectieven burgers, uitvoering en werkgevers | Overig onderzoek | 20232 | Lopend | 5 | |
Effectiviteit WW dienstverlening (activerende werking)3 | Effectevaluatie | Afgerond | De inzet van persoonlijke dienstverlening leidt in algemene zin tot een grotere baankans en een lager beroep op de WW binnen 24 maanden na instroom. Gemiddeld genomen leidt de inzet van persoonlijke dienstverlening tot een hogere baankans van 1,7 procentpunt en een afname op het beroep op de WW van 1,9 procentpunt. Dit wil zeggen dat gemiddeld van elke 100 WW-gerechtigden er dankzij de inzet van persoonlijke dienstverlening ongeveer twee extra na 24 maanden aan het werk zijn en er ook ongeveer twee extra geen WW-uitkering ontvangen. Daarbij moet worden opgemerkt dat het lagere beroep op de WW deels komt door een verhoogde instroom in de Ziektewet. Het positieve effect is terug te zien bij alle mensen in de WW, al verschilt de intensiteit van het effect tussen mensen met een verschillende werkhervattingskans. Het positieve effect op de baankans is het meest merkbaar bij WW-gerechtigden met een relatief hoge werkhervattingskans bij instroom in de WW. | 5 en 11 | |
Onderzoek Sollicitatieplicht | Overig onderzoek | 20284 | Te starten | 5 |
De planning voor de oplevering van de periodieke evaluatie werkloosheid bij werknemers schuift door naar Q2 2023, conform de SEA in de SZW begroting 2023. Dit heeft onder meer te maken met de uitloop van een deelonderzoek dat het CPB uitvoert in opdracht van SZW. De RPE-termijn van zeven jaar verloopt in december 2023.
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Eigenrisicodragen Ziektewet | Ex-post onderzoek | 20241 | Te starten | 6 |
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
De (financiële) positie van wezen | Verkennend kwalitatief onderzoek | Afgerond | De onderzoekers concluderen dat de wezenuitkering doeltreffend en doelmatig is als een wees terechtkomt in een huishouden met een minimuminkomen, of als een meerderjarige wees zelfstandig woont. De wezenuitkering is minder of niet doeltreffend en doelmatig als het bedrag van de wezenuitkering niet overeenkomt met de dagelijkse kosten behorende tot de leeftijd van de wees of wanneer een wees de uitkering niet aanvraagt. Tot slot concluderen de onderzoekers dat de specifieke voorwaarden voor jongvolwassen wezen heroverweging verdienen in het licht van de bedoeling van de regeling. | 9 |
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Jaarrapport Integratie | Monitoring | Afgerond | Er is bij de groepen met een migratieachtergrond in het algemeen sprake van een ongunstigere maatschappelijke positie dan gemiddeld, maar de achterstand ten opzichte van het Nederlandse gemiddelde verkleint geleidelijk. Die positieverbetering komt vooral op het conto van de 2e generatie. Op de arbeidsmarkt tekent zich een trendmatig een positieve ontwikkeling. Waar we een aantal jaar geleden nog vaststelden dat de verbeterde onderwijspositie van groepen met een migratieachtergrond zich (nog) niet uitbetaalde op de arbeidsmarkt, en dat tijdens de economische crisis vooral groepen met een migratieachtergrond de zwaarste klappen opvingen, is in de daaropvolgende periode met gunstige conjunctuur de achterstand goeddeels goedgemaakt. We zien wel de impact van de coronacrisis terug, die gepaard ging me een (beperkte) verslechtering in de arbeidsmarktpositie. De effecten waren echter mild en na de beperkte terugval in 2020 zien we dat er 2021 herstel plaatsvindt. De mate van herstel varieert tussen en binnen categorieën. | 13 | |
Longitudinaal onderzoek Cohort statushouders | Monitoring | Afgerond | De algemene bevinding is dat de statushouders langzaam hun plek in Nederland weten te vinden: steeds meer statushouders volgen onderwijs (vaak MBO), de inburgering verloopt voorspoedig; het aantal naturalisaties neemt toe: het aandeel werkenden steeg tot vorig jaar maar is in het afgelopen jaar tot stilstaan gekomen (deze kwetsbare groep merkt de gevolgen van de coronacrisis); het aandeel dat afhankelijk is van een uitkering daalt (maar ook hier zien we de effecten van corona: de daling vlakt in de laatste periode af); het zorggebruik van statushouders wijkt nauwelijks meer af van dat onder de algemene bevolking. Deze bevindingen nemen overigens niet weg dat de positie van de groepen met een migratieachtergrond – en dan vooral bij die met een buiten-Europese achtergrond – nog steeds minder gunstig is dan gemiddeld. Op sommige (deel)terreinen en bij sommige deelpopulaties zijn die verschillen bovendien nog steeds substantieel. | 13 | |
Brede studie Achterstand en evenredigheid1 | Ex-durante monitoring | 20232 | Lopend | 13 | |
Evaluatie Projecten vergroten sociaal netwerk gesloten gemeenschappen | Ex-post evaluatie | Afgerond | Met het project is ingezet om het sociaal netwerk van vrouwen en lhbtiq+ personen uit gesloten gemeenschappen te vergroten. Hierbij kreeg deze doelgroep onder meer voorlichting over het aanbod van vrijwilligerswerk en cursussen. In dit project is ook gewerkt aan de vergroting van de mentale, verbale en fysieke weerbaarheid. Ten tijde van de evaluatie zijn 132 lhbtiq+ personen en 100 vrouwen uit gesloten gemeenschappen bereikt met dialoogbijeenkomsten, trainingen en workshops. Ook zijn er 29 lhbtiq+ personen en 50 vrouwen op een vrijwilligersplek geplaatst. Daarnaast zijn betrokken deelnemers uit het project verbonden met andere lopende projecten. | 13 | |
Evaluatie Project rond ondersteuning geloofsverlaters | Ex-post evaluatie | Afgerond | Het project was gericht op opvang en ondersteuning van geloofsverlaters. In diverse regio’s en steden zijn gespreksgroepen en cursussen georganiseerd en is een platform geboden aan geloofsverlaters. Ten tijde van de evaluatie waren er zes cursussen gegeven aan 70 mensen. De negen themabijeenkomsten hebben 166 bezoekers bereikt en de zes sociale bijeenkomsten hebben 107 mensen bereikt. De bijeenkomsten bieden een ontmoetingsplek voor geloofsverlaters waar zij hun verhalen en ervaringen met lotgenoten kunnen delen. Het Humanistisch Verbond heeft besloten om het ondersteuningsaanbod op te nemen in hun reguliere aanbod. | 13 | |
Evaluatie Voorlichting recht op zelfbeschikking | Ex-post evaluatie | Afgerond | Met het project zijn voorlichtingsmateriaal en gastlessen voor inburgeringsplichtige vrouwen en lhbtiq+ personen uit nieuwkomersgroepen ontwikkeld. Deze waren gericht op het voorkomen van praktijken, die het recht op zelfbeschikking beperken, zoals onder meer huwelijksdwang en eergerelateerd geweld. Ten tijde van de evaluatie waren 6.500 vrouwen bereikt die het nieuwkomerspakket hebben ontvangen. Ook waren er 1.500 exemplaren van het hulpverlenerspakket verspreid. | 13 | |
Evaluatie Decentrale Uitkeringen Samenleven en discriminatie | Proces- en effectevaluatie | Afgerond | De centrale opbrengst van de Decentrale Uitkeringen (DU) is dat er in 20 gemeenten lokale initiatieven zijn opgezet en (deels) uitgevoerd die in lijn zijn met de overkoepelende doelstelling om discriminatie te voorkomen en samenleven in verscheidenheid te bevorderden. Bezien vanuit landelijk perspectief moeten de opbrengsten van de DU niet overschat worden. Het gaat immers om 20 van de 352 Nederlandse gemeenten die met de DU bereikt konden worden. Het budget van de DU is klein, ook in verhouding tot andere budgetten die vanuit het Rijk structureel aan discriminatiebestrijding worden besteed. Daarnaast gaat het in eerste instantie om een eenmalige uitkering. Deze kanttekeningen nemen echter niet weg dat de DU op lokaal niveau een waardevolle en soms zelfs cruciale bijdrage heeft geleverd aan de gemeentelijke inspanningen tegen discriminatie. | 13 | |
Evaluatie Fondsen op naam en ondersteuningsfunctie | Effectevaluatie | 20234 | Te starten | 13 | |
Evaluatie Decentrale Uitkeringen 7 Roma Pilots | Ex-post evaluatie | 20235 | Lopend | 13 | |
Programma-evaluatie Pilots Verdere Integratie op de Arbeidsmarkt (VIA) | Ex-post evaluatie | Afgerond | Het programma heeft een deel van de randvoorwaarden gecreëerd voor een intensieve en gerichte beleidsinzet om de achterblijvende arbeidsmarktpositie van niet-westerse migratieachtergrond blijvend te versterken. Waar vier jaar geleden onduidelijkheid en onenigheid bestond over de vraag via welke lijnen dit vraagstuk het beste opgepakt kon worden, is er nu op het niveau van Rijk en koepelorganisaties veel overeenstemming over de meest kansrijke routes waar beleid zich op kan richten. | 13 | |
Leertraject en toolkit Evidence-based werken | Monitoring en Evaluatie | 20236 | Deels afgerond | Uit de evaluatie van het leertraject Evidence-based werken volgen een aantal aanbevelingen: 1) bied begeleiding en richting als managementteam en coördinatoren, 2) stimuleer kennisdeling rondom evidence-based werken en jaag verdere professionele ontwikkeling aan, 3) draag zorg voor de juiste ondersteuning van medewerkers, en 4) maak evidence-based werken zo laagdrempelig mogelijk. | 13 |
Evaluatie Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) en platform Jeugdpreventie Extremisme en Polarisatie (JEP) | Ex-post evaluatie | Afgerond | Uit de evaluatie blijkt dat de doelen van zowel de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) als Platform Jeugdpreventie Extremisme en Polarisatie (JEP) zijn bereikt. Ze zijn daarmee maatschappelijk van toegevoegde waarde. Uit de evaluatie komen 6 ontwikkellijnen naar voren: 1) Geef de ESS ruimte voor thematische verbreding, 2) Integreer Platform JEP volledig in de ESS, 3) Maak het totale landelijke leer- en ondersteuningsaanbod inzichtelijker, 4) Versterk de signalerings- en agenderingsfunctie van de ESS richting landelijk beleid, 5) Vergroot de bekendheid en vindbaarheid van de ESS, en 6) Verduurzaam de ESS-kennisnetwerken. | 13 |
Dit onderzoek staat op de SEA in de begroting 2023 onder thema 12: Integratie en maatschappelijke samenhang, onder de titel 'Ontwikkelingen in evenredigheid'.
Het onderzoek heeft vertraging opgelopen omdat het veldwerk tijdens de lockdowns in de coronaperiode moest worden onderbroken, waardoor het benodigde databestand later beschikbaar kwam dan gepland. Dit databestand is een belangrijke bron voor de evenredigheidsanalyses. Het onderzoek wordt afgerond in 2023.
Het onderzoek is niet aangeboden aan de Tweede Kamer. De Tweede Kamer is op de hoogte gebracht van de uitkomsten van het onderzoek in deze Kamerbrief.
Het onderzoek is vanwege een gebrek aan capaciteit uitgesteld. Het onderwerp zal in 2023 meelopen in een bredere evalutie van VN Decenium.
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Effectiviteit WW dienstverlening (activerende werking)1 | Effectevaluatie | Afgerond | Zie thema 12 | 5 en 11 | |
Effectiviteit Wajong-dienstverlening1 | Effectevaluatie | 20232 | Lopend | 4 en 11 | |
Evaluatie Leerwerkloketten1 | Ex-post evaluatie | Afgerond | Zie thema 9 | 2 en 11 | |
Evaluatie van het handhavingsinstrumentarium (in de sociale zekerheid) | Ex-post evaluatie | Afgerond | De onderzoekers concluderen dat handhaving de maatschappij ondersteunt doordat de maatschappij ervan uit kan gaan dat er tegen misbruik wordt opgetreden, maar dat teveel handhaving de solidariteit juist kan schaden. Daarnaast concluderen de onderzoekers dat maatwerk kan leiden tot willekeur. Wetgeving moet zo geschreven worden dat er een zekere voorspelbaarheid van uitgaat, hoewel de onderzoekers ook benoemen dat het specificeren van regelgeving de kans vergroot dat er bewust of onbewust een regel wordt overtreden. Ten slotte concluderen de onderzoekers dat het invoeren van meer menselijke maat in het huidige systeem lastig is, door de vereisten van rechtmatigheid waaraan de staat is onderworpen. Hoewel ambtenaren worden gestimuleerd om ruimte in wetgeving met hun professionele oordeelsvorming in te vullen, lopen zij wel het risico te worden afgerekend op rechtmatigheid en doelmatigheid. | meerdere | |
Onderzoek Hardvochtige effecten van wet- en regelgeving op burgers | Ex-post onderzoek | Afgerond | De onderzoekers stellen vast dat (structurele) knelpunten in wet- en regelgeving of de uitvoering onder bepaalde omstandigheden kunnen leiden tot hardvochtige effecten voor groepen burgers. Dit maakt dat hardvochtige effecten contextafhankelijk zijn en mensen in bepaalde situaties kunnen worden aangetast in hun bestaanszekerheid. De onderzoekers concluderen dat er de komende jaren werk aan de winkel is en doen een aantal aanbevelingen om het ontstaan van hardvochtige effecten door knelpunten in de wet- en regelgeving en de uitvoering ervan in de toekomst te voorkomen. | meerdere | |
Governance BKWI en IB3 | Overig onderzoek | Afgerond | In het eindrapport van het onderzoek Governance Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI) en Inlichtingenbureau (IB) zijn een aantal mogelijke varianten voor de toekomstige governance van het BKWI en het IB beschreven en gewogen aan een afwegingskader. De onderzoekers bevelen aan om aanpassingen te doen binnen de huidige governance, die recht doen aan de intermediaire positie van het BKWI en IB als gegevensknooppunt binnen de sociale zekerheid voor zowel centrale (UWV, SVB) als decentrale (gemeenten) afnemers, en die de sturing en regie vanuit SZW versterkt. Ook bevelen de onderzoekers aan om goede afspraken te maken rondom AVG-verantwoordelijkheden. | 11 | |
Eindevaluatie Perspectief op werk | Ex-post evaluatie | Afgerond | De onderzoekers concluderen dat het programma Perspectief op Werk (PoW) een positief effect heeft gehad op de arbeidstoeleiding naar werk binnen de vier pijlers van PoW: aanbod, vraag, route en scholing. Uit gesprekken met de uitvoerders van verschillende projecten blijkt dat er veel succesvolle aanpakken zijn ontwikkeld. Op het gebied van matching zijn succesvolle stappen gezet. Wel is het opnieuw lastig gebleken om te komen tot een goed, actueel en bruikbaar bestand aan de aanbodzijde. PoW heeft ook een grote stap gezet in de versterking van de relatie met scholing. | 2 en 11 |
De effectevaluatie Wajong-dienstverlening is een synthese van meerdere onderzoeken. Een aantal onderzoeken die cruciaal zijn voor deze synthese zijn vertraagd. De effectevaluatie wordt naar verwachting opgeleverd in 2023, zoals opgenomen in de SEA in de SZW begroting 2023 onder thema 8: Jonggehandicapten.
Titel | Type onderzoek | Afronding | Status | Conclusies/aanbevelingen | Begrotingsartikel(en) |
---|---|---|---|---|---|
Macro-economische analyse Steunpakketten door CPB | Effectmeting | Afgerond | Het CPB concludeert dat het coronasteunpakket van 2020 effectief was in het realiseren van de drie doelstellingen van het steunbeleid: 1) het behoud van werk en het voorkomen van een oploop van de werkloosheid, 2) het overeind houden van bedrijven en 3) het beperken van vraaguitval en de negatieve gevolgen voor sectoren die niet door sluiting zijn getroffen. De omvang van het Nederlandse steunpakket (de grootste waren NOW, TVL en Tozo) lag weliswaar iets boven het Europese gemiddelde, maar de daling van het Nederlandse bbp was kleiner dan in de meeste andere Europese landen en de werkloosheid steeg minder hard. De Nederlandse steun was voor een relatief groot gedeelte gericht op baanbehoud (via de NOW-regeling) en ze was ruimhartiger dan vergelijkbare regelingen in Europa. Het CPB merkt op dat het steunbeleid bedrijven overeind heeft gehouden, maar dat dit ten koste is gegaan van de economische dynamiek. Het CPB geeft ook aan dat dit onvermijdelijk was gezien de omstandigheden. Het CPB concludeert voorts dat de kosten van het generieke steunbeleid naarmate de tijd verstreek stegen terwijl de baten ervan afnamen. | meerdere | |
Tegemoetkomingsregelingen kinderopvang | Ex-post evaluatie | 20231 | Te starten | 7 en 10 | |
Evaluatie intensivering armoede- en schuldenaanpak2 | Ex-post onderzoek | 20233 | Lopend | 2 |
De laatste sluiting van de kinderopvang vanwege coronabeperkingen liep tot en met 9 januari 2022. In 2022 is er dus nog compensatie verstrekt aan ouders op basis van de tegemoetkomingsregelingen tijdelijke tegemoetkoming kinderopvang (TTKO) en tijdelijke tegemoetkoming kinderopvang zonder overheidsvergoeding (TTKZO). De TTKZO kon nog tot eind 2022 aangevraagd worden. Wanneer beide regelingen zijn afgerond worden deze geëvalueerd, naar verwachting in 2023 conform de SEA in de begroting 2023 onder thema 14: Corona.
De bijlage Afgerond evaluatie- en overig onderzoek in dit jaarverslag heeft betrekking op de Strategische Evaluatie Agenda en Uitwerking Strategische Evaluatie Agenda in de begroting SZW 2022. De bijlage is aangevuld met onderzoeken van de Strategische Evaluatie Agenda in de begroting SZW 2023 met een geplande afronding in 2021 of 2022. Voor het meest recente overzicht van de programmering van periodieke rapportages / beleidsdoorlichtingen, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op rijksfinancien.nl.