Base description which applies to whole site

3.1 Beleidsverslag

Inleiding

De veiligheidssituatie in 2023 is verder verslechterd. De oorlog in Oekraïne duurt voort, er zijn staatsgrepen in de Sahel, conflicten in Nagorno-Karabach en tussen Kosovo en Servië. Sinds het najaar is daar het conflict tussen Israël en Gaza bijgekomen en de aanvallen van de Houthi’s op de scheepvaart in de Rode Zee.

Voor Nederland en Europa ligt er de taak om in deze situatie beter in staat te zijn de eigen belangen te beschermen. Die noodzaak is het afgelopen jaar verder toegenomen. Niet alleen onze welvaart, maar ook de waarden en idealen die kenmerkend zijn voor onze vrede en veiligheid. Daarom is ook in 2023 Oekraïne gesteund, door Oekraïense militairen te trainen en materieel te leveren. Daarnaast wordt financiële steun geleverd zowel voor militaire als humanitaire doeleinden. Dit alles doet Defensie in samenwerking met de NAVO en de EU en afgestemd op de behoeftes van Oekraïne.

Defensie is in 2023 voor verschillende doelen ingezet en werkt tegelijkertijd met de extra middelen van dit kabinet aan versterking van de krijgsmacht om klaar te zijn voor het gevecht van vandaag en morgen. In Europa zijn onze vrouwen en mannen actief in onder andere EUFOR ALTHEA in Bosnië, voor eFP in Litouwen en voor operatie Interflex worden in Groot-Brittannië Oekraïense militairen getraind. Voor de NAVO zijn militairen aanwezig in Irak en tegelijkertijd ondersteunt Defensie civiele autoriteiten, bijvoorbeeld voor de opvang van asielzoekers en inzet van blushelikopters. Naast de inzet voor onze grondwettelijke taken werkt Defensie door aan de benodigde transformatie van de organisatie. De organisatie raakt steeds meer op stoom. De uitgaven stegen met ruim €2 miljard en de verplichtingen met bijna €5 miljard.

Een belangrijke opgave is het verbeteren van de operationele gereedheid en inzetbaarheid. Onze mensen zijn de ruggengraat van de organisatie. Defensie heeft in 2023 meer dan 8.000 nieuwe mensen aangenomen, waaronder de eerste lichting dienjaarmilitairen die aankomend jaar een functie binnen de krijgsmacht vervullen. Mede hierdoor zijn er nu bijna 70.000 mensen werkzaam voor Defensie, maar de opgave is groter. Daarom zijn meerdere maatregelen in gang gezet en is er een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord gesloten, zodat Defensie een aantrekkelijke werkgever blijft.

Op het gebied van materieel heeft Defensie zich ook in 2023 versterkt. Bewapening wordt verbeterd en uitgebreid, zodat onder andere F-35’s en fregatten doelen op meer afstand en met meer precisie kunnen bereiken. Met het updaten van bestaande wapensystemen zoals de CV90 en de Apache-gevechtshelikopter wordt de gevechtskracht vergroot. Voor deze nieuwe capaciteiten en middelen zorgen we voor vastgoed en IT-systemen die aansluiten bij deze nieuwe behoeftes.

Het beschermen van onze belangen en de nationale veiligheid kan alleen als we samenwerken. In 2023 is ingezet op verdere versterking met partners. Zowel internationaal met de EU, NAVO en bilaterale partners, als nationaal met de industrie en andere overheden. De vraag naar inzet en betrokkenheid van Defensie neemt toe, zoals ook blijkt uit de permanente taak voor de bescherming van de Noordzee die in 2023 werd toegevoegd. De hele samenleving moet zich voorbereiden op een nieuw tijdperk waarin we het onverwachte moeten verwachten. Voor nationale samenwerking is van belang dat het veiligheidsbewustzijn onder de samenleving wordt vergroot en we samen deze maatschappelijke discussie voeren. Er is een mentaliteitsverandering nodig om als samenleving als geheel klaar te zijn voor onverwachte gebeurtenissen.

Financiële ontwikkelingen

Het kabinet Rutte IV heeft geïnvesteerd in het verhogen van de defensie-uitgaven. Gelet op de verhoging van budgetten van alle bondgenoten en de zeer krappe defensiematerieelmarkten en arbeidsmarkt ontstaat er spanning op de realisatie van verplichtingen en de daaraan verbonden uitgaven. Deze krapte heeft ertoe geleid dat enkele investeringen in 2023 vertraagd zijn.

Defensie heeft in 2023 een deel van de defensie-uitgaven verschoven naar latere jaren. De extra middelen die het kabinet aan Defensie beschikbaar heeft gesteld, worden dus verspreid over de komende jaren uitgegeven. Ondanks externe marktkrapte lukt het Defensie om in budgettaire omvang in korte tijd snel te groeien. Dit toont niet alleen de ambitie van Defensie, maar ook het aanpassings- en groeivermogen van de organisatie.

In 2023 gaf Nederland 1,50% bbp uit aan Defensie. In onderstaande figuur is de ontwikkeling van de omvang van de Nederlandse defensie-uitgaven weergegeven (blauwe lijn). In deze figuur is ook het gemiddelde van de Europese bondgenoten opgenomen (paarse lijn). Het Nederlandse NAVO-percentage is gebaseerd op de Nederlandse berekeningswijze; hierin wordt bijvoorbeeld gerekend met bbp-gegevens van het Centraal Planbureau. De NAVO-percentages zijn gebaseerd op NAVO-cijfers. De NAVO rapporteert voor Nederland over 2023 een percentage van 1,63% (NATO Annual Report 2023)

Figuur 3

De investeringsverplichtingen zijn in 2023 sterk toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. De investeringsquote (de totale investeringsuitgaven afgezet tegen de totale uitgaven) kwam uit op 23,9%. Het vijfjaarsgemiddelde is 24,5% waardoor, voor het vijfde jaar op rij, Nederland voldoet aan de gestelde NAVO-eis van 20%.

Figuur 4

Ondersteuning

Ondersteuning van gevechtseenheden

De toegenomen dreiging vraagt om een verbeterde gereedheid en inzetbaarheid. Er zijn grote stappen gezet om het tekort aan operationele ondersteuning (combat support en combat service support) op te lossen. Om de gevechtseenheden te versterken zijn onder andere de operationele ondersteunende capaciteiten bij 414 tankbataljon uitgebreid. De Luchtmobiele Brigade en het Korps Mariniers beschikken weer over eigen mortier- en stingercapaciteiten. Daarnaast is de vuursteunketen versterkt en is de Grondgebonden Lucht- en Raketverdedigingscapaciteit uitgebreid. Ook is de bewakingseenheid op Volkel uitgebreid en is de capaciteit intelligence, surveillance and reconnaissance (ISR) uitgebreid met beeldanalisten en andere specialisten voor het verwerken van inlichtingengegevens uit de sensoren van de MQ-9. Verder wordt de geneeskundige keten versterkt onder andere door vervanging van het tactisch luchttransport en de uitbreiding van Role-2 capaciteit. Op maritiem vlak wordt de operationele ondersteuning versterkt door de vervanging van de huidige generatie hulpvaartuigen. Het algemeen voorkomend materieel dat benodigd is om de genoemde capaciteitsuitbreidingen te realiseren is grotendeels in opdracht gegeven, denk hierbij aan operationele wielvoertuigen (DVOW-2), Mobiele Energie Voorziening (aggregaten), Klein Kaliber Wapens en zichtapparatuur.

Vergroten van voorradenIn 2023 heeft Defensie grote stappen gezet om de inzetvoorraden verder te verhogen, richting een volume toegespitst op de eerste hoofdtaak voor de eigen en bondgenootschappelijke verdediging conform de NAVO-normering. De concrete voorbeelden hierbij worden genoemd in het Materieelverslag van het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Ook met de extra financiele middelen van de Defensienota 2022 moet Defensie nog altijd keuzes maken. Met de gezette stappen kan vooralsnog de inzetvoorraad niet volledig worden aangevuld tot een eerste hoofdtaak niveau.

Nationaal en civiel-militaire samenwerkingDefensie voert in samenwerking met Justitie en Veiligheid, veiligheidsregio’s, bedrijfsleven en politie het programma Civiel-Militaire Samenwerking uit. In dit programma wordt de rol van Defensie in het nationale veiligheidsdomein structureel verstevigd en de civiel-militaire samenwerking verder ontwikkeld tot een robuuste pijler van de nationale crisisbeheersing. Deze verstevigde positie van Defensie is ook van groot belang in het kader van de versterking van de weerbaarheid van vitale processen tegen statelijke dreigingen. In 2023 is de verstevigde rol van Defensie meegenomen in de uitwerking van het programma Versterking Crisisbeheersing en in de Rijksbrede Veiligheidsstrategie. Tevens is gestart met het opstellen van een Landelijk Crisisplan Militaire Dreigingen, een kaderstellend bestuurlijk plan voor de territoriale en bondgenootschappelijke verdediging van het Koninkrijk.

Naar aanleiding van de sabotage van Nordstream 2 heeft Defensie in 2023 een permanente taak op de Noordzee gekregen met het oog op de veiligheid van vitale infrastructuur op de Noordzee. Daarnaast levert Defensie een actieve bijdrage aan de interdepartementale aanpak die door het Programma Bescherming Noordzee Infrastructuur (PBNI) wordt vormgegeven.

In het afgelopen jaar heeft Defensie bijgedragen aan de strijd tegen de georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Eén van de speerpunten was de oprichting van de eenheid Persoonsbeveiliging Binnenland bij de KMar. Deze eenheid beveiligt personen als ministers, officieren van justitie, advocaten en rechters in Nederland.

Nationale inzetEvenals voorgaande jaren waren in 2023 militairen dagelijks actief in Nederland en het Caribische deel van het Koninkrijk. Voorbeelden van deze inzet zijn de verleende bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid door eenheden van de KMar, inzet van doorzoekingsteams ter ondersteuning van strafrechtelijke onderzoeken door CLAS, inzet van de Defensie duikgroep van CZSK, inzet van blushelikopters van CLSK en de inzet van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie. Tevens onderschepte de Kustwacht Carib en Defensie verdovende middelen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.

In de afgelopen jaren, en nu nog steeds, levert Defensie een belangrijke bijdrage aan het opvangen van ontheemden en asielzoekers. Daarnaast leverde de KMar bijstand aan de politie om bij te dragen aan de openbare orde gerelateerd aan de opvang en ondersteunde tevens het asielproces op het gebied van identificatie en registratie.

3.1.2 Een goede werkgever, verbonden met de samenleving

Personeel

Defensie is met ongeveer 70.000 medewerkers de grootste werkgever van Nederland geworden. In een krappe arbeidsmarkt zijn meer dan 8.000 nieuwe collega’s aangesteld. Daarmee is niet de volledige behoefte aan militair personeel en reservisten ingevuld, de defensieonderdelen blijven vacatures houden. Wel is bij een toegenomen aantal arbeidsplaatsen het vullingspercentage gestegen van 85,6% naar 87,7%. Maatregelen uit de Contourenbrief behouden, binden en inspireren (BBI) zijn in uitvoering (Kamerstuk 36200-X, nr. 8). Het dienjaar is gestart, de samenwerking met ROC’s uitgebreid, de generatie D-campagne uitgerold, regionale werving geïntensiveerd en de beoogde groei van Defensity College gehaald. De eerste effecten op de bezetting van de BBI-maatregelen en van de behoudmaatregel om manschappen en korporaals een vaste aanstelling te geven worden in 2024 verwacht. Ook het AV-akkoord 2024 draagt bij aan behoud, met naast loonontwikkeling afspraken over regelingen voor inzet en voor plaatsing in het buitenland, deeltijdwerken voor militairen en het verbeteren van de beloningspositie van burgerpersoneel. Dat zijn nieuwe stappen in het realiseren van het HR-model, naast de invoering van een nieuwe gesprekscyclus tussen medewerkers en leidinggevenden en strategische personeelsplanning bij eenheden van alle defensieonderdelen. Ook in de toekomst blijven alternatieve maatregelen noodzakelijk om de defensieorganisatie met de forse uitbreiding van de formatie kwalitatief en kwantitatief gevuld te houden. De belangrijke stappen die in 2023 gezet zijn, bieden een goede basis om schaalbaarheid verder in te richten binnen de Krijgsmacht.

ReservistenHet reservistenbestand is van 6.540 naar 7.081 gegroeid. 817 reservisten hebben een aanstelling als burger bij Defensie. 915 reservisten zijn uitgestroomd. Defensie werkt aan afspraken om de uitstroom te verminderen en aan het binnenhalen van meer reservisten door het netwerk van inmiddels meer dan 150 bedrijven verder te vergroten. In de Kamerbrief over het reservistenbeleid van april 2023 (Kamerstuk 36200-X nr. 72) is aangekondigd dat Defensie reservisten in de toekomst vast deel laat uitmaken van eenheden.

VeteranenDefensie heeft invulling gegeven aan haar bijzondere zorgplicht. Het Militair Invaliditeitspensioen (MIP) is geïndexeerd en verhoogd. De terugkeerreizen voor Dutchbat III-veteranen zijn op gang en zullen tot 2026 plaatsvinden. Ook is gewerkt aan het vormgeven van een stelsel van uitkeringen en voorzieningen waarin maatschappelijke participatie en re-integratie centraal staan. Met het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) is beleid gemaakt voor de inzet van hulphonden bij psychische uitzendgerelateerde problemen. Om zorg te optimaliseren heeft het NLVi onderzoeksprioriteiten voor begeleiding en behandeling van veteranen en hun relaties vastgesteld. Het programma ‘Veteraan in de Klas’ is geïntensiveerd. Het project ‘Helden op Bruggen en Viaducten’ is voortgezet, om meer namen van militairen die na 1960 tijdens missies zijn omgekomen op bouwkundige kunstwerken geplaatst te krijgen.

Veiligheid en integriteitIn 2023 heeft Defensie het veiligheidsbeleid verder bestendigd en verankerd in de organisatie. Het veiligheidsmanagementsysteem van Defensie – het geheel van beleid, regelgeving en (bedrijfsvoerings)procedures ten behoeve van het managen van risico’s, het waarborgen van veiligheid en het verbeteren van het veiligheidsbewustzijn – is geëvalueerd en herziene regelgeving wordt in 2024 vastgesteld. Daarnaast is begonnen met de herziening van de overkoepelende regelgeving over het melden van voorvallen.

Op het gebied van sociale veiligheid en integriteit lag de focus in 2023 op het vergroten van de bewustwording bij leidinggevenden en medewerkers en het beschouwen van de werking van onderdelen van het integriteitsbeleid. Trainingen voor medewerkers en teams over sociale veiligheid, integriteit, diversiteit en (sociaal) leiderschap zijn geïntensiveerd. Voor de cursussen is vanaf 2023 extra budget voor vrijgemaakt en we zien sindsdien dat de vraag naar de trainingen groter is dan verwacht. Daarnaast zijn in 2023 de voorbereidingen gestart om het aanbod van deze trainingen uit te breiden. Verder zijn evaluaties uitgevoerd naar onder andere het functioneren van het netwerk van vertrouwenspersonen en de interne meldprocedure voor vermoedens van misstanden.

In 2023 zijn er verdere stappen gezet met de uitvoering van de Nadere Inventarisatie Gevaarlijke Stoffen (NIGS). Via de NIGS krijgt Defensie beter inzicht in welke medewerkers het risico lopen om blootgesteld te worden. Hiermee kan ook structurele gezondheidsmonitoring verder worden geprioriteerd.

Het onderwerp veiligheid en integriteit komt ook aan bod in het separate jaarverslag van de Inspectie Veiligheid Defensie en het Jaarverslag Integriteit Defensie.

VastgoedEr is de afgelopen kabinetsperiode fors geïnvesteerd in de ontwikkeling van onze krijgsmacht met mede als gevolg dat de defensieorganisatie de komende jaren groeit. Er is tevens geïnvesteerd in het vastgoed van Defensie. Defensie heeft een omvangrijke vastgoedopgave waarbinnen veel locaties moeten worden verbouwd of gerevitaliseerd. In het Strategisch Vastgoedplan 2022 (SVP) is het kader hiervoor geschetst. De concrete voorbeelden hierbij worden genoemd in het Materieelverslag van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF).

Ruimtelijke ordening en leefomgevingDefensie is het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD) gestart. Het doel van het NPRD is het in beeld brengen van de ruimtebehoeften van Defensie, het maken van een integrale afweging van deze ruimtebehoeften ten opzichte van de andere ruimtelijke opgaven en het planologisch-juridisch borgen van het nieuwe ruimtegebruik van Defensie. In 2023 zijn de toekomstige ruimtelijke behoeften van de verschillende defensieonderdelen in kaart gebracht en is de concept-Nota Reikwijdte en Detailniveau ter inzage gelegd ten behoeve van inspraak en participatie.

De stikstofproblematiek blijft onderwerp van aandacht bij de (uitbreiding van) defensieactiviteiten. Defensie draagt interdepartementaal bij aan de ontwikkelingen op dit dossier, ook met betrekking tot wet- en regelgeving. Op het gebied van wet- en regelgeving zijn er het afgelopen jaar geen grote veranderingen opgetreden. Defensie blijft instrumenten als salderen en het treffen van bronmaatregelen of natuurcompensatie daar waar dat kan benutten of doet onderzoek naar de mogelijkheden hiertoe. Ook is Defensie bezig het inzicht te vergroten in de beschikbare stikstofruimte en stikstofruimte die nodig is voor de (uitbreiding van) defensieactiviteiten.

DuurzaamheidDefensie draagt bij aan de uitvoering van het rijksbrede beleid voor verduurzaming, zoals de programma’s Zon op Rijksdaken, Energieopwekking op Rijksgronden en Duurzame Mobiliteit. Zo zijn er in 2023 ruim 600 zonnepanelen op daken van defensiegebouwen geplaatst, 248 zero-emissie en 562 hybride voertuigen aangeschaft. Verder heeft Defensie in juli 2023 de intentieverklaring ondertekend voor het OER-project ‘A28 Amersfoort-Utrecht’. Dit samenwerkingsproject onderzoekt de mogelijkheden voor het opwekken van hernieuwbare energie langs de snelweg tussen Utrecht en Amersfoort en de aanpalende terreinen van het Ministerie van Defensie.

De verduurzaming van het defensievastgoed is ingezet door de transformatie hiervan met als pijlers concentreren, verduurzamen en vernieuwen. Een voorbeeld is het vastgoedproject ‘vervangen korte golf zenders van de Koninklijke Marine’ waarbij dankzij innovatie het energieverbruik van de koelinstallaties met circa 80 procent is verminderd.

Voor de structurele integratie van duurzaamheidsmaatregelen in de grote materieelprojecten gebruikt Defensie een in 2023 ontwikkeld afwegingskader. Hiermee wordt beoogd de operationele afhankelijkheid van fossiele brandstoffen te verminderen en bij te dragen aan de duurzaamheidsdoelstellingen. Tegelijkertijd moeten (wapen)systemen wel de noodzakelijke effectiviteit behouden. Defensie heeft daarom structureel budget beschikbaar gesteld om innovatieve verduurzamingsmaatregelen aan te jagen. Zo is in 2023 met een geslaagde pilot aangetoond dat het dieselverbruik van mobiele aggregaten aanzienlijk kan worden verminderd door het gebruik van een wagen met batterij-unit. Verder is Defensie samen met de kennisinstituten begin 2023 een breed kennisonderzoek gestart om de kennis voor toekomstige duurzame materieelprojecten en kampementen te vergroten.

Defensie streeft naar het structureel bijmengen van gemiddeld 30 procent hernieuwbare brandstoffen (kerosine, diesel en scheepsdiesel). Defensie heeft in 2023 wederom 20 procent bijgemengde diesel voor haar rijdend materieel geleverd. De geplande stap voor het 10 procent bijmengen van scheepsbrandstof is vanwege een technisch mankement noodgedwongen uitgesteld tot 2024.

Om de organisatie ook in de toekomst verder te kunnen blijven verduurzamen, wordt sterk ingezet op innovatie en duurzamere werkvormen. Hiervoor werkt Defensie samen met de Nederlandse industrie en kennissector, zodat zij zich met duurzame oplossingen internationaal kunnen onderscheiden. Defensie heeft in 2023 (het identificeren van) duurzaamheidseisen verder opgenomen in de reguliere bedrijfsvoering zoals bijvoorbeeld in het inkoopproces. Daarbij wil Defensie haar inkoopvolume gebruiken om verduurzaming in de keten te stimuleren door bijvoorbeeld duurzaamheidseisen te stellen aan de leveranciers.

3.1.3 Versterken van specialismen

Materieelproces en nieuwe capaciteiten

In lijn met de motie motie-Valstar c.s. (Kamerstuk 35 925-X, nr. 70 van 21 april 2022) heeft Defensie in 2023 wijzigingen in de informatievoorziening doorgevoerd over de grote materieel- en vastgoedinvesteringen (Kamerstuk 27 830, nr. 379 van 1 november 2022). Zo is de grens van het Defensie Materieelproces (DMP) voor het eerst sinds 2001 gecorrigeerd voor de inflatie en stijgende prijzen van defensiematerieel. Met deze verhoging van de wendbaarheid van processen behaalt Defensie versnelling. Om nieuw materieel te verwerven, heeft Defensie mechanismen nodig om de schaarse capaciteit in de voorzien-in keten zo efficiënt mogelijk in te zetten. In deze context behelst ‘wendbaarheid’ ook het prioriteren van projecten, niet alleen naar kortere doorlooptijden. Als gevolg van deze wijzigingen zijn in het Defensie Projectenoverzicht (DPO) van 2023 25 projecten niet langer opgenomen omdat zij onder de DMP-grens van € 50 miljoen vallen.

Daar staat tegenover dat in het afgelopen jaar 19 nieuwe projecten zijn gestart met een financiële omvang van meer dan € 50 miljoen. De concrete voorbeelden worden toegelicht in het materieelverslag van het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

3.1.4 Meer Europese samenwerking

NAVO-samenwerking

Tijdens de NAVO-top in Vilnius in 2023 hebben de NAVO-bondgenoten ingestemd met militaire plannen die de afschrikking en verdediging van het bondgenootschappelijk grondgebied versterken. Met het aannemen van de Defence Investment Pledge tijdens de Vilnius-top hebben de bondgenoten tevens een bodem gelegd onder deze plannen door zich te committeren aan de afspraak om ten minste 2% van het BBP te besteden aan Defensie-uitgaven. Het is aan een volgend kabinet om te besluiten over de financiële en materiële invulling hiervan na 2025.

In 2023 heeft Nederland een bijdrage geleverd aan staande NAVO-inzet, in het bijzonder aan de versterking van de NAVO-Oostflank. Noemenswaardig zijn bijdragen aan de enhanced Forward Presence (eFP) in Litouwen en Roemenië, verschillende NAVO-vlootverbanden en luchtruimbewaking vanuit Polen. Daarnaast hield Nederland eenheden standby voor de NATO Response Force en het NATO Readiness Initiative. Mede op aandringen van Nederland zijn binnen de NAVO belangrijke stappen gezet in het tegengaan van hybride dreigingen, waaronder voor de bescherming van onderzeese infrastructuur. Finland is in 2023 toegetreden tot de NAVO en een aanstaand Zweeds lidmaatschap zal de NAVO verder versterken. Nederland heeft in alle relevante gremia aangedrongen op het zo spoedig mogelijk afronden van de toetreding van Zweden tot de NAVO. Tot slot heeft de NAVO ingestemd met het toekennen van de organisatie van de NAVO-top in 2025 aan Nederland.

EU-samenwerkingNederland heeft in 2023 bijgedragen aan militaire missies en operaties van de EU. Nederland neemt momenteel deel aan operatie EUFOR Althea, in Bosnië en Herzegovina, de Militaire Assistentie Missie (EUMAM) voor Oekraïne en maritieme operatie EUNAVFOR Atalanta voor de kust van de Hoorn van Afrika en in de Rode Zee. Ook heeft Nederland in 2023 bijgedragen aan de operationalisering van de Rapid Deployment Capacity door een vrijwillige financiële bijdrage te leveren aan de communicatiesystemen van de EU die benodigd zijn voor snel en veilig contact met een operatie- of missiegebied.

Nederland heeft zich in 2023 ingezet voor meer Europese samenwerking bij het versterken van de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB), en met name het opschalen van de productiecapaciteit. Zo is Nederland actief pleitbezorger geweest van twee nieuwe EU-instrumenten die in 2023 in werking traden: de ASAP-verordening, ter ondersteuning van opschaling van productie van munitie, en de EDIRPA-verordening, om de gezamenlijke aanschaf van capaciteiten door lidstaten te stimuleren. Voor het EDF werkprogramma 2022, dat in totaal bijna € 900 miljoen omvat, staat Nederland op de vijfde plaats voor wat betreft het aantal entiteiten dat participeert in de goedgekeurde projecten. Voor het EDF werkprogramma 2023 heeft Nederland interesse getoond in 10 onderzoeks- en 9 ontwikkelingsonderwerpen. Medio juni 2024 worden de uitslagen van het EDF werkprogramma 2023 verwacht. Tenslotte heeft Nederland ook vaker deelgenomen aan projecten vanuit het Europees Defensieagentschap (EDA). Met name op het gebied van de gezamenlijke verwerving van munitie, onder andere voor Oekraïne, is het EDA een belangrijke rol gaan vervullen. Nederland draagt hier € 130 miljoen aan bij.

Versterking EU-NAVO samenwerkingNederland maakt zich hard voor de versterking van de NAVO-EU-samenwerking. Begin 2023 is er een derde gemeenschappelijke EU/NAVO-verklaring aangenomen. Nederland ziet graag dat de acties in deze verklaring verder worden geïmplementeerd en benadrukt het belang van verdere uitwerking in een Roadmap met concrete acties.

Nederland heeft in 2023 een non-paper binnen de EU en NAVO gepresenteerd om de coördinatie van EU- en NAVO-activiteiten omtrent de opschaling van de defensie-industriële productiecapaciteit te stimuleren.

NAVO en EU samenwerking inzake OekraïneIn 2023 heeft Nederland zich doorlopend en niet aflatend ingezet voor de steun aan Oekraïne. In juli 2023 is tijdens de NAVO-top in Vilnius een stevig pakket aangenomen om NAVO-lidmaatschap van Oekraïne dichterbij te brengen. De Europese Raad heeft besloten te starten met EU toetredingsonderhandelingen met Oekraïne. De EU lidstaten hebben in juni 2023 besloten tot het afgeven van meerjarige veiligheidsarrangementen om de Oekraïense krijgsmacht te ondersteunen en waar nodig te helpen hervormen - mede met het oog op mogelijke toetreding van Oekraïne tot de EU en de NAVO.

De totale waarde van de door Nederland geleverde militaire steun aan Oekraïne in 2023 bedroeg op 4 december 2023 € 1,6 miljard ( € 2,6 miljard in 2022 en 2023 totaal). Naast macro-economische steun, noodhulp en humanitaire steun, financiert de EU via de Europese Vredesfaciliteit (EPF) militaire steun die door de lidstaten wordt geleverd. Ook Nederland leverde in 2023 veel militair materieel aan Oekraïne, waarvan de kosten deels worden vergoed door de EPF. Verder tekende Nederland samen met vijftien andere landen (waarvan 11 NAVO-landen) een politieke verklaring om het commitment aan het door Nederland en Denemarken geleide F16 trainingsinitiatief te formaliseren. Nederland kondigde tijdens de NAVO Defensie Ministeriele in oktober 2023 aan om samen met Denemarken en de Verenigde Staten deel te nemen aan de coalitie die zich richt op het moderniseren van de Oekraïense luchtmacht. Nederland heeft in 2023 bijgedragen aan het trainen van circa 26.000 Oekraïense militairen via operatie Interflex en aan het trainen van circa 1.000 Oekraïense mariniers in het VK. Ook via de EU Militaire Assistentie Missie (EUMAM) droeg Nederland bij aan het opleiden van Oekraïense militairen. In totaal werden er via EUMAM al ruim 32.000 militairen getraind.

Samenwerking in kleinere multilaterale verbandenDe samenwerking in de Northern Group, de Joint Expeditionary Force (JEF) en het European InterventionInitiative (EI2) is in 2023 voortgezet. Ook stond in 2023 Oekraïne hoog op de agenda bij bijeenkomsten binnen deze multilaterale verbanden.

In juni 2023 heeft Nederland een JEF ministeriele vergadering georganiseerd, waarbij concrete afspraken zijn gemaakt over de bescherming van kritieke onderzeese infrastructuur, namelijk het actiever delen van inlichtingen- en monitoringsinformatie over maritieme dreigingen, maritieme aanwezigheid beter op elkaar afstemmen en meer aandacht voor kritieke infrastructuur in en op zee tijdens gezamenlijke oefeningen. In december is naar aanleiding van de kabelincidenten in de Baltische en Finse zee de JEF geactiveerd om spionage en sabotage in en op zee tegen te gaan, waarbij Nederland met een mijnenjager en vliegtuigen van de Kustwacht extra gepatrouilleerd heeft op de Noordzee. Binnen de Northern Group is op strategisch niveau gesproken over ontwikkelingen in het hybride domein, evenals de oostflank en Baltische Zee. In 2023 heeft er geen ministeriele bijeenkomst van het EI2 plaatsgevonden.

Bilaterale samenwerkingDe bilaterale samenwerking met strategische partners (België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) en andere partnerlanden is in 2023 verder versterkt. Er zijn regeringsconsultaties geweest met Frankrijk en Duitsland, waar afspraken zijn gemaakt om de bilaterale samenwerking verder te bestendigen. Dit heeft onder andere geleid tot de herziening van de Declaration of Intent met Duitsland in november, waarmee we de mate van interoperabiliteit en standaardisatie vergroten. Daarnaast zijn door de integratie van 13 Lichte Brigade in de Duitse 10. Panzerdivison (maart 2023) alle gevechtsbrigades van de Landmacht verbonden met een Duitse divisie, waarmee we onze gevechtskracht versterken en de capaciteit vergroten om samen op te treden. Tijdens de regeringsconsultaties met Frankrijk is afgesproken om de Statement of Intent uit 2019 te actualiseren en daarmee voort te bouwen op de sterke onderlinge samenwerking. In 2023 zijn de eerste twee mijnenbestrijdingsvaartuigen uit een binationaal project met België te water gelaten. Samen met België trekken we de komende jaren samen op bij de verwerving van de nieuwe mijnenbestrijdingsvaartuigen en Anti Submarine Warfare fregatten. Frankrijk heeft zich in de zomer van 2023 bij het project ter vervanging van de mijnenbestrijdingsvaartuigen gevoegd, waarmee ze de ontwerpen van de vaartuigen overnemen. 2023 stond ook in het teken van 50 jaar United Kingdom/Netherlands Amphibious Force, waar in juni tijdens de Marinedagen een verklaring is getekend met de Britten om het komende jaar de mogelijkheid te onderzoeken om samen te werken bij de aanschaf van nieuwe marineschepen (Landing Platform Docks) en waar het MoU UK/NL Amphibious Force is hernieuwd, waarbij de belangrijkste focus ligt op Littoral Strike capaciteiten en de samenwerking hierbinnen. Tot slot hebben Denemarken, Duitsland, Finland, Nederland, Noorwegen en Zweden in december een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend over samenwerking bij de bouw van maritiem materieel (Northern Naval Capability Cooperation). Het doel van dit MoU is om gezamenlijk te onderzoeken hoe de synergie van de maritieme industrie in deze landen kan worden versterkt en dit uit te werken in concrete projecten.

3.1.5 Innoverend vermogen en nieuwe domeinen

Innovatie en onderzoek

In 2023 zijn de investeringen in de Defensie-specifieke kennisbasis, technologieontwikkeling, (inter)nationale kennis & innovatie (K&I) samenwerking en in innovatie toegenomen. Leidend in de activiteiten was de Uitvoeringsagenda Innovatie en Onderzoek (nov 2022, Kamerstuk 31 125, nr. 122). In totaal is € 214,5 miljoen besteed. De KPI voor Research & Technology (R&T) is, ook al nam de totale defensiebegroting in omvang toe, door de extra middelen licht gestegen naar 1,4%.

Nieuwe kennisopbouwprogramma’s, technologieontwikkelingsprojecten met kennisinstituten en bedrijven, (inter)nationale samenwerkingen en innovatieprojecten zijn gestart in 2023. Kennisopbouwprogramma’s bij de strategische kennispartners TNO, NLR en Marin die in 2023 zijn gestart zijn o.a. op onderwerpen zoals arbeidsextensivering, cyber, hypersone wapens, informatie-gestuurd optreden en verduurzaming.

Defensie is nieuwe samenwerkingen aangegaan. Voorbeelden zijn de geïnitieerde onderzoekstrajecten met civiele universiteiten op onderwerpen als Artificial Intelligence & Data Science, psychische gezondheid en stigma en life cycle management van schepen. Tevens zijn uit deze maatregel middelen toegekend aan de kennisinstituten om hen beter in staat te stellen namens Nederland deel te nemen aan NAVO Science & Technology werkgroepen om internationale onderzoekssamenwerking te faciliteren.

Om gebruik te maken van dual use technologie zijn er verschillende innovatie initiatieven ontplooid. In 2023 is voor een bedrag van € 2,4 miljoen aan uitgaven gerealiseerd voor kort cyclische innovatieprojecten. Ook is voor € 5,5 miljoen aan nieuwe verplichtingen aangegaan. De samenwerking in Nederlandse ecosystemen is opgezocht: een letter of intent is getekend met Brainport en daarmee is de samenwerking onder de noemer BITS een feit. In NAVO-verband is de samenwerking opgezocht langs de weg van DIANA.

RuimtedomeinDe A-brief ‘Opbouw operationele satelliet capaciteit’ is in juni aan het kabinet gestuurd (Kamerstuk 27 830, nr. 405). Hiermee heeft CLSK goedkeuring gekregen het project te gaan uitvoeren.

In het begin van het jaar lanceerde Space X een Noorse en Nederlandse satelliet. In het samenwerkingsverband SMART/MilSpace werken, naast de ministeries van Defensie, ook de strategische kennispartners heel nauw samen. De personele capaciteit van Defence Space Security Centre (DSSC) is toegenomen. Defensie droeg uitgebreid bij aan het interdepartementaal ontwikkelen van deze agenda, waarmee de Defensie belangen zijn geborgd. Vanuit het Europees Defensiefonds zijn drie voor het ruimtedomein interessante projecten gehonoreerd met Nederlandse inbreng.

Arbeidsextensief werkenDefensie richt processen arbeidsextensiever in door meer gebruik te maken van technologie. Hierdoor kan Defensie haar mensen daar inzetten waar ze het hardste nodig zijn en bovendien het werk voor hen veiliger, interessanter, minder routinematig en effectiever inrichten. In 2023 zijn verschillende stappen gezet, zoals de bijdrage van TNO voor een brede kennisbasis voor arbeidsextensief werken, de publicatie van de Defensie strategie Data Science en meer toepassing van AI en Robotic Process Automation (RPA).

3.1.6 Informatiegestuurd werken en optreden

Commandovoering

Defensie heeft het afgelopen jaar geïnvesteerd in de modernisering van de commandovoeringssystemen om de domeinoverstijgende samenwerking te verbeteren. Bij de Koninklijke Luchtmacht is gestart met het aanpassen van de IT-infrastructuur waardoor een grotere hoeveelheid data kan worden verwerkt en de benodigde informatie-integratie mogelijk wordt. Bij de Koninklijke Marine lag de focus op de integratie van de commandovoering in vlootverbanden. De Koninklijke Landmacht richtte zich op het moderniseren van de mobiele commandoposten als onderdeel van het programma Foxtrot.

In lijn met de in 2023 verschenen beleidsvisie Informatiegestuurd Optreden lopen er ook projecten die het stelsel van sensor-, verwerkings- en analysecapaciteiten met commandovoeringselementen verbindt ter ondersteuning van de militaire besluitvorming. Voorbeelden hiervan vormen het opstarten van het C2 sensor fusing project van de Koninklijke Luchtmacht waarbij beschikbare data van verschillende radarsystemen nu kan worden gecombineerd tot één radarbeeld. Ook is de aankoop gestart van de MQ-9 sensor die de maritieme beeldopbouw verbetert doordat het mogelijk wordt om schepen te detecteren en volgen.

Een verdere randvoorwaarde voor informatiegestuurd werken en optreden is een verbeterde informatiehuishouding. Hiertoe heeft Defensie het programma Defensie Open op Orde (DOO, 2021-2026) opgezet. Defensie investeert middels dit programma meerjarig in IT-systemen, informatieverstrekking, het herkennen en opvolgen van signalen van binnen en buiten de organisatie, en versterking van I-vakmanschap. Het programma Defensie Open op Orde is in 2023 begonnen met nulmetingen om het volwassenheidsniveau van de informatiehuishouding te bepalen. De resultaten van de nulmetingen geven richting aan de verbetermaatregelen waarmee in 2024 zal worden gestart.

InlichtingenDefensie heeft geïnvesteerd in de versterking van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) en de inlichtingencapaciteit van de krijgsmacht. Dit heeft geleid tot een verdere versterking van de inlichtingenpositie of een aanzet daartoe gegeven voor de toekomst. De versterking van de informatie- en inlichtingenpositie van de krijgsmacht wordt onder andere verwezenlijkt met de oprichting van het operationeel hoofdkwartier. Daarnaast zijn de krijgsmachtdelen begonnen met het versterken van de inlichtingen- en veiligheidsketen.

De MIVD werkt nauw samen met de krijgsmacht, de AIVD, de NCTV en met buitenlandse collega-diensten. Mede door de goede informatiepositie van de diensten, zijn talrijke in Nederland gehuisveste internationale organisaties, (inter)nationale partners, andere ministeries en de defensie-industrie voorzien van handelingsperspectief en in staat gesteld hun weerbaarheid te verhogen door tijdig passende maatregelen te treffen. Een voorbeeld daarvan is de actieve participatie van Defensie bij het opbouwen van een goed inlichtingenbeeld van de Noordzee.

Het is de AIVD en MIVD in 2023 niet gelukt om het voorgenomen percentage veiligheidsonderzoeken op tijd af te ronden. Om de norm weer te kunnen halen zetten diensten continu in op extra werving en behoud van personeel van de Unit Veiligheidsonderzoeken. Ook kijken de diensten naar verdere automatisering van het proces om de werkdruk te verlichten.

Defensie heeft in samenwerking met BZK gewerkt aan een Tijdelijke wet, die in 2023 door de Tweede Kamer is aangenomen en nu voorligt in de Eerste Kamer. De bredere herziening van de Wiv 2017 blijft onverminderd noodzakelijk en urgent. De hoofdlijnennotitie hiervoor is eveneens in 2023 uw Kamer toegezonden.

Multidomein optredenDe huidige dreigingen en het veranderde karakter van oorlogsvoering vragen om een nieuwe manier van optreden. De NAVO heeft hiervoor het operationele concept Multidomein optreden (MDO) geïntroduceerd en de definitie hiervan in 2023 vastgesteld. Nederland heeft dit operationele concept omarmd en is in 2023 gestart met de vertaling naar onze eigen Defensie organisatie. Dit wordt gedaan langs de zes operatielijnen die corresponderen met de in 2023 verschenen beleidsvisie Informatiegestuurd optreden. In 2023 is MDO opgenomen in het curriculum van één van de opleidingsinstituten, wat bijdraagt aan de benodigde kennis en mindset binnen de defensieorganisatie.

Voor betere communicatie tussen eenheden heeft Defensie in 2023 geïnvesteerd in interoperabiliteit en connectiviteit. Op internationaal vlak heeft Defensie stappen gemaakt in het Federated Mission Networking programma door samen met NAVO en andere partnerlanden interoperabiliteitsstandaarden vast te stellen. Met behulp van deze standaarden is Defensie in staat om in elke omstandigheid de netwerken en systemen laagdrempelig te koppelen met andere landen om informatie uit te kunnen wisselen.

CybercapaciteitenMet het Uitvoeringsplan Cyber is door Defensie in 2023 een meerjarig verbetertraject ingezet om de cyber readiness te versterken. Naast het verbeteren van de inlichtingenpositie en de rechtshandhaving is begonnen met het versterken van de cybersecurity. Op basis van een cyber readiness index heeft Defensie cyberrisico’s in kaart gebracht. Om de mogelijkheden tot tijdig ingrijpen bij potentiele cybersecuritydreigingen te vergroten, wordt het interne stelsel van security operation centres (SOC) uitgebreid.

Daarnaast investeert Defensie in de doorgroei van het Defensie Cyber Commando (DCC). Hechtere samenwerking tussen het DCC en de MIVD verbetert de mogelijkheden om militaire cyberoperaties uit te voeren. Verder richt Defensie zich op een meer intensieve samenwerking met nationale en internationale cyberpartners. Ter vergroting van de gezamenlijke digitale weerbaarheid richt Defensie zich daarbij vooral op multilaterale initiatieven, zoals het EU PESCO Cyber Rapid Response Teams (CRRT) en de NAVO Virtual Cyber Incident Support Capability (VCISC). Ook neemt Defensie per 1 oktober 2023 deel aan het PESCO-project Cyber Information Domain Coordination Centre (CIDCC) dat de status Initial Operational Capability (IOC) heeft. Defensie blijft daarnaast meedoen aan (inter)nationale cyberoefeningen om partners beter te leren kennen, om procedures te oefenen en om de gereedheid te verhogen.

Omdat het cyberdomein en cyberdreigingen zich continu ontwikkelen, is Defensie in het verlengde van de nieuwe interdepartementale veiligheids- en cyberstrategieën gestart met de herziening van de Defensie Cyberstrategie (DCS) uit 2018. In 2023 heeft Defensie hiertoe een strategische contextanalyse uitgevoerd die de basis vormt voor het ontwikkelen van de nieuwe strategie in 2024.

Counter HybridDe bestrijding van hybride conflictvoering is daarin een van de actielijnen in de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden. Ook de NAVO en de EU gingen het afgelopen jaar in hun publicaties opnieuw in op het belang van de bestrijding van hybride dreigingen. Bij de aanpak van hybride dreigingen speelt Strategische Communicatie (StratCom) een belangrijke rol. Om deze capaciteit te versterken, richt Defensie bij de Directie Operaties een StratCom-entiteit op. Hiervoor zijn eind 2023 binnen Defensie de eerste vacatures gepubliceerd. Verder is TNO in opdracht van Defensie in 2023 een meerjarige onderzoeksopdracht gestart om onze kennis van hybride dreigingen te vergroten.

Licence