De gerealiseerde uitgaven worden hieronder per begroting nader toegelicht.
Buitenlandse Zaken (begroting V, artikel 4), uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis
Realisatie 2023 | Vastgestelde begroting 2023 | |
---|---|---|
Buitenlandse Zaken | 2.657 | 2.000 |
In 2023 heeft de Koning staatsbezoeken afgelegd aan Slowakije, Belgie en Zuid-Afrika en zijn werkbezoeken gebracht aan Spanje en Duitsland. Daarnaast heeft de Koning twee inkomende Staatsbezoeken ontvangen van Frankrijk en Zuid-Korea. De uiteindelijke uitgaven waren hoger dan begroot. In de 2e suppletoire begroting 2023 is het budget eenmalig verhoogd met € 650 duizend.
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (begroting VII, artikel 9), Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis
Realisatie 2023 | Vastgestelde begroting 2023 | |
---|---|---|
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 14.800 | 16.400 |
De bijdrage van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan het RVB voor de huisvesting (Paleizen) van het Koninklijk Huis bedroeg in 2023 € 14,8 miljoen. Dit bedrag is lager dan begroot, omdat een aantal activiteiten uitgesteld is.
Genoemd bedrag voor de paleizen bestaat uit een aantal componenten. In 2023 heeft het RVB circa € 6,6 miljoen in rekening gebracht voor rente en afschrijvingen en huur. De rente en afschrijvingen zijn voor investeringen die vanaf 2010 via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB. Voor de vergoeding voor regulier dagelijks en planmatig onderhoud is circa € 5,1 miljoen afgerekend en voor vergoeding voor kleinere investeringen, functionele verbeteringen en projecten op basis van wet- en regelgeving circa € 3,1 miljoen.
Huis ten Bosch
In 2023 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd.
Paleis Noordeinde
In 2023 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd.
Koninklijk Paleis Amsterdam
In 2023 zijn er geen renovaties of verbouwingen uitgevoerd. Wel is er gestart met het groot onderhoud aan het dak, het timpaan en de toren.
Defensie (begroting X, artikel 5), uitgaven bewaking koninklijke paleizen
De Minister van Defensie is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de Koninklijke Marechaussee (KMar). De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de ministeries van Justitie en Veiligheid, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie. In artikel 4 van de Politiewet (2012) wordt de KMar onder meer het waken over de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis, in samenwerking met andere daartoe aangewezen organen, opgedragen.
Justitie en Veiligheid (begroting VI, artikel 36)
Op basis van onder andere de Politiewet heeft de minister de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en is daarmee verantwoordelijk voor een adequate en proportionele uitvoering van de beveiliging rondom de leden van het Koninklijk Huis en hun woon- en werkverblijven. De Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister van Defensie zorgen voor de uitvoering daarvan in personele zin. Deze ministers hebben middelen voor deze beveiligingstaken op hun begroting staan, ongeacht of deze uitgaven voor beveiliging betrekking hebben op leden van het kabinet, van de Kamers der Staten-Generaal of het Koninklijk Huis. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties zorgt voor een adequate uitvoering van fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven. Vanwege veiligheidsrisico’s worden deze uitgaven niet nader toegerekend, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.