Base description which applies to whole site

1 Onderdeel A - Instandhouding van de netwerken van Rijkswaterstaat

Bij de instandhouding van de netwerken staan de prestaties die deze netwerken moeten leveren en de doelmatigheid van onderhoud centraal. Het zijn de prestaties – de beschikbaarheid, betrouwbaarheid, duurzaamheid en veiligheid van de infrastructuur – die de gebruikers direct ervaren. In de begroting 2022 is aangegeven de periode 2022-2023 als overbruggingsperiode te behandelen in afwachting van besluitvorming van een nieuw kabinet over de financiering van de instandhoudingsopgave. Bij brief van 17 maart 2023 (TK 29385, nr. 119) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanpak van de instandhoudingsopgave. Er zijn nog geen prestatieafspraken gemaakt. Wel blijven we de prestatie-indicatoren monitoren.

Allereerst wordt een overzicht gegeven van de geleverde prestaties op de netwerken. Vervolgens wordt de ontwikkeling van het areaal in beheer bij RWS, de gerealiseerde budgetten voor instandhouding, de ontwikkeling van de balanspost nog uit te voeren werkzaamheden en het volume uitgesteld en achterstallig onderhoud toegelicht. Over duurzaamheidspres­ taties wordt gerapporteerd via het IenW Duurzaamheids­verslag.

Prestaties

De prestaties van de infrastructuur worden gemeten en uitgedrukt in prestatie-indicatoren. De indicatoren leggen de verbinding tussen de sturing op en verantwoording over de gewenste prestaties waarvoor RWS budget heeft gekregen. Met RWS is een tweejarige overeenkomst gesloten (Service Level Agreement , looptijd 2022-2023), waarin afspraken zijn gemaakt over de uit te voeren werkzaamheden en prestaties.

Tabel 36 Prestatie indicatoren RWS

Prestatie-indicator

Streefwaarde 2019-2023

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Toelichting

Hoofdwegennet

     

1

Beschikbaarheid

      

Technische beschikbaarheid van de weg

90%

99%

99%

98%

99%

 

Files door Werk in Uitvoering als gevolg van aanleg en gepland onderhoud in:

      

Voertuigverliesuren (vanaf 2018)

10%

6%

7%

3%

4%

 

Levering verkeersgegevens:

      

– Beschikbaarheid data voor derden

90%

93%

94%

93%

91%

 

– Actualiteit data voor derden

95%

100%

96%

100%

99%

 

Veiligheid

      

– Voldoen aan norm voor verhardingen

99,7%

99,7%

99,8%

99,7%

99,6%

 

– Voldoen aan norm voor gladheidbestrijding

95%

Voldoende

99%

99%

99%

 
       

Hoofdvaarwegennet

     

2

Beschikbaarheid / Betrouwbaarheid

      

Stremmingen gepland onderhoud

0,8%

0,3%

2,0%

0,9%

0,6%

 

Stremmingen ongepland onderhoud

0,2%

0,4%

1,0%

2,4%

1,2%

 

Tijdig melden ongeplande stremmingen

97%

98%

98%

98%

97%

 

Vaargeul op orde (% oppervlakte op orde)

      

– Toegangsgeulen

99%

100%

100%

100%

100%

 

– Hoofdtransportassen

90%

92%

92%

93%

93%

 

– Hoofdvaarwegen

85%

80%

80%

82%

84%

 

– Overige vaarwegen

85%

83%

83%

83%

95%

 

Veiligheid

      

Vaarwegmarkering op orde

95%

91%

92%

89%

94%

 
       

Hoofdwatersysteem

     

3

Waterveiligheid

      

Handhaving kustlijn

90%

91%

90%

91%

93%

 

Beschikbaarheid stormvloedkeringen

100%

83%

83%

83%

100%

 

Waterhuishouding op orde in alle peilgereguleerde gebieden

100%

50%

100%

75%

100%

 

Betrouwbaarheid informatievoorziening

95%

100%

96%

100%

99%

 

Bron: RWS, 2023

Toelichting prestaties Hoofdwegennet:

De indicator voor het voldoen aan de norm voor verhardingen voldoet met 99,6%, net niet aan de streefwaarde van 99,7%. De overige indicatoren halen de streefwaarden wel.

  • Voldoen aan de norm voor verhardingen: enkele jaren geleden is er overgestapt op een andere stroefheid-meet-methode. De nieuwe meetmethode heeft ook een andere norm-waarde (te vergelijken met het meten van de temperatuur, in graden Celsius en in graden Fahrenheit). Na de overgang is er geconstateerd dat er meer normoverschrijdingen zijn gemeten, vooral op dichte deklagen. De indruk is dan ook dat de nieuwe norm-waarde te streng is. De verwachting is dat de stroefheid in werkelijkheid beter is dan dat de cijfers later zien. Nader onderzoek loopt, ook in afstemming met andere wegbeheerders.

  • In 2023 was 4% van alle files het gevolg van aanleg en geplande onderhoudswerkzaamheden (werk in uitvoering). Deze score is ruim onder de streefwaarde van 10%. De score is gestegen ten opzichte van 2022, maar lager dan in 2020 en 2021. Deze procentuele weergave geeft echter niet het complete beeld. De absolute omvang aan files door werk in uitvoering is gestegen in vergelijking met 2020, 2021 en 2022. Ten opzichte van 2019 is zowel het percentage files door werk in uitvoering als de absolute omvang daarvan gestegen. In 2023 is de totale omvang files hoger dan in 2019 (gestegen van 48 naar 53 miljoen voertuigverliesuren) en is de omvang aan files door geplande werkzaamheden ook hoger (gestegen van 1,0 miljoen voertuigverliesuren in 2019 naar 2,5 miljoen voertuigverliesuren in 2023).

Toelichting prestaties Hoofdvaarwegennet:

De indicator voor het tijdig melden van ongeplande stremmingen voldoet aan de streefwaarde. Ook de indicatoren voor vaargeul op orde voor toegangsgeulen, hoofdtransportassen en overige vaarwegen voldoen aan de streefwaarden. Tevens voldoet de indicator stremmingen gepland onderhoud aan de streefwaarde.

De overige 3 indicatoren halen de streefwaarden niet:

  • Stremmingen ongepland onderhoud: Deze score is in lijn met de cijfers van 2020 en 2021. Het uitstellen van onderhoud en renovaties van de kunstwerken zijn een oorzaak van de scores.

  • Vaargeul op orde voor hoofdvaarwegen: De grootste oorzaak voor deze score is dat bij een aantal vaarwegen de berekening van de score een vaarwegklasse gebruikt wordt waar nu nog niet aan voldaan hoeft te worden (opwaardering CEMT-klasse).

  • Vaarwegmarkering op orde: Deze indicator voldoet net niet. Er zijn geen bijzondere weersomstandigheden geweest die deze score verklaren. Ook zijn de onderhoudscontracten in 2023 weer op orde gebracht.

Toelichting prestaties Hoofdwatersysteem:

  • De Ramspolkering voldoet weer aan de afgesproken faalkanseis. Verbetermaatregelen zijn gerealiseerd, zoals het op peil brengen van de capaciteit en het kennis- en kwaliteitsniveau van de beheerorganisatie.

  • Waterhuishouding op Orde is opgebouwd uit vier indicatoren. In 2023 zijn de streefwaarden van alle vier onderliggende indicatoren gehaald.

Omvang van het areaal

Hieronder wordt inzicht gegeven in de omvang van het areaal in beheer bij Rijkswaterstaat per verantwoording 2023.

Tabel 37 Areaal netwerken RWS

Areaal

Eenheid

Realisatie 2020

Realisatie 2021

Realisatie 2022

Realisatie 2023

Toelichting

Hoofdwegennet

     

1

Rijbaanlengte

      

– Hoofdrijbaan

km

5.842

5.842

5.846

5.858

 

– Verbindingswegen en op- en afritten

km

1.766

1.794

1.612

1.612

 

Areaal asfalt

      

– Hoofdrijbaan

km2

77

77

77

77

 

– Verbindingswegen en op- en afritten

km2

15

15

14

14

 

Groen areaal

km2

183

184

184

188

 

Verkeerssignalering op rijbanen

km

2.890

2.914

2.931

2.964

 

Verkeerscentrales

stuks

6

6

6

6

 

Bediende objecten

      

– Spitsstroken

km

310

308

308

293

 

– Bruggen Beweegbaar

stuks

55

54

50

48

 

– Tunnelcomplexen

stuks

20

20

20

20

 

– Aanleginrichtingen (veren)

stuks

14

14

14

12

 

Aquaducten

stuks

17

17

17

17

 

Ecoducten

stuks

55

56

56

38

 
       

Hoofdvaarwegennet

     

2

Vaarwegen

km

7.071

7.071

7.071

7.394

 

– waarvan binnenvaart

km

3.426

3.426

3.426

3.540

 

– waarvan zeevaart

km

3.646

3.646

3.646

3.854

 

Begeleide vaarweg

km

592

592

592

857

 

Verkeersposten

stuks

12

12

12

12

 

Vuurtorens (incl. BES-eilanden)

stuks

24

24

24

23

 

Bediende objecten

      

– Schutsluiskolken

stuks

131

130

131

127

 

– Bruggen beweegbaar

stuks

113

113

112

107

 
       

Hoofdwatersysteem

     

3

Watermanagement wateroppervlak

km2

90.189

90.187

90.219

90.213

 

Kustlijn

km

293

293

293

293

 

Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.:

      

–  Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen

km

195

201

201

202

 

–  Niet primaire waterkeringen/duinen

km

625

623

604

604

 

–  Uiterwaarden in beheer Rijk

ha

5.185

5.183

5.182

5.183

 

Binnenwateren

km2

3.047

3.044

3.030

3.024

 

Bediende objecten:

      

–  Stormvloedkeringen

stuks

6

6

6

6

 

–  Spui- en uitwateringssluiskolken

stuks

85

86

86

86

 

–  Stuwcomplexen

stuks

10

10

10

10

 

–  Gemalen

stuks

20

20

19

21

 

Bron: RWS, 2023

Toelichting areaalgegevens Hoofdwegennet

Algemeen beeld 2019-2023:

  • De omvang van het hoofdwegennet is de afgelopen jaren toegenomen door grote verbredingsprojecten, zoals de A1 Oost (2019-2021) en de A9 Gaasperdammerweg met de Gaasperdammertunnel (2020) en de A16 Rotterdam (2023). Door deze projecten is ook de lengte van de signalering toegenomen.

  • De op- en afritten en verbindingswegen zijn de laatste jaren toegenomen door de nieuwe parallelstructuur op de A44 ter hoogte van de toekomstige aansluiting van de Rijnlandroute. Ook zijn nieuwe aansluitingen aangelegd en bestaande aansluitingen verruimd. De afname in 2022 heeft een administratieve oorzaak: de ventwegen langs N-wegen worden niet meer meegerekend bij de verbindingswegen.

  • In een aantal verbredingsprojecten worden spitsstroken omgezet naar permanente rijstroken, waardoor de lengte spitsstroken afneemt.

  • De afname van de beweegbare bruggen betreft voornamelijk bruggen die niet meer worden bediend en worden vervangen door vaste bruggen met een hogere doorvaarthoogte, zoals de drie Giessenbruggen in de A20 die al langere tijd (2017) niet meer bediend werden wegens een veiligheidsrisico tijdens de bediening.

Specifiek 2023:

  • In 2023 zijn de N209 op de A16 Rotterdam en een deel van de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen opengesteld. Bij dit laatste project zijn er ook verbindingswegen opengesteld, en is er signalering aangelegd. Ook ten westen van Apeldoorn op de A1 is nieuwe signalering aangelegd. Daarnaast is er een toename in de signalering door verbetering van de lengtebepaling op verbindingsbogen in knooppunten.

  • Het groen areaal is toegenomen als gevolg van een herziening van de beheergrenzen in Oost-Nederland.

  • In 2023 is de spitsstrook links (plusstrook) op de A1 tussen Twello en Beekbergen opgeheven om te worden vervangen door volwaardige rijstroken.

  • Het aantal beweegbare bruggen is afgenomen met twee: dit betreffen de bruggen over de Oude Rijn op de A44. Deze bruggen draaien niet meer sinds 2017 en sinds de aanpassing van de A44 voor aansluiting op de Rijnlandroute zijn ze buiten gebruik gesteld en nu definitief vastgelegd.

  • In het aantal aanleginrichtingen is een administratieve correctie doorgevoerd. Het aantal aanleginrichtingen is daardoor met twee afgenomen: dit betreffen de Tiger aanleginrichtingen Terschelling en Harlingen, waarbij niet Rijkswaterstaat, maar Rederij Doeksen in de huidige concessie verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud.

  • Het aantal ecoducten is in praktijk niet gewijzigd: de afname is het gevolg van een nieuwe inventarisatie met verbeterde uniforme definities. Enerzijds waren een aantal faunatunnels of viaducten ten onrechte als ecoduct geclassificeerd. Daarnaast worden de ecoducten nu per complex geteld: een complex verbindt twee natuurgebieden en kan bestaan uit één of meerdere objecten, gescheiden door bijvoorbeeld een brede middenberm, zoals op de A1 bij Kootwijkerzand.

Toelichting areaalgegevens Hoofdvaarwegennet

Algemeen beeld 2019-2023

  • In 2020 is de lengte vaarwegen afgenomen als gevolg van de overdrachten van het Oude Maasje en het Zuiderkanaal naar het Waterschap Brabantse Delta. In 2023 is er een toename doorgevoerd in het verkeersscheidingsstelsel voor de kust van Zeeland en de vaargeulen in de Waddenzee. Tevens is lengte op de Grensmaas toegenomen als gevolg van het opnemen van het deel van de Maas waar alleen recreatieverkeer is toegestaan.

  • Het aantal vuurtorens nam in 2020 toe door een overdracht naar Rijkswaterstaat van de vuurtoren Fort Oranje op St. Eustatius. in 2023 was er een afname door het buiten gebruik stellen van Lichtplatform Goeree.

  • Het aantal schutsluiskolken nam toe, maar is in 2023 weer afgenomen. In 2019 is de derde kolk bij de Beatrixsluis in gebruik genomen, in 2020 zowel de Reevesluis als de tweede sluiskolk bij sluis Eefde. In 2021 is de Middensluis in Terneuzen buiten gebruik gesteld in verband met de vervanging door de Nieuwe Sluis in Terneuzen in 2023. In 2022 is de zeesluis bij IJmuiden in gebruik genomen. In 2023 is de Roggebotsluis gesloopt en zijn er 4 schutsluizen overgedragen langs kanaal Lemmer-Delfzijl.

  • Het aantal bediende bruggen neemt af: de Paddepoelsterbrug in 2018 en de Gerrit Krolbrug in 2021 zijn aangevaren. In 2023 is de brug over de Roggebotsluis gesloopt, en zijn 4 bruggen langs kanaal Lemmer-Delfzijl overgedragen.

Specifiek 2023:

  • De toename van de lengte beheerde vaarweg wordt op zee veroorzaakt door een aanpassing in het verkeersscheidingsstelsel voor de kust van Zeeland in 2020. Dit is nu pas verwerkt in de areaalcijfers. Daarnaast wordt de toename op de binnenvaartroutes grotendeels veroorzaakt door een update van de vaargeulen op de Waddenzee: deze veranderen continu door de aan- en afvoer van water, zand en slib, waarbij Rijkswaterstaat zo veel mogelijk het natuurlijke, kronkelende verloop van de geulen volgt. Daarnaast is een administratieve correctie doorgevoerd voor de Grensmaas: hier is de lengte toegenomen door het opnemen van de Maas vanaf Borgharen tot Schroevendaalseplas, waar alleen recreatieverkeer is toegestaan.

  • De lengte van de begeleide vaarweg is in 2023 in de praktijk gewijzigd door een flinke uitbreiding van de zeecorridors voor de kust van Zeeland. De overige toename in het gerapporteerde cijfer is administratief van aard. Scheepvaart-verkeersbegeleiding gebeurt veelal in intensieve samenwerking met partners, zoals de havenbedrijven bij Amsterdam, Rotterdam en Terneuzen / Antwerpen. In 2023 zijn de vaarweglengtes binnen de zogenaamde Vessel Traffic Services (VTS) sectoren opnieuw bepaald met uniforme definities die beter passen bij de samenwerkingsafspraken. Met name op de Westerschelde heeft dit ook tot een administratieve toename geleid. Dit nieuwe cijfer geeft de fysieke lengte beter weer. De nieuwe inventarisatie is nog niet helemaal afgerond, dus in 2024 is nog een aanpassing van dit cijfer waarschijnlijk.

  • Het aantal vuurtorens is met 1 afgenomen, door de buiten gebruik stelling van het Lichtplatform Goeree (Noordzee). Dit is al in 2020 gebeurd, maar is nu pas verwerkt in de systemen.

  • Het aantal bediende objecten is in 2023 afgenomen: enerzijds door de sloop van de Roggebotsluis en de bijbehorende beweegbare brug. Anderzijds door de overdracht van 4 schutsluizen en 4 beweegbare bruggen langs het Kanaal Lemmer-Delfzijl naar provincie / gemeenten. Met de aanpassing van de classificatie van 1 spuisluis naar schutsluis neemt het aantal schutsluizen netto af met 4 stuks.

Toelichting areaalgegevens Hoofdwatersysteem

Algemeen beeld 2019-2023:

  • De omvang van het hoofdwatersysteem varieert. Dit komt onder andere door de overdrachten van het Oude Maasje en het Zuiderkanaal naar het Waterschap Brabantse Delta in 2020 en een verbeterde registratie in 2021 en 2022. De afname in 2023 betreft vooral het Markermeer (Strandeiland en Markerwadden).

  • De lengtes van de primaire en niet-primaire keringen variëren. In 2020 namen ze af door overdrachten naar andere partijen zoals een aantal voorhavendijken naar het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (primaire kering). In 2021 zorgde een hernieuwde inventarisatie van de dijken voor een aanpassing in de realisatiecijfers.

  • De omvang van de uiterwaarden varieert. Dit komt door zowel aanleg van bijvoorbeeld nevengeulen als overdrachten en verbeterde registratie.

  • Het aantal spui- en uitwateringssluiskolken varieert. In 2019 is het aantal met twee toegenomen door de registratie van een spuimiddel bij Sluis II en een spuimiddel bij Sluis IV (Wilhelminakanaal). In 2020 is het aantal met één afgenomen doordat de classificatie van een kunstwerk is overgegaan van een spuisluis naar een waterreguleringswerk. In 2021 is het aantal met één toegenomen door de aanleg van een spuisluis bij de Reevesluis. In 2023 zijn de twee Roggebot spuisluizen gesloopt, en is de classificatie van 2 objecten overgegaan naar spuisluis.

  • Het aantal gemalen is in 2019 met één toegenomen door de registratie van een gemaal bij Sluis II. In 2023 is het aantal met 2 toegenomen door een aanpassing van de classificatie van 2 objecten.

Specifiek 2023:

  • In 2023 is de omvang van het water afgenomen, met name op het Markermeer: enerzijds door de aanleg van de wijk Strandeiland (gemeente Amsterdam) en anderzijds zijn de Markerwadden nu definitief ingetekend in de systemen.

Budgetten exploitatie en onderhoud Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem

In onderstaande tabel zijn de begrote en gerealiseerde budgetten op exploitatie en onderhoud toegelicht.

Tabel 38 Budgetten exploitatie en onderhoud Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem (bedragen x € 1.000)
  

Realisatie

Begroting

Verschil

 

Artikelonderdeel

2023

2023

2023

Toelichting

Hoofdwegen

     

MF 12.01

Exploitatie

5.763

4.478

1.285

1

MF 12.02.01

Onderhoud

774.855

837.575

‒ 62.720

2

MF 12.06.02

Overige netwerkgebonden kosten

170.307

185.774

‒ 15.467

3

Totaal realisatie Exploitatie en Onderhoud Hoofdwegen

950.925

1.027.827

‒ 76.902

 
      

Hoofdvaarwegen

     

MF 15.01

Exploitatie

9.856

10.152

‒ 296

 

MF 15.02.01

Onderhoud

420.811

454.710

‒ 33.899

4

MF 15.06.02

Overige netwerkgebonden kosten

56.001

58.279

‒ 2.278

5

Totaal realisatie Exploitatie en Onderhoud Hoofdvaarwegen

486.668

523.141

‒ 36.473

 
      

Hoofdwatersysteem

     

DF 3.01.01

Watermanagement

7.304

8.028

‒ 724

 

DF 3.02.01

Onderhoud Waterveiligheid

224.046

253.507

‒ 29.461

6

DF 3.02.02

Onderhoud Zoetwatervoorziening

87.700

94.939

‒ 7.239

7

DF 5.02.01

Overige netwerkgebonden uitgaven

84.082

93.449

‒ 9.367

8

Totaal realisatie Watermanagement en Onderhoud Hoofdwatersysteem

403.132

449.923

‒ 46.791

 
      

Totaal realisatie exploitatie, watermanagement en Onderhoud RWS

1.840.725

2.000.891

‒ 160.166

 

Toelichting

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen tussen de begroting en de realisatie. Het betreft hier de realisatie van de agentschapsbijdrage van het Moederdepartement aan RWS.

Hoofdwegennet

  • 1. De hogere realisatie op Exploitatie Hoofdwegennet van € 1,2 miljoen wordt veroorzaakt door de opdracht voor sector registratie wegendata.

  • 2. De lagere realisatie op Onderhoud Hoofdwegennet van € 62,7 miljoen wordt veroorzaakt door:

    • Een kasschuif van ‒ € 135,7 miljoen naar latere jaren om conform het budget benodigd voor het Basiskwaliteitsniveau van het onderhoud is in lijn te brengen met hetgeen dat voor RWS maakbaar wordt geacht (Kamerbrief 29385 nr. 119, 17-03-2023).

    • Het toevoegen van de prijsbijstelling 2023 van € 48,5 miljoen.

    • Het toevoegen van € 25 miljoen aan programmamiddelen voor de aanpak van Verkeersveiligheid op Rijks N wegen.

    • Diverse kleinere mutaties van in totaal € 0,6 miljoen.

  • 7. De lagere realisatie op de netwerkgebonden kosten van € 15,5 miljoen wordt veroorzaakt door:

    • Een kasschuif van ‒ € 29,9 miljoen naar latere jaren om conform het budget benodigd voor het Basiskwaliteitsniveau van het onderhoud is in lijn te brengen met hetgeen dat voor RWS maakbaar wordt geacht (Kamerbrief 29385 nr. 119, 17-03-2023).

    • Het toevoegen van de prijsbijstelling 2023 van € 10,7 miljoen.

    • Het toevoegen van € 2,7 miljoen aan middelen voor de Klimaatenveloppe tranche 2022-2024.

    • Diverse kleinere mutaties van in totaal € 1 miljoen.

Hoofdvaarwegennet

  • 4. De lagere realisatie op Onderhoud Hoofdvaarwegennet van € 33,9 miljoen wordt veroorzaakt door:

    • Een kasschuif van ‒ € 37,3 miljoen naar latere jaren om conform het budget benodigd voor het Basiskwaliteitsniveau van het onderhoud is in lijn te brengen met hetgeen dat voor RWS maakbaar wordt geacht (Kamerbrief 29385 nr. 119, 17-03-2023).

    • Het toevoegen van de prijsbijstelling 2023 van € 24,8 miljoen.

    • Verrekening van de herstelmaatregelen Hoogwater Limburg. Vrijwel alle schade meldingen zijn afgehandeld en betaald. Het resterende budget van € 20,2 miljoen is teruggegeven aan het Ministerie van Financiën.

    • Diverse kleinere mutaties van in totaal € 1,2 miljoen.

  • 9. De lagere realisatie op de overige netwerk gebonden kosten van € 2,3 miljoen wordt veroorzaakt door.

    • Een kasschuif van € 5 miljoen naar latere jaren om conform het budget benodigd voor het Basiskwaliteitsniveau van het onderhoud is in lijn te brengen met hetgeen dat voor RWS maakbaar wordt geacht (Kamerbrief 29385 nr. 119, 17-03-2023).

    • Het toevoegen van de prijsbijstelling 2023 met € 3,3 miljoen.

    • Diverse kleinere mutaties van in totaal € 0,9 miljoen.

Hoofdwatersysteem

  • 6. De lagere realisatie op Onderhoud Waterveiligheid van € 29,5 miljoen wordt veroorzaakt door:

    • Een kasschuif van € - 36,2 miljoen naar latere jaren om conform het budget benodigd voor het Basiskwaliteitsniveau van het onderhoud is in lijn te brengen met hetgeen dat voor RWS maakbaar wordt geacht (Kamerbrief 29385 nr. 119, 17-03-2023).

    • Het toevoegen van de prijsbijstelling 2023 van € 14 miljoen.

    • Verrekening van de herstelmaatregelen Hoogwater Limburg. Vrijwel alle schade meldingen zijn afgehandeld en betaald. Het resterende budget van € 8,2 miljoen is teruggegeven aan het Ministerie van Financiën.

    • Diverse kleinere mutaties van in totaal € 0,9 miljoen.

  • 11. De lagere realisatie van ‒ € 7,2 miljoen op Onderhoud Zoetwatervoorziening wordt veroorzaakt door:

    • Een kasschuif van ‒ € 13,9 miljoen naar latere jaren om conform het budget benodigd voor het Basiskwaliteitsniveau van het onderhoud is in lijn te brengen met hetgeen dat voor RWS maakbaar wordt geacht (Kamerbrief 29385 nr. 119, 17-03-2023).

    • Het toevoegen van de prijsbijstelling 2023 met € 5,4 miljoen.

    • Diverse kleinere mutaties van in totaal € 1,3 miljoen.

  • 15. De lagere realisatie van ‒ € 9,4 miljoen op de overige netwerkgebonden uitgaven wordt veroorzaakt door:

    • Een kasschuif van ‒ € 13,7 mln naar latere jaren om conform het budget benodigd voor het Basiskwaliteitsniveau van het onderhoud is in lijn te brengen met hetgeen dat voor RWS maakbaar wordt geacht (Kamerbrief 29385 nr. 119, 17-03-2023).

    • Het toevoegen van de prijsbijstelling 2023 met € 5,3 miljoen.

    • Diverse kleinere mutaties van in totaal € 1 miljoen.

Budgetten Vernieuwing Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofd­ watersysteem

In onderstaande tabel zijn de begrote en gerealiseerde budgetten op vernieuwing toegelicht.

Tabel 39 Budgetten vernieuwing Hoofdwegennet, Hoofdvaarwegennet en Hoofdwatersysteem (bedragen x € 1.000)

Artikelonderdeel

 

Realisatie

Begroting

Verschil

 
  

2023

2023

2023

Toelichting

MF 12.02.04

Vernieuwing Hoofdwegen

260.071

298.404

‒ 38.333

1

MF 15.02.04

Vernieuwing Hoofdvaarwegen

36.049

136.355

‒ 100.306

2

DF 3.02.03

Vernieuwing Hoofdwatersysteem

19.118

15.168

3.950

3

Totaal realisatie Vernieuwing Rijkswaterstaat

315.238

449.927

‒ 134.689

 

Toelichting

Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen tussen de begroting en realisatie.

  • 1. De per saldo lagere uitgaven op artikelonderdeel 12.02.04 Vernieuwing Hoofdwegennet (- € 38,3 miljoen) zijn met name veroorzaakt door:

    • Toegekende prijsbijstelling (€ 17,7 miljoen).

    • Brandwerendheid tunnels A16 Rotterdam wordt uitgevoerd binnen het aanleg project. Hiervoor is budget (€ -17,6 miljoen) overgeheveld naar geïntegreerde contractvormen.

    • Brandwerendheid tunnel A8 Coentunnel (- € 17,8 miljoen). De start van het project is verschoven, omdat voor de contractvoorbereidingen meer tijd nodig was.

    • Voor de vervanging van het Kunstwerk 58 in de A16 bij Rotterdam is ter dekking van hogere kosten aanvullend budget overgeheveld naar het uitvoeringsproject A16 Rotterdam (€ 11 miljoen) op hoofdproduct 12.04.01.

    • Bij het programma Intelligente wegkantstations is € 10,5 miljoen niet gerealiseerd. Dit wordt veroorzaakt doordat er meer voorbereidingstijd nodig is voor de aansluiting van de stations op de keten en de voorbereiding van de contracten met de uitvoerende marktpartijen meer tijd gekost heeft.

    • Diverse kleinere mutaties van in totaa € 0,9 miljoen.

  • 8. De per saldo lagere uitgaven op artikelonderdeel 12.02.04 Vernieuwing Hoofdvaarwegennet (- € 100,2 miljoen) zijn met name veroorzaakt door:

    • Toegekende prijsbijstelling (€ 3,5 miljoen)

    • Aanvullend budget van € 8,3 miljoen voor o.a. Bediening en Besturing Brabantse kanalen (€ 2,5 miljoen), Verkeersbrug Dordrecht (€ 2,7 miljoen), Spijkernisserbrug (€ 1,0 miljoen) en Corridorcentrale Nijmegen (€ 1,0 miljoen).

    • Een kasschuif van ‒ € 75 miljoen om programmering en budget in lijn te brengen.

    • Diverse kasschuiven van ‒ € 33,3 miljoen op voornamelijk de volgende projecten:

      • Krammersluizen: Lange tijd onzekerheid over akkoord aanvullende financiering heeft geleid tot een vertraagde planning.

      • Demkabocht: opdrachtverlening is vertraagd.

      • VTS Waddenzee: Het actueel budget is nog gebaseerd op een achterhaalde planning. De start van het project is verschoven.

      • GO Stuwen VenR: Vertraging doordat er nog geen overeenstemming met de aannemer is over een contractwijziging m.b.t. de vaste bruggen.

      • Een saldo van diverse kleinere mutaties van in totaal ‒ € 4 miljoen.

  • 18. De hogere uitgaven op artikelonderdeel 3.02.03 Vernieuwing Hoofdwatersysteem (€ 4 miljoen) zijn met name veroorzaakt door:

    • Vanwege een vertraging uit 2022 zijn er in 2023 hogere uitgaven gedaan aan de vervanging van de pompen IJmuiden van € 2,5 miljoen.

    • Uitgaven voor de planuitwerking en voorbereiding realisatie bediending en besturing Maas objecten van € 1.,5 miljoen.

Balanspost nog uit te voeren werkzaamheden

RWS is een agentschap met een baten lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar tekort of over zijn , worden op de balans van RWS verantwoord onder de post Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW).

Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Mobiliteitsfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar.

Deze post omvat overigens meer. Onder andere ook de mee- en tegenvallers op beheer- en onderhoudscontracten komen in deze balanspost. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. Dit kan komen door:

  • het moeten inpassen van maatregelen die niet waren voorzien;

  • wijzigende marktomstandigheden, met kostprijzen die sneller stijgen dan eerder geraamd. Dit leidt tot aanbestedingstegenvallers;

  • gebrek aan beschikbare capaciteit bij de uitvoeringsorganisatie of op de markt.

De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de opbrengsten af te trekken. De balanspost wordt in een volgend jaar weer aan de opbrengsten toegevoegd.

Hieronder worden de belangrijkste posten toegelicht die de opbouw van de post NUTW per ultimo 2023 bepalen. Het overgrote deel van de post betreft de met RWS afgesloten SLA (2022-2023).

Tabel 40 Ontwikkeling post NUTW RWS (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

Bedrag x € 1 miljoen

 
 

2021

2022

2023

Toelichting

Exploitatie en Onderhoud

    

1) Hoofdwatersysteem

205

265

304

1

2) Hoofdwegennet

‒ 149

373

399

2

3) Hoofdvaarwegennet

51

164

184

3

Subtotaal exploitatie en onderhoud inclusief Landelijke Taken

107

802

877

 
     

Overig1

    

4) Hoofdwatersysteem

58

59

63

4

5) Hoofdwegennet

137

157

188

5

6) Hoofdvaarwegennet

27

29

34

6

7) Overig

43

63

63

7

Subtotaal Overig

265

308

348

 
     

Totaal

372

1.110

1.235

 
1

De post ‘Overig’ bestaat uit opgedragen maatregelen voor onder andere achterstallig onderhoud vaarwegen en uit opgedragen maatregelen voor kwaliteit leefomgeving. De kosten voor deze opgedragen maatregelen worden in 2021 en later gemaakt.

Toelichting

  • 1. Hoofdwatersysteem

Het saldo van opbrengsten en kosten is in 2023 gestegen ten opzichte van 2022.De realisatie is in lijn met de afspraken over het verhogen van de productie op Exploitatie en Onderhoud die RWS heeft gemaakt in de instandhoudingsafspraak.

De opbrengsten zijn ook gestegen. De hogere opbrengsten worden deels veroorzaakt door € 15 miljoen rentebaten. Door het hoge saldo op de post NUTW heeft RWS veel liquide middelen en omdat de rente in 2023 fors gestegen is zijn de rentebaten hoger dan waarmee rekening was gehouden.

Deze rentebaten worden ingezet ter dekking van prijsstijging. De post NUTW wordt namelijk niet gecorrigeerd voor de IBOI. De ruimte op de balanspost NUTW gaat de komende jaren gebruikt worden voor noodzakelijke onderhoudsmaatregelen ten behoeve van het basiskwaliteitsniveau.

  • 2. Hoofdwegennet

Het saldo van opbrengsten en kosten is in 2023 gestegen ten opzichte van 2022. De realisatie is in lijn met de afspraken over het verhogen van de productie op Exploitatie en Onderhoud die RWS heeft gemaakt in de instandhoudingsafspraak.

De opbrengsten zijn ook gestegen. De opbrengsten bevatten onder meer € 23 miljoen rentebaten. Door het hoge saldo op de post NUTW heeft RWS veel liquide middelen en omdat de rente in 2023 fors gestegen is zijn de rentebaten hoger dan waarmee rekening was gehouden.

Deze rentebaten worden ingezet ter dekking van prijsstijging. De post NUTW wordt namelijk niet gecorrigeerd voor de IBOI. De ruimte op de balanspost NUTW gaat de komende jaren gebruikt worden voor noodzakelijke onderhoudsmaatregelen ten behoeve van het basiskwaliteitsniveau.

  • 3. Hoofdvaarwegennet

Het saldo van opbrengsten en kosten is in 2023 gestegen ten opzichte van 2022. De realisatie is in lijn met de afspraken over het verhogen van de productie op Exploitatie en Onderhoud die RWS heeft gemaakt in de instandhoudingsafspraak.

De opbrengsten zijn ook gestegen. De opbrengsten bevatten onder meer € 27 miljoen rentebaten. Door het hoge saldo op de post NUTW heeft RWS veel liquide middelen en omdat de rente in 2023 fors gestegen is zijn de rentebaten hoger dan waarmee rekening was gehouden. Deze rentebaten worden ingezet ter dekking van prijsstijging. De post NUTW wordt namelijk niet gecorrigeerd voor de IBOI. De ruimte op de balanspost NUTW gaat de komende jaren gebruikt worden voor noodzakelijke onderhoudsmaatregelen ten behoeve van het basiskwaliteitsniveau.

  • 4. Overig Hoofdwatersysteem

Van de  € 63 miljoen voor Hoofdwatersysteem heeft  € 32 miljoen betrekking op Kader Richtlijn Water (Herstel en Inrichting, natuurcompensatie), en € 31 miljoen op Planuitwerkingen. Het deel saldo voor planuitwerkingen is  hoger dan vorig jaar onder meer door lagere uitgaven  aan het project MONS (Monitoring Onderzoek Natuurversterking Soortenbescherming) dan door RWS uit de begroting is ontvangen in 2023.

  • 5. Overig Hoofdwegennet

Het saldo van € 188 miljoen voor Hoofdwegennet is € 129 miljoen bestemd voor servicepakketten, € 21 miljoen voor file-aanpak en € 37 miljoen voor planuitwerkingen. Het deelsaldo voor servicepakketten is hoger dan vorig jaar omdat RWS eind 2023 middelen uit de begroting heeft ontvangen voor Veiligheid Rijks N-wegen, waaraan komende jaren gewerkt wordt. Het deelsaldo voor file-aanpak is lager geworden, omdat in 2023 meer is uitgegeven dan RWS uit de begroting heeft ontvangen in dat jaar. Aan planstudies is minder uitgegeven dan RWS heeft ontvangen. Dit door terugloop in Aanlegprojecten die opgestart worden.

  • 6. Overig Hoofdvaarwegennet

Het saldo van € 34 miljoen op Hoofdvaarwegennet heeft voor circa € 19 miljoen betrekking op NoMo AOV (aanpak Achterstallig Onderhoud Vaarwegen) en voor € 15 miljoen op Planuitwerkingen. Aan planstudies is minder uitgegeven dan RWS heeft ontvangen uit de begroting, vanwege de terugloop in aanlegprojecten die opgestart worden. Hierdoor is het deelsaldo voor planstudies hoger geworden.

  • 7. Overig

Het saldo op de post overig heeft voornamelijk betrekking op € 29 miljoen voor projecten die Rijkswaterstaat uitvoert in Caribisch Nederland en € 32 miljoen op vastgoed.

Uitgesteld en achterstallig onderhoud

Bij het in stand houden van de infrastructuur, zoals beschreven bij de onder­ houdsprogrammering, staat een veilig gebruik altijd voorop. Binnen dat kader wordt op basis van de technische staat bekeken wat een goed moment is voor onderhoud, renovatie of vervanging (LCC). Dit zorgt ervoor dat een deel van het onderhoud wordt uitgesteld naar latere jaren. Voor een deel gebeurt dit om werk-met-werk te combineren (ander onderhoudswerk of grotere renovatie-, vervangings- of aanlegprojecten) of de hinder voor de gebruikers te beperken. Voor een ander deel gebeurt dit omdat onvoorziene gebeurtenissen plaatsvinden en er maatregelen prioritair moeten worden ingepast die niet waren voorzien. De omvang van het uitgesteld onderhoud wordt jaarlijks gemonitord.

Het bepalen van de omvang van het uitgesteld onderhoud is geoperatio­ naliseerd door te kijken welke onderhoudsmaatregelen per 1 januari van enig jaar op basis van het gebruikte onderhoudsregime een geadviseerd onderhoudsmoment hadden voor dat jaar. Voor het bepalen van de omvang van het achterstallig onderhoud is van de uitgestelde onderhoudsmaatre­ gelen beoordeeld of de assets niet meer voldoen aan de geldende veilig­ heidsnormen en/of prestatieafspraken.

In onderstaande tabel is de totale omvang van het volume aan uitgesteld en achterstallig onderhoud per modaliteit van eind 2018 tot eind 2023 weergegeven. De oploop van het uitgestelde onderhoud van de afgelopen jaren kent diverse oorzaken. Zo spelen bijvoorbeeld wijzigende marktomstandigheden een rol, doen zich onvoorziene gebeurtenissen voor, die met hoge prioriteit moeten worden opgepakt en kan gebrek aan beschikbare capaciteit bij de uitvoeringsorganisatie of op de markt van invloed zijn.

Het Uitgesteld Onderhoud is in 2023 slechts beperkt opgelopen. Dit mede als gevolg van de hoge realisatie in 2023 op exploitatie en Onderhoud (zie hiervoor toename van de realisatie op de externe productkosten 2023 in de agentschapsparagraaf RWS HXII).

Op 17 maart 2023 (TK 29385, nr. 119) bent u geïnformeerd over het nieuwe basiskwaliteitsniveau voor de netwerken in beheer van Rijkswaterstaat. Hierbij werken we toe naar een balans in prestaties en beschikbaar budget (inclusief de coalitie akkoord middelen), rekening houdend met maakbaarheid qua capaciteit van Rijkswaterstaat, markt en grondstoffen.

Om RWS te ondersteunen in het realiseren van deze opgave, wordt de sturing verder geoptimaliseerd. Een achtjarige opdracht in combinatie met verdere optimalisatie van de agentschapssturing, maakt het mogelijk om meer efficiëntievoordelen te realiseren. RWS wordt hierdoor beter in staat gesteld om kosten efficiënt over de gehele levenscyclus (LCC) voordelen te behalen, slim werk-met-werk te maken en effectievere contractvormen in de markt te zetten. Hierin moeten ook de effecten van reeds ingezette verbetermaatregelen en de in te zetten besparingen vanuit het BKN zichtbaar worden.

De areaalinformatie wordt verbeterd middels het ontwikkelplan assetmanagement en via Markt in Transitie wordt er gewerkt aan effectieve contractvormen en een blijvend goede samenwerking met de markt.

De maatregelen kennen een ingroeitraject. De komende periode is de verwachting dat het uitgesteld onderhoud nog zal oplopen.

Ook na het definiëren van het basiskwaliteitsniveau is echter sprake van onzekerheden, is onduidelijk in welke mate de efficiency in de keten zijn doorwerking heeft, hoeverre achterstanden op de netwerken op korte termijn kunnen worden weggewerkt. Alle maatregelen worden daarom gevalideerd en gemonitord. Mochten er additionele maatregelen nodig blijken te zijn, dan zullen er keuzes moeten worden gemaakt om binnen de kaders te blijven – zowel wat betreft financiële middelen als capaciteit. Naar verwachting wordt begin 2024 de externe validatie naar de instandhoudingskosten afgerond.

Tabel 41 Uitgesteld onderhoud (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

 

2020

 

2021

 

2022

2023

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Volume uitgesteld onderhoud

Waarvan achterstallig

Hoofdwegennet

552

7

544

12

649

19

905

14

893

14,5

Hoofdvaarwegen

493

3

487

9

494

3

686

7

723

30

Hoofdwatersysteem1

106

8

159

1

190

3

249

16

260

30,3

Totaal

1.151

18

1.190

22

1.333

25

1.840

37

1.876

75

1

Hierbij zijn de kosten voor de kustlijnzorg buiten beschouwing gelaten. Dit is gedaan omdat de opdrachtnemer de vrijheid heeft de suppleties uit te voeren binnen de door het contract bepaalde periode, met een beperkte mogelijkheid tot uitloop.

Licence