Base description which applies to whole site

3. Beleidsprioriteiten

Dit jaarverslag gaat in op de in 2023 gerealiseerde beleidsprioriteiten. Uitgangspunt daarbij is in de eerste plaats de oorspronkelijk in de begroting 2023 geformuleerde beleidsprioriteiten.

Eerst wordt de realisatie van de beleidsprioriteiten in 2023 beschreven. Vervolgens zijn de tabellen met coronasteunmaatregelen en met maatregelen Oekraïne opgenomen. Tot slot worden de budgettaire en financiële consequenties van de beleidsprioriteiten weergegeven.

De tabel realisatie beleidsdoorlichtingen en het overzicht risicoregelingen zijn voor het gemeentefonds niet van toepassing.

Realisatie van de beleidsprioriteiten 2023

Nieuw verdeelmodel algemene uitkering gemeentefonds

Het nieuwe verdeelmodel voor de algemene uitkering van het gemeentefonds is per 1 januari 2023 ingevoerd. Bij de invoering van het nieuwe verdeelmodel is gekozen om een ingroeipad te hanteren voor gemeenten die als gevolg van het nieuwe verdeelmodel een hoger of een lager bedrag per inwoner ontvangen. Voor gemeenten met een beperkte financiële draagkracht en een lage sociaal-economische status geldt tot en met 2025 een aangepast ingroeipad. Dat geldt eveneens voor gemeenten die tot en met 2022 aanvullende middelen ontvingen vanwege bevolkingsdaling.

Naar aanleiding van de adviezen van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is een onderzoeksagenda opgesteld. De onderzoeken naar de maatstaf centrumfunctie en de overige eigen middelen zijn in 2023 in opdracht gegeven en de oplevering van de beide onderzoeken wordt in de loop van 2024 voorzien. Het onderzoek naar de maatstaf eenpersoonshuishoudens is door de fondsbeheerders zelf uitgevoerd en inmiddels afgerond, zie paragraaf 4.1. van bijlage 5 over het Periodiek Onderzoeks Rapport (POR) van de ontwerpbegroting 2024.

Bestaande financieringssystematiek tot en met 2025

De VNG heeft in 2022 laten weten in te stemmen met het voorstel van het kabinet om het volumedeel van het accres vast te zetten op het niveau van de Voorjaarsnota 2022 voor de periode 2022-2025. Dit betekent concreet dat in het voorjaar van 2023 alleen het loon- en prijsdeel van de accrestranche 2023 is geactualiseerd en tegelijkertijd definitief is vastgezet.

Nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025

In de Voorjaarsnota 2023 (Kamerstukken II 2022-2023, 36350, nr. 1) heeft het kabinet de nieuwe financieringssystematiek voor de medeoverheden verder vormgegeven. Vanaf 2027 worden het Gemeente- en Provinciefonds geïndexeerd op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Tevens is bij Voorjaarsnota 2023 de algemene uitkering van het Gemeentefonds vanaf 2027 structureel verhoogd met 1 miljard euro, waarvan 76 miljoen euro in het BCF is gestort.

Interbestuurlijke verhoudingen

Op 20 januari 2023 heeft het kabinet de Actieagenda sterk bestuur vastgesteld. Onderdeel hiervan is de actualisatie van de Code Interbestuurlijke Verhoudingen (hierna: de Code), die op 20 maart 2023 is ondertekend door de voorzitters van de VNG, het IPO, de Unie van Waterschappen en namens het kabinet door de minister van BZK.

Op 6 september 2023 heeft, op grond van de Code, een Overhedenoverleg plaats gevonden waarin de VNG, het IPO, de Unie van Waterschappen en het kabinet afspraken hebben gemaakt in het kader van het bereiken van balans tussen ambities, taken, middelen en uitvoeringskracht. Dit vanuit de gedeelde verantwoordelijkheid en de ervaren urgentie om gezamenlijk voor de inwoners van Nederland aan de grote maatschappelijke opgaven te werken. Daarbij is ook gesproken over het belang van financiële middelen, die daarmee in evenwicht zijn (Kamerstukken II 2022-2023, 36410 VII, nr. 5).

Op 20 januari 2023 heeft het kabinet, eveneens als onderdeel van de Actieagenda, de uitvoerbaarheidstoets decentrale overheden (UDO) vastgesteld. Het proces van de UDO helpt om beleid zodanig vorm te geven dat het uitvoerbaar is en zijn doelen bereikt. De UDO sluit aan bij de eisen die het Beleidskompas stelt aan het proces van totstandkoming van beleid en regelgeving. Het vakdepartement, BZK en de koepels van de decentrale overheden die door het beleid worden geraakt, werken samen bij het toepassen van de UDO.

Op 4 september 2023 heeft het kabinet de kamer per brief geïnformeerd over de inzet om langs drie lijnen verder te werken aan de kwaliteit en het functioneren van het decentraal bestuur en de volksvertegenwoordigingen (Kamerstukken II 2022-2023, 36200 VII, nr. 178). Onderdeel daarvan is het verbeteren van de wijze van taaktoedeling aan het decentraal bestuur. Gewerkt is en wordt aan een (organiek) beleidskader decentraal bestuur. Zo’n beleidskader kan criteria bevatten voor het toedelen van taken aan decentrale bestuursvormen. Het beleidskader kan uiteindelijk in samenhang met de UDO worden toegepast bij het maken van nieuw beleid dat het decentraal bestuur raakt.

Uitkeringsstelsel

Op 11 juli 2022 is de Contourennota financieringssystematiek medeoverheden aangeboden aan de Kamer, met daarin opgenomen een passage over het uitkeringsstelsel. In de huidige situatie wordt de keuze voor een uitkeringsvorm in toenemende mate beperkt door overwegingen, die samenhangen met de financiële rechtmatigheid. Hierdoor sluit de uitkeringsvorm niet altijd meer goed aan bij de aard van de taak van een gemeente of provincie. Zo wordt de decentralisatie-uitkering als instrument steeds minder toegepast voor bekostiging van interbestuurlijke samenwerking, als gevolg van strengere toetsing na eerdere bevindingen van de Algemene Rekenkamer. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van het aantal specifieke uitkeringen.

Samen met VNG en IPO zijn stappen gezet in een betere vormgeving van het uitkeringsstelsel langs drie sporen:

  • Borgen dat de inrichting van de financiële verhoudingen blijft passen bij de wijze waarop overheden samen maatschappelijke opgaven willen oppakken en tegelijk kunnen voldoen aan de vereiste wettelijke kaders. De bestuurlijke wens om deze opgaven op te lossen en te bekostigen staat centraal.

  • Het uitkeringsstelsel moet de interbestuurlijke samenwerking niet belemmeren, maar ondersteunen.

  • De bekostiging van de interbestuurlijke samenwerking moet plaatsvinden tegen zo laag mogelijk administratieve kosten aan de kant van zowel het Rijk als aan de zijde van de medeoverheden. Relevante aandachtspunten hierbij zijn snelheid en eenvoud.

Een Taskforce van de meest betrokken ministeries en de koepels van decentrale overheden heeft sindsdien gewerkt aan een aanpassing van de Financiële-verhoudingswet. Het streven is om het wetsontwerp in de eerste helft van 2024 voor consultatie te publiceren.

Overzicht coronasteunmaatregelen

Tabel 1 Overzicht coronasteunmaatregelen (bedragen x € 1 mln.)

Maatregel

Verplichtingen 2023

Uitgaven 2023

Ontvangsten 2023

Relevante Kamerstukken

Inkomstenderving gemeenten

132,5

132,5

132,5

Kamerstukken II 2020/21, 35420, nr. 207

Overzicht maatregelen Oekraïne

Tabel 2 Budgettair overzicht Oekraïne (bedragen x € 1.000)

Artikel nummer

Artikelnaam

Maatregel

Verplichtingen 2023

Uitgaven 2023

Ontvangsten 2023

Relevante Kamerstukken

1

Gemeentefonds

Meerkosten Oekraine sociaal domein

20.200

20.200

20.200

Kamerstukken II 2023/24, 36470 B, nr. 2

1

Gemeentefonds

Leerlingenvervoer Oekraine

21.400

21.400

21.400

Kamerstukken II 2022/23, 36350 B, nr. 2

1

Gemeentefonds

Taal voor ontheemden uit Oekraine

15.000

15.000

15.000

Kamerstukken II 2022/23, 36350 B, nr. 2

Budgettaire en financiële consequenties van de beleidsprioriteiten 2023

Als gevolg van het regeerakkoord Rutte IV is voor 2023 meer accres beschikbaar gekomen voor de gemeenten. Tevens heeft het kabinet besloten de (verdere) oploop van de opschalingskorting voor de jaren 2022 tot en met 2025 te schrappen. Ook zijn er extra middelen beschikbaar gesteld voor de invoering van de Omgevingswet en van de Wet kwaliteitsborging bouw. Tot slot heeft het kabinet het voorstel aan de VNG gedaan om het volumedeel van het accres voor 2022–2025 vast te zetten. De VNG heeft laten weten met dit voorstel in te stemmen. Het accres voor het gemeentefonds wordt daardoor stabieler voor de periode 2022-2025.

Daarnaast zijn voor 2023 extra middelen beschikbaar gesteld in verband met de gevolgen van de coronapandemie en de opvang van mensen uit Oekraïne (zie de tabellen hierboven) en vanwege het verstrekken van een energietoelage aan huishoudens met een laag inkomen.

Licence