Base description which applies to whole site

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Deze paragraaf bevat een rapportage over de bedrijfsvoering van het Ministerie van SZW in 2023. Ten opzichte van vorig jaar zijn er geen grote nieuwe onderwerpen, wel is er voortgang te melden. De aanpak van veel thema’s die in deze paragraaf aan de orde komen, loopt over jaargrenzen heen. In 2023 zijn wederom stappen gezet om onderdelen van de onvolkomenheid in het financieel beheer van de Rijksdienst Caribisch Nederland Unit SZW (RCN-unit SZW) te verbeteren. Ook heeft SZW in samenwerking met UWV inspanningen geleverd om de mismatchproblematiek bij de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) terug te dringen. Ten slotte zijn dit jaar de financiële afwikkelingen van de noodregelingen in het kader van de coronacrisis voortgezet. Naar aanleiding van de afwikkelingen kunnen er conclusies getrokken worden over de doelmatigheid en doeltreffendheid van de noodregelingen. Deze en andere aandachtspunten voor de bedrijfsvoering komen in onderstaande onderdelen aan de orde.

6.1 Uitzonderingsrapportage

Rechtmatigheid

Onzekerheid Rijksdienst Caribisch Nederland Unit SZW

Net als in voorgaande jaren zijn er fouten en onzekerheden geconstateerd in de rechtmatigheid bij de Wet ongevallenverzekering BES (artikel 3), de Wet ziekteverzekering BES (artikel 6), de Wet algemene ouderdomsverzekering BES (artikel 8) en de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES (artikel 9). Dit leidt tot overschrijding van de rapporteringstoleranties van de desbetreffende artikelen (zie tabel 98 voor exacte bedragen). Daarnaast is, net als in 2022, de opdracht tot doorontwikkeling van het applicatielandschap niet aanbesteed en daarmee onrechtmatig. Over de oorzaken van beide constateringen is reeds in het jaarverslag van SZW over boekjaar 2022 gerapporteerd (Kamerstukken II 2022/23, 36 360 XV, nr. 1). In de alinea «Financieel beheer Rijksdienst Caribisch Nederland Unit SZW» wordt nader ingegaan op de voortgang op deze dossiers in het afgelopen jaar.

Onzekerheid tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19

Met de tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19 heeft het kabinet de afgelopen jaren ingezet op aanvullende dienstverlening via de 35 regionale mobiliteitsteams (RMT's) voor personen die (dreigend) werkloos zijn. Zoals reeds gerapporteerd in het jaarverslag over boekjaar 2022 is het vanwege de manier waarop de samenwerking in de RMT’s is vormgegeven in de huidige regeling, niet mogelijk gebleken om een gedegen financiële verantwoording en controle in te regelen. Het verantwoordingsproces geeft geen inzicht in de rechtmatigheid van bestedingen. Door het ontbreken van controle-informatie, kan er geen uitspraak worden gedaan over de rechtmatige besteding van deze middelen. De gehele stroom die samenhangt met dit beleid is hiermee onzeker en resulteert in een overschrijding van de rapporteringstolerantie op artikelniveau voor artikel 5 (zie tabel 98 voor exacte bedragen). Deze regeling loopt tot het einde van kalenderjaar 2024, hiermee is deze regeling voor zowel boekjaar 2023 als 2024 onzeker (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 742). Om onzekerheden voor rechtmatigheid na die jaren te beheersen, wordt de financiering van de toekomstige arbeidsmarktinfrastructuur (vanaf 2025) via bestaande financierings- en verantwoordingssystematieken ingericht.

Tabel 98 Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties fouten en onzekerheden (bedragen x € 1.000)

(1)Rapporteringstolerantie

(2)Verantwoord bedrag in€(omvangsbasis)

(3)Rapporteringstolerantie voor fouten en onzekerheden in€

(4)Bedrag aan fouten in€

(5)Bedrag aan onzekerheden in €

(6)Bedrag aan fouten en onzekerheden in€

(7)Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag= (6)/(2)*100%

       

Verplichtingen

      

Artikel 5Werkloosheid

177.990

17.799

0

59.765

59.765

33,6%

Artikel 8Oudedagsvoorziening

41.304

4.130

41

6.773

6.814

16,5%

Artikel 9Nabestaanden

2.078

208

0

538

538

25,9%

       

Uitgaven/ontvangsten

      

Artikel 3Arbeidsongeschiktheid

5.902

590

0

1.099

1.099

18,6%

Artikel 6Ziekte en verlofregelingen

44.294

4.429

0

8.676

8.676

19,6%

Artikel 8Oudedagsvoorziening

41.573

4.157

3.695

0

3.695

Noot 11

Artikel 9Nabestaanden

2.078

208

125

0

125

Noot 11

1

Rapporteringstolerantie wordt overschreden door bedrag van de meest waarschijnlijke fout, meeste waarschijnlijke onzekerheid, basisonnauwkeurigheid en nauwkeurigheidsverval.

Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden.

Begrotingsbeheer, financieel beheer en de materiële bedrijfsvoering

Financieel beheer Rijksdienst Caribisch Nederland Unit SZW

In 2023 is uitgebreid onderzoek gedaan naar de benodigde verbeteracties op de diverse onderdelen van de onvolkomenheid in het financieel beheer de Rijksdienst Caribisch Nederland Unit SZW (RCN-Unit SZW). De verbeteringen zijn in kaart gebracht en met een aantal maatregelen zoals het herzien, beschrijven en vastleggen van de werkprocessen in een voor alle medewerkers raadpleegbaar systeem is reeds gestart. Daarnaast is gewerkt aan het maken van een planning en het opzetten van een sturingscyclus.

Het totaalpakket van verbetermaatregelen betreft een meerjarige aanpak, waarbij de oplossingen gefaseerd over de jaren ingevoerd zullen worden. De verbetermaatregelen voor de RCN-unit zijn tweeledig. Enerzijds om nieuwe onrechtmatigheden te voorkomen door de oorzaken die aan de onrechtmatigheden ten grondslag liggen weg te nemen en anderzijds om blijvend in control te komen.

Voorbeelden van verbetermaatregelen waar in 2024 aan wordt gewerkt, zijn versterking van de staf (met onder andere controller, jurist, projectleider), inrichting van de P&C-cyclus, invoering van een nieuwe versie van de loondervingsapplicatie, inclusief een koppeling met het betaalsysteem van de Belastingdienst Caribisch Nederland en een nieuwe aanbesteding voor de ontwikkeling van nieuwe applicaties.

Tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de inherente beperkingen waar men op de RCN-unit SZW tegenaan loopt. Zoals het niet beschikbaar zijn van DigID en het ontbreken van een polisadministratie. Dit soort omstandigheden maken de uitdaging groter en mede als gevolg daarvan verwacht het ministerie dat verbetering een kwestie is van lange adem.

IT-beheer Financieel Dienstencentrum

In 2023 heeft de Auditdienst Rijk (ADR) een audit uitgevoerd naar het IT-beheer van het financieel systeem van het Financieel Dienstencentrum (FDC). Geconstateerd is dat niet in alle gevallen opzet, bestaan en werking van het wijzigingenbeheer, wachtwoordbeheer, gebruikersbeheer, beveiliging van componenten, rechtstreekse database mutaties en het 4-ogen principe crediteurenstamgegevens op orde zijn. Het FDC is na oplevering van het rapport, gestart met het oplossen van de bevindingen.

De verwachting is dat met de implementatie van het nieuwe testsysteem in 2024 veel bevindingen ten aanzien van het wijzigingsbeheer zullen worden opgelost. De werkprocessen bij database mutaties en het gebruikersbeheer worden herschreven. Alle overige bevindingen zijn direct opgelost.

Misbruik en oneigenlijk gebruik

SZW hecht veel waarde aan het onderkennen en beheersen van risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) met betrekking tot regelingen die we (laten) uitvoeren. Voor de beheersing van de M&O-risico’s bij regelingen is een standaardproces ingericht. Indien er sprake is van nieuwe of gewijzigde wet- en regelgeving maakt SZW, in overleg met de relevante uitvoerder(s), een inschatting van de M&O-risico’s. Het monitoren en mitigeren van M&O-risico’s is een continu proces. Elke regeling kent in meer of mindere mate restrisico’s. Dit zijn de risico’s die overblijven ondanks de getroffen beheersmaatregelen ten aanzien van voorlichting, controle, sancties en evaluatie. Voorlichting over rechten, plichten en sancties door SZW en/of de uitvoerder(s) aan de aanvragers van een voorziening is een manier om de M&O-risico’s te beheersen. Verder zijn de uitvoerders gemachtigd om de rechtmatigheid van de aanvragen vast te stellen.

Ondanks het standaard proces zijn er over 2023 tekortkomingen geconstateerd in de opzet en/of werking van het gevoerde beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van wet- en regelgeving. Dit was het geval bij een oudere versie van de loondervingsapplicatie van de RCN-unit en de tijdelijke regeling aanvullende crisisdienstverlening COVID-19 (voor beide regelingen wordt verwezen naar het kopje «rechtmatigheid» in deze paragraaf). De tekortkomingen in de volgende drie regelingen Stimulering Arbeidsmarktpositie (STAP), de ontwikkeladviezen STAP en de tijdelijke subsidieregeling financiering kinderopvang Caribisch Nederland worden verder toegelicht in deze subparagraaf.

In het SZW-brede M&O-beleid is onder andere vastgelegd dat bij regelingen met een verhoogd M&O-risico een multidisciplinair team verantwoordelijk is voor het maken van de M&O-risicoanalyse. De stand van zaken omtrent het M&O-risico komt expliciet aan bod bij de periodieke besprekingen van de departementale risicoanalyse in de Bestuursraad.

Stimulering Arbeidsmarktpositie

Vanwege diverse signalen in 2022 via het Meldpunt M&O van de Toetsingskamer, UWV en de media over M&O van de subsidieregeling STAP-budget, zijn er diverse wijzigingen doorgevoerd in 2023. In 2023 zijn 5.500 opleidingen geschrapt uit het scholingsregister en per 6 februari 2023 is een wijziging doorgevoerd op onderdelen van de regeling gericht op het terugdringen van het M&O. Deze wijziging ziet op het maximeren van subsidie voor bepaalde scholing, een aanscherping van het definitieve lesmateriaal en de scholingsdefinitie. De laatste aanscherping is op 4 september 2023 ingevoerd en betreft het beperken van subsidiabele scholing tot alleen door OCW-erkende scholing en delen daarvan. Met het STAP-budget kon tot en met 31 december 2023 subsidie worden aangevraagd om scholing te financieren.

De Toetsingskamer bereidt momenteel een controle-onderzoek voor naar de feitelijke bewijzen van deelname, zoals een diploma, certificaat of verklaring van voldoende aanwezigheid. Dit onderzoek zal uitgevoerd worden in 2024, omdat de gegevens dan compleet zullen zijn. Als blijkt dat opleiders onterecht middelen hebben ontvangen, zullen deze worden teruggevorderd bij de opleiders.

Ontwikkeladviezen STAP

De Tijdelijke subsidieregeling ontwikkeladvies STAP 2022 (OA STAP) maakte het mogelijk om in de periode van 1 mei 2022 tot en met 15 december 2022 kosteloos een ontwikkeladviestraject te ontvangen. Naar aanleiding van een melding en een steekproef op de projecten is in november 2023 gebleken dat er mogelijk sprake is van M&O bij meerdere trajecten, ter waarde van circa € 400.000 (op een totaal verleend subsidiebedrag van € 1.713.600).

Er is melding gedaan bij de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA). Samen met het Functioneel Parket kijkt de NLA of een strafrechtelijk onderzoek opportuun is. Door het ministerie zijn direct acties ondernomen, onder meer door het uitbreiden van de steekproef naar alle aanvragen van OA STAP en een aanvullende beoordeling bij aanvragen van de opvolger in 2023, het Ontwikkeladvies Praktisch Opgeleiden.

Tijdelijke subsidieregeling financiering kinderopvang Caribisch Nederland In de jaren 2020 tot en met 2024 worden tijdelijke financiële middelen beschikbaar gesteld voor het verlagen van de kosten van kinderopvang voor ouders van kinderen in Caribisch Nederland. Het doel hiervan is om de financiële toegankelijkheid en de kwaliteit van de opvang te verbeteren. SZW heeft een onderzoek uitgevoerd naar de financiële verantwoording over de periode juli 2020 t/m december 2023. Uit dit onderzoek is gebleken dat het niet in alle gevallen mogelijk is gebleken om aan de hand van administratieve onderbouwingen vast te stellen dat er kinderopvang heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat SZW de subsidie lager zou moeten vaststellen en de te veel ontvangen subsidie dient terug te vorderen.

Het lager vaststellen van de subsidie én daarmee terug laten betalen van de bevoorschotte subsidie heeft echter grote financiële gevolgen voor de kinderopvangorganisaties. Vanwege de financiële afhankelijkheid van de kinderopvangorganisaties zou het terugvorderen van de subsidie ertoe leiden dat deze organisaties ophouden te bestaan. Om die reden is besloten om voor de genoemde periode niet over te gaan tot terugvordering. De Kamer wordt voor het zomerreces hierover geïnformeerd. In 2024 wordt er vooral ingezet op extra ondersteuning van de kinderopvangorganisaties om de administratie te verbeteren.

Overige aspecten van de bedrijfsvoering

Het informatiebeveiligingsbeeld over 2023 aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken is opgeleverd. Er hebben zich geen incidenten met grote impact voorgedaan en de externe onderzoeken van de Auditdienst Rijk (ADR) en de Algemene Rekenkamer hebben geen nieuwe risico’s vermeld. De personele uitdaging blijft onveranderd met het oog op de voorbereiding op de nieuwe Network and Information Security Directive (NIS2-richtlijn) en de update van de Baseline Informatiebeveiliging.

Fraude- en corruptierisico’s

Als onderdeel van de risicoanalyses in het kader van de interne planning- & controlcyclus wordt gevraagd om in te gaan op eventuele frauderisico’s. Dit geeft het volgende beeld, namelijk dat er in het algemeen een verhoogd (intern) frauderisico (bruto) aanwezig is bij het Financieel Dienstencentrum. Dit heeft te maken met de financiële aard van de processen die er voor meerdere ministeries worden uitgevoerd. Hetzelfde geldt voor het verlenen van subsidies via Uitvoering van Beleid (UVB) en de verantwoording van opbrengsten bij de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO). Deze frauderisico’s hebben zich in 2023 niet gemanifesteerd. SZW ziet vooralsnog geen belangrijke materiële corruptierisico’s binnen het departement. SZW is hier alert op.

Er zijn beheersmaatregelen getroffen om frauderisico’s te beperken, zoals: de informatievoorziening over integer gedrag via de Gedragscode Integriteit Rijk, de toepassing van functiescheiding, het vier-ogen principe en het leren van incidenten die binnen en buiten de organisatie plaatsvinden.

Het structurele proces rond het creëren van inzicht in de interne fraude- en corruptierisico’s en de beheersing van deze risico’s vraagt nog de nodige aandacht. Er wordt aan een plan van aanpak gewerkt om dit inzicht te verbeteren.

6.2 Rijksbrede bedrijfsvoeringsonderwerpen

Grote lopende ICT-projecten

SZW kende in 2023 drie lopende en/of afgeronde projecten als onderdeel van de rapportage grote en risicovolle ICT-projecten: Aansluiting van UWV op Electronic Exchange of Social Security Information (EESSI-UWV), Verbeteren Uitwisseling Matchingsgegevens en Vaardig met Vaardigheden.

UWV en SVB leggen in hun jaarverslagen verantwoording af over grote en/of risicovolle ICT-projecten. Deze projecten worden op het Rijks ICT-dashboard opgenomen en minimaal éénmaal per jaar geactualiseerd. UWV kende dertien lopende en/of afgeronde projecten. SVB had in 2023 geen grote lopende of afgeronde projecten op het Rijks ICT-dashboard. SZW rapporteert ook in de Stand van de uitvoering sociale zekerheid (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 693) over de ICT-ontwikkelingen.

Betaalgedrag

SZW betaalde in 2023 90,7% van de facturen tijdig en voldeed daarmee niet aan de Rijksbrede norm om 95% van de facturen binnen 30 dagen te betalen. De oorzaak hiervan is het niet goed functioneren van het inkoopsysteem van BZK, waar de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) gebruik van maakt. Als bijsturingsactie heeft de RSO voorschotten verstrekt aan leveranciers, zodat zij niet de dupe zouden worden van te late uitbetaling van facturen. RSO zet samen met BZK, als eigenaar van het inkoopsysteem, in op verbetering van het functioneren van het inkoopsysteem en daarmee op het sneller kunnen verwerken van inkoopfacturen in 2024. Los van het probleem bij de RSO scoorden de andere onderdelen van SZW in 2023 ruim boven de betaalnorm van 95%, namelijk op 97,7%.

Departementale checks and balances subsidieregelingen

Ter bewaking en verbetering van de kwaliteit van het subsidie-instrument toetst SZW op juridische en financiële gevolgen, doelmatigheid en doeltreffendheid en op de uitvoering van het proces. Bij deze toetsing wordt onder andere gebruik gemaakt van de Kaderwet SZW-subsidies, het Uniform Subsidie Kader (USK), het Raamwerk Uitvoering Subsidies (RUS), de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, interne (subsidie)werkprocessen, de financiële ondersteuning door de beleidsdirecties, periodiek overleg over (incidentele) subsidies en de adviserende en toetsende rol van FEZ.

6.3 Belangrijke ontwikkelingen en verbeteringen in de bedrijfsvoering

Sociaal Medisch Beoordelen

In 2023 is, net zoals in voorgaande jaren, sprake geweest van een mismatch tussen de vraag naar en het aanbod van Sociaal Medisch Beoordelen (SMB). Mensen moeten langer wachten op hun (WIA) (her)beoordeling. Dit geeft onzekerheid over het recht op een uitkering. SZW en UWV werken samen hard aan een oplossing. UWV verbetert de effectieve inzet van de beschikbare verzekeringsartsencapaciteit: onder meer door vorming van Sociaal Medische Centra (SMC’s) waar gewerkt wordt met taakdelegatie en multidisciplinaire teams. Daarnaast zijn aanvullende maatregelen getroffen, zoals de tijdelijke vereenvoudiging van de claimbeoordeling voor 60-plussers die loopt tot 2024.

Bij de vereenvoudigde beoordeling is er voor 60-plussers geen beoordeling door een verzekeringsarts (Kamerstukken II 2021/22, 26 448, nr. 685). SZW vindt het van groot belang om de lange wachttijden voor een (her-) beoordeling en de onzekerheid voor mensen te verkorten. Om die reden is de correcte uitvoering van de wet afgewogen tegen het belang om zo veel mogelijk mensen tijdig een beoordeling te kunnen bieden en daarmee duidelijkheid te geven over hun toekomstige situatie.

Als een WIA-claimbeoordeling niet tijdig kan plaatsvinden, wijst UWV mensen op de mogelijkheid om een voorschot te ontvangen om in het levensonderhoud te voorzien. UWV biedt deze mensen ook re-integratiedienstverlening aan. Sinds 2021 kan een voorschot worden kwijtgescholden wanneer er achteraf geen WIA-recht blijkt te zijn en verrekening met een andere uitkering niet mogelijk is. Dankzij inspanningen van UWV en de getroffen maatregelen is er in 2023 een voorzichtige kentering in de omvang van de achterstanden zichtbaar. De vereenvoudigde claimbeoordeling voor 60-plussers levert hieraan een belangrijke bijdrage en is daarom verlengd tot 2024. Om de mismatchproblematiek verder terug te dringen is meer nodig. Een voorbeeld hiervan is de tijdelijke maatregel Praktisch Beoordelen met een looptijd van 3 jaar (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 712). Dit biedt de ruimte om de SMC’s verder te ontwikkelen en op basis van de adviezen van de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS), te beoordelen of nieuwe fundamentelere beleidsmaatregelen nodig zijn.

Relatie met zelfstandige bestuursorganen

Over 2023 is tweemaal een Stand van de uitvoering sociale zekerheid aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 717 en Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 742).

Deze standen van de uitvoering geven op een actieve manier openheid over ontwikkelingen en dilemma’s in de uitvoering van de zelfstandige bestuursorganen (ZBO’s). Maatschappelijke opgaven hebben een centrale plek in de sturing van uitvoeringsorganisaties. Om die reden hebben UWV en de SVB, net als voorgaande jaren, een knelpuntenbrief wet- en regelgeving aangeboden aan de Tweede Kamer als bijlagen bij de Stand van uitvoering van juni 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 26 448, nr. 717).

In 2023 hebben UWV en de SVB hun prestatie-indicatoren verder ontwikkeld zodat er gestuurd kan worden op publieke waarden. De traditionele prestatie-indicatoren als tijdigheid, rechtmatigheid en doelmatigheid zijn verrijkt met kwalitatieve indicatoren om een betere duiding aan de cijfers te geven. Om hieraan invulling te geven wordt bij UWV onder andere een menselijke maat monitor uitgevoerd onder hun cliënten. Bij de SVB is een sturingskader opgesteld waarbij vier opgaven zijn geformuleerd. In 2023 zijn de werkzaamheden van het organisatiegerichte toezicht voortgezet en is het toezicht verder doorontwikkeld.

In 2023 is besloten om op andere wijze, dan door middel van een review, inzicht te verkrijgen in de werkzaamheden van de auditdiensten van UWV en de SVB. Dit gezien de beperkte aanvullende informatie uit de eerdere reviews, de beschikbaarheid van andere (vanuit de beroepsgroep voorgeschreven) kwaliteitstoetsen en de huidige gevorderde reguliere informatie-uitwisseling met de auditdiensten. Het toezichtbeleid is geüpdatet in lijn met deze werkwijze.

UWV en de SVB hebben van de accountant een oordeel met beperking gekregen in het accountantsverslag bij het jaarverslag 2022. De accountant van de SVB constateert dat meerdere jaren geen verbetering zichtbaar is op een aantal cruciale interne processen zoals bepaalde financiële- en IT-(beveiligings)processen. In de reactie van SZW op het jaarverslag 2022 is de SVB gevraagd om in 2023 op deze bevindingen tastbare verbeteringen te implementeren. De SVB is een programma digitale veiligheid gestart. UWV verwacht de informatiebeveiliging de komende jaren stapsgewijs op orde te krijgen en ervoor te zorgen dat de processen en systemen per 1 januari 2026 geheel aan de Baseline Informatiebeveiliging Overheid voldoen. De andere beperking betreft de constatering dat een significant deel van de NOW-subsidies nog niet is vastgesteld. UWV is naar verwachting de komende jaren nog bezig met de definitieve vaststelling van de NOW-subsidies.

Herstel- en Veerkrachtplan

Het Herstel-en Veerkrachtplan (HVP) is een EU-herstelfonds dat na de coronapandemie is opgezet en diverse beleidsambities van het kabinet ondersteunt (Het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan (overheid.nl)). Nederland heeft ervoor gekozen om naast de landspecifieke aanbevelingen voor hervormingen ook bestaande regelingen op te nemen in het HVP. Om aanspraak te kunnen maken op de middelen uit het EU-herstelfonds dient SZW aan te tonen dat de mijlpalen en doelstellingen uit het HVP behaald zijn. 

In 2023 is SZW gestart met de implementatie van de prioriteiten die betrekking hebben op het ‘versterken van de arbeidsmarkt, het pensioen en toekomstgericht onderwijs’. Medio 2023 werd duidelijk dat het een uitdaging is voor SZW om te voldoen aan de strikte Europese eisen voor reeds afgeronde en geadministreerde regelingen, opgesteld op basis van het Raamwerk voor Uitvoering van Subsidies (RUS) en het Uniform Subsidiekader (USK).

Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid

De tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) is in 2020 ingevoerd om werkgevers tegemoet te komen in de loonkosten tijdens de coronapandemie. In 2023 zijn de laatste vaststellingsloketten gesloten (NOW-5 en ‒ 6). Daarmee is de NOW in de laatste fase terechtgekomen. Werkgevers die een vaststelling van UWV hebben ontvangen, zullen indien van toepassing nog een nabetaling krijgen of een verzoek tot terugbetaling. Een terugbetaling is meestal het gevolg van een hogere omzet dan verwacht op het moment van aanvraag van de NOW of van een gedaalde loonsom. Indien nodig biedt UWV deze werkgevers coulante terugbetalingsregelingen van maximaal 5 jaar inclusief een betaalpauze van een jaar.

Net als in 2022 hebben in 2023 ADR-reviews plaatsgevonden op door accountants uitgevoerde werkzaamheden bij vaststellingsaanvragen. Accountantsverklaringen zijn onder meer verplicht bij de vaststelling van NOW-subsidies boven de € 125.000. Zodra de uitkomsten van de reviews beschikbaar zijn, zal hier net als in 2022 opvolging aan worden gegeven. Daarnaast is de evaluatie van doelmatigheid en doeltreffendheid van het NOW-beleid gestart. De uitkomsten worden in de eerste helft van 2024 gedeeld met de Kamer.

Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers

In 2023 zijn de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo) vergoedingen over 2021 aan de gemeenten, te weten € 961 miljoen definitief vastgesteld. De vergoedingen zijn verrekend met de eerder verstrekte voorschotten. In de toelichting onder artikel 2 worden de verrekeningen verantwoord. Als gevolg van een verhoogd M&O-risico, dat wij in 2021 hebben geaccepteerd en dat betrekking heeft op het niet aanwenden van voorliggende voorzieningen (Kamerstukken II 2020/21, 35 420, nr. 213), is de rechtmatige besteding van naar schatting € 1 miljoen van het totaalbedrag in 2023 onzeker.

Een aantal gemeenten is in beroep gegaan tegen de vaststelling van de Tozo-vergoeding over 2020. Het maximale effect van deze lopende procedures voor de SZW-begroting wordt geschat op € 2,3 miljoen. Tot op heden zijn er geen bezwaren ingediend tegen de vaststelling van de Tozo-vergoeding over 2021.

Licence